De rol van de GGD bij de Wmo

advertisement
Preventie voor zorg!
Wat de GGD doet en kan doen
in het kader van de Wmo:
 bestaande taken
 verbreding taken
 nieuwe taken
Inhoudsopgave
Voorwoord
Inleiding
3
4
1
1.1
1.2
1.3
1.4
Gemeenten en (openbare) gezondheid
Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv)
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
Relatie tussen de Wcpv en Wmo
Belang van preventie in relatie tot zorg, welzijn en wonen
5
5
6
6
7
2
2.1
2.2
Aanbod GGD in het kader van de Wmo
Prestatieveldoverstijgende taken
Taken per prestatieveld
9
9
12
Prestatieveld
Prestatieveld
Prestatieveld
Prestatieveld
Prestatieveld
Prestatieveld
Prestatieveld
Prestatieveld
Prestatieveld
3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Conclusie
Literatuurlijst
Leefbaarheid en sociale samenhang
Preventieve ondersteuning jeugd
Informatie, advies en cliëntondersteuning
Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
Bevorderen deelname maatschappij
Verlenen van individuele voorzieningen
Maatschappelijke opvang en huiselijk geweld
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ)
Bevorderen van verslavingsbeleid
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
2
Voorwoord
Met deze notitie brengen wij in beeld wat de rol van de GGD kan zijn bij de uitvoering van de
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), die per 1 januari 2007 in werking treedt.
Uiteraard is het onmogelijk om een volledig beeld te geven. Desondanks hopen wij dat we in
onze opzet zijn geslaagd: een praktisch document bieden, waarmee gemeenten en GGD’en
gezamenlijk kunnen bepalen op welke manier preventie kan worden ingezet binnen de Wet
maatschappelijke ondersteuning.
Deze notitie kwam mede tot stand dankzij enthousiaste medewerking van veel GGD’ers in
het land. Zij deden tekstsuggesties, gaven opbouwende kritiek en leverden eigen
beleidsdocumenten aan als voorbeeld. Bij deze willen we al die collega’s hartelijk bedanken
voor hun bijdrage!
Utrecht, november 2006
Marja Comajta, GGD Kop van Noord-Holland
Martine Peppelenbos, GGD Zaanstreek-Waterland
Chantal Walg, GGD Gelre-IJssel
3
Inleiding
Wat kan de GGD betekenen voor gemeenten als de nieuwe Wet maatschappelijke
ondersteuning (Wmo) ingaat? Het antwoord op die vraag hebben GGD-beleidsmedewerkers
van de landelijke vakgroep gemeentelijk gezondheidsbeleid uitgewerkt in deze notitie die
speciaal bestemd is voor de ambtenaren en wethouders volksgezondheid en Wmo en voor
de raadsleden van gemeenten.
De invoering van de Wmo op 1 januari 2007 leidt ertoe dat gemeenten verantwoordelijk zijn
voor maatschappelijke ondersteuning. Oftewel: gemeenten moeten het mogelijk maken dat
inwoners maatschappelijk kunnen meedoen. Daarbij gaat de aandacht uit naar mensen voor
wie ‘meedoen’ minder vanzelfsprekend is, vanwege een beperking, chronische ziekte,
ouderdom of andere oorzaken.
Met de komst van deze nieuwe wet krijgen gemeenten en mogelijk ook GGD’en andere
taken voor deze kwetsbare doelgroepen in de samenleving. Het is van groot belang om
daarbij aandacht te hebben voor preventie, want daarmee is veel gezondheidswinst te
behalen: meer gezonde jaren, minder ziektelast en een betere kwaliteit van leven. Deze
gezondheidswinst is in de eerste plaats waardevol voor de mensen die het aangaat.
Bovendien draagt dit bij aan een civil society1. Mensen die zich gezonder voelen zullen meer
deelnemen aan het maatschappelijke leven. In de tweede plaats is het van belang voor
gemeenten, want het aantal zorgaanvragen onder de Wmo kan daardoor afnemen.
De invoering van de Wmo heeft ook betrekking op het werkterrein van Wcpv (Wet
collectieve preventie volksgezondheid). In de Wcpv zijn de taken en verantwoordelijkheden
van gemeenten ten aanzien van de collectieve preventie op het gebied van de openbare
volksgezondheid vastgelegd. De Wcpv heeft tot doel gezondheidsbescherming, - bevordering
en ziektepreventie te bevorderen. Gemeenten hebben de hieruit voortvloeiende
werkzaamheden ondergebracht bij de GGD, veelal met uitzondering van de 0-4 jarigen zorg.
Aangezien er raakvlakken zijn tussen de Wmo en de Wcpv, kunnen GGD’en taken uitvoeren
binnen de diverse prestatievelden van de Wmo.
Daarnaast wordt met de komst van de Wmo een andere, nieuwe rol voor de spelers in de
openbare gezondheidszorg verwacht. De GGD is in dit veld een zeer belangrijke speler en
kan gezien worden als verlengde arm van de gemeenten die de publieke taken uitvoert en
wordt betaald middels een inwonerbijdrage per gemeente. De GGD heeft dus in tegenstelling
tot veel andere instellingen een onafhankelijke en objectieve positie in het veld van de
openbare gezondheidszorg.
Veel bestaande GGD-taken hebben raakvlakken met de prestatievelden binnen de Wmo.
Deze notitie biedt daarvan een helder overzicht. Daarnaast beschrijven wij hoe deze taken
uitgebreid kunnen worden, en welke nieuwe taken de GGD kan uitvoeren. In overleg met de
GGD kan bepaald worden welke van deze taken de GGD ook daadwerkelijk uit gaat voeren
voor een gemeente.
1
Civil society: Een civil society gaat uit van betrokkenheid van burgers bij de publieke zaak, vergroting van
maatschappelijk zelfbestuur, minder overheidsbemoeienis, beperking van commerciële invloeden en
versterking van gemeenschapszin en tolerantie.
4
1.
Gemeenten en (openbare) gezondheid
Wettelijk is geregeld dat gemeenten een algemene verantwoordelijkheid dragen voor de
gezondheid van de bevolking. Gezondheid wordt daarbij niet opgevat als alleen de
afwezigheid van ziekte of gebrek, maar als een situatie van lichamelijk, geestelijk en sociaal
welbevinden van de burgers. Die verantwoordelijkheid is vastgelegd in twee belangrijke
wetten, de Wcpv en de Wmo.
1.1. Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv)
De Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv) die in 1990 van kracht werd, legt de
taken en verantwoordelijkheden van de gemeente vast ten aanzien van de collectieve
preventieve zorg voor de volksgezondheid, ofwel de openbare gezondheidszorg.
Artikel 2, lid 1 van de Wcpv luidt:
‘Burgemeester en wethouders bevorderen de totstandkoming en de continuïteit van en de
samenhang binnen collectieve preventie alsmede de onderlinge afstemming tussen deze
collectieve preventie en de curatieve gezondheidszorg’.
De Wcpv gaat vooral over primaire en secundaire preventie. Doel van de wet is de
gezondheid van (nog) gezonde burgers te beschermen en te bevorderen en ziekten te
voorkómen en vroegtijdig op te sporen. De gemeenten brengen de hieruit voortvloeiende
werkzaamheden over het algemeen onder bij de GGD. De Wcpv onderscheidt drie
hoofdtaken: collectieve preventie (een bevorderingstaak), infectieziektebestrijding (een
uitvoeringstaak) en jeugdgezondheidszorg (bevorderings- en uitvoeringstaken).
De taken op het terrein van de collectieve preventie omvatten:
 verwerven van inzicht in de lokale gezondheidssituatie van de bevolking;
 onderlinge afstemming tussen collectieve preventie en curatieve zorg;
 bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen;
 gezondheidsbevordering;
 bevolkingsonderzoeken;
 bevorderen van medisch-technische hygiënezorg;
 bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg2.
Op het terrein van infectieziektebestrijding zijn de taken:
 algemene infectiebestrijding;
 bestrijding van seksueel overdraagbare aandoeningen, zoals aids, chlamydia etc.;
 tuberculosebestrijding;
 bron- en contactopsporing bij vermoeden van epidemieën van infectieziekten;
 outbreakmanagement;
 beantwoorden van vragen uit de bevolking;
 geven van voorlichting en begeleiding.
Tenslotte zijn de taken op het terrein van jeugdgezondheidszorg:
 verwerven van inzicht in de ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen
en van gezondheidsbevorderende- en bedreigende factoren;
 ramen van de behoefte aan zorg;
 vroegtijdige opsporing en preventie van een aantal specifieke stoornissen en het
aanbieden van vaccinaties voortkomend uit het Rijksvaccinatieprogramma;
 geven van voorlichting, advies, instructie en begeleiding;
 formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen;
 Maatwerk jeugdgezondheidszorg (zoals opvoedingsondersteuning en logopedie).
2
Deze taak wordt per 1 januari 2007 overgeheveld van de Wcpv naar de Wmo.
5
Na een eerdere wetswijziging in 2002 zijn er nu geluiden vanuit het ministerie van VWS dat
de Wcpv wordt herzien. De mogelijke nieuwe wet zal de ‘Wet openbare gezondheidszorg’ of
‘Wet publieke gezondheid’ gaan heten. Vooralsnog lijkt het erop dat de Wet infectieziekten
en de Wcpv in één wet worden ondergebracht. Het is nog onduidelijk welke rol de GGD in de
nieuwe wet zal krijgen. Ook de vraag hoe de Wmo zich ten opzichte van deze nieuwe wet
verhoudt, kan op het moment van dit schrijven nog niet worden beantwoord.
1.2. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)
De Wet maatschappelijke ondersteuning maakt gemeenten verantwoordelijk voor
maatschappelijke ondersteuning. Het doel van de Wmo is het meedoen van álle burgers aan
álle facetten van de samenleving, zo mogelijk met hulp van familie, vrienden of bekenden.
Voor kwetsbare groepen is extra aandacht; ouderen en mensen met een beperking mogen
geen drempels ervaren. Elke gemeente mag zelf bepalen hoe ze de maatschappelijke
ondersteuning organiseert. De gemeente krijgt de regie, omdat die beter zicht heeft op de
plaatselijke situatie dan de rijksoverheid. De gemeente weet ook welke organisaties
ingeschakeld kunnen worden en aan welke voorzieningen burgers behoefte hebben.
De Wmo omschrijft 'maatschappelijke ondersteuning' in negen prestatievelden:
1. Het bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, wijken en
buurten;
2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met het
opgroeien en ondersteuning van ouders met problemen met opvoeden;
3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning;
4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers;
5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en het
bevorderen van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een
chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem;
6. Het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch
psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van
hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer;
7. Maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en aanpak huiselijk geweld;
8. Het bevorderen van openbare geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van het
bieden van psychosociale hulp bij rampen;
9. Het bevorderen van verslavingsbeleid.
1.3. Relatie tussen de Wcpv en Wmo
De Wcpv en de Wmo hebben diverse raakvlakken met elkaar, vooral op het gebied van
bevorderingstaken. Je kunt de wetten zien als twee onlosmakelijk met elkaar verbonden
pijlers. Overstijgend doel is het bevorderen van de kwaliteit van leven van burgers (zie figuur
1 hieronder).
De Wcpv begeeft zich vooral op het gebied van primaire en secundaire preventie en heeft
ten doel de gezondheid van (nog) gezonde burgers te bevorderen en te beschermen. De
Wmo richt zich op secundaire en tertiaire preventie en heeft vooral ten doel burgers met een
fysieke, sociale of psychische beperking te laten deelnemen aan de maatschappij.
Uit menig onderzoek is gebleken dat mensen die participeren in de maatschappij zich
gezonder voelen. Andersom maakt een goede gezondheid in zowel psychisch, sociaal als
fysiek opzicht deelname aan de maatschappij weer mogelijk. Gezondheid in brede zin speelt
dus een belangrijke rol bij de Wmo.
Wanneer mensen een kwalitatief goed leven leiden, zullen zij meer openstaan voor actieve
deelname aan en betrokkenheid bij de maatschappij. Beide wetten dragen dan ook bij aan
het creëren van een civil society.
6
Kwaliteit van leven
Deelname
Gezondheid
maatschappij
Gezondheid
Wcpv
WCPV
Wmo
WMO
Figuur 1 Relatie tussen de Wcpv en Wmo
1.4. Belang van preventie in relatie tot zorg, welzijn en wonen
Binnen de prestatievelden van de Wmo gaat het om preventie, zorg (care), welzijn en
wonen. De Wcpv gaat vooral over preventie en tot op zekere hoogte over curatie (cure). De
raakvlakken tussen de Wmo en de Wcpv liggen met name op het preventieve vlak.
Preventie vindt plaats om te voorkomen dat een ziekte optreedt, zich manifesteert of
verergert. Bij preventie gaat het niet alleen om het voorkomen van ziekten, maar ook om de
gezondheid van de bevolking te handhaven en te verbeteren. Dus: bevorderen dat mensen
optimaal functioneren, zowel lichamelijk, geestelijk als sociaal, ook als ze al
gezondheidsklachten of beperkingen hebben.
Vervolgens gaat het er bij cure om de ziekte te genezen, en bij zorg (care) om de kwaliteit
van leven te verbeteren of te handhaven als iemand ziek of hulpbehoevend is.
Ook een aantal onderdelen van welzijn hangt samen met preventie en zorg (cure en care).
Welzijn is gericht op de bevordering van maatschappelijke participatie, sociale samenhang en
het creëren van een vangnet voor de zwakkeren in de samenleving. Onder welzijn valt een
aantal zaken die zeer dicht tegen zorg aanzitten, zoals de Wet voorzieningen gehandicapten
(Wvg), het Algemeen Maatschappelijk Werk en de maatschappelijke opvang, verslavingszorg
(straks vallend onder de Wmo).
Ook in het kader van preventie leidt de groeiende aandacht voor sociale factoren als
medeveroorzakers van ziekten, tot een grotere vraag naar welzijnsactiviteiten.
Naast preventie, cure, zorg en welzijn is er nog een branche die in toenemende mate een rol
speelt, namelijk wonen. Mensen blijven steeds langer zelfstandig wonen; thuis of in kleine
groepswoningen. Er zijn dan ook meer woningen, zorg en diensten nodig voor mensen die
zo lang mogelijk zelfstandig willen wonen.
De scheidslijn tussen de verschillende branches is in de praktijk niet zo duidelijk. Ze zijn
allemaal onderdelen van hetzelfde proces (zie figuur 2).
Iemand met een ziekte of beperking kan met zowel preventie, cure, zorg als welzijn in
aanraking komen. Preventieve interventies zijn veelal terug te vinden in andere branches dan
die van preventie. Zo is er preventie binnen de zorg (bijvoorbeeld decubitus preventie),
binnen de care / wonen (bijvoorbeeld valpreventie bij ouderen in verpleeghuizen), binnen
welzijn en sport (bijvoorbeeld bevordering van de lichamelijke activiteiten) en binnen de
geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke zorg (bijvoorbeeld preventie van
psychische aandoeningen).
7
Preventie, cure, care en welzijn zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Wat in de ene
branche gebeurt, heeft consequenties voor de andere branches.
Binnen de Wmo is tot nu toe veel aandacht uitgegaan naar de zichtbare individuele
voorzieningen. Er is echter veel (gezondheids-)winst te behalen wanneer met preventieve
maatregelen vroeg in het (ziekte-)proces wordt ingegrepen.
Bij de Wmo kan preventie ingezet worden vóór zorg en uit voorzorg! (zie figuur 2)
Preventie
(Core)
Welzijn
wonen
Cure
Zorg (care)
Figuur 2: Branches
8
2.
Aanbod GGD in het kader van de Wmo
In dit hoofdstuk staan de bestaande taken van de GGD beschreven die raakvlakken hebben
met de prestatievelden van de Wmo. Ook een eventuele verbreding van deze taken in het
kader van de Wmo komt aan de orde. Daarnaast worden nieuwe taken genoemd die de GGD
in het kader van de Wmo kan uitvoeren. Deze bestaande Wcpv-taken worden gefinancierd
middels een inwonerbijdrage per gemeente. Voor de verbreding van taken en/of nieuwe
taken zijn extra financiën nodig.
De taken van de GGD raken niet alleen de individuele prestatievelden, maar zijn in een
aantal gevallen ook prestatieveldoverstijgend, zoals epidemiologie, beleidsadvisering en
gezondheidsbevordering.
Gegevens verzamelen
De beleidscyclus geeft inzicht in de manier
waarop de prestatieveldoverstijgende taken
als epidemiologie (gegevens verzamelen),
Beleidscyclus
beleidsadvisering (beleidsvorming) en
Evaluatie
Beleidsvorming
gezondheidsbevordering (uitvoering)
bij kunnen dragen aan het vormen van
(Wmo-)beleid.
Uitvoering
2.1.
Prestatieveldoverstijgende taken
Epidemiologie
Bestaande GGD-taak
Inzicht bieden in gezondheidssituatie inwoners
Vanuit de Wcpv hebben de gemeenten de taak inzicht te verwerven in de
gezondheidssituatie van hun burgers. Dit inzicht dient gebaseerd te zijn op epidemiologische
analyses. Deze gemeentelijke taak wordt uitgevoerd door de GGD. De GGD heeft een goed
overzicht van de gezondheidsgegevens van de bevolking binnen de eigen regio. Als
instrument hiervoor worden de GGD-monitors gebruikt, een uniek middel om op een
landelijk vergelijkbare wijze gegevens te verzamelen. Daarbij blijft ruimte voor accenten in
de vraagstelling over de lokale situatie. De GGD vertaalt deze cijfermatige gegevens in
beleidsadviezen.
Verbreding taken/nieuwe taken
Met de komst van de Wmo hebben gemeenten meer en andere informatiebehoeften dan de
Wcpv. De Wmo vraagt van gemeenten beleid te maken op grond van gegevens over de
eigen situatie, zowel over de vraag- als de aanbodzijde van ondersteuning. Mogelijke taken
voor de GGD zijn:
 Verbreden GGD-monitors met Wmo-onderwerpen (bv. mantelzorg,
ouderenmishandeling);
 Opnemen onderdelen GGD-monitors in Wmo-monitor;
 In kaart brengen gegevens doelgroepen Wmo;
 Vertalen landelijke gegevens naar lokale situatie;
 Maken van prognoses van vraag en aanbod van zorg in de toekomst;
 Uitvoeren nulmeting als basis voor het Wmo-beleid;
 Uitvoeren klanttevredenheidsonderzoek/behoefteonderzoek;
 Opzetten en analyseren van registraties (bv. meldingen huiselijk geweld);
 Uitvoeren evaluatieonderzoek op basis van Wmo-benchmark VNG en
vergelijkingskaart VWS.
9
Beleidsadvisering
Bestaande GGD-taak
Advisering over gezondheid en gezondheidsbeleid
De GGD is als gemeentelijke dienst de beleidsadviseur van de gemeente op het brede terrein
van de openbare gezondheidszorg. Vanuit de Wcpv hebben de gemeenten de taak
gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen te bewaken. Daarnaast vermeldt de Wcpv
dat de gemeenten elke vier jaar een nota gemeentelijk gezondheidsbeleid moeten
vaststellen. De GGD vervult in dit kader de volgende functies:
 (gevraagd en ongevraagd) Adviseren over gezondheidsaspecten binnen bestuurlijke
beslissingen, bv. bij Wmo-beslissingen;
 Adviseren en ondersteunen bij beleidsvormingsprocessen, bv. gemeentelijk
gezondheidsbeleid;
 Ondersteunen bij de uitvoering van beleid, bv.
gezondheidsbevorderingsprogramma’s;
 Ondersteunen bij de evaluatie van (de uitvoering van) beleid.
Verbreding taken/nieuwe taken



Adviseren over en ondersteunen van preventiebeleid binnen de Wmo;
Adviseren over afstemming en/of integratie (nota’s) lokaal gezondheidsbeleid en
Wmo-beleid;
Ondersteunen van de regietaak van de gemeente op het gebied van preventie in het
kader van de Wmo.
10
Gezondheidsbevordering
Bestaande GGD-taak
Gezondheidsbevordering is vanuit de Wcpv een gemeentelijke taak. Het gaat hier om het
opzetten, uitvoeren en evalueren van gezondheidsbevorderende programma’s. Deze
programma’s zijn deels direct gericht op de beïnvloeding van gedrag, maar ook op het
creëren van een gezonde leefomgeving en het wegnemen van barrières die gezond gedrag
in de weg staan. GGD’en voeren, al dan niet samen met andere instellingen, verschillende
gezondheidsbevorderende programma’s uit, bv. FLASH! (beweegcampagne) en Halt! U valt
(valpreventie bij ouderen).
Verbreding taken/nieuwe taken
Om te voorkomen dat (te veel) inwoners een beroep doen op de Wmo-voorzieningen is het
van belang dat gemeenten (blijven) investeren in gezondheidsbevordering. De GGD kan
hierin ondersteunen door het (mede) uitvoeren van extra of nieuwe collectieve,
gezondheidsbevorderende activiteiten die passen binnen het door de gemeente te voeren
Wmo-beleid, bv.:
 Verbreden van gezondheidsbevorderende activiteiten binnen bestaande GGD taken,
zoals binnen de jeugdgezondheidszorg over thema’s als bewegen,
genotmiddelengebruik en voeding (leefstijl);
 Opzetten, uitvoeren en evalueren van gezondheidsbevorderende activiteiten voor de
Wmo-doelgroepen, bijvoorbeeld projecten ter voorkoming van vallen, eenzaamheid
en ter bevordering van sociale weerbaarheid en zelfredzaamheid;
 Opzetten van preventieketens in het kader van Wmo-onderwerpen;
 Afstemmen en opzetten van gezondheidsbevorderende activiteiten met GGZinstellingen;
 Adviseren en ondersteunen bij de opzet van publieksinformatiepunten, zowel digitaal
als fysiek;
 Uitvoeren van gezondheidsbevorderende projecten voor mantelzorgers (bv.
jongeren).
11
2.2. Taken per prestatieveld
Naast Wcpv-taken die de prestatievelden van de Wmo overstijgen, voert de GGD een aantal
taken uit die vallen binnen de individuele prestatievelden van de Wmo. Hieronder volgt een
overzicht van de negen prestatievelden in relatie tot GGD-taken. Per prestatieveld staat
beschreven wat de GGD al doet op die gebieden. Daarnaast komt aan de orde hoe de GGD
die taken zou kunnen verbreden of nieuwe taken zou kunnen uitvoeren.
Prestatieveld 1
Leefbaarheid en sociale samenhang
Het bevorderen van sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten is
geen kerntaak van de GGD. Toch zijn er duidelijk raakvlakken met GGD-taken als
gezondheidsbevordering, Openbare Geestelijke GezondheidsZorg (OGGZ), medische
milieukunde en forensische geneeskunde.
Bestaande GGD-taken
Voorbeelden op het gebied van gezondheidsbevordering zijn:
 Participeren in projecten gericht op het versterken van sociale samenhang en
ontwikkelen van wijkgericht werken en projecten gericht op sociale zelfredzaamheid,
bedoeld om bewoners te activeren hun buurt leefbaarder te maken en houden;
 Inzetten van VETC’s (Voorlichting in Eigen Taal en Cultuur), gericht op actieve
deelname van allochtonen met als doel het versterken van de eigen mogelijkheden
om in de directe omgeving (de wijk of buurt als setting) aan de eigen gezondheid en
de voorwaarden daartoe te werken (empowerment).
Voorbeelden binnen de OGGZ, medische milieukunde en forensische geneeskunde zijn onder
meer:
 Het Meldpunt Overlast en bemoeizorg. Doel is een vangnet te bieden aan zorgmijders
die niet meer in staat zijn om voor zichzelf te zorgen. Vaak, maar niet altijd, zijn dit
personen die overlast veroorzaken (ernstige woningvervuiling, geluidsoverlast). De
zogenaamde bemoeizorg wordt in eerste instantie ingezet om de betreffende persoon
te voorzien van zorg. Daarnaast wordt deze ingezet uit het oogpunt van het
bevorderen van de leefbaarheid en de veiligheid in een dorp of wijk;
 Coördineren van de bestrijding van huiselijk geweld. Doel is om huiselijk geweld te
voorkomen en te verminderen;
 Coördineren van activiteiten en inzetten van GGD-deskundigheid ter voorkoming of
inperking van maatschappelijke onrust bij aspecten die van invloed zijn op de
leefbaarheid in een wijk, buurt of dorp, bv. geluidshinder, stankoverlast (beide
medische milieukunde) of zedendelicten (forensische geneeskunde).
Verbreding taken/nieuwe taken
 Bevorderen sociale activiteiten met als doel het bevorderen van de gezondheid;
 Afstemmen gezondheidsbevorderende activiteiten met andere instellingen, bv.
welzijnsorganisaties;
 Stimuleren samenwerking tussen verschillende instellingen op het gebied van
preventie/curatie en welzijn/zorg in de vorm van bv. Gezondheidszorg onder een dak,
(Goed’en), Jeugdgezondheidszorg onder een dak (Joed’en), Huisartsen onder een dak
(Hoed’en) en/of Centra voor jeugd en gezin;
 Opzetten consultatiebureaus voor ouderen;
 Verbreden publieksinformatie-functie binnen Wmo-loket, zowel fysiek als digitaal;
 Organiseren community-based projecten, bv. Hartslag Limburg;
 Opzetten projecten ter voorkoming van eenzaamheid, sociaal-economische
gezondheidsverschillen;
 Uitvoeren GezondheidsEffectScreening (GES) in wijken en buurten in het kader van
de Wmo.
12
Prestatieveld 2
Preventieve ondersteuning jeugd
De gemeentelijke verantwoordelijkheid op het terrein van de jeugdzorg strekt zich uit over
de volgende functies: Informatie en advies, Signaleren van problemen, Toegang tot het
hulpaanbod, Licht-pedagogische hulp en Coördinatie van zorg. Bij 'Signalering' gaat het ook
om de coördinatie tussen signalerende instanties. Bij 'Pedagogische hulp' gaat het om het
bieden van opvoedingsondersteuning aan ouders en gezinnen waar problemen zijn of
dreigen te ontstaan.
Bestaande GGD-taken
Nagenoeg alle werkzaamheden van de jeugdgezondheidszorg bij de GGD en een aantal
activiteiten die vanuit andere GGD-taken worden uitgevoerd, kunnen onder dit prestatieveld
gerekend worden. De meeste taken worden zowel individueel als groepsgericht uitgevoerd.
In grote lijnen gaat het om:
 Geven van informatie en advies aan kinderen/jeugdigen en hun ouders over
opgroeien en opvoeden;
 Signaleren en verhelderen van problemen en vragen;
 Toeleiden of doorverwijzen naar de meest passende hulpverlenende instanties;
 Bieden van laagdrempelige, kortdurende hulp of ondersteuning in de vorm van
huisbezoeken of onderzoek op verzoek;
 Opvoedingsondersteuning in de vorm van een opvoedspreekuur: kortdurende
advisering en lichte hulpverlening (directe aansluiting op signalering en
probleemverheldering);
 Coördineren van zorg (afstemming binnen probleemgezinnen, afstemming binnen
zorgstructuren/instellingen);
 Uitvoeren van gezondheidsbevorderende activiteiten, bv. project ‘Lang leve de liefde’;
 Op systematische wijze volgen en signaleren van ontwikkelingen in de
gezondheidstoestand van jeugdigen en van de gezondheidsbevorderende en –
bedreigende factoren.
Verbreding taken/nieuwe taken
 Opzetten en/of verder ontwikkelen van een digitale sociale kaart voor de jeugd
(bestaande voorbeelden daarvan zijn de Zorgwijzer of Zorgwel);
 Organiseren van een digitaal spreekuur met jeugdarts, jeugdverpleegkundige of
pedagoog;
 Signaleren en begeleiden van risicokinderen door de koppeling met het Meldpunt
overlast en bemoeizorg;
 Uitvoeren van extra preventieve zorg voor risicogroepen;
 Uitbreiden gezondheidsbevorderende activiteiten, gericht op risicogroepen;
 Coördineren van signalen van jeugdigen en/of ouders op lokaal niveau
(vroegsignalering);
 Uitvoeren van projecten ter voorkoming van schoolverzuim en -uitval;
 Intensiveren van gezondheidsbevorderingsprojecten (BRAVO-thema’s: Bewegen,
Roken, Alcohol, Voeding/veiligheid en Ontspanning);
 Opzetten van bemoeizorgprojecten;
 Ondersteunen bij de opzet en het coördineren van Centra voor jeugd en gezin;
 Uitvoeren of intensiveren van projecten ter voorkoming van psychosociale
problematiek (pesten, opvoedproblemen, weerbaarheid);
 Organiseren van gespreksgroepen/cursussen/themabijeenkomsten voor ouders over
relevante onderwerpen;
 Coördineren van of participeren in samenwerkingsprogramma’s rond
opvoedingsondersteuning, bv. ‘Triple P’.
13
Prestatieveld 3
Informatie, advies en cliëntondersteuning
Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning betreft zowel algemene
voorzieningen (zoals voldoende informatiepunten), als meer specifieke voorzieningen zoals
een individueel advies of hulp bij het formuleren van een ondersteuningsvraag. De gemeente
moet zich hierbij laten leiden door de 'één loket gedachte', zodat een burger zich niet vaker
dan één keer tot de gemeente hoeft te wenden om over het gehele scala van voorzieningen
(wonen, welzijn, zorg) de nodige informatie te verkrijgen.
Cliëntondersteuning streeft ernaar de zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie van
de cliënt te bevorderen.
In de Handreiking uitvoering lokale loketten van de VNG ter ondersteuning van gemeenten
wordt expliciet de noodzaak vermeld van een geavanceerde, via internet toegankelijke
sociale kaart.
Bestaande GGD- taken
De Wcpv beschrijft als wettelijke taak van de GGD het geven van voorlichting, advies,
instructie en begeleiding (zowel individueel als collectief). Publieksinformatie maakt deel uit
van de collectieve preventie. Dit alles vertaalt zich in de volgende GGD-taken:
 Publieksinformatie gericht op intermediairen, zoals gemeenteambtenaren, huisartsen,
leerkrachten, leidsters kindercentra;
 Publieksinformatie gericht op het algemene publiek: GGD-website met informatie
over gezondheidsitems, taken en projecten van de GGD. Daarnaast kan het publiek
altijd contact opnemen met de GGD met vragen over onder andere soa,
infectieziekten, opvoedingsondersteuning en gezondheidbevordering;
 Zowel voor intermediairen als voor het publiek: een digitale sociale kaart, de
Zorgwijzer of Zorgwel. Deze digitale sociale kaart kan zowel op categorie als op
doelgroep worden ontsloten.
De publieksinformatiefunctie van de GGD sluit goed aan bij de gemeentelijke informatie- en
adviesfunctie, bijvoorbeeld vanuit een lokaal loket. Van belang is dat zowel maatschappelijke
participatie als preventie een plek krijgen.
Verbreding taken/nieuwe taken











Uitbreiden digitale sociale kaart met Wmo-onderwerpen, voor zover nog niet
opgenomen;
Integreren publieksinformatiefunctie van de GGD in zowel het fysieke Wmo-loket als
het digitale Wmo-loket;
Deelnemen aan gemeentelijk Wmo-loket in back- dan wel frontoffice;
Bevorderen deskundigheid van loket medewerkers op het gebied van preventie;
Inzetten van GGD-deskundigheid in het kader van indicatiestelling;
(Mede) vormgeven aan een samenhangend netwerk van loketten en
informatiestromen, waarin de functies informatie, advies, verwijzing, bemiddeling,
cliëntondersteuning en de toegang tot de voorzieningen zijn opgenomen;
Integreren doelgroep jeugd binnen gemeentelijk loket. De jeugd (prestatieveld 2)
krijgt hierin bij veel gemeenten nog geen rol. Mogelijk dat de GGD hierin kan
voorzien (E-health);
Ontwikkelen regionaal/gemeentelijk gezondheidsportaal, dat burgers en professionals
voorziet van informatie en diensten op maat met betrekking tot gezondheid, zorg,
wonen en welzijn;
Inschakelen Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC) voor allochtone doelgroepen;
Verzamelen en analyseren van gegevens over het loket en de doelgroep;
Evalueren van het functioneren van het loket op basis van de verzamelde gegevens.
14
Prestatieveld 4
Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers
Hoewel vrijwilligerswerk en mantelzorg naar inhoud en motivatie van de betrokkenen
verschillen, zijn deze thema’s voor de overzichtelijkheid van het aantal prestatievelden en het
feit dat de overeenkomst gelegen is in de inzet voor de naasten, in één prestatieveld
benoemd. Het zal hier als regel gaan om algemene beleidsmaatregelen. Minder vaak om
individuele voorzieningen, al biedt de Wmo daartoe wel alle ruimte als de gemeente dat
wenst te doen.
Bestaande GGD-taken
De GGD heeft geen formele taken met betrekking tot het ondersteunen van mantelzorgers
en vrijwilligers. GGD’en maken soms wel gebruik van een pool van vrijwilligers die
ondersteunen bij de uitvoering van gezondheidsbevorderingsprojecten.
Verbreding taken/nieuwe taken
Mantelzorgers vormen binnen het zorgsysteem een belangrijke groep. Daarnaast zijn zij een
risicogroep vanuit het oogpunt van de volksgezondheid, en dus een potentiële doelgroep
voor de GGD. GGD’en kunnen hierop inspelen door:
 Extra vragen op te nemen in de monitor over mantelzorg en vrijwilligers;
 Hun publieksinformatiefunctie uit te breiden naar deze specifieke doelgroepen;
 Verbreden van de sociale kaart specifiek voor deze doelgroepen (papieren of digitale
versie);
 Uitvoeren van gezondheidsbevorderende projecten voor mantelzorgers;
 Vroegtijdig signaleren van problemen bij jeugdige mantelzorgers;
 Coördineren van ondersteuning voor jeugdigen;
 Fungeren als ‘mantelzorgmakelaar voor jeugdigen’;
 Ontwikkelen ondersteuningsaanbod voor (jeugdige) mantelzorgers, daar waar hiaten
zijn in het bestaande aanbod.
15
Prestatieveld 5
Bevorderen deelname maatschappij
Het gaat hier om het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van
het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking, een chronisch psychisch
probleem of een psychosociaal probleem.
De gemeente kan op tal van manieren deelname van genoemde doelgroepen bevorderen. Zo
kan zij bijvoorbeeld algemene maatregelen nemen om de toegankelijkheid van de
woonomgeving en openbare ruimten zoals leeszalen, het gemeentehuis, het openbaar
vervoer en dergelijke te verbeteren. De gemeente kan zich ook hard maken voor 'aanpasbaar
bouwen'.
Voor mensen met psychische problematiek kunnen specifieke projecten worden uitgevoerd
waarbij een meer outreachende werkwijze centraal staat. Bijvoorbeeld:
opbouwwerkprojecten, huiskamerprojecten, preventieve huisbezoeken en
eenzaamheidsprojecten.
Bestaande GGD-taken
De GGD heeft als doel de gezondheid van de burgers te bevorderen. En om dit doel te
behalen voert zij een aantal taken uit. Een goede gezondheid van burgers in zowel psychisch,
sociaal als fysiek opzicht maakt deelname aan de maatschappij mogelijk. Dus in zekere zin
dragen alle taken van de GGD bij aan het bevorderen van deelname aan de maatschappij.
Ook zijn er duidelijke raakvlakken met GGD-taken als Openbare Geestelijke GezondheidsZorg
(OGGZ) en gezondheidsbevordering.
OGGZ
Binnen de OGGZ heeft de GGD beleidsmatige en coördinerende taken. De medewerkers van
bijvoorbeeld het Meldpunt overlast en bemoeizorg komen cliënten tegen met beperkingen,
psychosociale of psychische problematiek, voor wie zij de zorg coördineren en samenwerken
met verschillende organisaties en instanties.
Gezondheidsbevordering
Net als bij het eerste prestatieveld geldt ook hier dat er raakvlakken zijn met bestaande
activiteiten vanuit gezondheidsbevordering. Voorbeelden hiervan zijn:
 Projecten ter voorkoming van eenzaamheid bij ouderen;
 Projecten over Allochtonen en gezondheid;
 Projecten met betrekking tot Wijkgericht gezondheidswerk.
Verbreding taken/nieuwe taken


Adviseren van gemeenten op het gebied van wonen en woonvoorzieningen;
Ondersteunen van gemeenten bij de uitvoering van project Agenda 22 3;
3
Agenda 22 verwijst naar de 22 Standaardregels die de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aanvaardde in
december 1993. De officiële titel luidt: 'VN Standaardregels voor Gelijke Kansen voor Mensen met een
Handicap’. De Standaardregels beschrijven op welke terreinen de maatschappij maatregelen moet nemen om mensen met een
beperking gelijke kansen te geven. Ze zijn door de CG-raad vertaald naar mogelijkheden voor Nederlandse gemeenten.
16
Prestatieveld 6
Verlenen van individuele voorzieningen
Dit prestatieveld richt zich op individueel te verlenen voorzieningen aan mensen met een
beperking of een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem. Het kan dan gaan om
voorzieningen in het kader van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) of huishoudelijke
verzorging.
Bestaande GGD-taken
GGD’en hebben geen wettelijke taken die direct aansluiten op dit prestatieveld. Wel zijn er
GGD’en die in opdracht van gemeenten de advisering uitvoeren in het kader van de Wvg,
gehandicaptenparkeervoorzieningen en andere sociaal medische adviesproducten. Ook zijn
er GGD’en die (tot 1 januari 2005) de gehele indicatiestelling voor de Awbz (RIO) uitvoerden.
Vanaf die datum is de indicering Awbz ondergebracht bij het Centrum Indicatiestelling Zorg
(CIZ).
GGD’en die de sociaal-medische advisering uitvoeren voor één of meer gemeenten, worden
nu soms door gemeenten gevraagd de advisering te verbreden naar huishoudelijke
verzorging en aansluiting te garanderen bij het loket en het CIZ voor Awbz-indicaties.
Gemeenten zijn vrij de indicatiestelling onder te brengen bij wie ze willen, zolang de
aansluiting met het CIZ in de backoffice van het loket goed geregeld is. De GGD kan de
indicatiestelling voor de voorzieningen in de Wmo (Wvg en huishoudelijke verzorging)
(blijven) doen.
Verbreding taken/nieuwe taken







Verzamelen en analyseren van gegevens over de doelgroepen;
Ondersteunen van gemeenten bij toegang en indicering rond voorzieningen, nog
voorliggend aan daadwerkelijke indicatiestelling voor Wmo en Awbz;
Indiceren binnen de Wmo (=Wvg + huishoudelijke verzorging);
Deelnemen aan gemeentelijk Wmo-loket in back- dan wel frontoffice;
Bevorderen deskundigheid van loket medewerkers op het gebied van preventie;
Inzetten van GGD-deskundigheid in het kader van indicatiestelling;
Verzamelen en analyseren van gegevens over de doelgroepen.
17
Prestatieveld 7
Maatschappelijke opvang, waaronder vrouwenopvang en huiselijk geweld
Maatschappelijke opvang omvat activiteiten als het tijdelijk bieden van onderdak,
begeleiding, informatie en advies aan personen die door een of meerdere problemen de
thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de
samenleving. Vrouwenopvang is het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en
advies aan vrouwen die de thuissituatie hebben verlaten in verband met problemen van
relationele aard en/of geweld.
Bestaande GGD-taken
Vanuit de OGGZ-functie heeft de GGD bemoeienis met de maatschappelijke opvang. Het
gaat dan vooral om toeleiding van dak- en thuislozen, verslaafden en psychiatrisch patiënten
naar zorg.
De OGGZ-taak viel onder de Wcpv en was een wettelijke GGD-taak. Vanaf 1 januari 2007
valt de OGGZ onder de Wmo en mag de gemeente zelf bepalen wie de OGGZ gaat uitvoeren.
De GGD kan deze taak van de centrumgemeenten, in samenwerking met de omliggende
gemeenten, blijven uitvoeren.
Verbreding taken/nieuwe taken
De GGD coördineert in veel regio’s namens de gemeenten het Advies- en Steunpunt Huiselijk
Geweld. In sommige regio’s is een ontwikkeling gaande, waarbij binnen dit advies- en
steunpunt ook kindermishandeling en de aanpak van ouderenmishandeling een plaats
krijgen.
Een aantal voorbeelden uit het land:
 Coördineren en/of participeren in buurtnetwerk-overleggen (zorgteams) waarbij ook
sprake is van problematiek rondom huiselijk geweld, gericht op een adequate
doorverwijzing en afstemming van multiprobleemkinderen (en -gezinnen);
 Verlenen van hulp en case-management bij zedenzaken;
 Signaleren en monitoren binnen de jeugdgezondheidszorg, zowel op psychosociale
als lichamelijke kenmerken;
 Coördineren samenwerkingsverband rond huiselijk geweld;
 Participeren in het project ‘ouderenmishandeling’;
 Ontwikkelen van preventieve aanpak rondom huiselijk geweld voor minderheden in
samenwerking met Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC) en
Gezondheidsbevordering;
 Ontwikkelen van een preventie-aanbod op het gebied van huiselijk geweld voor
jongeren van 12 – 19 jaar (Voortgezet Onderwijs);
 Aanbieden van preventie-activiteiten op scholen om weerbaarheid van jongeren te
vergroten;
 Opnemen van vragen over huiselijk geweld binnen de vierjaarlijkse monitor.
18
Prestatieveld 8
OGGZ (Openbare Geestelijke GezondheidsZorg)
Onder OGGZ wordt verstaan het signaleren en bestrijden van risico’s op het gebied van de
openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen
en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis
bij kwetsbare mensen met problemen op meerdere terreinen (schulden, verslaving en of
psychische/psychiatrische problemen, sociaal isolement, vervuiling, werkloosheid).
Een aantal van deze mensen komt, al dan niet tijdelijk, terecht bij maatschappelijke opvang
en verslavingszorg.
Ook het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering
van de openbare geestelijke gezondheidszorg hoort hierbij.
Bestaande GGD-taken
Vanuit de Wcpv voert de GGD een aantal taken uit op het terrein van de OGGZ:
 Ondersteunen, signaleren en adviseren aan gemeenten, bv. door deelname aan en/of
het coördineren van OGGZ- netwerken.
 Daarnaast zijn GGD’en betrokken bij uitvoerende taken, zoals:
o
De vangnet- en adviesfunctie. Hieronder vallen:
Bemoeizorg: outreachende hulp aan zorgwekkende zorgmijders;
Coördineren van multiprobleemsituaties en toeleiding naar de zorg;
o
Coördineren van bestrijding huiselijk geweld;
o
Monitoren doelgroep (onder andere telling dak- en thuislozen);
o
Ontwikkelen en actualiseren van de sociale kaart (Zorgwijzer of Zorgwel).
Deze OGGZ-taken vielen onder de Wcpv en waren wettelijke GGD-taak. Vanaf 1 januari 2007
valt de OGGZ onder de Wmo en mag de gemeente zelf bepalen wie de OGGZ gaat uitvoeren.
De GGD kan deze taak van de centrumgemeenten, in samenwerking met de omliggende
gemeenten, blijven uitvoeren.
Verbreding taken/nieuwe taken
Met het onderbrengen van de OGGZ in de Wmo hoopt de overheid de samenhang tussen de
OGGZ en aanpalende voorzieningen als de maatschappelijke opvang en de verslavingszorg
te versterken, zodat de verschillende vormen van zorg beter op elkaar zijn afgestemd.
De GGD kan bijdragen aan deze ‘ontschotting’, bijvoorbeeld door:
 Het geven van advies over hulpverleningsarrangementen voor zorgmijders;
 Outreachend werken om ‘stille’ problematiek in een vroeg stadium te ontdekken;
 Versterken/activeren van netwerken, versterken van burgerparticipatie;
 Signaleren van nieuwe groepen en het anticiperen hierop;
 Bevorderen van deskundigheid van netwerkpartners;
 Verbeteren communicatie meldpunt/één-loket rond zorgmijders, waardoor heldere
structuur/aanspreekpunt voor burgers ontstaat;
 Koppeling maken tussen huiselijk geweld en multiprobleemgezinnen en
jeugdproblematiek;
 Verbreden publieksinformatiefunctie;
 Voeren van ketenregie;
 Uitvoeren van een sociaal-verpleegkundig spreekuur voor daklozen;
 Afstemmen en opzetten van gezondheidsbevorderende activiteiten met GGZinstellingen voor thuislozen.
19
Prestatieveld 9
Bevorderen van verslavingsbeleid
Dit prestatieveld doelt op activiteiten bestaande uit ambulante hulpverlening gericht op
verslavingsproblemen, preventie van verslavingsproblemen, inclusief activiteiten in het kader
van bestrijding van overlast, veroorzaakt door verslaving.
Bestaande GGD-taken
Dit prestatieveld heeft raakvlakken met de OGGZ (zie prestatieveld 8). Daarnaast heeft de
GGD op het terrein van het verslavingsbeleid vooral een preventieve en beleidsadviserende
taak. Ook voeren de meeste GGD’en preventieprojecten uit in samenwerking met
verslavingsinstellingen, bv. Gezonde school en genotmiddelen, Actie Tegengif, Smoke free
teams e.d. In de grote steden hebben GGD’en in veel gevallen ook een uitvoerende taak op
het gebied van het verslavingsbeleid.
Verbreding taken/nieuwe taken



Beleidsadvisering op maat aan gemeenten;
Uitvoeren van preventieprojecten, bv. een alcoholmatigingsproject;
Uitvoeren van spreekuur voor verslaafden (onder meer verstrekking methadon).
20
3.
Conclusie
De GGD’en in Nederland zijn specialisten in preventie. Zij voeren taken uit in het kader van
de Wcpv, maar met een stap naar links of naar rechts kunnen veel van die taken ook van
betekenis zijn voor de Wmo. Welke stappen dat kunnen zijn, wordt hopelijk inzichtelijk
gemaakt in deze notitie.
Indirect heeft het werk van de GGD veel invloed op de uiteindelijke uitvoering van de Wmo.
Want om problemen met betrekking tot de uitvoering van de Wmo te voorkomen, moeten
problemen vroegtijdig in beeld worden gebracht en preventief worden aangepakt. Veel
(gezondheids-) winst is immers te behalen wanneer je vroeg in het (ziekte-)proces ingrijpt.
Met andere woorden: preventie voor zorg!
21
Literatuurlijst

GGD Gelre-IJssel, WMO inzicht in de regio Gelre-IJssel, 2006

GGD Groningen, Relatie WCPV en WMO en taken van de GGD Groningen, april 2006

GGD Hart voor Brabant, De GGD taken in relatie tot de Wmo, maart 2005

GGD Hart voor Brabant, Wat verandert er voor de gemeenten en de GGD wanneer de
“OGGZ-taken” worden overgeheveld van de Wet Collectieve Preventie
Volksgezondheid (WCPV) naar de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO)? April
2006

GGD Nederland, Standpunt van GGD Nederland over de verhouding WMO, WCPV en
de GGD, mei 2005

GGD Rivierenland en WMO, Notitie ten behoeve van gemeenten van Regio

GGD Zuid-Hollandse Eilanden, Activiteiten in het kader van de WMO door de afdeling
AGZ, versie mei 2006

Jagt, F. van der, De Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de gevolgen voor
Gezondheidsbevordering en preventie. Wat zijn kansen voor het NIGZ? versie 1,
NIGZ, juli 2005

Walg, C.B. Relatie tussen de Wcpv en de Wmo: Kansen voor de openbare
gezondheidszorg GGD Gelre-IJssel, Deventer, januari 2006

Wensing, E.C. Wat zijn de kansen en bedreigingen voor de gemeentelijke
Rivierenland, 28 juni 2005
overheid wanneer de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt ingevoerd?:
Een eerste inventarisatie naar de consequenties voor GGD’en en gemeenten als
gevolg van de mogelijke invoering van de Wmo. Maastricht: november 2005
Wetsvoorstel Wmo, te downloaden van www.invoeringwmo.nl
22
Download