Diepte-interview OCP-model Management organisatie Aspecten van cultuur Praktische implicaties (vragen) Missie, strategie en doelstellingen Middelen: structuur, systemen en procedures Metingen: systemen voor opsporing en correctie van fouten Gemeenschappelijke taal en begrippen Grenzen in groepen: wie ligt er goed en wie ligt eruit Hoe worden relaties gedefinieerd Wat is de missie van Uw organisatie? Welke strategie is uit deze missie afgeleid? Welke doelen zijn uit deze missie afgeleid? Is de strategie gebaseerd op formele redeneringen en logica of op overtuigingen en gevoelens? Welke normen en waarden zijn specifiek voor Uw organisatie? Op welke manier probeert Uw organisatie haar doelen te bereiken? Waarom is gekozen voor deze organisatiestructuur (lijn, plat)? Welke systemen en procedures worden door de organisatie gebruikt? In welke mate maakt de organisatie gebruik van de aangeboden systemen en procedures? Zijn er aanwijzingen voor het bestaan van sterke subculturen binnen Uw organisatie? Waarop zijn deze gebaseerd? Op welke manier stelt u vast dat vooraf vastgestelde doelen (niet) worden gehaald? Wat doet u eraan wanneer u merkt dat bepaalde belangrijke doelstellingen niet worden gehaald? Bestaan er binnen de organisatie verschillen in de wijze waarop zij zichzelf meten en wat zij met de resultaten daarvan doen? Vindt u in dergelijke verschillen aanwijzingen voor belangrijke subculturele verschillen? Kent Uw organisatie een speciaal jargon of bepaalde afkortingen die voor u vanzelfsprekend, maar voor een buitenstaander vreemd en onbegrijpelijk zijn? Welke voorbeelden kent u daarvan? Als u Uw organisatie vergelijkt met andere organisaties, welke verschillen bestaan daartussen in de manier waarop men daar spreekt en denkt? Denkt u na over de vraag wie er past bij Uw organisatie en wie niet? Wat betekent dat over de relatie met die mensen? Kunt u zich herinneren hoe het was toen u begon bij Uw organisatie? Welke aspecten spelen een rol als u iemand binnenhaalt voor uw organisatie? Hoe gepast is het, de directie of het management in de rede te vallen? Is het gebruik verschillen van inzicht in het bijzijn van anderen te bespreken? Laat de directie of het management duidelijk weten hoe medewerkers functioneren of moet men daar maar naar raden? Hoe gemakkelijk of ongemakkelijk voelen medewerkers zich om precies te zeggen wat men denkt of voelt? Wordt men geacht werk- en privé-leven gescheiden te houden? Diepte-interview OCP-model vragenlijst 1 Aspecten van cultuur Praktische implicaties (vragen) Wat beschouwt u in uw werksituatie als motivatie en wat als demotivatie (bijvoorbeeld in de vorm van beloning of straf)? Aan welke signalen besteedt u aandacht om erachter te komen hoe u functioneert? Is er binnen Uw organisatie een verschil in status? Veronderstellingen Hoe ziet Uw organisatie zichzelf met betrekking tot anderen in de over de relatie tussen branche? de mens en zijn Welke aspiraties heeft Uw organisatie voor de toekomst? natuurlijke omgeving Beschouwt Uw organisatie zichzelf als dominerend of trendvolgend wat haar omgeving aan mogelijkheden biedt? Veronderstellingen Welke veronderstelling of ‘boodschappen’ gaan er schuil achter de over de menselijke stimulerings-, belonings- en controlesystemen in uw organisatie? Zijn natuur die gebaseerd op eigen verantwoordelijkheid of op strikte regels en procedures? Brengen die vertrouwen in het personeel of wantrouwen erover? Hoe zou de score voor Uw organisatie er uitzien als u haar zou moeten beoordelen op een tienpuntenschaal (met 1 als geheel en al taakgericht en 10 als geheel en al mensgericht)? Geldt dat voor alle onderdelen van Uw organisatie? Gelooft u dat medewerkers en managers zich individueel kunnen ontplooien binnen Uw organisatie? Veronderstellingen Zijn de werkzaamheden binnen uw organisatie gericht op individuen over de of op teams? Waaruit blijkt het werken in teams? intermenselijke Is het werken in teams terug te vinden in de belonings-, stimuleringsverhoudingen en controlesystemen? Veronderstellingen Wat betekent het te laat komen op het werk of tijdens vergaderingen? over tijd en ruimte Beginnen de vergaderingen en of bijeenkomsten op tijd? Eindigen ze op tijd? Hoe reageert Uw organisatie op het niet op tijd nakomen van afspraken? In welk opzicht weerspiegelt de fysieke inrichting de wijze van werken en de status in uw organisatie? Hoe richt u uw eigen ruimte in en wat tracht u daardoor op andere over te brengen? De toewijzing van status en beloningen Diepte-interview OCP-model vragenlijst 2