Bewoners in een woonzorgcentrum zijn vaak ondervoed

advertisement
Suzanne Vergauwen
(Verantwoordelijke bewonerszorg WZC Lourdes te Erps
Kwerps)
Maartje Wils
(Hoofdverpleegkundige GST en geriatrisch Dagziekenhuis
UZ Leuven)
Beste,
ik ben zo vrij even met jullie contact op te nemen, hoewel ik niet direct een vraag heb over
palliatieve zorg maar wel over de vroegtijdige zorgplanning en het instellen van een DNR code
bij een patiënt.
wij werken in een woonzorgcentrum en zien vaak in het verslag van het ziekenhuis bij opname
dat er reeds een DNR code 1 ingesteld is (van op de dienst geriatrie?). wij hebben de vraag op
welke manier deze code wordt afgesproken? wordt dit met de familie besproken? we merken nl
dat zij niet altijd op de hoogte zijn hiervan. Ook vinden we dit vaak enkel terloops terug in het
verslag maar nooit op een apart document. en dit wekt soms verwarring.
wij hebben hier in huis een apart opvallend document dat dan in het medisch dossier steekt en in
het verzorgingsdossier.
we willen hier graag aan werken om die overdracht beter te laten verlopen (vooral ook in contact
met de familie). kunnen jullie hierover met mij eventueel contact opnemen of mij doorverwijzen
naar een persoon die daarover meer kan vertellen?
het zou ons erg helpen.
alvast bedankt voor jullie antwoord.
Met vriendelijke groeten,
 Suzanne Vergauwen
 Stafwerker
 WZC OLV van Lourdes
 Erps Kwerps
 WZC (2764 personen)
 13% is ondervoed
 50 % heeft risico op ondervoeding
 Prevalentie hoger tov thuissituatie (7% - 28%)
 Gemiddelde leeftijd hoger + comorbiditeit met andere
aandoening hoger
 Risico stijgt met de leeftijd
 Globaal functionaliteitsniveau is sterk gelinkt aan
ondervoeding
NutriAction II: een samenwerking van verenigingen van
gespecialiseerde artsen, huisartsen, thuisverpleegkundigen en
Nutricia
Advanced Medical Nutrition
 Niet genoeg eten
 Slechte tandhygiëne
 Diabetes
 Roken
 Zich terugtrekken en bidden
Nazemi et al 2016
 BMI van <20 en gewichtsverlies > 5kg / jaar
= predictor voor mortaliteit na 6 maanden!
Wirth et al 2015
 Holistische visie op het maaltijdgebeuren
 Fysische dimensie (Cockelaere, 1987; Pannemans 1993))
 Sociale dimensie (gewoontes, normen en waarden, regels van de
etiquette) (Davies, Snaith, 1980; Grypdonck, 1980; Declercq 1990)
 Psychologische dimensie (regelmaat, structuur, interactie)
(Gastmans, 1996)
 Spirituele dimensie (genot) (Gastmans, 1996)
 Zorgcommunicatie ivm voeding : multidisciplinair!
 Impact van voedingsteams (Bottoni et al., 2008)
 Nood aan screening
 MNA, MUST, Meet en weet (www.stuurgroepondersteuning.nl)
 Mondhygiëne: mondzorgfiche, protocol
Mondzorgfiche
Naam: …………………………………….…………………………… Kamernummer: ………………
Datum eerste screening: ………………………………………
Huistandarts:…………………………………………………………
Gebit:
 Natuurlijke tanden
 Uitneembare gebitsprothese:
o Boven prothese
o Onder prothese
 Combinatie natuurlijke tanden en gebitsprothese
 Implantaten
 Tandloos
Reiniging:
 Gebit wordt gereinigd door de bewoner
 Gebit wordt gedeeltelijk gereinigd door de bewoner
 Gebit wordt volledig gereinigd door een derde
 Anders:…………………………………………………………………..
Benodigdheden mondzorg:
 Tandenborstel met kleine borstelkop
 Tandenborstel met normale borstelkop
 Elektronische tandenborstel
 Prothesetandenborstel
 Tandpasta
 Vloeibare (hand)zeep
 Bekertje
 Gebitsdoosje
 Interdentaal reinigen: tandzijde / interdentaal borsteltje / tandenstoker
 Spoelwater
 Wattenstaafje of gaasje met chloorhexidine- of fluorideoplossing
 Tongschraper
 Kleefpasta
 Andere: ……………………………………………………………………
Mogelijke problemen:
 onvoldoende openen van de mond
 moeilijk/niet verstaan van de instructies
 prothese in/uit nemen
 Andere: …………………………………………………………………..
Oplossingen en aandachtspunten:
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………………………………………………………………
 Maria kiest ervoor om in de leefruimte te eten tesamen
met de andere bewoners. Voor de maaltijd heeft zij haar
rituelen: gebed, praten over wat er op haar bord ligt,
enz. Daardoor besteedt zij zeer veel tijd aan haar
maaltijd en moet ze soms nog beginnen aan haar
hoofdgerecht als alle medebewoners al klaar zijn met
eten. De tafel rond haar wordt al afgeruimd terwijl Maria
nog niet klaar is met eten.
 Maria verzet zich tegen deze situatie, heeft minder
eetlust en laat vaker haar eten staan.
 De vpk stelt haar voor om haar vitamines te geven met
extra voedingssupplementen om te voorkomen dat ze
ondervoed geraakt.
 Voeding als therapeutische waarde
 Empowerment: participatie in beslissingen
 Betekenis van de maaltijd
 Zorgcommunicatie
 Mondzorg
 Screening
 Reeds 5 jaar in het wzc. Jef lijdt aan Parkinson, heeft
soms verwarde periodes. Hij heeft geen kinderen, neef is
enige nabije familie. Na val overgebracht naar zh voor
heupoperatie. In ziekenhuis onverwacht CVA waardoor
halfzijdig verlamd, afasie en aangetaste slikreflex. In ZH
zonder overleg gestart met KVV via neussonde, maar Jef
heeft veel last en trekt sonde meermaals uit. Neef wenst
dat KVV niet meer verder opgestart wordt. VPK heeft
hier moeite mee, denkt dat beslissing van familie is
ingegeven door eigenbelang: Jef is zeer welgesteld.
 Ethische overleg ter ondersteuning van een
waardegedreven zorg voor ouderen
 Microniveau
 Mesoniveau
 Voorziening
 Rol van het zorgteam in het wzc? Volwaardige partner in
de zorg?
 Therapeutische waarde van kunstmatig vocht en
voedseltoediening (Finucane e.a. 1999, Gillick 2000):
meer nadelen dan voordelen
Bij opname in het WZC bewoners in 2007 :
- Veel ouder en frailer
- Gemiddeld overlijden na 31 maanden tov 38 maanden in
2000
- Grotere afhankelijkheid voor ADL
- Vaker dementie/ CVA / COPD/ depressie
- Veel meer neuroleptica en antidepressiva
Sund Levander et al 2016
JUIST
20
%
FOUT
50 % van 75+ wordt
opgenomen op de
diensten acute geriatrie
Sterftecertificaten Vlaams Gewest, 2009-2011, 75 plussers
Mannen
Vrouwen
75+ers
Ziekenhuis 53.45 %
42.30%
47.25%
WZC
23.07 %
41.48 %
33.31%
Thuis
21.85 %
14.89%
17.98%
Bij andere
thuis
PZE
0.36 %
0.40 %
0.38%
0.53 %
0.45%
0.49%
Andere
0.73 %
0.48%
0.60 %
10 %
2,3 maanden
Bewoners in het wzc :
 Ontvingen vaker gespecialiseerde palliatieve zorg tov
thuiswonende ouderen
 Werden minder vaak getransfereerd naar het ziekenhuis
in de laatste 3 maanden
 Overleden minder vaak in het ziekenhuis
Penders et al 2015
 Maria heeft urineretentie
 Dochter wil geen sps
 Wzc waar Maria woont zegt dat het niet haalbaar is
Maria 3 * daags te sonderen…
 Probleemstelling
 Situatie samenleving
 Vergrijzing
 Meer ouderen met fysieke en geestelijke zorgnoden
 Situatie WZC
 Meer gedifferentieerde zorgvraag en stijgende zorgzwaarte
 Vaker te maken met bewoners met psychiatrische problemen
 Personeel voelt zich niet altijd voldoende vaardig en ondersteund om hiermee om te gaan
en kwaliteitsvolle opvang (blijvend) te kunnen bieden
 Gestructureerde vragenlijst in 179 wzc
Bron: “Het WZC als opvangplaats voor ouderen met een psychiatrische problematiek.”
Liesbet Lommelen, Sociologe en onderzoeker Vonk3, Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum derde leeftijd
Vaakst geconfronteerd met:
 problemen gepaard met dementie (97% van de
WZC),
 depressie (93% van de WZC),
 verslavingen (67% van de WZC)
De top drie van gedrag dat minstens op dagelijkse
basis voorkomt binnen de WZC bestaat uit:
 roepgedrag
 aanklampend gedrag
Bron: “Het WZC als opvangplaats voor ouderen met een psychiatrische problematiek.”
Liesbet
Lommelen, Sociologe
en onderzoeker Vonk3, Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum derde leeftijd
 agressief
gedrag
Bron: “Het WZC als opvangplaats voor ouderen met een psychiatrische problematiek.”
Liesbet Lommelen, Sociologe en onderzoeker Vonk3, Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum derde leeftijd
 Aanwezigheid van gespecialiseerd personeel heeft invloed op de
ervaring van storend gedrag
 Roepgedrag, aanklampend, agressief gedrag, wegloopgedrag
minder storend indien gerontopsychiater, psychiater of geriatrisch
verpleegkundige aanwezig is
 Top nood aan personeel in wzc
 Psychiatrisch verpleegkundige
 Psycholoog
 Geriatrisch verpleegkundige
Bron: “Het WZC als opvangplaats voor ouderen met een psychiatrische problematiek.”
Liesbet Lommelen, Sociologe en onderzoeker Vonk3, Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum derde leeftijd
 Gespecialiseerd personeel
 Inzetten op krachten met de combinatie lichamelijke en
geestelijke zorg ondersteuning
 Vorming
 Praktijkgerichte vorming: intervisie (CGG), training en
casusgericht, screening (bv. Geriatric Depression Scale)
– samenwerking PZ
 Aangepast financieringsmechanisme
 huidige financieringsmechanisme volgens KATZ-schaal
aanpassen zodat ook de niet lichamelijk zorgbehoeften
gelijkwaardig worden opgenomen
Bron: “Het WZC als opvangplaats voor ouderen met een psychiatrische problematiek.”
Liesbet Lommelen, Sociologe en onderzoeker Vonk3, Vlaams Onderzoeks- en Kenniscentrum derde leeftijd
 Opgenomen op gerontopsychiatrische afdeling
 Fronto-temporale dementie met erg veel roepgedrag en
onrust
 Psychisch lijden
 Door onrust komt ze ten val en breekt haar heup
> DNR 0 beleid tijdens OK
 GST consult postoperatief
 Snelle deterioratie
 Niet comfortabel : advies DNR 3 beleid, maximale
comfortzorg, gesprek met familie
Resultaat =
Mini-Mental State Examination (MMSE)
Diagnose
25
Geheugenproblemen
20
Incontinentie
15
Moeilijk hanteerbaar gedrag
10
Verminderde Mobiliteit
5
Slikproblemen
0
1
2
3
4
5
Tijd (in jaren)
6
7
Overlijden
8
9
 1. In kaart brengen van opvattingen over ziekteverloop,
waarden en zorgvoorkeuren
 2. Het onderwerp VZP ter sprake brengen en de patiënt
hierover informeren
 3.
Opstellen van een zorgplan
 4.
Het vertalen van waarden naar zorgdoelstellingen
 5.
Communiceren van de relevante elementen naar
alle
betrokken zorgverleners
 6.
Het herzien en updaten van het zorgplan
 In het acute ziekenhuis?
 Bij oudere patiënten?
 Bij cognitieve deterioratie?
> Kracht van de verpleegkundigen, leren luisteren en
leren verstaan
eTCS
Centraal adresboek
ZIEKENHUIS
EPD
WZC
Bewonersdossier
Centraal formulier
cataloog
Regio Leuven
(XML/XSD definities)
Spoed /
Geriatrie
UM
eForms
eTCS Plug-in
Hector
eForms
eHealthBox
KWS
VITALINK
Hector / eForms
optioneel
EMD / EVD
Huisartsen / Kinesitherapeuten /
Verpleegkundigen
 Woonde in Knokke, gehuwd met generaal
 Weduwe sinds 5 jaar
 CVA doorgemaakt, gelukkig goed gerecupereerd
 De kinderen wonen allen in Leuven, zij wilden dat
moeder dichter bij hen zou wonen
> Opname in WZC in Leuven
 Wordt vanuit het WZC opgenomen op dienst geriatrie
 Diagnose : dehydratatie door zeer beperkte orale intake
(weigering?)
 Pte komt zeer gelaten over
 Na IV vocht sterkt pte wat aan > volgens verpleging kan
ze meer dan ze doet uitschijnen
 Mits aansporen kan ze stappen, zelfstandig eten, is enkel
accidenteel incontinent voor urine
 Pte zegt herhaaldelijk tijdens de zorg tegen de
verpleging dat ‘dit alles voor haar niet meer hoeft’
 De verpleging meldt aan de artsen dat Anna een
‘euthanasievraag’ heeft, volgens hen heeft Anna toch
nog ‘kwaliteit van leven’?
Aandacht hebben voor
zingeving- en levensvragen !
 Levensvragen zijn vragen over de zin van
het leven en over de dood, over goed en
kwaad, over inspiratie en betekenis.
 Zin ervaren in het leven is wezenlijk voor
ieder mens. Het is dé drijfveer om elke
morgen opnieuw op te staan en je leven te
leven.
 Iedereen heeft een visie op het leven: op
wat het waard is, op wat daarin van waarde
is, hoe je als mens moet leven, wat de dood
inhoudt.
 Een oefening:
Neem het papiertje. Schrijf je
persoonlijke top 10 op dit briefje van
dingen die zin geven aan jouw leven.
Wat is nu echt belangrijk in mijn
leven ?
Waar word ik gelukkig van ?
 Louis, 85 jaar. Sinds 2 jaar in het wzc, na het overlijden
van zijn vrouw voor wie hij lang thuis gezorgd heeft. Hij
heeft 2 kinderen die steeds op zondag op bezoek komen.
 Vroeger maakte Louis graag grote wandelingen en ging
vaak op reis.
 Hij kan moeilijk stappen en heeft slikproblemen (CVA).
Verplaats je in de situatie van Louis?
Welke van deze dingen blijven
bestaan en welke vallen af?
Hoe groot is je lijstje nu?
nu
85 jaar
familie
werk
familie
hobby
kinderen
kinderen
kleinkind
eren
partner
tv kijken
kleinkin
deren
tv kijken
Mini-Mental State Examination (MMSE)
Diagnose
25
Geheugenproblemen
20
Incontinentie
15
Moeilijk hanteerbaar gedrag
10
Verminderde Mobiliteit
5
Slikproblemen
0
1
2
3
4
5
Tijd (in jaren)
6
7
Overlijden
8
9
 Cardiovasculaire aandoeningen
 Pneumonie/ COPD
 Vallen met fracturen
Predictor voor hospitalisatie:
- Eerdere val
- Malnutritie
- Polyfarmacie
- Comorbiditeit
Hallgren et all 2015
 19 % decubitus
 38% delier
 80 % invasieve procedures
 34 % mortaliteit
Dwyer et al 2014
 Prevalentie fysieke fixatie (FF) in woonzorgcentra
(WZC):
 Wereldwijd: 4 – 85 %
 Vlaanderen: 75.9 - 85.4 % (beperkt cijfermateriaal)
(Van Wesenbeeck et al., 2001; Man & Abraham, 1993; Gastmans & Milisen, 2006; Castle &
Fogel, 1998; Hamers et al., 2004; Hamers & Huizing, 2005; Huizing et al., 2007; Pekkarinen et
al., 2006; Castle et al., 1997)
Prevalentie in de ziekenhuizen :
- 3.51% (95% CI = 2.79-4.37%) (studie 2163 patiënten)
(Raquan et al, 2015)
-
11.8% (95%CI 7.8-15.7) (studie 1276 patiënten)
(Krüger et al 2013)
Valincidentie
Valpartijen per
1000
bewonersdagen
Fixatievrij Gefixeer
e
de
bewoners bewone
n=299
rs
n=271
5.7
4.5
P- waarde
.32
Preventief effect van FF tegen vallen is twijfelachtig
Heeren et al, 2014.
 Verantwoordelijkheid van de vp
 Muldisciplinair overleg
 Visie!
 Tijd voor overleg met naasten en zoeken van
alternatieven…
Download