En wat als het woonzorgcentrum de context wordt ? Frank Armory en Bert Lodewyckx WZC Laarsveld en OPZ Geel 3 december 2015 Geschiedenis Gezinsverpleging ◦ Expliciete vermaatschappelijking van zorg ◦ Ouder wordende pleeggasten en pleegouders Artikel 107 Functie van ziekenhuizen ◦ F4 Kortdurend – specialistisch ◦ F5 Woonvormen Samenwerking Inleiding • De zorgzwaarte in de Vlaamse woonzorgcentra neemt de laatste jaren gestaag toe • Zolang mogelijk thuis blijven wonen = toename aantal zwaar zorgbehoevende ouderen in de WZC • Zorgvraag: steeds grotere diversiteit • Opvang oudere zorgvrager met een psychiatrische problematiek zorgt voor de nodige knelpunten Inleiding • Onderzoek laat zien dat personeel probleem heeft met de organisatie van aangepaste dagactiviteiten en sociale contacten en met de begeleiding van psychische of psychiatrische problemen (Devisch, 2003; Lannoo et al.,2007) • Meer bewoners met psychiatrische problemen door de afbouw van het aantal bedden in de psychiatrie • Weinig onderzoek rond psychiatrische problematieken binnen WZC Cijfers • Na ontslag uit psychiatrie belandt 7% van de 65-plussers in het woonzorgcentrum • Van de 80-plussers in psychiatrische instellingen stroomt zelfs 42% door naar een intramurale instelling voor ouderen • Wijze van opvang 55,5% aparte afdelingen 21,3% inclusief 14,6% aparte leefgroepen 8,6% nog anders Cijfers • Top 5 storend gedrag: • Roepgedrag • Aanklampend gedrag • Agressief gedrag • Wegloopgedrag • Zwerven Cijfers • Depressief gedrag komt vaak voor maar staat niet bovenaan de top van meest storend gedrag • Suicidaal gedrag komt minder vaak voor • Storend gedrag is minder storend indien gerontopsychiater, psychiater of geriatrisch verpleegkundige aanwezig is Cijfers • Indexen: • Dementie (34,6%) • Depressie (13%) • Korsakov (3,8%) • Persoonlijkheidsstoornis (3,5%) • Angststoornis (3,2%) • Verslaving (3%) • Mentale retardatie (2,4%) • Schizofrenie (1,4%) Cijfers • Gedrag dat door medebewoners als het meest storend wordt ervaren is : klaaggedrag, storend gedrag gedurende de nacht en aanklampend gedrag • Dit heeft invloed op tevredenheid van maar liefst 94% van de residenten • Gedragsstoornissen hebben invloed op de werktevredenheid: de druk wordt het meest gevoeld op gebied van agressie, roepen, werklast en verantwoordelijkheid Knelpunten • Informatieoverdracht bij opname verloopt niet altijd even vlot en goed. • Hulpverleners hebben geen passende opleiding en zijn niet voorbereid op de problematiek van bewoners met een psychiatrisch verleden Casus : mevrouw K. Een vraag naar inspiratie Oefening ‘out of the box’ Stel : Je bepaalt in jouw organisatie mee het beleid rond de samenwerking. Je moet geen rekening houden met bestaande schotten, structuren en financiering. Wat had anders en beter gekund in deze casus ? Hoe zou je doorverwijzing en opvolging organiseren ? Wat heb je hier voor nodig (micro–, macroniveau) Waar moeten Bert en Frank hun directies van overtuigen ? Aanbevelingen • Belangrijk dat woonzorgcentrum visie heeft op de opvang van bewoners met geestelijke gezondheidsproblemen • Staat de instelling open voor deze doelgroep? Zijn randvoorwaarden aanwezig om hen goed te kunnen opvangen? Hoe wil men de opvang organiseren? • Verder kijken dan het medische zorgmodel: aandacht voor geestelijk welzijn en betrokkenheid bij bewoner dienen centraal te staan Aanbevelingen • Specifieke expertise in huis heeft meerwaarde en positief effect op aangeboden zorg (bijvoorbeeld psychiatrisch of geriatrisch verpleegkundigen of een psycholoog) • Personeelsleden voelen zich vaak niet opgeleid om met psychiatrische problematiek om te gaan: belangrijk om vorming en ondersteuning te bieden • Meest efficient: werken met casuistiek rond bepaald probleemgedrag: maak hier nodige tijd voor vrij • Realiseren van zorgcircuits en zorgnetwerken voor samenwerking en brede inzet van expertise Aanbevelingen • Multidisciplinair overleg • Activering en betrokkenheid van bewoner/levensverhaal • Niet-pluis index