Nieuwsbrief fso Fonds sluiting ondernemingen 29 Maart 2011 De administrateur-generaal, Georges Carlens, wenst u een aangename lectuur van deze nieuwsbrief. In dit nummer: samenloop tussen de vordering van de RSZ en het FSO op rang van artikel 19,4°ter Hypotheekwet Juridische vraag Hoe dient de verdeling op rang van artikel 19,4°ter Hypotheekwet te gebeuren indien er een samenloop plaatsvindt tussen de schuldvorderingen van de RSZ en het FSO? Standpunt FSO en RSZ Indien er onvoldoende activa is om alle schuldvorderingen te betalen op rang van artikel 19,4°ter Hypotheekwet moet er een pondspondsgewijze verdeling plaatsvinden tussen de vorderingen van de RSZ en het FSO. Motivering ● Problematiek De nieuwe Sluitingswet van 26 juni 2002 wijzigde op verschillende vlakken de voorrechten opgenomen in de Hypotheekwet. Zo kreeg het FSO op rang van artikel 19,4°ter Hypotheekwet een eigen voorrecht, gegrond op zijn subro­ gatierecht in de rechten van de RSZ, voor de sociale bijdragen. Al vlug na de inwerkingtreding van de nieuwe Sluitingswet stelde zich in de praktijk opnieuw de vraag hoe de samenloop tussen de vordering van de RSZ en het FSO op rang van artikel 19,4°ter Hypotheekwet moest verlopen. Diende het arrest “Stylgraphic” van het Hof van Cassatie van 16 oktober 1989 verder te worden toegepast? In dit arrest stelde het Hof dat de RSZ zijn aanspraken met voorrang op het Fonds kan laten gelden voor wat hem verschuldigd blijft door de werkgever. De andere mogelijkheid was dat er een evenredige verdeling zou plaatsvinden tussen beide vorderingen. Voor sommige dossiers kwam er geen oplossing uit de bus en diende de rechter zich uit te spreken over de problematiek. ● Uitspraak Hof van Beroep van Gent Het Hof van Beroep van Gent nam hierover positie in tijdens de zitting van 30 november 2009. De rechter stelde dat door de toekenning van een voorrecht aan het FSO gegrond op het subrogatierecht de wetgever het FSO op hetzelfde niveau heeft willen plaatsen als de RSZ. Bovendien had de wetgever, volgens het Hof, hierdoor ook de bedoeling om de toepassing van artikel 1252 BW uit te sluiten. Het Hof kwam zo tot het besluit dat er op rang van artikel 19,4°ter Hypotheekwet een pondspondsgewijze verdeling moet plaatsvinden tussen het voorrecht van het FSO en de RSZ. Dit standpunt werd ondertussen bevestigd door de Rechtbank van Koophandel van Kortrijk op de zitting van 15 december 2010. ● Gemeenschappelijk standpunt FSO en RSZ Naar aanleiding van deze uitspraken heeft het FSO samen met de RSZ de problematiek doorgenomen. Beide diensten kunnen zich vinden in het standpunt van zowel het Hof van Beroep van Gent als van de Rechtbank van Koophandel te Kortrijk. Dit betekent dat voor faillissementen na 1 april 2007 (wettelijke sluitingsdatum vanaf 1 mei 2007) voortaan geen discussie meer kan bestaan omtrent de manier waarop de verdeling op rang van artikel 19,4°ter Hypotheekwet dient te gebeuren. Een pondspondsgewijze verdeling is nog de enige mogelijke en correcte optie. Wenst u de Nieuwsbrief fso niet langer te ontvangen? Breng ons op de hoogte via e-mail op [email protected] of neem contact op via: Fonds sluiting ondernemingen Keizerslaan 7 – 1000 Brussel Tel. 02 513 77 56 Fax 02 513 44 88 Uw suggesties of opmerkingen bij de nieuwsbrief zijn steeds welkom.