MINISTERIE VAN ONDERWIJS EN VOLKSONTWIKKELING EXAMENBUREAU UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2011 VAK : GESCHIEDENIS DATUM: DINSDAG 12 JULI 2011 TIJD : 07.45 – 09.00 UUR DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS. 3 Suriname: Politieke en Staatkundige Ontwikkeling na 1945 1 Op de onafhankelijkheidsdag werd de Nederlandse vlag gestreken en werd de nieuwe Surinaamse vlag gehesen. Suriname werd van een 1...... een 2...... A B C D 1 kolonie kolonie rijksdeel rijksdeel 2 gewest rijksdeel militaire staat soevereine staat Vanaf 1987 zijn de ministers voor hun handelingen verantwoording verschuldigd aan A B C D de partijvoorzitters. de President. De Nationale Assemblee. de Vice President. 4 Wetten zijn belangrijk om een land te besturen. Wetten worden in Suriname goedgekeurd door A B C D de Ministerraad. de President. de Staatsraad. de Volksvertegenwoordiging. 2 Op 25 mei 2010 zijn er algemene verkiezingen gehouden.Als overwinnaar kwam de Mega Combinatie uit de bus. Welke partij hoort niet tot de Mega Combinatie ? A B C D ABOP KTPI NDP PALU 5 Welke van de onderstaande beweringen is niet juist? A In de coalitie zitten de partijen die de minderheid vormen in DNA . B In de oppositie zitten de partijen die de regering kritisch moeten ondersteunen. C In de coalitie zitten de partijen die de regeringsfractie vormen. D In de Staatsraad zitten o.a. vertegenwoordigers van de coalitie en oppositie. 6 Welk staatsorgaan of politieke ontwikkeling moet ingevuld worden bij I of II van onderstaand tabel? Staatshoofd Uitvoerende macht Volksvertegenwoordiging Voor 1948/1950 1948/50 - 1975 Gouverneur Vertegenwoordiger van de koningin Gouverneur Vertegenwoordiger van de koningin Gouverneur Regering vanaf 1950 o.l.v.Premier Staten van Suriname I 1975 - 1980 1980 - 1987 1988 President President President Regering Vanaf 1950 Militairen Regering o.l.v.Premier Parlement Vanaf 1985 Nationale Assemblee Nationale Assemblee Kiesrecht Census/ Capaciteits 25 jaar Grondwet A B C D Staatsregeling I De Nationale Assemblee Parlement Staten van Suriname Volksvertegenwoordiging Algemeen 23 jaar(tot 1973) Staatsregeling en vanaf 1954 Statuut e 1 grondwet Decreten w.o.decreet basisrechten Algemeen 18 jaar 2e grondwet II Capaciteitskiesrecht Algemeen kiesrecht Algemeen kiesrecht Censuskiesrecht 7 Een organisatie wil een voetbalveld aanleggen. Bij welk ministerie moet deze organisatie een stuk grond aanvragen? Het ministerie van A B C D II Natuurlijke Hulpbronnen Onderwijs en Volksontwikkeling Ruimtelijke Ordening Grond-en Bosbeheer Sport en Jeugdzaken 8 Het Jeugdparlement heeft o.a. als doel A het bevorderen van educatieve dagtochten in stad en districten. B het bevorderen van recreatiemogelijkheden voor scholieren. C het stimuleren van jongerenafdelingen van politieke partijen. D het vergroten van participatie van jongeren in het jeugdbeleid. 9 12 Op 10 oktober 1760 werden de vredestraktaten in Suriname tussen de marrons en het gouvernement ondertekend. A B C D Dit gebeurde in A B C D Welke politicus was Minister President toen er een staatsgreep gepleegd werd op 25 februari 1980? de eerste helft van de 17e eeuw de tweede helft van de 17e eeuw de eerste helft van de 18e eeuw de tweede helft van de 18e eeuw Henck Arron Henk Chin A Sen Johan Ferrier Ronald Venetiaan Suriname:Sociale en Economische Ontwikkeling na 1945 13 10 Van de burgers I, II, III en IV zijn uit de burgeradministratie de volgende gegevens bekend : Gegevens Leeftijd Nationaliteit Woonplaats Lid van een politieke organisatie Burger I 16 jaar Surinaamse Suriname Ja Burger II 18 jaar Nederlandse Ned.Antillen Nee Burger III 23 jaar Surinaamse Nederland Ja Burger IV 25 jaar Guyanese Suriname Hoe heet deze dag? A B C D Devali Ied Ul Addha Ied Ul Fitre Phagwa 14 Nee Welke burgers hebben op 25 mei 2010 hun stem kunnen uitbrengen tijdens de verkiezingen? A B C D Op 5 november 2010 werd een nieuwe nationale vrije dag geproclameerd. burger I en II burger II en III burger II en IV geen van deze burgers Het Sranan is uit verschillende talen ontstaan. Deze zijn onder andere: A B C D Afrikaanse talen, Javaans, Nederlands Engels, Afrikaanse talen, Portugees Engels, Nederlands, Sarnami Portugees, Nederlands, Sarnami 15 11 De leiding van onze volksvertegenwoordiging ligt sinds medio 2010 in handen van twee vrouwen. Deze twee vrouwen zijn : A B C D Jennifer Simons en Indrah Jawalapersad Jennifer Simons en Ruth Wijdenbosch Sharmila Kalidien en Carmelita Ferreira Sharmila Kalidien en Indrah Jawalapersad Op bovenstaand plaatje is het wapen van Suriname afgebeeld. Wat is niet juist? A De gele ster staat voor de eenheid van de vijf grootste bevolkingsgroepen. B De ruit stelt symbolisch de bodemschatten van het land voor. C Het schip stelt de Goslar voor. D De twee inheemsen stellen de eerste bewoners van ons land voor. 16 De onderdrukking van de Surinaamse cultuur door de koloniale machthebbers heeft vaak geleid tot A achteruitgang van ons onderwijs. B conflicten tussen de verschillende bevolkingsgroepen. C gevoelens van minderwaardigheid en onzekerheid. D grote economische achteruitgang. 17 De SBM was de eerste Amerikaanse bauxiet maatschappij die zich in 1916 in ons land vestigde. Hoe heet deze maatschappij nu? A B C D de BHP Billiton maatschappij New Mount Ormet LLC Suralco 18 In de zestiger jaren van de vorige eeuw nam het aantal landsdienaren enorm toe omdat A de bevolking in deze periode sterk toenam. B de overheid Surinamers ervan wilde weerhouden te emigreren. C politieke leiders na elke verkiezing hun aanhangers aan werk hielpen. D er voor de uitvoering van ontwikkelingswerken veel landsdienaren nodig waren. 19 U Vader, U zijt lof en prijs Voor het Evangelisch onderwijs Dat Gij ons hier liet geven Het goede zaadkiem ongestoord en brenge rijke vruchten voort Voor dit en eeuwig leven. De componist heeft deze versregels geschreven vanuit zijn A B C D culturele achtergrond. genoten opleiding. godsdienstige overtuiging. liefde voor land en volk. 20 Personen die malaria hebben opgelopen kunnen voor behandeling terecht bij A B C D het BOG. de dienst JTV. het Rode Kruis. het Staatsziekenfonds. Suriname: Dekolonisatie 21 Suriname en Guyana hebben veel historische kenmerken gemeen. Wat is in dit opzicht niet juist ? A Ze hebben beide het Engels Tussenbestuur gehad. B Ze kregen kort na elkaar autonomie. C Ze maakten beiden deel uit van het gebied Guyana. D Ze waren beide kolonies van Nederland en Frankrijk. 22 We kunnen van nationalisme spreken, wanneer er bij de bevolking van een kolonie zich een gevoel van liefde en waardering voor het eigen land en het eigene ontwikkelt. Welke bewering is in tegenspraak met het bovenstaande? A Britney Spears’ muziek is te verkiezen boven Damaru’s muziek. B We moeten de export van rijst bevorderen. C We moeten de import van aardappelen beperken. D Sranan sani, wi sani. 23 Een economisch gevolg van de problemen in de Derde Wereldlanden na hun onafhankelijkheid is A het analfabetisme en onwetendheid. B een bevolking die te snel groeit. C de lage prijs die zij krijgen voor hun grondstoffen. D hun parlementaire instabiliteit. 24 Latijns-Amerika en Caraibisch Gebied Een interne factor die geleid heeft tot het dekolonisatieproces is A de belofte van autonomie aan de bevolking tijdens de Tweede Wereldoorlog. B dat bij de gekoloniseerde bevolkingen het besef ontstond dat ze werden uitgebuit, gediscrimineerd en onderdrukt. C dat leiders van Derde Wereld landen kennis maakten met nieuwe ideeën over democratie en zelfbeschikking. D het verzet in Europa tegen het kolonialisme. 25 Het dekolonisatieproces is in sommige Derde Wereldlanden nog niet voltooid omdat A deze landen afhankelijk zijn van donorhulp. B er een vertraagde technologische ontwikkeling in deze landen is. C er nog armoede heerst in deze landen. D er politieke onrust en instabiliteit in deze landen heerst. 26 Wanneer een onafhankelijk land een eigen vlag, wapen en volkslied bezit, is dit een uiting van A B C D culturele dekolonisatie. economische dekolonisatie. sociale dekolonisatie. staatkundige dekolonisatie. 27 In Brits-Guyana waren de Engelsen bereid om met de nationalist Burnham samen te werken omdat A de Engelsen geen politieke belangen meer in Brits-Guyana wilden. B de Engelsen liever van Brits-Guyana een onafhankelijk land wilden maken. C de Engelsen niet wilden dat de twee grootste politieke partijen uit elkaar gingen. D de Engelsen tegen de socialistische principes van Jagan waren. 28 De Assistent Secretaris-Generaal van de OAS is: A B C D Albert Ramdin Edward Carrington Edward Green Patrick Manning 29 Een gemeenschappelijk kenmerk van de drie Guyana’s is dat ze A alle drie dezelfde bevolkingssamenstelling hebben. B allen hetzelfde export product hebben. C allen de taal van hun Europees moederland spreken. D allen in dezelfde periode onafhankelijk zijn geworden. 30 In de jaren tachtig van de vorige eeuw werd door de VSA het hulp programma voor het Caraibisch gebied “het Caribbean Basin Initiative” gelanceerd. Om in aanmerking hiervoor te komen moesten de landen o.a. voldoen aan de volgende voorwaarden: A een democratisch bestuur en economische problemen hebben. B een democratisch bestuur en sociale problemen hebben. C een socialistisch bestuur en economische problemen hebben. D een socialistisch bestuur en sociale problemen hebben. 31 “Het zijn grote bedrijven die in verschillende landen over de gehele wereld dochterondernemingen hebben.” Op welk soort onderneming is deze omschrijving van toepassing? A B C D Kartels Multinationals Naamloze Vennootschappen Staatsbedrijven 32 34 Vanaf de Tweede Wereldoorlog hebben sommige landen door nationalisatie van buitenlandse bedrijven geprobeerd hun economie te verbeteren. Dat lukte niet helemaal, omdat de bedrijven I Jose de San Martin II Juan Manuel de Rosa A afhankelijk bleven van buitenlandse know-how. B betere produkten produceerden. C geen goedkope arbeiders konden krijgen. D een overproductie hadden. Arabisch-Israelisch Conflict 35 Het Midden Oosten is in geografisch opzicht een belangrijk gebied voor de wereld omdat III Porfirio Dias IV Simon Bolivar Welke van de twee uit de vier bovenstaande volksleiders waren medestrijders in de onafhankelijksheidsoorlogen tussen Latijns- Amerika en Spanje? A B C D Afbeelding I en IV Afbeelding II en III Afbeelding III en I Afbeelding IV en II 36 Tijdens het Arabisch-Israëlisch conflict steunde de Sovjet-Unie, Egypte omdat 33 Een factor die de ontwikkeling van LatijnsAmerikaanse landen belemmert is A B C D A drie wereldgodsdiensten daar zijn ontstaan. B het gebied op het kruispunt van drie werelddelen ligt. C in dit gebied hoogontwikkelde beschavingen zijn ontstaan. D in dit gebied zich grote aardolie reserves bevinden. het grootgrondbezit. de grote staatsschuld bij de wereldbank. de nationalisatie van de basis industrieën. de ontginning van natuurlijke hulpbronnen. A de Sovjet-Unie de haven van Alexandrië gebruikte als marinebasis. B de VSA de toegezegde hulp voor de bouw van de Assoewandam introkken. C de Sovjet-Unie via Egypte het communisme wilde verbreiden in het Midden-Oosten. D de VSA de wapenleveranties aan Egypte stopzetten. 37 De eenheid tussen de Arabische staten werd na 1979 verbroken omdat A Egypte vrede sloot met Israël. B de Palestijnen overgingen tot het plegen van acties. C sommige Arabische staten niet meededen aan de olieboycot. D Syrië de staat Israël erkende. 38 In welk gebied hebben de Palestijnen zelfbestuur gehad volgens het Washington akkoord van 1993? A B C D De Gazastrook en de stad Jericho De Golanhoogte en de stad Jericho De Sinaï en de stad Jeruzalem De Westelijke Jordaanoever en de stad Jeruzalem 39 Van welke oorlog geeft deze kaart een bepaalde situatie weer? A B C D De Suez Oorlog van 1956 De Juni Oorlog van 1967 De Jom Kipoer Oorlog van 1973 De Golf oorlog van 1992 40 In 1945 richtten zeven Arabische landen de Arabische Liga op. Welk land behoort niet tot deze oprichters? A Egypte B Libanon C Syrië D Turkije