Opdracht: Flippo 1 Materiaal: Vellen met flippo’s. Wat is de bedoeling? Op elke flippo staan 4 getallen. Met deze vier getallen moet je het Je mag: ● haakjes gebruiken ● optellen ● aftrekken ● vermenigvuldigen ● delen getal 24 maken. () + x : Je moet wel alle getallen gebruiken! Let goed op de rekenregels! (De volgorde van rekenen) 1. eerst de haakjes 2. daarna vermenigvuldigen en delen (in de volgorde waarin het staat) 3. dan pas optellen en aftrekken Voorbeeld: Op de flippo staan de getallen 5, 5, 7, 7 (dus twee keer een vijf en twee keer een zeven) Het antwoord is: 7–5=2 5 + 7 = 12 2 x 12 = 24 Of: (7 - 5) x (5 + 7) = 24 Het is de bedoeling dat je van elke flippo de oplossing ook opschrijft op het antwoordvel. Op de volgende bladzijde staan afbeeldingen van flippo’s. Daar weer achter zit het antwoordevel. Als je deze opdracht maakt omdat je docent dat gevraagd heeft, moet je het antwoordvel volledig invullen en bij haar/hem inleveren. 1 Opdracht: Flippo 1 Met 1 punt zijn de makkelijkste. 2 Opdracht: Flippo 1 Heb je goed geoefend? Probeer dan de volgende: (twee stippen, dus moeilijker) En nu de moeilijkste: (drie stippen) 3 Opdracht: Flippo 1 Antwoordvel Naam: ____________________________________ Makkelijk (1 punt) Nummer Oplossing Nummer Oplossing 1 12 2 13 3 14 4 15 5 16 6 17 7 18 8 19 9 20 10 21 11 22 Minder makkelijk (2 punten) Nummer Oplossing Nummer Oplossing 1 4 2 5 3 6 Moeilijk (3 punten) Nummer Oplossing Nummer Oplossing 1 6 2 7 3 8 4 9 5 10 4 Opdracht: Flippo 1 Antwoordvel Hoe was deze opdracht? Is het een moeilijke opdracht? • Makkie – goed te doen – gaat wel – moeilijk – heel moeilijk Heb je er veel van geleerd? • Niets – beetje – gaat wel – veel – heel veel Was deze opdracht nieuw voor je, of heb je hem al eerder gedaan? • Nieuw – weet niet – niet nieuw Kun je nu sneller hoofdrekenen? • Veel sneller – beetje sneller – weet niet – maakt niets uit Vond je de opdracht leuk? • Helemaal niet – niet – gaat wel – ja – kei gaaf Extra ruimte voor aantekeningen en opmerkingen. 5