Geschiedenis van de Filosofie - deel 1: van Herakleitos tot Hegel 1: de presocraten ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ 1] Presocraten: van mythologie naar prille wetenschap: één verklarend principe (pag. 11 t/m 34 + 40 t/m 42) filosofie ontstond in Griekenland in de klassieke periode 624-323 v.Chr. (Thales tot dood Aristoteles & Alexander de Grote) door kolonisatie en handel komen de Grieken in de 6e eeuw v.Chr. in contact met andere culturen, en dus andere ideeën er werd veel gereisd en gehandeld, waardoor veel invloeden uit Babylon, Perzië, India, Egypte, etc. dit heeft een relativerende werking op de mythologie, en wakkert een interesse aan in andere theorieën en technieken leidt tot herbezinning en kritische houding t.a.v. tradities, wereldbeschouwing, mythologie, godsdienst (cultuur-relativisme) mythologie maakt plaats voor filosofie: er wordt gezocht naar één verklarend principe (logos) voor de orde (kosmos) in alles kosmos = orde, ordening ; logos = woord, rede, verklaring, kennis, orde, wet zoals vandaag de natuurwetenschap nog steeds op zoek is naar een "theory of everything" (M-theorie, snaar-theorie) uitdaging was één verklaring, één theorie, de vereniging in één concept van: - het waarneembare & het bovenzinnelijke - het veranderlijke & het blijvende - beweging & rust - het vele & het ene - worden & zijn 4 belangrijke termen: - reductionisme = reduceren van de fenomenen tot 1 onderliggend principe / 1 oer-zaak (vgl. wetenschap & monotheïsme) - archè = oer-beginsel (oorsprong = oer-bron), dus zowel begin (punt) als leidend principe, van "goddelijke" aard - physis = natuur, zowel als niet-cultuur, alsook aard, wezen, essentie - logos = natuurwet (nomos = menselijke wet; vgl. eco-nomie / eco-logie) op een paar uitzonderingen na (sceptici, cynici, sofisten, relativisten) waren er 2 stromingen: - empiristen (Ionische natuur-filosofen = physikoi): gaan af op waarneming en ervaring is echter puur speculatief: gebruik van meetinstrumenten en experiment zien we pas na de middeleeuwen onderzoeken en vergelijken natuurlijke fenomenen en komen al speculerend (inductie) tot een theorie (kosmologie/fysica) - rationalisten (westen, zuid-italië): vertrouwen op de rede (verstand) en logica zijn middels deductie vooral op zoek naar het wezen / de essentie van dingen (ontologie/metafysica) west-Griekenland ↑ Elea (zuid-Italië) oost-Griekenland ↑ Milete & Ephese (Ionië, klein-Azië, west-Turkije) 1e filosofie is de natuur-filosofie, ontstaat in Ionië (oostelijk Griekenland, klein-Azië, west-Turkije), in Milete en Ephese de natuur-filosofie houdt zich vooral bezig met kosmogonie (onstaan van de kosmos) en kosmologie (werking / structuur) ze gaat ervan uit dat de kosmos intrinsiek rationeel geordend (kosmos) is, en dus te verklaren (vgl. wetenschap) ze gaat hierbij speculatief te werk en laat zich inspireren door alledaagse waarneming en ervaring (inductie) een vroege voorloper van de natuurwetenschappen, maar daarvan ook zeker verschillend er wordt nog geen onderscheid tussen subject en object gemaakt, de wetenschap is nog niet reflexief: de wijze waarop de natuur geordend is en de wijze waarop wij haar begrijpen zijn parallel; denken en zijn zijn identiek de kosmos wordt beheerst door immanente krachten, die deel uitmaken van die logos (geen boven-natuurlijke krachten) er is een oer-stof of oer-beginsel (archè), waaruit alles bestaat (vandaag de dag: moleculen, atomen, of quarks, strings) 1 Thales (624-545 v.Chr.) 2 uitgangspunten: 1] conclusies omtrent het universum mag men louter en alleen baseren op het universum zelf (niet op goden) 2] opvattingen moeten gestaafd worden aan de hand van argumenten (geen geloofsbelijdenissen) feit of mythe? - voorspelde de zonsverduistering van 585 v.Chr. (kennis over sterrenkunde opgedaan tijdens een reis naar Babylon?) - leerde de Egyptenaren de hoogte van piramides te berekenen (de stelling van Thales): door de lengte van de schaduw te meten op het moment dat onze schaduw even lang was als wijzelf - berekende vanaf de kust de afstand tot een schip door de afstand tussen twee punten op te meten, en de hoek waaronder het schip vanaf die punten gezien werd - huurde alle olijvenpersen vóór het begin van de oogst, en vroeg tijdens de oogst woekerprijzen; filosofen kunnen best geld verdienen als ze willen, maar hun belangstelling ligt elders "alles is water" (de oer-stof) water ondergaat het duidelijkst fase-veranderingen (ijs - water - stoom - lucht), en is bron van leven (voor plant en dier) de aarde drijft op water, en daarom eindigt alle land bij water, en kunnen aardbevingen worden verklaard dat "alles is..." is de basis van de antieke natuur-filosofie: reductionisme de filosofie (later wetenschap) wil de veelheid aan fenomenen reduceren tot een beperkt aantal principes de natuur-filosofie (later natuur-wetenschap) zoekt die principes in de natuur zelf ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Anaximander (611-546 v.Chr.) introduceerde astronomische meet-instrumenten geïntroduceerd, zoals de zonnewijzer tekende als eerste een kaart van de wereld: hierop werd de aarde als cirkel voorgesteld het principe dat hij als oer-substantie poneerde was het apeiron: oneindige, eeuwige en onbepaalde massa deze oer-substantie, die niet direct waarneembaar is, vormde de basis voor alle stoffen die wij kennen uit de oertoestand van het apeiron kwamen warm & koud, vochtig & droog en alle andere tegenstellingen in de wereld voort onze wereld is er slechts één uit vele, maar het apeiron omvat alle werelden onze wereld zou ontstaan zijn door een eeuwigdurende beweging van de oorspronkelijke oermassa oorspronkelijk was de aarde omgeven door een soort schil van vuur door verstoring van het aanvankelijke evenwicht spatte deze schil uit elkaar en ging over in de hemellichamen deze stralen nog steeds vuur uit en wentelen om de aarde de aarde zweeft vrij in de ruimte, en verkeerde eerst in vloeibare toestand door opwarming door de zon ontstonden vissen; de 1e levende diersoort door verdamping door de zon werd de aarde droger, en ontstonden er uit vissen andere diersoorten en mensen elk element streeft er naar zijn macht / domein uit te breiden toch wordt, volgens een soort natuurwet, het evenwicht telkens hersteld: het vuur grijpt eerst om zich heen, maar gaat dan over in as, dat een vorm is van het element aarde zo blijft de totale hoeveelheid van de verschillende elementen constant (wet van behoud van massa en van energie) "Waaruit de bestaande dingen hun geboorte hebben, daarin vinden ze ook hun ondergang, zoals het hoort; ze geven elkaar immers recht en boete voor het onrecht, overeenkomstig de verordening van de tijd" harmonie en evenwicht zijn belangrijke noties in het Griekse denken, vinden we terug in alle Griekse filosofische theorieën de nadruk op harmonie en evenwicht heeft vaak ook een morele dimensie: hierin klinkt nog het mythisch wereldbeeld door ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Anaximenes (570 v.Chr.) leerling van Anaximander alle substanties zijn terug te voeren tot één element: lucht (aèr) verschil in substantie kan herleid worden tot verschil in concentratie en densiteit van lucht, onder invloed van temperatuur vuur is verdunde lucht; bij verdichting hiervan ontstond eerst water, bij verdere verdichting aarde, en tenslotte steen ook de menselijke ziel bestaat uit lucht "precies zoals onze ziel, die uit lucht bestaat, ons bijeenhoudt, zo omvatten de adem en de lucht de gehele wereld" hij meende dat de maan zelf geen licht gaf, maar de lichtstralen van de zon weerkaatste ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ 2 Herakleitos / Heraclitus (540-480 v.Chr.) het oer-beginsel is vuur, dat alles verteert maar ook energie levert (worden & verworden) harmonia = eenheid der tegenstellingen: "Men moet weten dat de oorlog gemeenschappelijk is en dat recht strijd is en alles gebeurt op grond van strijd en noodzaak [...] oorlog is de vader en de koning van alle dingen [...] de god: dag en nacht, winter en zomer, oorlog en vrede, verzadiging en honger" de kosmologische harmonie bestaat in die strijd der tegenstellingen, niet in de verzoening, opheffing of neutralisering ervan (vgl. hinduïstisch / buddhistisch idee van samsara, of de god Shiva) de spanning tussen de tegenstellingen is wezenlijk voor de kosmische orde: vgl. de spanning tussen snaar en boog schiet de pijl Plato noemde dit: "panta rhei": "alles stroomt" (niets is blijvend) = flux-theorie je kan niet 2x in dezelfde rivier stappen; zowel jij als de rivier zijn alweer veranderd van inhoud; de vorm (identiteit, essentie) wordt door ons gegeven via het woord, is slechts een conventie; de werkelijkheid is contingent Heraclitus refereert als 1e naar de individuele menselijke ziel, als zijnde deel uitmakend van het kosmische vuur ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Kratylos / Cratylus leerling van Herakleitos en sofist je kan niet 1x in dezelfde rivier stappen; zowel jij als de rivier hebben geen identiteit kennis is niet mogelijk als alles continu verandert, en communicatie dus ook niet ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Xenophanes (570 - 475 v.Chr.) leerling van Anaximander, opgegroeid in Colophon (west-Turkije), verhuist naar Elea (zuid-Italië) zijn ideeën zijn (daardoor?) zowel natuur-filosofisch als rationalistisch 1] hij verwerpt boven-natuurlijke kennis, evenals absolute kennis: bestudeerde fossielen en schelpen, en concludeerde dat het land waarop deze waren gevonden ooit onder water moet hebben gestaan meende dat de aarde ontstaan is uit condensering van water, dat zich vormde tot oer-modder (speculatieve theorie op basis van empirie) de waarheid kunnen wij niet kennen, dus moeten we ons beperken tot hypothesen hypothetisch deductief redeneren + natuur-filosofisch reductionisme + empirie = de methodische grondslag van de natuurwetenschap - hypothese: te testen veronderstelling. - deductie: afleiding van het bijzondere uit het algemene - redeneren: het volgen van een gedachtespoor op basis van controleerbare logica - reductionisme: achter de veelheid van verschijnselen een principe, eerste oorzaak, oer-stof veronderstellen - empirie: (proefondervindelijke) waarneming 2] kritiek op mythologie: poly-theisme, antropomorfie, soap-serie, Ethiopische en Thracische goden "Homerus en Hesiodotus hebben aan de goden alle dingen toegeschreven die schandelijk en onterend zijn voor de stervelingen: diefstal, overspel en leugen. [...] De stervelingen menen dat de goden verwekt zijn evenals zij, en kleren, een stem en gestalte hebben als zij [...] als de ossen en paarden kunstwerken konden scheppen, zoals de mensen, zouden de paarden de goden als paarden afbeelden, de ossen als ossen. [...] De Ethiopiërs maken hun goden zwart met stompe neuzen; de Thraciërs zeggen dat de hunne blauwe ogen en rood haar bezitten. [...] In werkelijkheid hebben de mensen nooit iets zekers aangaande de goden geweten en zullen dat ook nooit weten." hij was dus cultuur-relativist, en agnost t.a.v. goddelijke ideeën, bedoelingen, of intenties 3] achter de veelheid van de verschijnselen is er één eeuwig, onveranderlijk Zijn, immanent in de werkelijkheid aanwezig (dus niet transcendent, zoals bij Plato) dit Zijn beschouwde hij als een soort goddelijk principe, wat hem dan feitelijk tot pan-theïst maakte dit goddelijke is echter onpersoonlijk en niet-antropomorf, dus eerder een kracht / energie, of een wetmatigheid (logos) ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ 3 Pythagoras (572-500 v.Chr.) hechtte weinig waarde aan empirisch onderzoek: als er tussen de verschijnselen wiskundige relaties blijken, trekt het denken zich terug in de sfeer van het ideële het denken is superieur aan zintuiglijke waarneming: het zuivere weten is gericht op het onstoffelijke (rationele wiskunde), bijv: - stelling van Pythagoras (in Sumerië, India & Babylonië al langer bekend) - in een driehoek is de som van de drie hoeken altijd gelijk (180°) combineerde wiskunde met theologie / metafysica (vgl. Plato, middeleeuwse theologen, Spinoza, Leibniz, Kant) en heeft veel reizen gemaakt naar Egypte en het oosten geloofde in onsterfelijkheid van de ziel en reïncarnatie; streefde harmonie en reinheid van de ziel na door o.a. kennis van getalverhoudingen deze verhoudingen beheersen het heelal (kosmos, materie, ziel, muziek) ontdekte de boventonenreeks met verhoudingen van intervallen, door een gespannen snaar op verschillende punten af te klemmen de lengteverhouding 1:2 geeft een octaaf, 2:3 geeft een kwint, 3:4 geeft een kwart; deze harmonieën zijn consonant op basis van gehele verhoudingen is de reine stemming voor een toonladder gedefinieerd: de pythagoreaanse stemming Aristoteles vat de leer van Pythagoras aldus samen: 1] de dingen zijn (opgebouwd uit) getallen 2] de gehele kosmos is harmonie en getal micro-niveau: het basis-element is het getal, en vormt in diverse verhoudingen en vormen de atomen: de oer-stof macro-niveau: de hemellichamen (ook de aarde) bewegen zich in cirkelvormige banen om een centraal vuur de stralen van deze banen verhouden zich als de tonen in het octaaf door hun beweging in deze banen brengen de hemellichamen "harmonie der sferen" voort het heelal is dus een getalsmatig geordend geheel, een wiskundige kosmos opvallend is de gelijkenis met theorieën in de fundamentele natuurkunde: - theorieën als de snaar-theorieën en de M-theorie zijn niet empirisch bevestigd - komen voort uit wiskunde - materie (deeltjes) is opgebouwd uit trillende snaren ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Eleaten (Elea, Zuid-Italië): Parmenides, Zeno, Melissus Parmenides (540 v.Chr.) (leerling van Xenophanes en Pythagoras) leerdicht: "over de natuur" stelt waarheid, rede en kennis tegenover schijn, voorstelling en waarneming geen theorie over het zijnde (de dingen) of het heelal (kosmologie), maar over het ZIJN (estin) (ontologie) niet empirisch maar rationalistisch, geen inductie maar deductie "het zijnde is, het niet-zijnde is niet"; men kan alleen een "zijn" denken, niet een "niet-zijn" zijn en denken zijn hetzelfde; het is niet mogelijk om te beweren dat als iets gedacht wordt, het niet "is" het "zijn" is ruimtelijk (anders "is" het niet), begrensd, homogeen en bolvormig (in alle richtingen identiek) er is dus geen lege ruimte mogelijk, want het niet-zijn kan niet gedacht worden dus is er ook geen beweging mogelijk (als iets van A naar B reist was er bij B een niet-zijn, en resteert er bij A een niet-zijn) zonder beweging ook geen verandering, dus geen ontstaan of vergaan, want als iets ontstaat was dat er eerst nog niet, niets komt uit niets voort dus het zijn kan alleen uit het zijn voortkomen alles wat wij waarnemen is slechts schijn; zo ook de tijd: er is alleen oneindigheid zonder verleden of toekomst het werkelijk zijnde (Grieks: "eon") is een ongedifferentieerd continuum, zonder potentie, en pure actualiteit / realiteit het ontstaat niet, vergaat niet, verandert niet, kent geen veelheid of verscheidenheid; het is één en ondeelbaar, onveranderlijke en eeuwig: dus eigenlijk gelijk aan het atoom van Democritus, maar dan uniek kennis van afzonderlijke dingen of eigenschappen is dus onmogelijk: als we aan iets bepaalds denken denken we niet aan iets anders het ene ware zijnde is echter een homogene totaliteit waarvan we alleen precies die kennis kunnen hebben opmerkelijk is dat dit abstracte concept door Parmenides opgevat wordt in materiële en ruimtelijke zin: als een alles-omvattend ding: "omdat er een uiterste grens is, is het aan alle kanten volmaakt, gelijk de massa van een welgeronde kogel, zich vanuit het middelpunt naar alle richtingen evenredig uitbreidend, want het mag niet hier of daar iets groter of iets kleiner zijn" latere filosofen stellen juist dit abstracte idee tegenover de contingentie van de materiële natuurlijke werkelijkheid, waarmee de metafysische god van het monotheïsme een feit is 4 Zeno (490-430 v.Chr.) grondlegger van de dialectiek: een redeneervorm die door middel van het gebruik van tegenstellingen naar waarheid probeert te zoeken bedacht argumenten om uitspraken van Parmenides over de onmogelijkheid van verandering en beweging te verdedigen 1] Achilles en de schildpad: als je een afstand wil overbruggen, moet je eerst de helft van die afstand overbruggen maar om dat te doen moet je eerst de helft van die afstand overbruggen en ook voor die helft eerst een helft overbruggen aangezien afstanden oneindig deelbaar zijn, kan men onmogelijk een gegeven afstand afleggen 2] een vliegende pijl neemt achter elkaar verschillende, nauwkeurig te omschrijven plaatsen in als we zo'n pijl op een ondeelbaar ogenblik beschouwen, bevindt hij zich op een vaste plaats in de ruimte alle eigenschappen van de pijl op dat moment zijn vast te leggen en te omschrijven ten opzichte van die plaats in de ruimte is hij dus in rust maar wanneer hij op elk moment in rust is, dan is hij ook gedurende de hele vlucht in rust; de pijl beweegt zich niet ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ men kan behalve de empiristen (natuur-filosofen) en de rationalisten (Eleaten), ook de dynamici (Heraclitus) en de statici (Parmenides) tegenover elkaar zetten door de filosofie van Parmenides en andere Eleaten raakte de filosofie in een impasse een volgende generatie natuurfilosofen stelde dat de werkelijkheid twee verschillende aspecten heeft: de veelheid, die voortdurend verandert, en het constante, dat eeuwig is ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Anaxagoras (500-428 v.Chr.) alles in de kosmos werkt volgens natuurlijke, mechanische oorzaken de oorspronkelijke toestand van het universum was een oer-chaos (vgl. apeiron) van stoffelijke deeltjes (spermata) alle substanties in het universum zijn ontstaan uit een onbegrensde hoeveelheid van deze oerelementen in elke kiem zijn alle kwaliteiten aanwezig (homoiomeria: alles is in alles), zo is overgang van de ene stof in de andere mogelijk ontstaan en vergaan zijn slechts schijn: de dingen veranderen slechts in compositie en inhoud, door ordening het ordenende principe was de Nous: een redelijke, onpersoonlijke, scheppende geest (vgl. eerste beweger) levende wezens onderscheiden zich van dode materie doordat zij door de Nous bezield worden schijnbare verschillen in intelligentie tussen dieren en mens en dier zijn het gevolg van lichamelijke verschillen hij gaf een (bij nader inzien juiste) verklaring voor zonsverduisteringen hij stelde dat de maan dichter bij de aarde stond dan de zon net als de zon zijn ook de sterren vurige stenen; gloeien door hun snelle rotatie ten opzichte van hun omgeving (wrijving) in tegenstelling tot de zon kunnen wij de warmte er niet van voelen, omdat ze zo ver van ons verwijderd zijn de aarde hangt schuin ten opzichte van de zon, waardoor de seizoenen verklaard worden hij toonde aan dat lucht geen vacuüm, maar een substantie was, en dat geluid een beweging van de stoffelijke lucht was ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Empedocles (490-430 v.Chr.) veel filosofen goten hun theorieën in de vers-vorm van een leerdicht, Empedocles was een van de laatsten in de orale en epische traditie van het oude Griekenland hielp dit om de leer-stof te memoriseren "alles is aarde, water, vuur en lucht", 4 oerelementen: de elementen zijn onveranderlijk, ondeelbaar, onverwoestbaar, eeuwig; het totaal blijft hetzelfde de combinatie in diverse verhoudingen (structuren) en hun desintegratie zorgt voor dynamiek: verandering en harmonie de krachten die dit proces sturen zijn aantrekking (liefde / harmonie) en afstoting (haat / strijd) ooit waren 4 elementen zuiver, gescheiden, maar verenigd in een centrum, beheerst door harmonie, beschermd door strijd door toenemende interne spanningen werd de harmonie verdeeld door strijd, en begon een kosmische cyclus: universum uiteindelijk keert elk universum terug naar het begin-stadium, om weer van voor af aan te beginnen wereld bestaat uit contrast & oppositie, strijd & harmonie tussen de elementen, waaruit alles (micro & macro) is opgebouwd dit zette een evolutie in gang waaruit de materiële en levende natuur op spontane wijze ontstond (zonder intelligent design) eerst alleen losse organen, die bij ontmoeting konden combineren, maar uiteindelijk bepaalde natuurlijke selectie welke combinaties levensvatbaar bleken 5 zoals Aristoteles hem samenvat: "waar die organen samen kwamen op een manier die werkte alsof ze bijeengebracht waren voor dat doel, die combinaties overleefden, georganiseerd op spontane wijze in een passend geheel, terwijl andere combinaties uitstierven en nog steeds uitsterven" hij geloofde in zielsverhuizing : de natuur is een keten waarin mensen dezelfde plek in nemen als planten en dieren de mens ziet slechts dat deel van de werkelijkheid waarvoor de in hem aanwezige structuren hem in staat stellen rationele reflectie moet onze kennis verbeteren door te vergelijken en verbanden te leggen ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Leucippus (470-410 v.Chr.) introduceert het causaliteits-principe: "alles heeft een oorzaak" (dus geen doel of intentie; goddelijk of anderzins) introduceert het idee van het atomisme: alles bestaat uit ondeelbare (a-tomos), onverwoestbare, eeuwige deeltjes deze komen voor in oneindig veel soorten, en gedragen zich dynamisch en niet-deterministisch in de lege ruimte (vacuüm) de werkelijkheid is dus door en door contingent (toevallig, afhankelijk van factoren, zonder doel of essentie) ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ Democritos (460-375 v.Chr.) reisde naar Egypte, Babylon en Ethiopië leerling van Leucippus en Anaxagoras; werkt het atomisme verder uit bracht verschil aan tussen het concept "lege ruimte" en het "niets" en bestreed daarmee de leer van Parmenides eigenschappen van een stof zijn gerelateerd aan de vorm / structuur van de atomen waaruit het bestaat: ijzer-atomen zijn hoekig met haken, zout-atomen zijn puntig (smaak), water-atomen zijn rond en glad, etc. "warm & koud zijn slechts conventies, de realiteit bestaat uit atomen en leegte" de waarheid bestaat niet, en zo wel dan kunnen wij haar niet kennen "we kunnen niets zeker weten: de waarheid ligt op de bodem" onze zintuigen leveren informatie, maar is allemaal werking van atomen, en dus geen betrouwbare kennis het intellect moet die informatie filteren en theoretisch generaliseren, maar op basis van waarneming (inductief, niet deductief) ooit bestond universum alleen maar uit chaotisch bewegende atomen, en via botsingen ontstonden combinaties uit die combinaties weer grotere combinaties, uiteindelijk de aarde (rond) & andere hemellichamen + alles dat daar op leeft hij verdeelde de hemel in een noordelijk en zuidelijk halfrond, concludeerde dat er naast een noord- ook een zuidpool moest bestaan ≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈≈ 6