Hoe komt het eigenlijk dat je dyslexie krijgt? Kinderen en ook volwassenen met dyslexie hebben moeite met leren lezen en spellen. Hoe dat precies ontstaat weet nog niemand. Maar door veel onderzoek is wel bekend dat dyslexie al vanaf de geboorte aanwezig is. En dat het erfelijk is. Dat betekent dat als een van je ouders of opa of oma dyslectisch is dat jij het ook kan erven. Ook heeft men ontdekt dat de hersenen in ons hoofd bij dyslectici anders omgaan met het leren van letters en klanken dan eigenlijk hoort. Als je een vriend tegenkomt of je ziet een bepaalde kleur dan weet je direct wie dat is of welke kleur het is. Bij letters en de klanken die daarbij horen lukt dat niet goed. Onze hersenen zijn erg ingewikkeld en ze werken heel erg snel. Maar heel eenvoudig uitgelegd zou je de hersenen kunnen vergelijken met een diep bos. In dat bos lopen eindeloos veel paadjes door elkaar. Over die paadjes rent de informatie, zoals alle letters en klanken, die je moet leren. Als de hersenen goed werken hollen de letters en klanken precies over de goede paadjes naar hun juiste plaats. Dan heb je geen moeite met leren lezen en spellen. Maar bij kinderen met dyslexie gaat er soms iets mis, de letters en klanken kunnen bijv. de paadjes moeilijker vinden of ze komen op een verkeerde plek aan. Of achter bepaalde letters rennen verkeerde klanken. Daardoor lees of spel je letters en woorden verkeerd en gaat het leren lezen en spellen veel moeilijker. Het is dus wel bekend dat dyslexie te maken heeft met het verkeerd lopen van letters en klanken die daarbij horen. Maar hoe dát nou komt weet men jammer genoeg nog niet precies. Door veel te lezen en de spellingsregels goed te leren, maar ook toe te passen op de woorden, kan je steeds beter leren lezen en foutloos leren schrijven. Dus goed oefenen helpt altijd. Mevr. Koopman, RT-docent op de Rosa.