Christen Gemeenten van God [215] Beeld van het Koninkrijk Gods [215] (Uitgave 1.0) Het Koninkrijk Gods is een systeem dat maar weinig begrepen wordt door het hedendaagse Christendom. Het is een manier van leven en een toekomstverwachting voor het hele menselijke ras. Het werkt volgens vastgestelde principes en is in overeenstemming met vaste wetten. Hoe en door wie wordt dit gevestigd? Christian Churches of God P.O. Box 369, WODEN ACT 2606, AUSTRALIA E-mail: [email protected] (Copyright 1997 Patti Gambier, Samantha McAuliffe en Wade Cox) Dit artikel mag kosteloos gekopieerd en verspreid worden, mits het in zijn geheel weergegeven wordt, zonder veranderingen of weglatingen. De naam van de uitgever en het kopijrecht moeten vermeld zijn. Geen betaling mag verlangd worden van hen die de kopieën ontvangen. Korte aanhalingen zijn toegestaan in recensies en overzichten zonder het kopijrecht te schenden. Dit artikel is te verkrijgen van het Wereld Wijde Web pagina: http://www.logon.org and http://www.ccg.org Pagina 2 Beeld van het Koninkrijk Gods [215] Beeld van het Koninkrijk Gods [215] Het Koninkrijk Gods is een systeem dat maar weinig begrepen wordt door het hedendaagse Christendom. Het is een manier van leven en een toekomstverwachting voor het hele menselijke ras. Het werkt volgens vastgestelde principes en is in overeenstemming met vaste wetten. Hoe en door wie wordt dit gevestigd? In een koninkrijk - dat is een absolute monarchie - is er een koning. Hij stelt zijn eigen regels vast en kiest zijn ambtenaren om deze regels op te leggen aan het volk dat in zijn land verblijft, dat zijn koninkrijk is. In de meeste koninkrijken is de monarch onderworpen aan zijn eigen wetten. God is ook onderworpen aan Zijn eigen wetten, zoals zij voortvloeien uit Zijn natuur. Nu heeft de God, Die de Vader is van allen, Zijn zoon, de eniggeboren god gezonden (cf. Marshall’s Greek-English Interlinear, Syriac en Old Latin), om het evangelie (goede nieuws) van het Koninkrijk Gods te verkondigen. Johannes 1:18 18 Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen. (NBG) Matteüs 4:23 23 En Hij trok rond in geheel Galilea en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie van het Koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal onder het volk. (NBG) Jezus trok door geheel Galilea, leerde in hun synagogen, predikte het evangelie van het Koninkrijk en genas alle soorten ziekte en kwalen onder het volk. 1 Maleachi 3:1 Zie, Ik zend mijn bode, die voor mijn aangezicht de weg bereiden zal; plotseling zal tot zijn tempel komen de Here, die gij zoekt, namelijk de Engel des verbonds, die gij begeert. Zie, Hij komt, zegt de HERE der heerscharen. (NBG) 35 Matteüs 9:35 En Jezus ging alle steden en dorpen langs en leerde in hun synagogen en verkondigde het evangelie van het Koninkrijk en genas alle ziekte en alle kwaal. (NBG) 14 Markus 1:14 En nadat Johannes was overgeleverd, ging Jezus naar Galilea om het evangelie Gods te prediken, (NBG) 39 Markus 1:39 En Hij ging prediken in hun synagogen in geheel Galilea, en de boze geesten dreef Hij uit. (NBG) Handelingen 1:3 3 aan wie Hij Zich ook na zijn lijden met vele kentekenen levend heeft vertoond, veertig dagen lang hun verschijnende en tot hen sprekende over al wat het Koninkrijk Gods betreft. (NBG). Dit laatste geschiedde na de opstanding van Jezus. Johannes de Doper predikte het Koninkrijk. 2 Matteüs 3:2 en zeide: Bekeert u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. (NBG) Johannes predikte het Koninkrijk der hemelen. Nu zijn het Koninkrijk der hemelen en het Koninkrijk Gods twee namen voor twee aspecten van het Koninkrijk onder God. God is de Koning in de hemel. Het Koninkrijk Gods op aarde is gevestigd onder volmacht van Jezus Christus om weer aan God terug gegeven te worden, nadat Christus zijn verantwoordelijkheden voltooid heeft. Zijn eerste bediening was als Priester Messias om te onderwijzen en te behouden. Christus zond zijn discipelen uit om te prediken. Lukas 10:1 1 Daarna wees de Here nog [tweeën] zeventig aan en Hij zond hen twee aan twee voor Zich uit naar alle steden en plaatsen, waar Hij zelf komen zou. (NBG) Christus zei tegen de apostelen in Matteüs 10:7 7 Matteüs 10:7 Gaat en predikt en zegt: Het Koninkrijk der hemelen is nabij gekomen. (NBG) Na zijn dood en wederopstanding, ging de prediking verder en het evangelie van het Koninkrijk Gods verspreidde zich alras en kwam snel tot bloei in Klein-Azië en Rome. 12 Handelingen 8:12 Toen zij echter geloof schonken aan Filippus, die het evangelie van het Koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus predikte, lieten zich dopen, zowel mannen als vrouwen. (NBG) Handelingen 20:25 25 En nu, zie, ik weet, dat gij Beeld van het Koninkrijk Gods [215] allen, onder wie ik rondgereisd heb met de prediking van het Koninkrijk, mijn aangezicht niet meer zien zult. (NBG) 30 Handelingen 28:30-31 En hij bleef de volle termijn van twee jaar in zijn eigen gehuurde woning, en ontving allen, die tot hem kwamen, 31 predikende het Koninkrijk Gods, en onderricht gevende aangaande de Here Jezus Christus met alle vrijmoedigheid, zonder enige belemmering. (NBG) Christus zegt ons “het Koninkrijk Gods te zoeken” (Matteüs 6:33). Hij beval ons om het Koninkrijk Gods te overdenken en te bidden voor de komst ervan. Dit maakt deel uit van het structuur gebed aan God onze Vader in de hemelen. 9 Matteüs 6:9-13 Bidt gij dan aldus: Onze Vader die in de hemelen zijt, uw naam worde geheiligd; 10 uw Koninkrijk kome; uw wil geschiede, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. 11 Geef ons heden ons dagelijks brood; 12 en vergeef ons onze schulden; gelijk ook wij vergeven onze schuldenaren; en leid ons, niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. [Want Uwer is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.] (NBG) Dus, de Vader is de Koning van het Koninkrijk der hemelen en van het gehele Koninkrijk Gods zowel in de hemelen als op de aarde. Echter, vele Schriftgedeelten noemen Christus de Koning, en ook de Koning der koningen en Heer der Heerscharen, dus hieruit is op te maken dat deze titels van de Vader als volmacht gegeven zijn aan Zijn wonderbare zoon. Jesaja 9:5-6 5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op zijn schouder en men noemt hem Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. 6 Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op de troon van David en over zijn koninkrijk, doordat hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de HERE der heerscharen zal dit doen. (NBG) 36 Johannes 18:36-37 Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld; indien mijn Koninkrijk van deze wereld geweest was, zouden mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik niet aan de Joden zou worden uitgeleverd; nu echter is mijn Koninkrijk niet van hier. 37 Pilatus dan zeide tot Hem: Zijt Gij dus toch een koning? Jezus antwoordde: Gij zegt, dat Ik koning ben. Hiertoe ben Ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen, opdat Ik voor de waarheid zou getuigen; Pagina 3 een ieder, die uit de waarheid is, hoort naar mijn stem. (NBG) God de Vader, de Almachtige heerser van het Koninkrijk, verschaft de regels van Zijn wet en ordening vanaf het begin - sinds de schepping van Zijn geestelijke zonen in de hemelen, het eerst, en vervolgens zijn stoffelijke zonen, beginnende met Adam en Eva. Hoe kunnen wij dit weten? 1 Johannes 3:4 beschrijft wat zonde is: 1 Johannes 3:4 4 Ieder, die de zonde doet, doet ook de wetteloosheid, en de zonde is wetteloosheid. (NBG) En het loon van de zonde is de dood volgens Romeinen 6:23. Lucifer (hetgeen Lichtdrager betekent en nu bekend staat als Satan) was één van de Morgensterren in de hemelse gewesten. Deze Morgensterren waren machtige hemelse wezens, die het bevel voerden over delen van het Koninkrijk Gods. De benaming komt van het begrip licht brengen naar de planeet of de schepping als de helderste van de zichtbare sterren. Satan is de huidige Morgenster. Christus gaat hem vervangen en zal de nieuwe Morgenster of Ster van de Dageraad zijn. Hij zal dit met ons delen (Openbaring 2:28; 22:16). Het boek Job vertelt ons dienaangaande dat de Morgensterren met elkaar zongen en al de zonen Gods juichten van vreugde, toen zij de fysieke schepping van het heelal zagen. Job 38:1-7 1 Toen antwoordde de HERE Job uit een storm en zeide: 2 Wie is het toch, die het raadsbesluit verduistert met woorden zonder verstand? 3 Gord nu als een man uw lendenen, dan wil Ik u ondervragen, opdat gij Mij onderricht. 4 Waar waart gij, toen Ik de aarde grondvestte? Vertel het, indien gij inzicht hebt! 5 Wie heeft haar afmetingen bepaald? Gij weet het immers! Of wie heeft over haar het meetsnoer gespannen? 6 Waarop zijn haar peilers neergelaten, of wie heeft haar hoeksteen gelegd, 7 terwijl de morgensterren tezamen juichten en al de zonen Gods jubelden? (NBG) Deze Lucifer wordt beschreven in Ezechiël 28:14-16: Ezechiël 28:14-16 14 Gij waart een beschuttende cherub met uitgespreide vleugels; Ik had u een Pagina 4 plaats gegeven: gij waart op de heilige berg der goden, wandelend te midden van vlammende stenen. 15 Onberispelijk waart gij in uw wandel, vanaf de dag dat gij geschapen werdt, totdat er onrecht in u werd gevonden: 16 door uw uitgebreide handel zijt gij vervuld geraakt met geweldenarij en kwaamt gij tot zonde. Van de berg der goden verbande Ik u en deed u weg, gij beschuttende cherub, van tussen de vlammende stenen. (NBG) En Jesaja 14:12 vertelt verder: Jesaja 14:12 12 Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! (NBG) Lucifer was onberispelijk geschapen, maar hij zondigde. Om te zondigen moet men Gods wet overtreden, en ons wordt verteld dat deze Lucifer Satan, de Tegenstander werd. Hij werd de rossige draak (Openbaring 12:3) en hij beïnvloedde een derde van de hemelse geestelijke wezens, zodat zij hem volgden. Openbaring 12:4 4 En zijn staart sleepte een derde van de sterren des hemels mede en wierp die op de aarde. En de draak stond voor de vrouw, die baren zou, om, zodra zij haar kind gebaard had, dit te verslinden. (NBG) Openbaring 12:9 9 En de grote draak werd (op de aarde) geworpen, de oude slang, die genaamd wordt duivel en de satan, die de gehele wereld verleidt; en hij werd op de aarde geworpen en zijn engelen met hem. (NBG) Beeld van het Koninkrijk Gods [215] eeuw genoemd en in Efeziërs 2:2 de overste van de macht der lucht. In Johannes 16:11 benadrukt Jezus dit: Johannes 16:11 11 van oordeel, omdat de overste dezer wereld geoordeeld is. (NBG) Toen Christus tot Saulus sprak op zijn reis naar Damascus (Handelingen 26:16-18), vertelde hij hem dat hij, Saulus, uitgezonden zou worden om de heidenen te bekeren van duisternis naar licht en van de macht van Satan naar God. Deze periode van duisternis zou bijna zesduizend jaar duren. De mensheid heeft gezondigd sinds Adam zoals in Romeinen 5:12 geopenbaard wordt: Romeinen 5:12 12 Daarom, gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben. (NBG) Wij zijn van God gescheiden vanwege zonde. Jesaja 59:2 2 maar uw ongerechtigheden zijn het, die scheiding brengen tussen u en uw God, en uw zonden doen zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij niet hoort. (NBG) Ook kunnen wij, zonder Gods hulp, Gods wetten niet gehoorzamen. Satan is de huidige overste of vorst van deze wereld. Romeinen 8:7 7 Daarom dat de gezindheid van het vlees vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods; trouwens, het kan dat ook niet. (NBG) 30 Johannes 14:30 Niet veel zal Ik meer tot u spreken, want de overste der wereld komt en heeft aan Mij niets. (NBG) Jeremia 10:23 23 Ik weet, o HERE, dat het niet aan de mens staat zijn weg te kiezen, noch aan man om te gaan en zijn schreden te richten. (NBG) Matteüs 4:8-9 8 Wederom nam de duivel Hem mede naar een zeer hoge berg en hij toonde Hem al de koninkrijken der wereld en hun heerlijkheid, 9 en zeide tot Hem: Dit alles zal ik U geven, indien Gij U nederwerpt en mij aanbidt. (NBG) Jeremia 17:9 9 Arglistig is het hart boven alles, ja, verderfelijk is het; wie kan het kennen? (NBG) Wij zien hier dat Jezus niet de bewering betwist dat de duivel de koninkrijken van deze wereld beheerst. “Hun heerlijkheid” weerspiegelt Satans wetten en regels of levensstijl - die in snel tempo deze koninkrijken naar een volkomen chaos en ellende voert. In 2Korintiërs 4:4 wordt Satan de god dezer Hoe kan dan de sterfelijke mens dan met God, onze Vader, verzoend worden? Worden wij aan onszelf overgelaten, teneinde te vergaan? Omdat God liefde is (1Johannes 4:8), heeft Hij ons lief als deel van Zijn plan voor de verlossing van de mens. Hij heeft voorzien in een losprijs voor ons en de gevallen Heerscharen, opdat wij allen met Hem verzoend zouden kunnen worden. Hij stuurde iemand om de doodstraf te betalen voor onze Beeld van het Koninkrijk Gods [215] zonden en de zonden van Satan en diens demonen. Jezus werd het offer, dat boete deed voor onze zonden. Filippenzen 2:5-9 5 Laat die gezindheid bij u zijn, welke ook in Jezus Christus was, 6 die, in de gestalte Gods zijnde, het Gode gelijk zijn niet als een roof heeft geacht, 7 maar Zichzelf ontledigd heeft, en de gestalte van een dienstknecht heeft aangenomen, en aan de mensen gelijk geworden is. 8 En in zijn uiterlijk als een mens bevonden, heeft Hij Zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, tot de dood des kruises. 9 Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de naam boven alle naam geschonken, (NBG) Een uitgebreid verslag van Gods systeem gebaseerd op wetten is neergeschreven in de eerste vijf boeken van de Bijbel, ook wel de Pentateuch genoemd, met de rode draad er doorheen, die weergegeven wordt in Matteüs 22:36-40. Matteüs 22:36-40 36 Meester, wat is het grote gebod in de wet? 37 Hij zeide tot hem: Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand. 38 Dit is het grote en eerste gebod. 39 Het tweede daaraan gelijk is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf. 40 Aan deze twee geboden hangt de ganse wet en de profeten. (NBG) Wat nu aangaande de bestuurders van Gods Koninkrijk? God, in zijn onpeilbare wijsheid, verkiest wie Hij wil, onder de mensen. Hij riep verschillenden vanaf Abel, Henoch, Noach, Abraham, Izaäk, Jakob, de profeten — zowel die genoemd als niet genoemd zijn — de apostelen, discipelen, zij die gemarteld zijn sinds Christus tot in de twintigste eeuw. God de Vader verkiest. Johannes 6:44 44 Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, die Mij gezonden heeft, hem trekken, en Ik zal hem opwekken ten jongsten dage. (NBG) Dit zijn de woorden van Christus. Het offer van Christus was voor de gehele wereld — verleden, heden en toekomst. Maar er zijn voorwaarden aan verbonden. Men moet het offer aanvaarden, gedoopt worden en de Heilige Geest ontvangen en, door gehoorzaamheid aan de wetten en verordeningen, voortgaan met toenemen in kennis en Gods wetten, gebaseerd op liefde, in praktijk brengen. Pagina 5 Matteüs 5:19 19 Wie dan één van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen. (NBG) Romeinen 12:2 2 En wordt niet gelijkvormig aan deze wereld, maar wordt hervormd door de vernieuwing van uw denken, opdat gij moogt erkennen wat de wil van God is, het goede, welgevallige en volkomene. (NBG) Galaten 5:19-21 19 Het is duidelijk, wat de werken van het vlees zijn: hoererij, onreinheid, losbandigheid, 20 afgoderij, toverij, veten, twist, afgunst, uitbarstingen van toorn, zelfzucht, tweedracht, partijschappen, 21 nijd, dronkenschap, brasserijen en dergelijke, waarvoor ik u waarschuw, zoals ik u gewaarschuwd heb, dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven. (NBG) Deze schriftgedeelten geven een zeer verhelderend beeld van de natuurlijke neigingen die de mens eigen zijn, en let in het bijzonder op vers 21 dat wie dergelijke dingen bedrijven, het Koninkrijk Gods niet zullen beërven. Galaten 5:22-23 laat daarentegen de vruchten van de Heilige Geest zien, die duidelijk zichtbaar moeten worden in zowel het denken als het gedrag van een bekeerd iemand. Galaten 5:22-23 22 Maar de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. 23 Tegen zodanige mensen is de wet niet. (NBG) 22 2Korintiërs 1:22 die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft. (NBG) Deze Heilige Geest in ons is nu een onderpand, of een voorsmaak van hetgeen wij zullen beërven, en dit wordt uitgelegd in 1Korintiërs 15:49-52. 1Korintiërs 15:49-52 49 En gelijk wij het beeld de het stoffelijke gedragen hebben, zo zullen zij ook het beeld van de hemelse dragen. 50 Dit spreek ik evenwel uit, broeders: vlees en bloed kunnen het Koninkrijk Gods niet beërven en het vergankelijke beërft de onvergankelijkheid niet. 51 Zie, ik deel u een geheimenis mede. Allen zullen wij niet ontslapen, maar allen zullen wij veranderd worden, 52 in een ondeelbaar ogenblik, bij de laatste Pagina 6 bazuin, want de bazuin zal klinken en de doden zullen onvergankelijk opgewekt worden en wij zullen veranderd worden. (NBG) 1 Tessalonicenzen 4:13-17 13 Doch wij willen u niet onkundig laten, broeders, wat betreft hen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, zoals de andere (mensen), die geen hoop hebben. 14 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem. 15 Want dit zeggen wij u met een woord des Heren: wij, levenden, die achterblijven tot de komst des Heren, zullen in geen geval de ontslapenen voorgaan, 16 want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; 17 en daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen. (NBG) 5 Johannes 3:5-7 Jezus antwoordde: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan. 6 Wat uit het vlees geboren is, is vlees, en wat uit de Geest geboren is, is geest. 7 Verwonder u niet, dat Ik u gezegd heb: Gijlieden moet wedergeboren worden. (NBG) Deze weder opgestane mensen vormen tezamen met Jezus Christus de uitvoerende macht van Gods regering. Er is echter ‘slecht nieuws’, vóór het ‘goede nieuws’ van de wederkomst van Christus, als Koning Messias en overwinnaar, en het stichten van het Koninkrijk Gods. Het boek Joël, hoofdstuk 1 en 2, heeft een afschuwelijke boodschap voor de mensheid over de hachelijke toestand in de eindtijd, veroorzaakt door onze veronachtzaming van Gods wetten, en de veronderstelling dat de mens ver boven alles verheven is en dat er geen God of Jezus Christus is. Matteüs 24:3-44 beschrijft ook de omstandigheden vóór Christus’ wederkomst. Matteüs 24:21-22 is in het bijzonder schrijnend, omdat Christus pas dan zal terugkeren, wanneer de mensheid op het punt staat zichzelf volkomen te vernietigen. De Leidse vertaling van vers 22: Indien die dagen niet verkort werden, zou niets dat leeft behouden blijven. Beeld van het Koninkrijk Gods [215] Het punt waarom het draait is dit: Christus keert terug om de uitverkorenen te behouden. De uitverkorenen zijn die mensen, die door de Heilige Geest geleid worden (Romeinen 8:14) en Gods wetten gehoorzamen. Zo belandt de mensheid in de volgende fase van Gods plan en in het Koninkrijk. Vanuit de volgende Schriftgedeelten zullen wij zien dat Jezus Christus Koning van de aarde zal zijn, en over het Koninkrijk regeren: 11 Openbaring 19:11-16 En ik zag de hemel geopend, en zie, een wit paard; en Hij, die daarop gezeten zat, wordt genoemd Getrouw en Waarachtig, en Hij velt vonnis en voert oorlog in gerechtigheid. 12 En zin ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen en Hij droeg een geschreven naam, die niemand weet dan Hijzelf. 13 En Hij was bekleed met een kleed, dat in bloed geverfd was, en zijn naam is genoemd: het Woord Gods. 14 En de heerscharen, die in de hemel zijn, volgden Hem op witte paarden, gehuld in wit en smetteloos fijn linnen. 15 En uit zijn mond komt een scherp zwaard, om daarmede de heidenen te slaan. En Hijzelf zal hen hoeden met een ijzeren staf en Hijzelf treedt de persbak van de wijn der gramschap van de toorn Gods, des Almachtigen. 16 En Hij heeft op zijn kleed en op zijn dij geschreven de naam: Koning der koningen en Here der heren. (NBG) Openbaring 11:15 15 En de zevende engel blies de bazuin en luide stemmen klonken in de hemel, zeggende: Het koningschap over de wereld is gekomen aan onze Here en aan zijn Gezalfde, en Hij zal als koning heersen tot in alle eeuwigheden. (NBG) Uit het bovenstaande zien wij dat het Koninkrijk Gods zal komen, wanneer Christus wederkomt als aangestelde en afgevaardigde koning. Maar het koninkrijk is reeds bij de mensen. Het Koninkrijk is onder ons, dat is Christus en de Heilige Geest zijn onder ons. Er zijn talloze Schriftgedeelten, die dit behandelen: Daniël 2:44-45; 7:13, 14, 27; Jesaja 9:6; Zacharia 6:12-13; Matteüs 24:24, 27; 27:11; Lukas 17:24; 23:3; Johannes 18:37; Handelingen 1:11; 3:19-21; Openbaring 1:7; 17:14. 1Tessalonicenzen 4:17 vertelt ons: en zó zullen wij altijd met de Here wezen. Beeld van het Koninkrijk Gods [215] En door de Schriften verder toe te passen kunnen wij zien waar de uitvoerende macht in werkzaam zal zijn. 9 Openbaring 5:9-10 En zij zongen een nieuw gezang, zeggende: Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt (hen) voor God gekocht met uw bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; 10 en Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op de aarde. (NBG) 6 Openbaring 4:6 En rondom de troon waren vierentwintig tronen, en op die tronen waren vierentwintig oudsten gezeten, in witte klederen gekleed en met gouden kronen op hun hoofden. (NBG) Zacharia 14:1 1 Zie, er komt een dag voor de HERE, waarop de buit, op u behaald, binnen uw muren verdeeld zal worden. (NBG) Zacharia 14:4 4 zijn voeten zullen te dien dage staan op de Olijfberg, die vóór Jeruzalem ligt aan de oostzijde;... (NBG) 5 Zacharia 14:5 ...En de HERE, mijn God, zal komen, alle heiligen met Hem. (NBG) Zacharia 14:9 9 En de HERE zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de HERE de enige zijn, en zijn naam de enige. (NBG) Zacharia 14:12-15 en Sefanja 1:14-17 laten zien dat de Dag des HEREN een dag van vernietiging en bloedvergieten zal zijn, zodat in Jesaja 13:12: Jesaja 13:12 12 Ik zal de stervelingen zeldzamer maken dan gelouterd goud en de mensen dan fijn goud van Ofir. (NBG) 27 Jeremia 4:27 Want zo zegt de HERE: Een woestenij zal het ganse land worden, al zal Ik niet voorgoed afrekenen; (NBG) Er zullen dus mensen overblijven op deze gehavende planeet. Jeremia 4:29 29 Voor het rumoer van ruiter en boogschutter is het gehele land op de vlucht; zij zijn gegaan in de kreupelbossen en geklommen op de rotsen; elke stad is verlaten, er is niemand meer, die erin woont. (NBG) Vergelijk dit met Openbaring 6:15 Openbaring 6:15 15 En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken Pagina 7 en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen der bergen; (NBG) Ondanks het bloedbad zullen er mensen overblijven, en zij zullen de onderdanen worden van de uitvoerende macht van Gods Koninkrijk op deze aarde. Zoals wij gezegd hebben, God is liefde en Hij die over hen zal regeren zal met mededogen, vriendelijk en hen weldoend in elk opzicht. Jeremia 32:37-41 37 zie, Ik verzamel hen uit al de landen, waarheen Ik hen in mijn toorn en gramschap en grote verbolgenheid zal verdreven hebben, en Ik zal hen naar deze plaats terugbrengen en hen veilig doen wonen; 38 zij zullen Mij tot een volk zijn en Ik zal hun tot een God zijn; 39 Ik zal hun één hart en één weg geven, zodat zij Mij vrezen al de dagen, hun en hun kinderen na hen ten goede; 40 ja, Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, dat Ik Mij niet van achter hen afwenden zal en dat Ik hun wèl zal doen, en mijn vrees zal Ik in hun hart leggen, zodat zij niet van Mij afwijken; 41 Ik zal Mij over hen verblijden en hun weldoen en Ik zal voorgoed in dit land planten met heel mijn hart en heel mijn ziel. (NBG) Jeremia 23:3 3 En Ik zal de rest van mijn schapen verzamelen uit al de landen waarheen Ik ze heb verdreven, en Ik zal ze doen wederkeren naar hun weiden, en zij zullen vruchtbaar zijn, en zij zullen niet gemist worden, luidt het woord des HEREN. (NBG) Er zijn meer van zulke beloftes in Jeremia 32:44 en Ezechiël 28:25-26 - prachtige beloftes van veilig wonen, huizen bouwen en wijngaarden planten. De Messias zal vanuit Jeruzalem regeren, de stad door God uitverkoren (1Koningen 11:13; Jeremia 17:18-21). Hij was Jeruzalem toegenegen en wist dat dit het centrum van regering zou zijn (Lukas 13:34-35). Hij zal op Davids troon zitten en vandaar uit regeren (Jeremia 33:14-16; Lukas 1:32-33). Met Christus zullen de twaalf apostelen regeren, de aartsvaders, Abraham, Izaäk, Jakob, Mozes, Elia, de profeten en de heiligen, gezeten op tronen om de twaalf stammen van Israël te oordelen en de wereld (Matteüs 19:28; Lukas 9:28-36; 22:29-30). Deze apostelen, aartsvaders, profeten en heiligen zullen Christus als Koning der Pagina 8 Beeld van het Koninkrijk Gods [215] en hij bond hem duizend jaren, 3 en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moest hij voor een korte tijd worden losgelaten. (NBG) Koningen en Heer der Heren bijstaan in het regeren vanuit Jeruzalem voor deze gehele periode als koningen en priesters (Openbaring 5:10). Zij zullen zitten op Christus’ troon, zoals Hij gezeten is op des Vaders troon (Openbaring 3:21). Dit wordt bepaald door de Vader (Matteüs 20:20-23; Markus. 10:35-40). Hun verantwoordelijkheid zal zijn om vrede en recht te verzekeren als geestelijke wezens duizend jaar lang. Zij worden uitgekozen en een lange tijd onderwezen onder vervolging en lijden om zeker te zijn dat zij verstandig door de Heilige Geest zullen regeren. Aan hen worden steden gegeven overeenkomstig hun toewijding (Lukas 19:11-27; Openbaring 2:26-29). Ten aanzien van het volkomen kwaad van Satan en diens demonen zegt The International Standard Bible Encyclopedia (Vol. 3, p. 26): Dit is de vervulling van de beloftes door Christus gedaan tijdens de Zaligsprekingen waar wij, vervuld met zachtmoedigheid en hierdoor vervolgd, de aarde zullen beërven. Tenslotte zullen wij God zien (Matteüs 5:512). Geen mens heeft God gezien of kan Hem ooit zien (1Timoteüs 6:16). Deze belofte geldt voor geestelijke wezens. Zij die overwinnen zullen uit de hof eten. Zij zullen geen tweede dood behoeven te ondergaan. Zij eten manna en hun wordt een nieuwe steen of naam en positie gegeven. Zij hebben de macht over de naties en hun bestuur. De namen van de uitverkorenen zullen niet uit het boek des levens gewist worden. Degenen die ons vervolgen zullen ons moeten erkennen. Sommigen van ons zullen zuilen zijn inde Tempel Gods en op Christus’ troon gezeten zijn (Openbaring 2:7, 11, 17, 26; 3:5, 9, 12, 21). De gevolgen van het bestuur van de planeet door Christus en de heiligen kunnen uit de Schriften gezien worden. De mensen zullen door hun bestuur gezegend worden. De uiteindelijke vijanden van God zijn geen zondige mensen of heidense naties maar de boze machten. Omdat deze strijd zich afspeelt om het lot van afzonderlijke mensen en van de menselijke geschiedenis in haar geheel, wordt de strijd uitgevochten op het toneel van de menselijke geschiedenis. Dit is één van de belangrijkste vóóronderstellingen van de Bijbel — dat er een werkelijke onzichtbare geestelijke wereld is van zowel goed als kwaad die inbreuk doet op het lot van de mensen en bepalend is. De theologie van Satan en demonen bevestigt hun bestaan. Kwaad is niet slechts een menselijke onwetendheid, falen of dwaling en het is ook geen noodlot of onredelijke kans. Kwaad vindt zijn wortels in persoonlijkheid, en is groter dan de mens en sterker dan de mens. Het is uiteindelijk Gods doel om tenslotte deze boze machten te onderwerpen en te vernietigen en de mensen uit hun slavernij te bevrijden. Deze 1000-jarige regering van Christus zal een leertijd zijn voor hen en hun kinderen en zij zullen op optimale wijze onderwezen worden in de wegen Gods, omdat Satan, de vorst van deze wereld gebonden zal zijn voor zijn verkeerde beïnvloeding in deze tijd. 1 Openbaring 20:1-3 En ik zag een engel nederdalen uit de hemel met de sleutel des afgronds en een grote keten in zijn hand; 2 en hij greep de draak, de oude slang, dat is de duivel en de satan, Het Nieuwe Testament verklaart het kwaad van deze tijd in termen van satanische en demonische macht. Satan is de “god van deze eeuw” (2 Kor. 4:4), aan wie was toegestaan in de soevereine wijsheid van God om grote macht uit te oefenen in menselijke aangelegenheden (Mat. 4:9). Satan is een geest vijandig tegenover God, die alles zal doen wat hij kan om Gods wil te dwarsbomen. Met hem verbonden zijn de boze geesten —demonen— die in staat zijn om bezit te nemen van de persoonlijkheid van een mens. Het eerste wat er dient te gebeuren is het verwijderen van afgoderij en de instelling van de ware godsdienst onder de wet. Afgoderij werd ingevoerd door de demonen die voor een tijd zullen worden weggedaan (zie ook Jeremia 17:17-20; overeenkomstig Zacharia 13:1-2; 7-9). Als koningen en priesters zal ons het gezag gegeven worden om af te rekenen met naties die God niet dienen (Jesaja 60:12). Uit de Schriften zullen wij trachten een beeld te vormen van de 1000 jaar onder Gods regering. Jesaja 2:4 zegt en zij zullen de oorlog niet meer leren. Jonge mannen en Beeld van het Koninkrijk Gods [215] Pagina 9 vrouwen zullen niet meer in de legers opgeroepen worden om oorlogvoering weer te leren. De vrees voor oorlogen zal weggedaan zijn. Geen mensenleven zal meer verspild worden of geesten verminkt door oorlogvoering (zie Micha 4:3). Zegen en vloek zullen in het Millennium van toepassing zijn (Deuteronomium 28; ook Deuteronomium 1 tot 14). Mensen zullen van hun kwalen genezen worden, te beginnen bij Jeruzalem (Jesaja 30:19-26; Openbaring 22:2). Er zullen geen taalbarrières meer zijn. Steden zullen niet meer overbevolkte rampgebieden zijn zoals nu, naar alle kanten uitbreidend en vol allerlei verdorvenheid. Gods heerschappij zal worden nagevolgd. Sefanja 3:9 9 Maar dan zal Ik de volken andere, reine lippen geven, opdat zij allen de naam des HEREN aanroepen; opdat zij Hem dienen met eenparige schouder. (NBG) God zal de hele wereld één reine taal geven. Er zal geen verwarring meer zijn door gebrek aan begrip bij de mensen onderling. Iedereen spreekt, leest en schrijft dezelfde taal. Er zullen meer voordelen uit het onderwijs komen, en door het kennen van God. Ezechiël 28:26 26 Zij zullen daar veilig wonen en huizen bouwen en wijngaarden planten; ja veilig zullen zij wonen, terwijl Ik gerichten voltrek aan allen uit hun omgeving, die hen vracht hebben. En zij zullen weten, dat Ik, de HERE, hun God ben. (NBG) De mensen zullen geleerd worden om de Here te kennen en te dienen, en zullen een zelfverzekerd volk zijn, dat niet bevreesd is omdat zij weten dat wat zij doen het juiste is. Al de naties zullen de wetten in acht nemen en hun vertegenwoordigers naar Jeruzalem sturen voor het Loofhuttenfeest, of zij krijgen geen regen op de bestemde tijd. Alle naties die God gehoorzamen en aanbidden zullen op de bestemde tijd zich van regen verzekerd weten. Zacharia 14:16-19 16 Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de HERE der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren. 17 Maar wie uit de geslachten der aarde niet naar Jeruzalem zal heentrekken om zich voor de Koning, de HERE der heerscharen, neder te buigen, op hem zal geen regen vallen, 18 en indien het geslacht der Egyptenaren niet zal heentrekken en komen, op wie geen (regen) valt, dan zal toch komen de plaag waarmee de HERE de volken zal treffen, die niet heentrekken om het Loofhuttenfeest te vieren. 19 Dit zal de straf zijn van de Egyptenaren en van alle volken die niet heentrekken om het Loofhuttenfeest te vieren. (NBG) Jesaja 5:8 8 Wee hun die huis aan huis voegen, akker aan akker trekken, totdat er geen plaats meer is, en gij alleen de gezeten lieden zijt in het land. (NBG) Zacharia 2:4 4 Snel heen, spreek tot die jongeman: als een open plaats zal Jeruzalem daar liggen vanwege de menigte van mensen en vee daarin. (NBG) Niet-ommuurde steden en dorpen, omdat God hun bescherming zal zijn: Zacharia 2:5 5 En Ik zelf, luidt het woord des HEREN, zal haar een vurige muur zijn rondom, en heerlijkheid binnen in haar. (NBG) Jeremia 33:10-13 10 Zo zegt de HERE: in deze plaats, waarvan gij zegt: Zij is verwoest, mens noch dier is er, in de steden van Juda en op de straten van Jeruzalem die woest liggen, zonder mensen, zonder inwoners en zonder dieren, zal weer gehoord worden de stem der vreugde 11 en de stem der vrolijkheid, de stem van de bruidegom en de stem der bruid, de stem van hen die zeggen: Looft de HERE der heerscharen, want de HERE is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid! Terwijl zij lofoffers in het huis des HEREN brengen; want Ik zal in het lot van het land een keer brengen, zodat het wordt als tevoren, zegt de HERE. 12 Zo zegt de HERE der heerscharen: In dit gebied, dat verwoest ligt, zodat er mens noch dier is, en in al zijn steden zal weer een weide zijn voor de herders die de schapen doen legeren; 13 in de steden van het Gebergte, van de Laagte en van het Zuiderland, in het land van Benjamin, in de omstreken van Jeruzalem en in de steden van Juda zullen de schapen weer onder de hand van de teller doorgaan, zegt de HERE. (NBG) Ezechiël 48:17-19 17 en de stad zal een open veld hebben: noordwaarts tweehonderd vijftig (el), zuidwaarts tweehonderd vijftig, oostwaarts tweehonderd vijftig en westwaarts tweehonderd vijftig. 18 Het overschot in de lengte evenwijdig aan de heilige heffing: tienduizend (el) oostwaarts en tienduizend westwaarts; dat zal evenwijdig zijn aan Pagina 10 de heilige heffing, en de opbrengst daarvan zal zijn tot onderhoud van hen die in de stad arbeiden. 19 Zij die in de stad arbeiden uit alle stammen Israëls, zullen dit bewerken. (NBG) Deze boerenarbeid zal zeer zegenrijk zijn voor zowel de mannen als de vrouwen die door de ellende van oorlog en ziekten gegaan zijn voor de wederkomst van Christus. Hun geestelijke groei, en lichamelijk welzijn zal versterkt worden door hun deelname aan de hele gemeenschap. Niemand zal hen verschrikken (Jeremia 30:10). De mensheid zal zijn band met de aarde en de wisselende seizoenen weer vernieuwen. Geduld in het wachten op de oogst en dieren om groot te worden zal weldadig zijn voor hun hele ontwikkeling. Samenwerking in plaats van concurrentie zal de norm zijn. Lees het verhaal van Ruth. Ruth 2:2-3 2 En Ruth, de Moabitische, zeide tot Noömi: Laat mij naar het veld gaan en aren lezen achter hem, die mij genegen zal zijn. En zij zeide tot haar: Ga, mijn dochter. 3 Zij ging dan heen en kwam en las op in het veld achter de maaiers; bij geval trof zij het stuk land van Boaz, die uit het geslacht van Elimelek was. (NBG) Het schijnt dat de gemeenschap hun gewassen verbouwde op een gemeenschappelijk stuk land en hun opbrengsten met elkaar delen. Ook Amos 9:13-15 verwijst naar een gemeenschappelijke inspanning. Wat een prachtig beeld van harmonie, vrede en veiligheid, onder de heerschappij van recht en gerechtigheid van Gods wet. Jesaja 32:16-19 16 En het recht zal in de woestijn wonen, en de gerechtigheid zal op het vruchtbare veld verblijven. 17 En het werk der gerechtigheid zal vrede zijn, en de werking der gerechtigheid zal zijn gerustheid en zekerheid tot in eeuwigheid. 18 En mijn volk zal in een woonplaats des vredes wonen, en in welverzekerde woningen, en in stille geruste plaatsen. 19 Maar het zal hagelen, waar men afgaat in het woud, en de stad zal laag worden in de laagte. (SV) De steden zullen beneden in de laagvlakte zijn, waarbij geen hagel op de gewassen zal vallen. Beeld van het Koninkrijk Gods [215] Wouden zullen van grote waarde zijn, en op de juiste wijze beheerd worden. De doden zullen horen, Gods wetten zullen voorgelezen en uitgelegd worden. De blinden zullen zien. Dit verwijst naar zowel hen die “geestelijk” doof en blind zijn als naar de lichamelijk gehandicapten. Jesaja 29:17-19 17 Is het niet nog een korte tijd, totdat de Libanon in een gaarde verandert en de gaarde een woud gelijkt? 18 Te dien dage zullen de doven Schriftwoorden horen, en van donkerheid en duisternis verlost, zullen de ogen der blinden zien. 19 En ootmoedigen zullen steeds meer vreugde hebben in de HERE, en de armen onder de mensen zullen juichen in de Heilige Israëls. (NBG) De woestijnen zullen weer gecultiveerd worden en wateroppervlakten verkleind — om meer land te winnen (Jesaja 35:5-10). Er zullen natuurgebieden zijn tussen de steden en de omliggende dorpen. (Numeri 21:25; Ezechiël 38:11; Zacharia 2:4; Jeremia 31:24, 27). Er zal geen strijd meer zijn tussen dieren en mensen en weidegronden. De dieren zullen leven in hun respectievelijke woongebieden. De aarde zal beheerd worden zoals in Eden van den beginne was. Een nieuwe Geest zal aan de aarde gegeven worden. Jesaja 11:6-9 geeft dit scenario als volgt weer. Jesaja 11:6-9 6 Dan zal de wolf bij het schaap verkeren en de panter zich nederleggen bij het bokje; het kalf, de jonge leeuw en het mestvee zullen tezamen zijn, en een kleine jongen zal ze hoeden; 7 de koe en de berin zullen samen weiden, haar jongen zullen zich tezamen nederleggen, en de leeuw zal stro eten als het rund; 8 dan zal een zuigeling bij het hol van een adder spelen en naar het nest van een giftige slang zal een gespeend kind zijn hand uitstrekken. 9 Men zal geen kwaad stichten op gans mijn heilige berg, want de aarde zal vol zijn van kennis des HEREN, zoals de wateren de bodem der zee bedekken. (NBG) Zoals Lukas 19:17-19 spreekt over gezaghebbers over 5 of 10 steden, moeten er georganiseerde groepen steden zijn — ongetwijfeld gescheiden door een royaal gedoseerd natuurgebied. Er zal waarschijnlijk ook een bovengrens zijn van het aantal inwoners van een stad en de omliggende gebieden, en dan moeten er nieuwe steden gebouwd worden, maar niet in dezelfde Beeld van het Koninkrijk Gods [215] Pagina 11 betekenis, zoals wij die nu kennen. Het is verboden om huis aan huis en akker aan akker te hebben. Jesaja 5:8 8 Wee hun die huis aan huis voegen, akker aan akker trekken, totdat er geen plaats meer is, en gij alleen de gezeten lieden zijt in het land. (NBG) Huisdieren en vee zullen er ook zijn zoals wij zien in Jesaja 30:23-24. Jesaja 30:23-24 23 Dan zal Hij regen geven voor het zaad, waarmee gij uw akker bezaait, en brood als opbrengst van de akker, dat smakelijk en voedzaam zal wezen. Uw vee zal te dien dage op uitgestrekte weiden grazen; 24 en de runderen en ezels, die de akker bewerken, zullen gezouten voeder eten, dat gezeefd is met wan en zeef. (NBG) Het land zal beschikbaar gemeenschappelijk gebruik. zijn voor Numeri 35:2-3 2 Gebied de Israëlieten, dat zij van hun erfelijk bezit steden afstaan aan de Levieten om er te wonen; ook zult gij aan de Levieten de weidegronden geven, die rondom de steden liggen. 3 De steden zullen voor hen zijn om er te wonen; ook zult gij aan de Levieten de weidegronden geven, die rondom de steden liggen. (NBG) Het Engelse woord “suburb” (KJV) heeft hier niet de betekenis van gebouwen, maar gewoon van weidegronden. Dit is te vergelijken met het oude woord “hemrik”, dat in het Fries nog gebruikt wordt, in de betekenis van Heem (Duits Heim) en Rijk. De stedelingen en de plattelanders zullen als een volledige gemeenschap in harmonie met elkaar leven, in samenwerking, zorg en bezorgdheid voor elkaar. Dit schijnt een volmaakte levenswijze te zijn, en het milieu zal van groot belang voor allen zijn. Energie voor leven en werken zal geleverd worden door de bijna onuitputtelijke bronnen van de zon (en de wind), zoals het nu ook zou kunnen, echter zonder de hebzucht van de mensen. Het beeld van Jeruzalem in het duizendjarig rijk werd aan Zacharia gegeven (Zacharia 8:123). Maar Gods Koninkrijk eindigt hier niet. Aan het einde van de duizend jaar vrede en voorspoed zal Satan weer losgelaten worden en opnieuw de aarde verderven (Openbaring 20:3, laatste deel). Openbaring 20:3 3 en hij wierp hem in de afgrond en sloot en verzegelde die boven hem, opdat hij de volkeren niet meer zou verleiden, voordat de duizend jaren voleindigd waren; daarna moet hij voor een korte tijd worden losgelaten. (NBG) Er zal echter ook een andere opstanding zijn, en alle mensen die ooit geleefd hebben zullen weer tot leven opgewekt worden; dat zijn zij die geen deel hadden aan de eerste opstanding tijdens de wederkomst van Christus. Openbaring 20:5 5 De overige doden werden niet weder levend, voordat de duizend jaren voleindigd waren. (NBG) Zij zullen honderd jaar van intensief onderwijs ontvangen (Jesaja 65:20) en, nat als alle mensen, de keus krijgen om God en Zijn wegen al dan niet te volgen. Jesaja 65:20 20 Daar zal niet langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard, die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als honderdjarige sterven, zelfs de zondaar zal eerst als honderdjarige door de vloek getroffen worden. (NBG) Om Hem te volgen wordt men een geestelijk wezen en deel van het geestelijke eeuwige Koninkrijk Gods. Zou echter iemand verkiezen om in opstand te blijven komen, dan zal hij sterven en verbrand worden, om nooit meer te leven. Eeuwig leven in Gods Koninkrijk moet het doel van de mensheid zijn, zoals het Gods wil voor allen is. 2 Petrus 3:9 9 De Here talmt niet met de belofte, al zijn er, die aan talmen denken, maar Hij is lankmoedig jegens u, daar Hij niet wil, dat sommigen verloren gaan, doch dat allen tot bekering komen. (NBG) Johannes 17:3 3 Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt. (NBG) De vloek van de mensheid is onze onmogelijkheid om elkaar lief te hebben, en Satan heeft ons hierin beïnvloed — ons leidend naar elke vorm van zonde omdat hij Pagina 12 zich afkeerde van Gods natuur tot een valse weg in een valse geest. Christus zal het Koninkrijk weer aan God teruggeven bij Diens komst, nadat de planeet onderworpen is. 1Korintiërs 15:24-27 24 daarna het einde, wanneer Hij het Koningschap aan God de Vader overdraagt, wanneer Hij alle heerschappij, alle macht en kracht onttroond zal hebben. 25 Want Hij moet als koning heersen, totdat Hij al zijn vijanden onder zijn voeten gelegd heeft. 26 De laatste vijand, die onttroond wordt, is de dood, 27 want alles heeft Hij aan zijn voeten onderworpen. Maar wanneer Hij zegt, dat alles onderworpen is, is blijkbaar Hij uitgezonderd, die Hem alles onderworpen heeft. (NBG) God is nog steeds oppermachtig in al Zijn werken. Alles geschiedt overeenkomstig Zijn wet. De mens moet leren, wie God is en Hem liefhebben, om te leren, dat Hij het middelpunt is van alles, dat Hij liefde is en het Beeld van het Koninkrijk Gods [215] centrum van alle goedheid, en dat heel de schepping van Hem is uitgegaan. De mens moet dus de grondbeginselen geleerd worden voor een evenwichtig leven en elkaar lief te hebben. Het fysieke bestaan is er voor ons om deze dingen te leren, want de uiteindelijke keuze is deze: Willen wij Zijn weg gaan of de onze? Willen wij een eeuwig, vreedzaam liefdevol leven OF NIET? Wanneer Christus wederkomt, zal zijn ordening van wetten of sociaal systeem gevestigd worden om de mensen de voordelen en zegeningen te laten zien door Gods weg te volgen die de wereld als geheel nooit gekend heeft. LATEN WIJ DAN BIDDEN ‘UW KONINKRIJK KOME’, en in ons persoonlijk leven bij alles wat wij doen dit komende Koninkrijk laten zien.