Het probleem van onze lauwheid en…de oplossing die er is Bijbelstudie over Openbaring 3: 14-22 Laodicea was ongeveer 250 voor Christus gesticht door koning Antiochus II en genoemd naar zijn vrouw Laodice. Het was een welvarende plaats met veel handel en industrie. Zo werd er textiel en mooie kleding gemaakt en verkocht. Verder was in deze stad de Centrale bank voor Klein-Azië gevestigd. Ook was er een medische hogeschool, waar ze geneesmiddelen hadden ontwikkeld voor allerlei oogziekten. Kortom: er was een behoorlijke welvaart. En dat bracht bij de inwoners een gevoel van zelfvoldaanheid met zich mee. In deze stad was ook een christelijke gemeente, die al een behoorlijke tijd bestond. Paulus schrijft nl. in de brief aan de gemeente van Kolosse al over deze gemeente (Kol. 2:1; 4:13,16). De gemeente voelde zich nogal goed, net als de andere burgers van de stad: “wij zijn rijk en verrijkt…”. Wat een hoogmoed spreekt er uit deze woorden! De chr. gemeente vertoonde helaas dezelfde gearriveerde, zelfvoldane mentaliteit als de burgerlijke gemeente. In heel deze brief staan er geen complimenten, maar alleen kritiek. De Heere Jezus ontmaskert het dodelijke zelfbedrog. Hij brengt rapport uit en noemt ze “lauw”. Lauw is geen heiden willen heten en in de praktijk geen christen zijn. Daarmee worden ze herinnerd aan de waterbronnen in de omgeving. Wanneer vermoeide reizigers begeerden hun dorst te lessen met het water uit deze bronnen, dan spogen zij dat onmiddellijk weer uit, want het was lauw water. Met de mond hebben de christenen ongetwijfeld wel de Heere gediend, maar niet met het hart en de daad. En Hij zal ze als lauw water uit Zijn mond spuwen! Laodicea is wel de slechtste gemeente van de zeven. Heel indringend en ontdekkend komt deze brief ook tot ons in de 21 e eeuw. Christus staat buiten Zijn eigen gemeente, maar Hij klopt en roept en lokt met Zijn rijke beloften. De indeling van dit gedeelte .1. Christus presenteert Zichzelf (vers 14) .2. Zijn beoordeling (vers 15,17) .3. Zijn dreiging (vers 16) .4. Zijn oproep (vers 18,19,22) .5. Zijn belofte (vers 20,21) Presentatie van Christus (vers 14) Vers 14a – Christus heet “de Amen”, Degene Wiens Woord en Wiens Persoon ‘ja en amen’ zijn, vast en zeker. Hij Zelf is de absolute en betrouwbare Waarheid. De trouwe en waarachtige Getuige, vlg. Openbaring 1:5. In Psalm 89:38 staat van God: “De Getuige in de hemel is getrouw.” Dat geldt ook van de Heere Jezus. Vers 14b – Het Begin van de schepping van God. De Heere Jezus was er vóór de schepping (vóór Genesis 1); alle dingen zijn ook door Hem geschapen, vgl. Spr. 8:22; Joh. 1:1-3 en Kol. 1: 15-18. Zijn beoordeling (vers 15,17) Vers 15 – Ik weet uw werken dat u noch koud, noch heet bent. Jezus kent “de werken” van de gemeente. De daden wordt niet concreet genoemd, maar wel veroordeeld. Men is “lauw”, d.w.z. men leeft in grijs gebied. Men doet geen keuze; “lauw-zijn” betekent onbeslist-zijn, niet vóór en ook niet tégen Jezus zijn. “Koud-zijn” is fel tegen Christus zijn. En “heet-zijn” is in vuur en vlam voor Hem staan. “Lauw-zijn” is neutraal blijven, je op de vlakte houden. God wil echter duidelijkheid! Vers 17a – Na de aardbeving in het jaar 60 n.Chr. werd alle hulp uit Rome geweigerd. Men meende zelf de schade wel te herstellen. Helaas heeft de christelijke gemeente van Laodicea dezelfde troste houding: “Het gaat goed met ons geestelijk”. “Wij zijn rijk en verrijkt en we hebben aan niets gebrek.” We kunnen wel zonder Gods hulp. Dat klinkt erg hoogmoedig. Men voelt zich zelfvoldaan. Men is beter dan Sardes, Thyatire en Pergamus, waar zoveel misstanden waren in de leer en in het leven. Laodicea zegt: “Ik dank U dat ik niet ben als…” vlg. Lukas 18:11; Hosea 12:9; 1 Kor.3:18; 4:8. Vers 17b – Christus wijst niet alleen de kwaal aan, maar legt de oorzaak ook bloot. Hij brengt ze het aan de weet: “u bent zelf de ellendige, jammerlijke, arme, blinde en naakte.” Dr. J.H. Bavinck zegt in één van zijn boeken: “Zo’n ontmaskering hebben wij allemaal van tijd tot tijd hard nodig. We moeten eens door elkaar gerammeld worden, dat alles in ons binnenste schudt en wankelt, willen wij eindelijk eens tot de ontdekking komen hoe door en door gevaarlijk wij kunnen leven. Hellenbroek zegt in zijn vragenboekje: “De grootste ellende is dat wij onze ellende niet recht inzien”. Zijn dreiging (vers 16) Vers 16 – “Omdat u lauw bent, zal Ik u uit Mijn mond spuwen.” Laodicea had in tegenstelling tot Kolosse alleen hard (kalkhoudend) vies water. Temperatuur komt ook elders voor als beeld van een geestelijke toestand (Ps.39:4; Matth.24:12; Rom.12:11). Christus walgt van lauwheid. Bah! Het oordeel over deze nalatige gemeente staat voor de deur en de situatie is zeer ernstig. Met vriendelijke groeten, Kand. Arjan Baan – [email protected] 1 Zijn oproep (vers 18,19,22) Vers 18 – Christus geeft raad: “Ik raad u dat u van Mij koopt…”. Goede raad is duur, maar deze raad is gratis. Bij Christus mogen we kopen, denk aan Jes. 55:1: “Komt, koopt, zonder geld en zonder prijs.” Hij biedt 3 zaken aan: a. Goud, beproefd komend uit het vuur. Laodicea had “goud”, het was materieel gezien welvarend, maar het miste het goud van de genade! En dát wil Christus geven! Het goud is gelouterd in het vuur. In het vuur van het oordeel op Golgotha heeft Christus dit goud verworven. Daarnaast gaan de gelovigen ook vaak door het vuur van de beproeving, vgl. Psalm 66:10 en 1 Petrus 1:7. b. Witte klederen, vgl. de brief van Sardes, Openbaring 3:4-5 – daar zijn het bruiloftsklederen. Bij Laodicea gaat het om de klederen van Christus’ gerechtigheid die onze schuld/naaktheid bedekken voor God. Vgl. Jesaja 61:10 en Zacharia 3:3-5. Naaktheid spreekt van het oordeel (Nah.3:5-6;2 Kor.5:3). In Laodicea werd in de textielindustrie kleding gemaakt, maar de witte klederen die Christus aanbiedt zijn nodig! c. Ogenzalf. Laodicea kende specialisten in oogziekten. Toch bleef men geestelijk blind. Christus biedt echter de zalf van de Heilige Geest aan. Dán ga je echt zien! (Joh.9:39-41) Vers 19 – Na de harde woorden over de rampzalige situatie in de gemeente is het verrassned dat de Heere Jezus nu toch over Zijn liefde voor haar spreekt. De twee werkwoorden ‘bestraffen’ en ‘tuchtigen’ drukken twee aspecten van het handelen van Christus met de gelovigen uit. Zoals een vader uit liefde een kind corrigeert, kastijdt, vgl. Spreuken 3:12 en Hebreeën 12: 6-13. Christus roept op tot bekering en vernieuwing (ijver). De liefde van Christus zal de motivatie moeten zijn voor deze verandering in de gemeente. Bekering – in het Grieks: metanoia. Vers 22 – Horen naar de Geest. En geloven én gehoorzamen! Zijn beloften (vers 20,21) Vers 20 – Het beeld impliceert dat de Heere buitenstaat. Daarom klopt Hij om binnen te mogen. Bekering betekent voor deze gemeente dus: vrijwillig Jezus Christus opnieuw in het leven toelaten. De woorden ‘indien iemand’ zijn gericht tot individuele gelovigen en vragen om een persoonlijke reactie. Het beeld van de Heere Jezus voor de deur zien we meestal in het licht van de wederkomst (Mark.13:29; Jak.5:9), maar in dit gedeelte gaat het om een appél op dit moment (Joh.14:23). Samen een maaltijd gebruiken was een teken van vertrouwen en van een relatie. Het beeld kan op drie dingen betrekking hebben: op een intieme relatie tussen de Heere en Zijn kind (Hoogl.5:2; Luk19:5)., op een eschatologische maaltijd, en op de viering van het Avondmaal. Vers 21 – Christus is al op de troon. Zijn volgelingen mogen nu al delen in Zijn koninklijke positie. Vgl. Efeze 2:6b. Éénmaal zullen de gelovigen ten volle delen in Zijn heerlijkheid en overwinning. Vgl. Mattheüs 19:28 en Lukas 22:30. Wat een uitzicht! Daarom: strijden tegen lauwheid én de Heere dienen met volkomen toewijding! Met Hem lijden om ook met Hem verheerlijkt te worden! (Rom.8:17). Gespreksvragen 1. Lees met elkaar dit gedeelte door. Zet een uitroepteken (!) voor wat jou aanspreekt. Zet een vraagteken (?) voor wat jij niet begrijpt. Wat raakt jou? Bespreek dit met elkaar. 2. Waarom is “lauwheid” zo erg in je persoonlijk leven? Welke gevolgen heeft het voor een gemeente? Wat zouden de oorzaken kunnen zijn waardoor lauwheid ontstaat? 3. Is het verwijt terecht dat de kerk in het Westen veel weg heeft van de Laodicea-mentaliteit en kan deze “lauwe spiraal” doorbroken worden? Op welke manier denk jij? Wat kunnen we doen om van een stuk lauwheid/matheid verlost te worden en weer in vuur en vlam te staan voor Christus? 4. Lees met elkaar Jesaja 29: 10-13 en Matth. 7:21-23 en Matth. 15:8 en 2 Thess. 2:9-12. Wat hebben deze gedeelten ons te zeggen? 5. “Rijkt en verrijkt….in godsdienstige dingen”. Waar treffen we dit zelfvoldane godsdienstige gedrag vandaag de dag aan? Is dit ook herkenbaar in jouw eigen leven? Zo ja, op welke manier? 6. Wat zegt Lukas 18: 9-14 (gelijkenis van de Farizeeër en de tollenaar) over onze hoogmoedige, zelfvoldane houding in ons geloofsleven? 7. Christus ontmaskert Laodicea: “u bent ellendig, arm…”. Ben jij voor een ontmaskerende, indringende en ontdekkende prediking? Op welke manier laat God onze geestelijke ellende zien? 8. Vers 16 spreekt over uitspuwen/verdoemen. Wat is nodig om aan dit oordeel te ontkomen? Of is dit al Christus’ laatste, definitieve woord, zodat afwending van het oordeel onmogelijk is? 9. Christus is betrouwbaar, zegt vers 14. Wat betekent dit voor ons geloofsleven? Zijn wij (vaak) geneigd op mensen/op onszelf te vertrouwen en niet op Christus? Hoe komt dat? 10. Christus biedt de heerlijkste dingen aan: goud, klederen, ogenzalf. Wanneer biedt Hij ons dit aan? En: tót wanneer komt Hij tot ons met dit “aanbod”? 11. God kastijdt Zijn kinderen. Hij heeft, opvoedkundig gezien, positieve bedoelingen daarmee. Weet jij voorbeelden dat iets wat erg moeilijk was, tot voor jou tot zegen werd? Of heb je dat bij anderen gezien? 12. Christus klopt aan de deur van ons hart (vers 20). Hoe en wanneer doet Hij dat? Gaat het in deze tekst over gelovigen of ongelovigen? 13. Als Christus je leven binnenkomt, kun je dan dat ogenblik altijd exact weten? (toen en toen…) 14. Christus heeft overwonnen, Hij zit op/in de troon (vers 21). Welke houvast geeft ons dat? En wat betekent dat voor mijn geloofsleven (Efeze 2:6b)? Welk uitzicht geeft dat? Verlang jij naar Zijn toekomst? Met vriendelijke groeten, Kand. Arjan Baan – [email protected] 2