Oproep Creatieve, educatieve werkvorm over risico’s van middelengebruik Erratum / addendum 1 Het bestuur ontving enkele vragen van potentiële inschrijvers en hield eraan hier zo snel mogelijk op te antwoorden door middel van dit erratum / addendum. Vragen 1. Is het de bedoeling dat het aanbod gratis is voor Antwerpse scholen? 2. Word de voorkeur gegeven aan een Antwerpse organisatie? 3. Indienen ten laatste 15 november, bij voorkeur starten op 1 januari. Wanneer mag men nieuws verwachten? 4. Zal één organisatie/project subsidie ontvangen of worden er aantal complementaire projecten gekozen? 5. De try-out in het 2de jaar is enkel bedoeld als de organisatie een verlenging wil na 3 jaar? Wordt van de organisatie die het krijgt ook effectief verwacht om voor die verlenging te gaan of is daar een vrije keuze in? 6. In de oproep staat een maximale toelage van 12.750€ per jaar. Hoe wordt het bedrag bepaald? De aanvragen die beslist om voor de maximale toelage te gaan of niet? Of beoordeelt de stad het bedrag na beoordeling van het dossier. 7. Er wordt gesproken van een bereik van minstens 1.500 scholieren is dat inclusief of exclusief de aanwezige leerkrachten? Antwoorden 1. De kandidaat dient in zijn financieel plan aan te geven of men de werkvorm gratis wil aanbieden of niet. Indien men dit niet gratis zal aanbieden, verdient het aanbeveling in het financieel plan op te nemen hoe de kostprijs berekend zal worden. 2. De zetel van de kandidaat is onbelangrijk. De uitvoerder biedt het werkmateriaal aan aan scholen binnen de stad Antwerpen, rekening houdend met een evenwichtige spreiding over de verschillende schoolnetten. 3. Zowel de gekozen kandidaat als de niet-gekozen kandidaten worden door de stad in kennis gesteld na aanduiding van de uitvoerder. 4. De oproep heeft als doel één project – eventueel uitgevoerd door een samenwerking tussen verschillende organisaties – aan te duiden. Het is dit project dat een toelage zal ontvangen. 5. Om in aanmerking te worden genomen voor de uitvoering van het project, dient de kandidaat, aansluitend op gesignaleerde noden en in overleg met samenwerkingspartners, vanaf het tweede projectjaar een nieuwe creatieve, educatieve werkvorm over middelengebruik te ontwikkelen. De ontwikkeling van een nieuwe werkvorm is afhankelijk van gesignaleerde noden en gebeurt steeds in overleg met samenwerkingspartners waaronder de stad Antwerpen. De al dan niet verlenging van het project staat hier los van. In het ‘operationeel plan’ kan de kandidaat aangeven hoe men de (eventuele) ontwikkeling van een nieuwe werkvorm zou aanpakken en hoe men wil rapporteren over de voortgang van het project. In de overeenkomst wordt opgenomen dat elke partij de overeenkomst kan opzeggen mits te voldoen aan bepaalde modaliteiten en voorwaarden 6. De stad zal de ingediende projectvoorstellen beoordelen en rangschikken op basis van volgende beoordelingscriteria: algemene visie op het project (20 punten); plan van aanpak (35 punten); expertise en ervaring (25 punten) en financieel plan (20 punten). In het financieel plan vermeldt de kandidaat de hoogte van de toelage die hij wenst te ontvangen voor de uitvoering van dit project De kandidaat dient bij de opstelling van het financieel plan uit te gaan van een maximale jaarlijkse toelage, die dezelfde is als de toelage vernoemd onder punt 1.2. van de projectoproep. 7. De term “scholieren” duidt op de leerlingen van Antwerpse scholen uit de derde graad lager onderwijs en de eerste graad secundair onderwijs.