Werkwoordspelling Tegenwoordige tijd Persoonsvorm Free Powerpoint Templates Page 1 Wat is de persoonsvorm? De man heeft een fiets gestolen? De man Free Powerpoint Templates heeft Page 2 Wat is de persoonsvorm? Hij gaat onze wedstrijd fluiten gaat Free Powerpoint Templates fluiten Page 3 Wat is de persoonsvorm? Wil jij de hond vanavond uitlaten? wil Free Powerpoint Templates uitlaten Page 4 Wat is de stam van het werkwoord? fietsen fietst Free Powerpoint Templates fiets Page 5 Wat is de stam van het werkwoord? rennen ren Free Powerpoint Templates renn Page 6 Wat is de stam van het werkwoord? lopen lop Free Powerpoint Templates loop Page 7 Wat is de stam van het werkwoord? geven geef Free Powerpoint Templates geev Page 8 Wat is de stam van het werkwoord? verhuizen verhuiz Free Powerpoint Templates verhuis Page 9 Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? De vrouw …………… meteen om de rekening vragen Free Powerpoint Templates vraagt Page 10 Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? De conducteur……………….. De kaartjes van de passagiers. controleert controleerd Free Powerpoint Templates Page 11 Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Hij ……………..heel hard om de opdracht af te krijgen. werken Free Powerpoint Templates werkt Page 12 Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Ik ……………de hele tijd door muggen gestoken wordt Free Powerpoint Templates word Page 13 Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Hij …………….de hele tijd door muggen gestoken wordt Free Powerpoint Templates word Page 14 Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Wij …………….morgen lekker een stukje fietsen. gaat Free Powerpoint Templates gaan Page 15 Hoe schrijf je de persoonsvorm in deze zin? Zij ………………de bos bloemen weg aan het publiek. geevt geeft klaar Free Powerpoint Templates Page 16 Helaas De persoonsvorm vind je door de zin vragend te maken. De persoonsvorm komt voor aan te staan. Heeft de man een fiets gestolen? Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 17 Helaas De persoonsvorm vind je door de zin vragend te maken. De persoonsvorm komt voor aan te staan. Gaat hij onze wedstrijd fluiten? Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 18 Helaas De persoonsvorm vind je door de zin vragend te maken. De persoonsvorm komt voor aan te staan. Wil jij de hond vanavond uitlaten? Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 19 Helaas De stam van een werkwoord is de ik-vorm Ik fiets Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 20 Helaas De stam van een werkwoord is de ik-vorm Ik ren Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 21 Helaas De stam van een werkwoord is de ik-vorm Ik loop Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 22 Helaas De stam van een werkwoord is de ik-vorm Ik geef Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 23 Helaas De stam van een werkwoord is de ik-vorm Ik verhuis Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 24 Helaas De stam van het werkwoord vragen is vraag. In deze zin moet je er nog een t achter zetten. De vrouw vraagt Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 25 Helaas De stam van het werkwoord controleren is controleer. In deze zin moet je er nog een t achter zetten. De conducteur controleert Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 26 Helaas De stam van het werkwoord werken is werk. In deze zin moet je er nog een t achter zetten. Hij werkt Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 27 Helaas De stam van het werkwoord worden is word. In deze zin moet je er geen t achter zetten, want in de ik vorm schrijf je alleen de stam Ik word Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 28 Helaas De stam van het werkwoord worden is word. In deze zin moet je er nog een t achter zetten. Hij wordt Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 29 Helaas In de wij vorm schrijf je altijd het hele werkwoord. Wij gaan Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 30 Helaas De stam van het werkwoord geven is geef. In deze zin moet je er geen t achter zetten, want in de ik vorm schrijf je alleen de stam Zij geeft Free Powerpoint Templates Volgende vraag Page 31 Einde Free Powerpoint Templates Page 32