Kenmerk 7: 07 b De confrontatie tussen de Romeinse en Germaanse cultuur van Noordwest-Europa Les 1: Het Romeinse Rijk valt uiteen 3000 H2:§ 13:p39 1500 1000 700 400 200 • Generaals vechten om de macht • Germanen aan de deur • Grote armoede onder de Romeinse boeren & burgers • Daar komt een eeuw later nog een groot probleem bij 2000 Rome in problemen (ca. 275 NC) De Volksverhuizingen 1 200 400 3000 1500 1000 • Invallen van de Germanen 400 200 – hetgeen duurde tot aan de laatste keizer (476 nc) 1 • Pact tussen Romeinen en Germanen (Germaanse keizers) 200 – dreven ook volken op uit het Oosten 700 – Gothen en Vandalen (omstreeks 350 NC) – Hierdoor grote groepen mensen op de vlucht • Hunnen 2000 Volksverhuizingen 400 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 200 400 3000 2000 1500 1000 700 400 200 1 200 400 1 200 • Hunnen vallen onder leiding van Atilla Europa binnen (ca. 450 NC) • Germaanse stammen worden door de Hunnen opgedreven • Parthen in het Zuid-Oosten “ kloppen aan de deur” 200 – Germaanse vrienden worden “ ineens” vijanden – Andere stammen zijn niet meer te stoppen en komen het Rijk binnen 400 • De Germanen worden sterker / de Romeinen zwakker 700 – Nieuwe vijanden 1000 • Corruptie, inefficiëntie, grote bureaucratie • Interne machtsstrijd 1500 – Grootte van het Rijk leidt tot desintegratie 2000 • In 395 valt het Rijk uiteen (zie sheet) • Verder verval West-Romeinse Rijk Oorzaken 3000 Het West-Romeinse Rijk gaat ten onder 400 3000 2000 De Germanen & Byzantium 1500 1000 700 400 200 1 200 400