20100131-Mar_11_22-25

advertisement
Preek jeuddienst over Mc. 11,22-25 d.d. 31 januari 2010
Het gaat wel heel ver wat Jezus hier zegt! Is het echt zo, dat als je geloof
maar sterk genoeg is, dat je dan tegen een berg kunt zeggen: ‘Kom van je
plaats en stort je in zee!’ en dat het dan gebeurt?
Of om even wat dichter bij huis te blijven: Is het echt zo, dat als je gelooft
en tegen de Martinitoren – want dat is het hoogste in onze omgeving – zegt:
‘Hup, naar de Waddenzee!’ dat het dan gebeurt?
Kun je als je gelooft stunten met de Martinitoren? (dia 1) Beschik je als je
gelooft over bovennatuurlijke krachten, waarmee je je eigen leven en dat
van anderen wat gemakkelijker kunt maken? Zijn christenen een soort Harry
Potters?
Maar als dat zo is – wat moet je er dan mee, als dat niet gebeurt? Als je
tegen de Martinitoren zegt: ‘Hup, naar de Waddenzee!’ en hij doet het niet?
Waar ligt dat dan aan?
Of overdrijft Jezus misschien als-Tie dat zegt? Bedoelt-Ie het figuurlijk, en
moet je d’r niet teveel aan ophangen?
’t Gaat vanmiddag over wat je mag verwachten van God. En eigenlijk wil ik
daar 2 dingen over zeggen tegen jullie:
1. Let goed op wat je van God verwacht (dia 2)
2. Als je dat gedaan hebt, verwacht dan veel van God (klik)
***
1. Let goed op wat je van God verwacht
Laten we eerst es even gaan kijken naar Jezus (dia 3). Want Jezus is Degene
om Wie alles draait in de kerk: a. Hij heeft al alles gedaan wat ik moet
doen, en dus hangt het niet meer van mij af; b. Daar ben ik zo blij mee, dat
ik nu ook alles wil doen zoals Hij het deed.
Jezus had bovennatuurlijke krachten (klik). De Bijbel staat vol met verhalen
daarover. En niet alleen de Bijbel. In de tijd van Jezus leefde er een
romeinse geschiedschrijver, Flavius Josefus, die niet in Hem geloofde,
maar die toch over Hem schrijft:
Rond deze tijd leefde er een wijs man, Jezus, als men hem
tenminste een man zou moeten noemen; want hij was iemand die
wonderbaarlijke daden verrichte, een leraar van mensen die de
waarheid graag aannemen. Hij won zowel veel Joden als veel
heidenen voor zich. Hij was [de] Christus. (Boek XVIII [63])
Jezus had bovennatuurlijke krachten. Dat kun je lezen in de Bijbel. En zelfs
buiten de Bijbel. – Als Hij tegen een berg gezegd had: ‘Kom van je plaats en
stort je in zee’, reken maar dat het dan was gebeurd! En als Hij vandaag
tegen de Martinitoren zou zeggen: ‘Hup, naar de Waddenzee, en gauw
pagina 1
Preek jeuddienst over Mc. 11,22-25 d.d. 31 januari 2010
wat!’, reken maar dat het dan zou gebeuren! Maar heeft-Ie ook zulk soort
dingen gedaan?
Nee. Jezus gebruikte zijn bovennatuurlijke krachten niet a. voor de show
(klik). De afgelopen zondagen hebben we stilgestaan bij de verzoeking, de
testcase die Jezus moest ondergaan in de woestijn, voordat-Ie met z’n werk
begon. En toen hebben we dat ook gezien: Hij springt niet van de muur rond
de tempel, om indruk te maken op de mensen, zodat ze inzien dat-Ie bovennatuurlijke krachten heeft, en dat-Ie dus wel iets bijzonders moet zijn.
Dat is ook niet aan de orde in het verhaal over de vijgenboom, dat eigenlijk
de aanleiding is voor wat Jezus hier zegt. (Daar hebben we in het najaar bij
stilgestaan.)
Jezus heeft een vijgenboom vervloekt omdat-ie geen vruchten draagt. En
dan is-tie van de ene dag op de andere helemaal verdord! – Dat is nogal
bijzonder voor een boom. Het natuurlijke proces van verdorren neemt
dagen of zelfs weken in beslag. – Dus: hier is iets boven-natuurlijks aan de
hand!
Maar dat doet Jezus niet om de mensen es even wat te laten zien! Nee, het
is een stukje drama dat-Ie opvoert: Israël is een vijgenboom. En Jezus zoekt
in Israël naar vruchten. Vruchten van geloof. Maar Hij vindt ze niet. En
daarom gaat-Ie Israël vervloeken...
Dus: Jezus gebruikte z’n bovennatuurlijke krachten niet voor de show. Hij
gebruikte ze ook niet 2. om z’n eigen hachje te redden (klik). Dat hebben
we ook gezien bij die testcase in de woestijn. Op een gegeven moment isTie bijna dood van de honger, en dan kan-Die best van de stenen die daar
liggen broden maken – Hij hoeft het maar te denken of het gebeurt! – maar
Hij doet het niet! Hij gebruikt zijn bovennatuurlijke krachten niet om z’n
eigen hachje te redden.
Datzelfde zie je later nog een keer. Dan hangt-Ie aan het kruis. Hij draagt
de straf die wij verdienen. Zodat wij hem niet hoeven te dragen. En dan
kan-Die met zijn bovennatuurlijke krachten zo z’n eigen hachje redden. –
Hij hoeft het maar te denken of het gebeurt! – Maar Hij doet het niet.
Dus: Jezus kon tegen een berg zeggen: ‘Kom van je plaats en stort je in
zee!’ Maar Hij deed het niet. Jezus kan tegen de Martinitoren zeggen: ‘Hup,
naar de Waddenzee!’ maar Hij doet het niet.
***
Dus Jezus is heel zuinig op zijn bovennatuurlijke krachten. Waarom
eigenlijk?
Nou, Jezus is op aarde gekomen met een Doel. Hij heeft een Plan. Dat
heeft-Ie samen met God (en met de Heilige Geest – als je hier nog niet zo
pagina 2
Preek jeuddienst over Mc. 11,22-25 d.d. 31 januari 2010
vaak bent geweest: God is Vader, Zoon en Heilige Geest; en tegelijk is-Tie
één. Hoe dat zit, weten we niet. Maar dat is wat God over Zichzelf vertelt).
Dus: Jezus is op aarde gekomen met een Doel. Hij heeft een Plan. Dat
heeft-Ie samen met God en met de Heilige Geest bedacht. En dat is: mensen
die kapot zijn weer HEEL maken.
En wat je nou ziet is dat-Ie daar zijn bovennatuurlijke krachten wel voor
gebruikt, maar voor iets anders niet. (klik) Hij gebruikt zijn bovennatuurlijke krachten wel om mensen die kapot zijn weer HEEL te maken:



mensen die ziek zijn maakt-Ie gezond;
mensen die gebonden zijn, maakt-Ie vrij;
mensen die schuldig staan, vergeeft-Ie hun schuld.
Hij heeft het Zelf een keer zo gezegd:
De Geest van de Heer rust op mij,
want hij heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen
heeft Hij Mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden het herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven,
om een genadejaar van de Heer uit te roepen. (Lc. 4,18-19)
Dáárvoor gebruikt-Ie zijn bovennatuurlijke krachten. Om zijn Plan uit te
voeren. Als het past in het Doel waarvoor-Die gekomen is. Dat vraagt-Ie Zich
altijd eerst af: ‘Past dit bij wat we samen bedacht hebben? Klopt dit met
ons Plan? Is dit Gods Wil, is dit Onze Wil?’
Je zou het ook zo kunnen zeggen, met woorden van Jezus Zelf: ‘Hij zocht
altijd eerst het koninkrijk van God’ (Mt. 6,33) (klik). Hij vroeg Zich altijd
eerst af of God, die de Koning is van hemel en aarde, het ook wilde.
***
Zo deed Jezus het. En nu naar jou. Het zal helder zijn, dat als Jezus al
zuinig was op zijn bovennatuurlijke krachten, dat jij het dan helemaal moet
zijn... (dia 4)
En heb je ze eigenlijk wel? Als je goed kijkt, dan zie je dat dat er helemaal
niet staat in Mc. 11. Er staat niet dat jij die berg kunt verplaatsen. Maar er
staat, in vs. 23:
Als iemand tegen die berg zegt: ‘Kom van je plaats en stort je in
zee’, en niet twijfelt in zijn hart, maar gelooft dat gebeuren zal wat
hij zegt, dan zal het ook gebeuren.’
pagina 3
Preek jeuddienst over Mc. 11,22-25 d.d. 31 januari 2010
Dus: jij doet dat dan niet, maar ‘het zal gebeuren’. God doet het. Vandaar
ook dat Jezus in vs. 22 niet begint met: ‘Heb vertrouwen in jezelf. In je
bovennatuurlijke krachten.’ (En Jezus zegt al helemaal niet: ‘Als je maar
lang genoeg zoekt in jezelf, dan zul je een kracht ontdekken die bergen kan
verzetten.’ Dat is boeddhistisch.) Nee, Jezus begint in vs. 22 niet met: ‘Heb
vertrouwen in jezelf’. Maar juist met:
Heb vertrouwen in God. (klik)
Want als jij gelooft, en als jij zegt tegen de Martinitoren: ‘Hup, naar de
Waddenzee!’, dan doet God dat.
***
Altijd? Nee. En als het niet gebeurt (dia 5), kan er een heel aantal dingen
aan de hand zijn:
a. Het hangt er ook bij jou vanaf of God het ook wil. Het hangt er ook bij
jou vanaf of het past in Gods Plan. Het hangt er ook bij jou vanaf of jij
eerst het koninkrijk van God gezocht hebt. (klik)
Als het niet gebeurt, dan moet je je eerlijk afvragen of je misschien bezig
was met je eigen koninkrijkje. En denk erom dat wij heel vaak zuivere en
onzuivere motieven tegelijk hebben! Jakobus zegt dat een keer zo:
Als u bidt ontvangt u niets, omdat u verkeerd bidt: u wilt alleen uw
eigen hartstochten bevredigen. (Jak. 4,3)
Dus: wat als het niet gebeurt? Als de Martinitoren blijft staan? Dan moet je
je afvragen: Paste het wel in Gods Plan? En het lastige is dat jij de grote
lijnen van dat Plan wel kent (mensen die kapot zijn weer HEEL maken),
maar niet de details over jouw plek in dat geheel. Je weet niet exact wat
Gods Plan met jou is. Misschien heeft God wel meer aan jou als de Martinitoren blijft staan, dan als-tie in beweging komt...
b. Het hangt er ook vanaf of er ook blokkades zijn tussen jou en God. (klik)
Marcus noemt als voorbeeld in vs. 25:
Wanneer je staat te bidden en je hebt een ander iets te verwijten,
vergeef hem dan, opdat ook jullie Vader in de hemel jullie je
misstappen vergeeft.
Dus: de reden dat de Martinitoren niet in beweging komt kan zijn dat er iets
mis is in de relatie tussen jou en een medemens.
En wat mij dan opvalt is dat Jezus het niet heeft over iets wat jij een ander
hebt misdaan – dat dat tussen God en jou in kan komen. Dus het gaat niet
over jou als dader. Maar het gaat over jou als... slachtoffer! Het gaat over
iets wat een ander jou heeft misdaan. Als jij hem of haar dat niet vergeeft,
pagina 4
Preek jeuddienst over Mc. 11,22-25 d.d. 31 januari 2010
dan komt dat tussen God en jou in! Zo nauw luistert het blijkbaar! (Dat zie
ik ook gebeuren in concrete gevallen.)
c. Er kan ook nog iets anders aan de hand zijn als de Martinitoren blijft
staan. En dat is: dat je verkeerde verwachtingen hebt van God. (klik) God
belooft je bv. geen health, wealth & prosperity (gezondheid, rijkdom en
voorspoed). Wel eens (Hij wil mensen die kapot zijn immers HEEL maken)
maar niet persé nu. Hij kan het je wel nu al geven (en dat doet-Ie vaak nog
ook!), maar je hebt er geen recht op, je kunt het niet claimen. Als je dat
wel doet, kom je bedrogen uit...
En dan loop je het risico, dat je de fout bij God gaat zoeken. Dat je
teleurgesteld raakt in God. Dat je denkt dat God niet te vertrouwen is. En
dat je ook niks meer van Hem verwacht. En dat terwijl het eigenlijk aan jou
ligt...
Maar – en dat is het tweede dat ik vanmiddag tegen jullie wilde zeggen –
***
(1. Let goed op wat je van God verwacht)
2. Als je dat gedaan hebt, verwacht dan veel van God!
Als je het zo lang hebt over wat je mag verwachten van God, dan loop je
natuurlijk het risico dat je helemaal niks meer durft te verwachten...
Als er iets vast lijkt te staan, dan is het een berg. (dia 6) (Wat weegt zo’n
ding eigenlijk? Dat gaat je verstand te boven.) En het risico is dat je dan
denkt: ‘Die verplaatst zich natuurlijk echt niet op commando in zee. Dat zal
wel figuurlijk bedoeld zijn.’ (klik)
Maar zo ken ik er nog wel een paar (klik) :
1. De zee (klik): die gaat natuurlijk echt niet op commando aan de kant.
Maar dat is nou net wat er wel gebeurd is toen de Israëlieten ervoor stonden
en de Egyptenaren achter hen aankwamen! (Ex. 14)
God zei tegen Mozes, de leider van de Israëlieten: ‘Steek je staf uit over de
zee, dan zal-die aan de kant gaan!’ Stel je voor dat Mozes gedacht had: ‘Dat
gebeurt natuurlijk echt niet! Zou-Die het misschien figuurlijk bedoelen?’
Dan had-ie Gods Plan gedwarsboomd met z’n gebrek aan verwachting...
2. De zon en de maan (klik): die blijven natuurlijk echt niet stilstaan op
commando. Maar dat is nou net wel wat er gebeurt als de Israëlieten aan de
winnende hand zijn in een gevecht met hun vijanden! (Jozua 10)
Dan moet Jozua, hun leider, van God tegen de zon en de maan zeggen:
‘Blijf staan! We hebben nog wat tijd nodig om dit af te maken!’ Stel je voor
dat-ie gedacht had: ‘Hij zal wel bedoelen ‘bij wijze van spreken’!’
pagina 5
Preek jeuddienst over Mc. 11,22-25 d.d. 31 januari 2010
Dan was de overwinning net niet compleet geweest. Dan hadden de
Israëlieten minder gekregen dan God hen wilde geven. Vanwege Jozua’s
gebrek aan verwachting...
3. Een wat ander soort voorbeeld: Maria. (Lc. 1) (klik) Stel je voor dat ze
gezegd had: ‘Dat kan natuurlijk niet: zwanger worden zonder dat er een
man aan te pas komt. Dat moet ik ws. niet letterlijk opvatten. Zou God
misschien bedoelen: ‘Ik zou het best kunnen zonder een man?’
Dan had ze Gods Plan misschien wel geblokkeerd met haar ongeloof.
(Voorzover mensen dat kunnen dan, want God is almachtig.) Dan was God
misschien wel naar een ander gegaan. Dan had God haar iets heel speciaals
willen geven – dat ze de draagmoeder van zijn Zoon mocht zijn – maar dan
had ze dat niet gekregen vanwege haar gebrek aan verwachting.
4. En dan nog één: Jezus zegt vlak voordat-Ie naar de hemel gaat (klik):
17 Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan
de volgende tekenen: in mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze
zullen spreken in onbekende talen, 18 met hun handen zullen ze
slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet
deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen
op te leggen.’ (Mc. 16)
Stel je voor dat zijn leerlingen gedacht hadden: ‘Dat is vast beeldspraak’,
dan was dat ws. ook niet gebeurd. Maar ze hebben het letterlijk opgevat. En
het is gebeurd. Lees Handelingen maar.
En stel je voor dat wij nou zeggen: ‘Ja, maar dat gold toen, nu geldt dat
niet meer!’ Dan zegt God misschien wel: ‘OK, dan niet...’ Dan krijgen we
dus minder dan God ons wil geven. Omdat we het niet van Hem verwachten.
Wij zijn vaak zo rationeel, zo realistisch, en zo nuchter. En daar laten we
ons nog op voorstaan ook. Maar denk erom: Wij hebben een God bij wie
niets onmogelijk is! Met zo’n God spring je over een muur!
***
Er zijn dus 2 dingen dodelijk in het geloof:
1. Verwachten wat je niet beloofd is
2. Niet verwachten wat je wel beloofd is
Dus pas op voor allebei. Zorg dat je God kent, dat je weet wat je van Hem
mag verwachten. Maar verwacht dan ook veel van Hem. En vraag het Hem
onbekommerd.
Ik weet zeker dat er hier mensen zijn die zeggen: ‘In mijn leven is het
gebeurd. Er was een ontzaglijke berg. Die m’n hele horizon vulde. Ik dreigde
pagina 6
Preek jeuddienst over Mc. 11,22-25 d.d. 31 januari 2010
erdoor verpletterd te worden. Maar ik heb gebeden. En de berg was weg.’
(dia 8)
En dat is dan nog beeldspraak. En je kunt er nog een psychologische
verklaring voor bedenken. Maar ik weet zeker dat er hier ook mensen zijn
die letterlijk onmogelijke dingen hebben zien gebeuren.
Wij hebben zo’n uitdrukking: ‘Je kunt niet het onmogelijke verwachten’.
(klik) Maar dat mag je van God nou net wel! (klik)
Amen.
pagina 7
Preek jeuddienst over Mc. 11,22-25 d.d. 31 januari 2010
Liturgie
1. Votum: Opw. 640: Ik hef mijn ogen op naar de bergen
2. Groet
3. Zingen:
a. Opw. 553 Laat het feest zijn in de huizen
b. Mighty to save
c. Opw. 375 De Heer regeert
4. Bidden: (wie?)
5. Lezen: Mc. 11,12-14.20-25 (tekst 22-25) (wie?)
6. Zingen: Opw. 462 Aan uw voeten Heer
7. Preek (SB)
8. Luisterlied + aanbiddingsdans: Opw. 430 Heer ik prijs uw grote naam
9. Geloofsbelijdenis: Opw. 347 Ik geloof in God de Vader
10. Danken & bidden (SB); afsluiten met:
11. Zingen: Opw. 436 Onze Vader
12. Collecteren
13. Zingen: Opw. 461 Mijn Jezus, mijn redder
14. Zegen
pagina 8
Download