9. De Romeinse staatsgodsdienst Woordenlijst * sacer, cra, crum: gewijd, heilig 5.* addere, o, addidi, additum: toevoegen 10.* iustitia, ae: rechtvaardigheid * inferre, fero, tuli, illatum: brengen in/naar; veroorzaken Basistekst 1 Veel instellingen van de officiële Romeinse staatsgodsdienst worden toegeschreven aan de tweede koning, Numa Pompilius... Post consecrationem Romuli, cum diu vergoddelijking interregnum esset et seditiones orirentur, tussenregering (1) opstand Numa Pompilius rex factus est: sacra plurima instituit, aedem Vestae fecit, tempel (2) 5. virgines Vestales legit, flamines tres instituit, (3) (4) pontificem maximum creavit, portas Iano (5) aanstellen (6) gemino aedificavit. Annum in XII menses bouwen maand distribuit additis Ianuario et Februario. verdelen Leges quoque plures et utiles tulit... Ob nuttig 10.hanc tantam iustitiam bellum ei nemo intulit. (1) Een "interregnum" was onder de koningen de tijd tussen de dood van de ene koning en het aan de macht komen van de volgende (2) Vesta was de Romeinse godin van het haardvuur; ze was de beschermgodin van de families en dus ook van de staat (3) De Vestaalse maagden waren priesteressen van Vesta en zorgden voor het eeuwige heilig vuur in de tempel van Vesta, dat nooit mocht uitgaan (4) Een flamen was een priester die toegewijd was aan een speciale godheid, b.v. aan Iuppiter (flamen Dialis), Mars of Quirinus (5) De pontifex maximus was de belangrijkste priester en stond boven alle andere priesters. Hij vertegenwoordigde ahw de staat tegenover de goden (6) Ianus was één van de oudste, typisch Romeinse goden - god van het einde en het begin. Hij werd b.v. aangeroepen bij het begin van de oogst, bij geboortes en huwelijken... Naar Aurelius Victor, De Viris Illustribus, 3, §§ 1-2 Opgaven 1. Sacra (r.3) is hier zelfstandig gebruikt en kan zowel "heiligdom" als "godenbeeld" of "godsdienstig feest" betekenen. Welke betekenis zou je hier kiezen? 2. Over de Vestaalse maagden en het eeuwig vuur worden heel wat verhalen verteld. Zoek er gegevens over op. 3. Wat betekent "pontifex maximus" letterlijk? Denk aan de woorden pons, pontis - facere maximus... Waar zou deze naam op kunnen slaan? 4. In 63 v.Chr. was Iulius Caesar pontifex maximus, in 12 v.Chr. keizer Augustus. Wat bewijst dat over het ambt? 5. "Pontifex maximus" is ook één van de titels van de paus. Hoe komt dat? 6. Ianus is een echte Italische god, die ook verwantschap vertoont met Etruskische goden. Een ander woord voor "porta" is "ianua". Is het toeval dat het woord "ianua" op "Ianus" gelijkt? 7. De "portae" of "ianuae" van de tempel van Ianus, waarover sprake in regel 6, stonden open wanneer het oorlog was en werden gesloten in vredestijd. Volgens de overlevering bleven ze onder de regering van Numa Popilius 43 jaar lang gesloten, maar werden ze later slechts 2 keer gesloten, één keer na de eerste Punische oorlog (in 235 v.Chr.) en één keer door keizer Augustus, na zijn overwinning bij Actium in 29 v.Chr. - later liet hij de poorten nog twee keer sluiten... Wat bewijst dat over de Romeinen? En over Augustus? Zie voor meer inlichtingen over de Ianustempel http://nl.wikipedia.org/wiki/Tempel_van_Janus 8. Januari werd pas de eerste maand van het jaar rond 450 v.Chr. - tot dan begon het Romeinse jaar op 1 maart. Zie je daar in onze maandnamen nog sporen van? Pas in 153 v.Chr. begonnen de consuls hun ambt op 1 januari... 9. Wat zou de uitdrukking "een Janusgezicht" betekenen? Hoe komt men daaraan? Woordenlijst Basistekst 2 Het is alweer bij Cato Maior, Cato de Oude, dat we voorbeelden vinden van oude, traditionele Romeinse gebeden... Priusquam messim facies, porcum hoc oogst varken modo immolabis. Ture atque vino Iano Iovi offeren wierook cf. Fr. vin Iunoni praefato, priusquam porcum je moet eerst aanroepen immolabis. Iano struem dato sic: "Iane offerkoeken = da 5. pater, te hac strue bonas preces precor, uti bidden sies propitius mihi liberisque meis domo = sis genadig familiaeque meae". Fertum Iovi mactato cf. familie offerkoek je moet offeren sic: "Iuppiter, te hoc ferto bonas preces precor uti sies propitius mihi liberisque meis 10.domo familiaeque meae". Postea Iano vinum dato... Verder beschrijft Cato hoe je een akker moet reinigen door een offer (lustrare)... Agrum lustrare sic oportet. Impera reinigen moeten suovitaurilia circumagi. Ianum Iovemque (1) rondleiden... vino praefato, deinde sic dicito: je moet zeggen 15." Mars pater te precor quaesoque = quaero 15.* frux, frugis: (veld)vrucht; vrucht, nut uti sies propitius mihi domo familiaeque nostrae; precor uti tu morbos ziekte calamitatesque prohibueris, uti tu fruges onheil, ramp frumenta vinetaque grandire siveris, wijngaard cf. Fr. grand(ir) 20.pastores pecuaque salva servaveris..." behouden, ongedeerd (1) Suovitaurilia (< sus = varken + ovis = schaap + taurus = stier): het offer van een varken, een schaap en een stier bij de "lustratio", de reiniging van b.v. een akker, een landgoed, een stad of zelfs van een leger of de hele vloot. Door de offerdieren in processie rond een bepaald gebied te laten lopen, trok men ahw een soort lijn tussen het goede dat binnen was en het kwade dat buiten moest blijven... Vaak werd het offer aan de god Mars gewijd. Naar Cato, De Agricultura, §§ 134 en 141 Opgaven 1. Waarvoor was Cato Maior weer bekend? Waar hebben we hem al ontmoet? 2. Merk je dat de oude god Ianus in de gebeden zelfs voor de oppergod Iuppiter aanroepen wordt. Men dacht dat Ianus ahw de weg naar de hemel(goden) opende... Klopt dat met wat je weet over Ianus? 3. De Romeinen waren, zeker in godsdienstzaken, erg op het juiste ritueel gesteld. Alles moest in de juiste volgorde en op de juiste manier gebeuren. Wat is de precieze volgorde beschreven in het gebed regels 1-11? 4. Het ritueel van de traditionele "suovitaurilia" (r.13) is eigenlijk een soort magische ritus. Het buitensluiten van het kwade komt zeker ook in andere primitieve godsdiensten voor. 5. Dat Mars (r.15) hier wordt aanroepen is niet verbazend. Mars was de belangrijkste god voor de Romeinen - misschien om dat hij zogezegd de vader van Romulus en Remus was - en was oorspronkelijk een Italische god van de vruchtbaarheid en beschermer van het vee. 6. Men zegt (zie ook de inleiding tot Thema V) dat de Romeinse godsdienst gebaseerd is op het principe "do ut des". Wat was dat weer? Zie je dat hier ook in de gebeden? Basistekst 3 Het is interessant om te zien hoe keizer Augustus de oude godsdienstgebruiken tracht nieuw leven in te blazen – dit in het raam van zijn politiek om alle goede oude Romeinse zeden en gewoonten in ere te herstellen (cf. Thema IV over De Vrouw). Anderzijds vernemen we hier ook iets over zijn geloof in voortekens en dromen… Woordenschat 5.* hortari, or: aansporen * facultas, atis: mogelijkheid, gelegenheid; vaardigheid 10.* remedium, ii: (genees)middel * tempestas, atis: storm; onrust, gevaar Publica opera plurima exstruxit, e quibus bouwen forum cum aede Martis Ultoris, templum tempel (1) Apollinis in Palatio, aedem Tonantis lovis in (2) (3) Capitolio. Sed et ceteros principes viros 5. saepe hortatus est, ut pro facultate quisque monumentis vel novis vel refectis urbem cf. monument herstellen adornarent... versieren... Nonnulla etiam ex antiquis caerimoniis godsdienstig gebruik restituit, ut Lupercalia et ludos Saeculares... herstellen... (4) schouwspel (5) 10.Circa religiones talem accepimus. Tonitrua bijgelovige gedachte donderslagen et fulgura expavescebat, ut semper et bliksems opschrikken ubique pellem vituli marini circumferret pro overal huid kalf zee- overal meenemen remedio, atque ad omnem maioris tempestatis suspicionem in abditum locum vermoeden 15.se reciperet... verborgen Somnia neque sua neque aliena de se droom neglegebat. Philippensi acie quamvis verwaarlozen... 25.* sinister, tra, trum: links; ongunstig * -ve (vgw.): of van Philippi (6) hoewel statuisset non egredi tabernaculo propter tent valitudinem, egressus est tamen amici 20.somnio monitus. Cessitque res prospere, (hier) uitvallen, aflopen gunstig, gelukkig quando captis castris lectica eius concursu aangezien draagbaar aanval hostium confossa atque lacerata est. doorsteken verscheuren Auspicia et omina quaedam pro certissimis (voor)teken (7) voorteken observabat: si mane sibi calceus perperam in het oog houden, 's morgens schoen verkeerd in acht nemen 25. ac sinister pro dextro induceretur, ut aantrekken dirum omen arbitrabatur; si terra marive onheilspellend ingrediente se longinquam profectionem beginnen... ver vertrek, tocht forte rorasset, ut laetum... dauwen (1) Ultor = de wreker, een bijnaam van Mars, de oorlogsgod. De tempel van Mars Ultor was de belangrijkste die onder Augustus werd gebouwd en stond op het Forum Augusti. (2) De Palatium of Palatinus was, zoals de Capitolinus, één van de 7 heuvels van Rome (3) Tonans = de Donderaar, een bijnaam van de oppergod Iuppiter. Augustus beloofde een tempel aan Iuppiter, nadat hij bijna getroffen was door een bliksem in Spanje. De tempel van Iuppiter Tonans werd ingewijd in 22 v.Chr. en stond op de Capitolinus, niet zo ver van de grote oude tempel van Iuppiter Optimus, waarvan de bouw al was gestart onder de laatste koning (4) De Lupercalia (< lupus = wolf) was één van de oudste Romeinse feesten en werd op 15 februari gevierd ter ere van de god Lupercus, in de Lupercal, de grot waar de kinderen Romulus en Remus door de wolvin zouden zijn gevoed (5) De Ludi Saeculares of Eeuwfeesten waren driedaagse spelen, misschien ter herinnering aan de stichting van Rome. Ze vonden o.a. plaats in 249 en rond 140 v.Chr. Augustus blies ze nieuw leven in in 17 v.Chr. (6) Philippi was een stadje in Noord-Griekenland waar in 42 v.Chr. de grote veldslag plaats greep tussen Cassius en Brutus, de moordenaars van Caesar en verdedigers van de oude republiek, en anderzijds Octavianus (de latere Augustus) en Antonius. (7) Auspicia = het bekijken van de vogels (< avis + spicere). Door het waarnemen van de vlucht van de vogels trachtten de Romeinen de wil van de goden te kennen. Naar Suetonius, De vitis Caesarum, Augustus, hfdst.29, 31, 90, 91en 92 Opgaven 1. Wat bewijst het feit dat Augustus de "antiquae caeremoniae" (r.8) nieuw leven moest inblazen? 2. Bewijs dat geloof in de traditionele goden en bijgeloof ook bij Augustus vaak samen gingen. 3. Vooral de "auspicia" (r.23) speelden een grote rol in het openbare leven. Waar kwamen we "auspicia" al tegen? Zoek er meer gegevens over op. 4. Tijdens de Lupercalia liepen "priesters", alleen gekleed in bokkenhuiden, op straat om de vrouwen met repen bokkenhuid te geselen - men geloofde dat die vrouwen dan gemakkelijker zwanger zouden worden. Van waar dat verband tussen de Lupercalia en zwangere vrouwen? 5. Sommigen brengen de Lupercalia (15 februari) in verband met ... het Valentijnfeest (14 februari)... Kun je dat controleren? 6. Krantenberichten in de Italiaanse krant Corriere della Sera van 20 november 2007 meldden dat Italiaanse archeologen de Lupercal hadden ontdekt, ongeveer 16 meter diep onder het huis van Augustus, op de Palatinus-heuvel. De versiering van o.a. het gewelf zou gebeurd zijn tijdens de restauratie van de oorspronkelijke grot, onder de regering van Augustus. Is dit niet een mooi voorbeeld van geschreven en ongeschreven historische bronnen die elkaar aanvullen? - leg uit. Zie ook o.a. het bericht van de BBC op http://news.bbc.co.uk/2/hi/7104330.stm (met foto en een plan). Grammatica 1. De deponente werkwoorden a. Observeer - cum seditiones orirentur (Basistekst 1, r.1-2) - te precor (Basistekst 2, r.5) - ceteros principes viros saepe hortatus est (Basistekst 3, r.4-5) - quamvis statuisset non egredi tabernaculo propter valitudinem, egressus est tamen ... (Basistekst 3, r.17-19) - ut dirum omen arbitrabatur (Basistekst 3, r.25-26) b. Besluiten (1) In het Latijn bestaan er werkwoorden die bijna altijd passief zijn van vorm, maar toch een gewone actieve betekenis hebben. We noemen zulke werkwoorden deponente werkwoorden. (2) We kunnen ze in de woordenlijst gemakkelijk herkennen: de infinitief gaat uit op -ri (in de 3de en 3de b vervoeging op -i). Bovendien staat de 1ste persoon enkelvoud ernaast, en die gaat dus uit op -or. Zo leren we: - mira-ri, miror - vide-ri, videor - proficisc-i, proficiscor - egred-i, egredior - poti-ri, potior. (3) Als hoofd- of stamtijden komt daar alleen het perfectum (passief) bij, dus b.v. videri, eor, visus sum proficisci, or, profectus sum egredi, ior, egressus sum. (4) Er bestaat wel een participium praesens actief, zo b.v. videns, videntis / proficiscens, proficiscentis / egrediens, egredientis... Voorbeeld: ingrediente se longinquam profectionem = wanneer hij aan een verre tocht begon (Basistekst 3, r.27). (4) Voor de volledige vervoegingen, zie je LS nrs. 191-192. 2. Herhaling van de regelmatige vervoegingen: a. Voor de regels van de vorming: zie je LS nrs. 110 --- 133, 136 - 137 en 139. b. Voor de volledige vervoegingen: zie LS nrs. 150 --- 173, 176 - 177 en 179 - 180. Oefeningen 1. Latijnse werkwoorden die passief van vorm zijn, kunnen dus "echte" passieve vormen zijn met een passieve betekenis, of deponent met dus een actieve betekenis. Laten we het verschil tussen passieve en deponente vormen even inoefenen - de voorbeelden komen uit de vorige lessen. Je vertaalt de zinnetjes en zegt of het werkwoord in het vet gedrukt passief of deponent is. - Les 1: - dicebant ... domi a ciuibus captos et oppressos esse (Basistekst 1, r.4-6) - Ad haec uisa auditaque clamor ingens oritur (Basistekst 1, r.21-23) - Placuit igitur oratorem ad plebem mitti Menenium Agrippam (Basistekst 2, r.1-2) - queri atque indignari coeperunt uentrem in medio quietum nihil aliud quam datis uoluptatibus frui (Basistekst 2, r.8-11) - Les 2: - tribunatum ingressus est (Basistekst 1, r.5) - frumentum plebi dari instituerat (Basistekst 1, r.12-13) - Nullus liber homo capiatur (Basistekst 3, r.21) - Les 3: - Disciplina bona utatur. Feriae serventur... (Basistekst 1, r.7-8) - Sine mora recuperata bona valetudine curia pedibus egressus est (Basistekst 2, r.14-16) - lngenui sunt, qui liberi nati sunt (Basistekst 3, r.3) - si intolerabilis videtur dominorum saevitia, coguntur servos suos vendere (Basistekst 3, r.19-21) - Les 4: - Nos apud Alyziam ... unum diem commorati sumus. Inde ante lucem proficiscentes ante diem VIII Idus Nov. has litteras dedimus (Basistekst 1, r.1-4) - inedia et vi ipsius morbi consumptus es (Basistekst 1, r.13-14) - dixisse dominam et quidem crudelissimam ad supplicium ab ipsis duci (Basistekst 2, r.1012) - Les 5: - eo genere spectaculi ne levissime quidem teneor (Basistekst 1, r.4-6) - Quo magis miror tot milia virorum tam pueriliter cupere currentes equos ... videre (Basistekst 1, r.7-10) - Alypius ex eodem quo ego eram ortus municipio (Basistekst 2, r.1-2) - delectabatur certamine (Basistekst 2, r.27) - Les 6: - In circo maximo venationis amplissimae pugna populo dabatur. (Basistekst, r.4-6) - repente quasi admirans stetit (Basistekst 1, r.15) - ego ibi iniquis eius et cotidianis verberibus ad fugam sum coactus (Basistekst, r.32-34) - Les 7: - Ergo ego nisi peperissem, Roma non oppugnaretur; nisi filium haberem, libera in libera patria mortua essem.(Basistekst 2, r.31-34) - Sed ego nihil mihi miserius iam pati nec tibi turpius possum (Basistekst 2, r.34-35) - nonne id agmen quo haec urbs invasa esset, matronae auerterunt? (Basistekst 3, r.17-18) - Les 8: - vicinas aliasque mulieres quam minimum utatur (Basistekst 1, r.1-2) - Ille obliviscitur Caesarem se esse (Basistekst 1, r.25-26) 2. Determineer de volgende werkwoordsvormen - wees volledig zoals in de voorbeelden. Sommige vormen hebben meerdere determineringen... Voorbeelden: actum est = ind.perf.passief 3E van agere / egrediatur = conj.praes.deponent 3E van egredi Locuti erant - administrabis - redderentur - accipiebamus - discesserint - miraberis - exercetis - metuetis - accipiatis - repertum est - morati erant - didicimus - admisisses - sequeris - natus est - tuleram - arbitrabantur - fudero - mutent - hortemur - hortaremur - solveris - surgimus surgemus - surgamus - surgeremus - ostendit - parcent - parent - cultum erit - constiteram des - oriatur - proficisceris - terreris - terrereris - utantur - queri - quereris - egerimus. Leestekst Bij Aulus Gellius lezen we een fabel die hij, naar zijn zeggen, van de beroemde Griekse fabeldichter Aisopos heeft overgenomen... Avis est parva, nomen est cassita. Habitat vogel leeuwerik cf. Fr. habiter nidulaturque in segetibus, dum appetat nestelen veld(gewas) totdat naderen messis. Dum ipsa iret cibum pullis quaesitum, oogst voedsel jong, om te... kuiken monet eos, ut, si quid ibi rei novae fieret 5. dicereturve, animadverterent idque sibi, ubi redisset, nuntiarent. Dominus postea segetum illarum filium heer, meester adulescentem vocat et "videsne" inquit "haec jongeman ematuruisse et manus iam postulare? idcirco rijp worden eisen... daarom 10.fac amicos cras eas et roges, ut veniant morgen operamque dent et messim hanc nobis hulp adiuvent." Haec ubi ille dixit, et discessit. = iuvent Atque ubi redit cassita, pulli tremibundi bevend circumstrepere orareque matrem, ut iam met geschreeuw omringen... smeken 15.statim properet inque alium locum sese asportet: "Nam dominus" inquiunt "misit, qui = portet amicos roget, uti luce oriente veniant et metant". maaien Mater iubet eos otioso animo esse: "Si enim rustig 20.dominus" inquit "messim ad amicos reicit, afwenden... cras seges non metetur neque necesse est, uti hodie vos auferam." vandaag wegbrengen Die postero mater in cibum volat. cf. Fr. voler Dominus, quos rogaverat, manet. Sol fervit, gloeien... 25.et fit nihil; it dies, et amici nulli eunt. Tum ille rursus ad filium: "Amici isti" inquit "cessatores sunt. Quin potius imus et luiaard waarom niet? liever cognatos adfinesque nostros oramus, ut verwant aanverwant assint cras ad metendum?" Hoc pulli om te ... 30.pavefacti matri nuntiant. Mater hortatur, ut verschrikt tum quoque sine metu ac sine cura sint. Alia luce orta avis in pastum profecta est. voedering Cognati et adfines operam, quam dare rogati sunt, supersederunt. Postremo igitur afzien van 35.dominus filio: "Valeant" inquit "amici cum weg met... propinquis. Afferes prima luce falces duas; verwant meebrengen zeis unam ego mihi et tu tibi capies alteram, et frumentum nos ipsi manibus nostris cras metemus". 40.Id ubi ex pullis dixisse dominum mater audivit: "Tempus" inquit "est cedendi et om... abeundi; fiet nunc procul dubio. Atque ita < abire cassita nidum migravit, seges a domino nest verhuizen demessa est." afmaaien Naar Aulus Gellius, Noctes Atticae, Boek II, hfdst. 29, §§ 3-16 Opgaven 1. Deze al bij al gemakkelijke fabel bevat natuurlijk ook een zedenles - welke is die? Kun je een korte titel bedenken voor deze fabel? 2. Hoewel de tekst dus vrij gemakkelijk is, bevat hij toch typisch Latijnse uitdrukkingen die je in het Nederlands op een andere manier moet vertalen. Hoe vertaal je letterlijk en daarna in goed Nederlands: - si quid rei novae fieret (r.4) - videsne haec manus iam postulare? (r.8-9) - misit qui amicos roget... (r.16-17) - mater iubet eos otioso animo esse (r.19) - die postero mater in cibum volat (r.23) - alia luce orta avis in pastum profecta est (r.32) - valeant amici cum propinquis (r.35-36) - fiet nunc procul dubio (r.42). 3. In deze tekst komen enkele deponente werkwoorden voor: haal ze er uit. 4. Determineer alle werkwoordsvormen waaronder geen woorduitleg staat. Activiteiten 1. Zoals beloofd in de activiteiten van Les 8 gaan we in deze les door met overzichten van feiten en gegevens die we in deze twee jaar Latijn hebben ontmoet. Maak, eventueel in klasverband, een overzicht van alle goden die je in deze twee jaar hebt ontmoet. Noem ze bij hun Latijnse en zo mogelijk hun Griekse naam, en beschrijf ook welke macht en bevoegdheden hun in de oudheid werden toegekend. 2. De verwantschap tussen Latijnse woorden en de woordenschat van het Frans, het Engels en het Nederlands is al vaker aan bod gekomen. Een heel nuttig groepswerk kan zijn, op basis van de alfabetische woordenlijst, een ruim overzicht te maken van de verwantschap tussen het Latijn en de moderne talen. Je overzicht zou de vorm kunnen aannemen van de tabel die we al op het eind van Les 2 hebben ontmoet: Latijn Frans Engels Nederlands populus peuple people volk libertas liberté liberty vrijheid aer air air lucht pars partie part deel occupare occuper occupy bezetten solus seul alone alleen fames faim hunger honger terra terre land land facere faire make maken deus dieu god god In bovenstaande tabel ging het om het verschil tussen Latijn + Frans (en Italiaans) aan de ene kant, Engels + Nederlands (en Duits) aan de andere kant. Soms geleken de Engelse woorden wél op het Latijn, soms niet... Tracht in de alfabetische woordenlijst zo veel mogelijk Latijnse woorden te vinden die het Frans en zo mogelijk ook het Engels en het Nederlands hebben beïnvloed. Elke leerling kan misschien één of enkele letters op zich nemen... 3. Echte vrienden zijn zeldzaam - hierover gaat de onderstaande korte fabel van Phaedrus. Tracht hem met behulp van een woordenboek te vertalen. Socrates ad Amicos Vulgare amici nomen sed rara est fides. Cum paruas aedes sibi fundasset Socrates, ex populo sic nescioquis, ut fieri solet: "Quaeso, tam angustam talis uir ponis domum?" "Vtinam" inquit "ueris hanc amicis impleam!" (Phaedrus, Fabulae, Boek III, 9)