Repetitie Lingua Latina - les 2 A Maak twee kolommen. Zet in de ene kolom de woorden die in het enkelvoud staan en in de andere de woorden die in het meervoud staan. Zet achter elk woord een m, v, of o om het geslacht van het woord aan te geven templum - spectacula - via - populus – magistra – servi – viae – senatores - turba – fora B. Welke vorm van bonus ? Vul de volgende zinnen aan, niet vertalen. 1. 2. 3. 4. Afra serva ...... est. Viae semper ....... sunt. Templa ...... ibi stant. ........ senatores laeti sunt. C. Vertaal het verhaaltje. Schrijf de regelnummers op je blaadje en sla een regel over. In het circus 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. Aemilia et Drusilla rident, nam gaudent: Imperator clarus intrat. Turba et populus plaudunt. Spectacula placent Domitilla et Aemilia dicunt: “Ecce, ibi Marcus est!” Marcus et Titus, amicus eius1, laeti sunt, nam ibi Aemilia et Drusilla sedent. Marcus amat enim et nunc valde laetus est. Afra autem tacet et nihil dicit. Non est laeta, nam nunc serva est. Modo ex Africa venit. Ibi non sunt alta templa, viae latae et multi servi. Cur autem Afra non est laeta? In Africa pater et etiam mater (moeder) sunt. 15. Ea valde carent2. E. Cultuur 1. Waarom zouden de huisslaven het beter gehad hebben dan de slaven op het platteland? 2. Hoe heet het gebouw, waarvan een reconstructie op het plaatje hieronder staat? 3. Wat deden de Romeinen in dit gebouw? 4. Waarom veranderde er voor de senatoren zoveel toen Augustus keizer werd? 1 2 eius: van hem ea carent zij missen haar 5. Noem vier talen die van het Latijn afstammen