10. Hoe Rome in de taal voortleeft

advertisement
10. Hoe Rome in de taal voortleeft
Woordenlijst
* statuere, o, statui, statutum: plaatsen;
menen; besluiten
* otium, ii: vrije tijd; nietsdoen; rust,
vrede
* clarus, a, um: helder, duidelijk;
beroemd
5.* insula, ae: eiland
* manere, eo, mansi, mansum: blijven;
wachten
* apud + acc. (vz.): bij
* medicus, i: geneesheer, arts
* comes, comitis: gezel(lin)
* servus, i: slaaf, dienaar
* initium, ii: begin
10.* pecunia, ae: geld
* numerare, o: tellen; betalen
* iniuria, ae: onrecht
Basistekst 1
In de jaren 88 - 82 v.Chr. was Rome het toneel van de
eerste burgeroorlog tussen Marius en Sulla,
respectievelijk leiders van de volkspartij (populares) en de
edelen (nobiles). Deze burgeroorlog liep uit op de
dictatuur van Sulla (82 - 79 v. Chr.). De jonge Caesar
stond aan de kant van de populares en besloot in 82 Rome
te verlaten...
Composita seditione ciuili Rhodum secedere
Nadat...
beslecht was
burgeroorlog
Rhodos
zich terugtrekken
statuit, ut per otium ac requiem Apollonio
rust
Apollonius
Moloni clarissimo tunc dicendi magistro
Molo
superlatief
toen
leraar in de welsprekendheid
operam daret. Huc dum hibernis iam
les volgen
winter-
5. mensibus traicit, circa Pharmacussam
maand
oversteken
Pharmacussa
insulam a maritimis praedonibus captus est
zee-
rover
V.T.T.passief
mansitque apud eos prope quadraginta dies
veertig
cum uno medico et cubicularis duobus. Nam
kamerdienaar
comites seruosque ceteros initio statim ad
dadelijk om
10.expediendas pecunias, quibus redimeretur,
te regelen ...
losgekocht
moest worden
dimiserat. Numeratis deinde quinquaginta
Nadat ....
vijftig
talentis expositus est in litore.
(1)
aan land zetten
V.T.T. passief
Sed e uestigio se ab iniuria uindicauit:
op staande voet
wreken
continuo enim captos praedones crucibus
dadelijk
volt.deelw.
kruis
15.adfixit.
vasthechten…
Deze anekdote moet bewijzen dat Caesar hard kon
optreden en dat hij het ver zou brengen...
En inderdaad, na triumvir te zijn geworden, kwam zijn
succesvolle veldtocht in Gallië...
15.* continere, eo, tinui, tentum:
bijeenhouden; insluiten; tegenhouden
20.* pons, pontis (m.): brug
* ante / antea (bw.): eerder, vroeger
* superare, o: overtreffen; overwinnen
* publicus, a, um: van de staat;
openbaar
* res publica, rei publicae: staatszaken;
staat, republiek
25.* administrare, o: dienst doen;
verzorgen, besturen
* quis, quis, quid (onbep.vnw.) =
aliquis, quis, quid: iemand, iets
* canere, o, cecini, ---: zingen; dichten
Omnem Galliam, quae saltu Pyrenaeo
woudgebergte Pyreneeën
Alpibusque et fluminibus Rheno ac Rhodano
Alpen
Rijn
Rhône
continetur, in prouinciae formam redegit.
maken tot
Germanos, qui trans Rhenum incolunt,
wonen
20.primus Romanorum ponte fabricato
als ...
na ... gebouwd te
hebben
adgressus maximis adfecit cladibus; et
aanvallen superlatief aandoen...nederlaag
volt.deelw.
Britanni ignoti antea superati sunt.
Brittanniërs onbekend
V.T.T. passief
In 59 v.Chr. werd hij consul...
Cum Bibulo consul creatus est, sed unus
aanstellen
omnia in re publica et ad arbitrium
naar zijn goeddunken
25.administrauit, ut nonnulli, cum quid per
iocum testandi gratia signarent, non
grap
om te getuigen ondertekenen
Caesare et Bibulo, sed Iulio et Caesare
onder ....
onder ...
consulibus actum scriberent.
akte
Mox canebantur hi uersus:
weldra
passief
vers
30.* fieri, fio, factus sum: worden,
ontstaan; gebeuren
* meminisse (defect. ww.): zich
herinneren; vermelden
30."Non Bibulo quiddam nuper sed Caesare
onlangs
factum est:
is gebeurd
nam Bibulo fieri consule nil memini."
= nihil 1ste pers.
enk.
(1) talentum = Grieks gewicht (26 kg) en munt
Naar Velleius Paterculus, Historiae Romanae II, 41 /
Suetonius, Vita Caesarum, Caesar, hfdst. 4, 19-20 en 25 /
Valerius Maximus, Memorabilia, VI, 9, 15
Het bleef niet bij die onschuldige spotliederen - Suetonius,
die een lange biografie van Caesar schreef, beschrijft de
laatste maanden en de laatste dag van Caesar heel
pakkend:
Tamen Caesar abusus est dominatione et
* ius, iuris: recht
* existimare, o: oordelen, beslissen;
menen
35.* honor, oris: eer; ereambt
* enim (vgw.): immers, want
* imperator, oris: (opper)bevelhebber;
keizer
* ara, ae: altaar
misbruik maken heerschappij
V.T.T.
iure caesus existimatur.
volt.deelw. men meent
35.Honores enim nimios recepit: continuum
te veel
achtereenvolgend
consulatum, perpetuam dictaturam, insuper
consulaat
eeuwigdurend
dictatuur
bovendien
praenomen Imperatoris, cognomen Patris
voornaam
bijnaam
patriae, statuam inter reges; sedem auream
standbeeld
in curia habebat, templa, aras, simulacra
senaatsgebouw
beeld
40.iuxta deos, appellationem mensis e suo
naast
naam
maand
nomine...
Subscripsere quidam Caesaris statuae:
onderaan schrijven
"Brutus, quia reges eiecit, consul primus
verdrijven
factus est:
V.T.T. <fieri
45.* posterius (bw.): later --- postremo
(superl.): ten slotte; kortom
* amplus, a, um: ruim; veel, groot;
aanzienlijk
* princeps, cipis: vooraanstaand, eerst;
(als subst.): vooraanstaande, leider;
keizer
45.hic, quia consules eiecit, rex postremo
factus est.
Conspiratum est in eum a sexaginta amplius,
samenzweren
zestig
comparatief
Gaio Cassio Marcoque et Decimo Bruto
waarbij...
principibus conspirationis.
samenzwering
Toen kwam de vergadering in de senaat, op 15 maart 44
v.Chr.
50.Assidentem conspirati specie officii
50.* species, iei: aanblik; uiterlijk;
schijn
* officium, ii: dienst, taak;
plicht(sgevoel)
* accedere, o, cessi, cessum: gaan naar,
naderen
* umerus, i: schouder
55.* quidem (bw.): zeker, ongetwijfeld;
maar, echter --- ne ... quidem: zelfs niet
* paulum (bw.): een weinig
* brachium, ii: arm
* conari, or: trachten
* vulnus, neris: wonde
* animadvertere, o, verti, versum:
bemerken
gaan zitten
samenzweerder
circumsteterunt, ilicoque Cimber Tillius, qui
rond gaan staan
terstond
primas partes susceperat, quasi aliquid
rol
op zich nemen
rogaturus propius accessit et ab utroque
om te ...
umero togam adprehendit. Deinde
toga
vastgrijpen
55.clamantem: 'ista quidem uis est!' alter e
roepen
onvolt.deelw.
Cascis uulnerat paulum infra iugulum.
verwonden
onder
keel
Caesar Cascae brachium arreptum
vastpakken
volt.deelw.
graphio traiecit conatusque prosilire alio
schrijfstift doorboren volt.deelw. opspringen
uulnere tardatus est; utque animaduertit
vertragen
60.undique se strictis pugionibus peti, toga
getrokken
dolk
passief
caput obuoluit atque ita tribus et uiginti
omhullen
twintig
plagis confossus est. Quidam tradiderunt
slag
60.* tradere, o, didi, ditum: uitleveren;
overleveren, vertellen
65.* iacere, eo, iacui, ---: liggen
* tot: zoveel
* reperire, io, repperi, repertum:
(terug)vinden; vernemen
* nisi (vgw.): indien niet, tenzij
* pectus, toris: borst, hart; gemoed
70.* metus, us: vrees, angst
doorsteken
Marco Bruto irruenti dixisse: kai su teknon;
die op hem
afstormde
(1)
Exanimis diffugientibus cunctis aliquamdiu
levenloos
terwijl…
uiteen vluchten
enige tijd
65.iacuit, donec tres seruoli domum
totdat
jonge slaaf
rettulerunt. Nec in tot uulneribus, ut
Antistius medicus existimabat, letale ullum
dodelijk
repertum est, nisi quod secundo loco in
V.T.T. passief
pectore acceperat. Fuerat animus coniuratis
70.corpus occisi in Tiberim trahere, sed metu
volt.deelw.
Marci Antoni consulis destiterunt.
afzien van
(1) kai su teknon = Grieks voor "tu quoque, fili mi"
Naar Suetonius, Vitae Caesarum, Caesar, hfdst.76, 80 en
82
Opgaven
1. Composita seditione civile (r.1): hoe oud was Caesar dan?
2. Hibernis iam mensibus (r.4-5): dat was niet de gewoonte. Waarom?
Het eilandje Pharmacussa ligt trouwens aan de kust van Klein-Azië - hoe verliep de
scheepvaart in de oudheid?
3. Quinquaginta talentis (r.11-12): dit is een enorm bedrag. Een talent had de waarde van
6000 drachmen (1 drachme = 4 gram zilver).
Het is moeilijk de waarde van oude munten te bepalen, maar in het oude Griekenland moest
een arbeider meerdere jaren werken om een talent te verdienen. Men schat dat 1 drachme de
waarde vertegenwoordigde van één dagloon of van 30 kg tarwe...
Stel dat je die 50 talenten omrekent naar onze huidige munt, hoeveel zou dat bedrag dan
waard kunnen zijn in euro's?
4. Crucibus adfixit (r.14-15): de kruisdood was een gewone straf voor niet-Romeinen. Denk
aan de kruisdood van Jezus Christus of aan de terechtstellingen van de opstandelingen van de
slavenopstand van Spartacus...
5. Caesar werd triumvir in 60 v.Chr., samen met Pompeius en Crassus (zie ook de inleiding
tot Thema IV). Ze verdeelden dus de hoogste macht onder elkaar - wat was het gevolg voor
het ambt van consul? En waaruit blijkt dit hier?
6. Caesare et Bibulo (r.27): hoe dateerden de Romeinen?
7. Honores nimios (r.35): welke titels droeg Caesar dus allemaal? Waarom waren sommige
daarvan zeker in strijd met de regels van de oude Romeinse republiek?
8. Appellationem mensis (r.40): welke maand dus? Maar Caesar deed veel meer met de
kalender! Zoek daarover gegevens op, b.v. op http://nl.wikipedia.org/wiki/Kalender en op
http://nl.wikipedia.org/wiki/Juliaanse_kalender
9. Brutus (r.43) was de leider van de beweging die de laatste koning Tarquinius Superbus
verdreef, in 510 v.Chr.
De verder vernoemde samenzweerder Decimus Iunius Brutus behoorde tot dezelfde familie,
de belangrijke "gens Iunia" - zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Gens_Iunia
10. Conspiratum est ... (r.47): van de 40 tot 60 samenzweerders noemt Suetonius er hier
slechts een 6-tal: Marcus en Decimus Brutus (familie van elkaar), Tillius Cimber, de
gebroeders Casca en Gaius Cassius. Wie is de bekendste geworden?
11. De moord op Caesar gebeurde op de Idus van maart (15 maart) 44 v.Chr.
Een waarzegger had Caesar (tevergeefs) gewaarschuwd voor "de Iden van maart" - deze
waarschuwing vinden we ook in het toneelstuk Julius Caesar van Shakespeare. Wat zou je
kunnen bedoelen als je iemand waarschuwt voor "de Iden van maart"?
12. Kai su, teknon (r.63): misschien nog bekender zijn de woorden "Tu quoque, Brute" of "Tu
quoque, fili mi". De eerste uitspraak komt uit de tragedie Iulius Caesar van William
Shakespeare, de tweede is een vertaling van het Grieks "kai su, teknon".
Het is waarschijnlijk - als Caesar al iets gezegd heeft! - dat de Griekse woorden het meest de
werkelijkheid benaderen: Romeinse edelen spraken namelijk heel vaak Grieks.
Decimus Brutus was inderdaad een vertrouweling van Caesar geweest, maar geen adoptief
zoon. Men moet het woord "teknon" dan ook eerder begrijpen als de aanspreking van iemand
die jonger is, niet van een echt kind...
13. Marcus Antonius (r.71) zou het testament van Caesar laten uitvoeren en voor zijn
begrafenis zorgen - hij had zelf ook heel veel ambitie! Maar Octavius, een achterneef van
Caesar, was door diens testament tot adoptiefzoon aangeduid. Terwijl de republikeinse
senatoren die Caesar hadden vermoord, uit Rome vluchtten, tekende zich reeds een nieuwe
burgeroorlog af... Hoe zou het allemaal verder lopen? Zie ook de Leestekst 1 bij Les 9...
14. Caesar en taal? Misschien voor jou een niet zo voor de hand liggend verband, maar:
(1) Caesar schreef naast werken over zijn oorlogen ook boeken over grammatica, over
welsprekendheid, misschien ook over sterrenkunde - en zelfs poëzie
(2) Caesar schreef in een sobere, eenvoudige en beknopte stijl en in een heel zuivere taal: men
zegt dat hij "klassiek Latijn" schrijft.
Het "klassieke Latijn" is het Latijn zoals het geschreven werd tijdens de bloeitijd van Rome,
dus in de eerste eeuw voor en na Christus. Zo'n Latijn schreven bijvoorbeeld ook de dichters
Vergilius en Horatius
(3) Daarom zul je in het 3de jaar Latijn nog meer van Caesar lezen - Caesar is een goede
"leermeester" qua taal. Wij leren op school natuurlijk dat klassieke Latijn...
Grammatica
1. Het passief van de onvoltooide tijden
a. Observeer
- continetur (r.18), canebantur (r.29), existimatur (r.34)
- Les 9, Basistekst: agebantur (r.11), audiebantur (r.19), excitabatur (r.32), metuebatur (r.39)
b. Besluiten
(1) Tot nu toe zag je in het Latijn alleen de actieve vormen van het werkwoord. In het actief
(of "bedrijvende vorm") voert het onderwerp de handeling uit (actief < Lat. agere = doen,
uitvoeren).
(2) Er bestaan ook passieve vormen: in het passief ( of "lijdende vorm") ondergaat het
onderwerp van de zin de handeling (passief < Lat. pati = lijden, ondergaan).
In het Nederlands herkennen we het passief aan het hulpwerkwoord worden.
Ook in vele andere moderne talen gebruikt men een hulpwerkwoord om het passief uit te
drukken, dus:
- Ned.: hij hakt de boom om --- passief: de boom wordt omgehakt
- Frans: il coupe l' arbre --- passief: l' arbre est coupé
- Engels: he cuts the tree --- passief: the tree gets cut
(3) In het Latijn gebruikt men in de onvoltooide tijden geen hulpwerkwoord; men herkent
het passief aan de speciale uitgangen.
(4) Die uitgangen zijn: (o)r , ris, tur, mur, mini, ntur.
(5) Voor de rest blijven de regels van de vorming van de drie onvoltooide tijden dezelfde als
die die je al kent - zie Les 7.
Die regels zijn dus:
- praesens passief
praesensstam (+ bindletter i/u) + praesensuitgangen or, ris, tur, mur, mini, ntur
- imperfectum passief
praesensstam (+ bindletter e) + kenletters BA + praesensuitgangen r, ris, tur, mur, mini, ntur
- futurum simplex
praesensstam + kenletters B of A/E + praesensuitgangen (o)r, ris, tur, mur, mini, ntur
Opmerkingen:
- de bindletters blijven dus dezelfde als in het actief
- let op dat de bindletter -i- een -e- wordt voor een -r, dus voor de uitgang -ris: het is dus vince-ris en cape-ris en ook vocab-e-ris en habeb-e-ris.
(6) Voor de volledige vervoegingen zie LS nrs. 156, 157 en 158.
2. Het passief van de voltooide tijden
a. Observeer
- captus est (r.6), expositus est (r.12), superati sunt (r.22), creatus est (r.23), conspiratum est
(r.47), tardatus est (r.59), confossus est (r.62), repertum est (r.68)
- Les 9, Basistekst: zie punt 3, (4) hieronder.
b. Besluiten
(1) Het Latijn gebruikt in de voltooide tijden wél een hulpwerkwoord, nl. esse.
(2) De 3 voltooide tijden worden dan gevormd met het voltooid deelwoord (participium
perfectum) + het praesens, imperfectum of futurum simplex van esse.
Het is dus een beetje zoals in het Nederlands: V.T.T.: ik ben gekwetst (geworden) of V.V.T.:
ik was gekwetst (geworden)...
(2) De drie regels voor de voltooide tijden worden dan:
- perfectum passief
participium perfectum + praesens van esse: sum, es, est, sumus, estis, sunt
- plus-quam-fectum passief
participium perfectum + imperfectum van esse: eram, eras, erat, eramus, eratis, erant
- futurum exactum passief
participium perfectum + futurum simplex van esse: ero, eris, erit, erimus, eritis, erunt
Opmerkingen:
- let erop dat het participium perfectum verandert van getal en geslacht (zie ook nr.4). Dus:
vocatus sum / es / est, maar vocati sumus / estis / sunt, en ook vocata est (vrouwelijk), enz.
- let er ook op dat de 3de pers.mv. van het futurum exactum passief wel vocati erunt is, terwijl
de 3de pers.mv. van het futurum exactum actief vocaverint is.
(3) Voor de volledige vervoegingen: zie LS nrs 159, 160 en 161.
3. Besluiten over de vorming van het Latijnse passief en opmerkingen over de vertaling
(1) bij de onvoltooide tijden ligt het verschil tussen actief en passief in de
persoonsuitgangen
(2) bij de voltooide tijden is de vorming van actief en passief totaal verschillend:
- actief: perfectumstam + speciale uitgangen
- passief: participium perfectum + hulpwerkwoord esse
(3) let er dus op dat bij het plus-quam-perfectum -eram in het actief een uitgang is, terwijl in
het passief "eram" een hulpwerkwoord is; hetzelfde doet zich voor in het futurum exactum
met de uitgang -ero en het hulpwerkwoord "ero".
(4) Opmerkingen:
- (V) Vertaling van het Latijnse passief: het Nederlands gebruikt het passief veel minder
dan het Latijn en vaak is een vertaling met een actieve zinswending vlotter:
Voorbeelden:
. expositus est in litore (r.12) = (ook) men zette hem aan land
. et Britanni superati sunt (r.22) = (ook) hij overwon ook de Brittanniërs
- Let erop dat het hulpwerkwoord esse, zoals trouwens het werkwoord esse in het algemeen
(zie Basistekst Les 9) soms weggelaten wordt:
Voorbeeld: Ubi dies redditus, corpus inventum (Les 9, Basistekst, r.51) = ubi dies redditus
est, corpus est inventum.
- (V) Op die manier is het Latijnse passief ook een manier om het Nederlandse "men" weer
te geven:
Voorbeelden:
. iure caesus existimatur (r.34) = (lett.) = hij wordt terecht gedood geoordeeld = men denkt dat
hij terecht gedood is
. conspiratum est (r.47) = (lett.) er werd samengezworen = men zwoer samen
. letale ullum repertum est nisi... (r.67-68)= (lett.) er werd er geen enkele dodelijke gevonden
tenzij ... = men vond er geen enkele dodelijke tenzij...
4. Het participium perfectum passief (voltooid deelwoord)
a. Observeer
- captus (r.6), expositus (r.12), captos (r.14), superati (r.22), creatus (r.23), caesus (r.34),
tardatus (r.59), repertum (r.68), occisi (r.70)
- Les 9, Basistekst: solitus (r.2), egressi (r.7), clausis (r.24), exstincto (r.25), redditus (r.51),
inventum (r.51)
b. Besluiten
(1) Het Latijnse voltooid deelwoord, het participium perfectum passief (PPP), gaat uit op tus of -sus
(2) Het PPP wordt verbogen volgens de adjectieven op -us, -a, -um
(3) Bij de meeste werkwoorden van de 1ste en 4de vervoeging is de vorming regelmatig:
praesensstam + -tus, a, um
(4) bij de andere werkwoorden is de vorming vaak onregelmatig: we herkennen dan het PPP
in de 3de hoofdtijd, het supinum.
Het supinum gaat altijd uit op -um, en voor het PPP vervangen we de -um door -us.
Voorbeelden:
manere, eo, mansi (perfectum), mansum (supinum) --- het PPP is dus mansus, a, um
continere, eo, continui (perfectum), contentum (supinum) --- het PPP is dus contentus, a, um
accedere, o, accessi (perfectum), accessum (supinum) --- het PPP is dus accessus, a, um
tradere, o, tradidi (perfectum), traditum (supinum) --- het PPP is traditus, a, um
Maar ook bij enkele werkwoorden van de 1ste en 4de vervoeging en enkele heel
onregelmatige:
reperire, io, repperi (perfectum), repertum (supinum) --- het PPP is dus repertus, a, um
ferre, fero, tuli (perfectum), latum (supinum) --- het PPP is dus latus, a, um.
(5) Het participium perfectum kan op verschillende manieren gebruikt worden
- het kan een deel van een voltooide tijd passief zijn (zie hierboven)
- het kan als adjectief bij een substantief gebruikt worden - het congrueert dan met het
substantief, net zoals een adjectief
Voorbeeld: in locis clausis (Les 9, basistekst, r.24) = in gesloten ruimten
- het kan zelfstandig gebruikt worden
Voorbeeld: corpus occisi (r.70) = het lichaam van de dode
- het kan de betekenis van een betrekkelijke of bijwoordelijke bijzin hebben - het
congrueert ook met het substantief. We spreken van een participium coniunctum (= een
verbonden participium)
Voorbeelden: captos praedones (r.14) = de gevangen zeerovers OF de zeerovers die hij
gevangen had OF nadat hij de rovers gevangen genomen had, ... OF hij nam de zeerovers
gevangen en...
brachium arreptum (r.57) = de arm die hij had vastgepakt
(6) (V) Een participium kan dus op verschillende manier vertaald worden
- ofwel letterlijk, door een voltooid deelwoord
- door een adjectief of substantief
- door een bijzin (betrekkelijk of bijwoordelijk)
- en (als de Nederlandse zin te ingewikkeld wordt) door een onafhankelijke zin.
5. Het handelend voorwerp
a. Observeer
- a maritimis praedonibus captus est (r.6) = hij werd door zeerovers gevangen genomen
- conspiratum est in eum a sexaginta amplius (r.47) = er werd tegen hem samengezworen door
meer dan zestig (samenzweerders)
b. Besluiten
(1) Het handelend voorwerp wordt gebruikt in passieve zinnen en drukt daar de persoon uit
die de handeling uitvoert
Opmerking: als men de zin naar het actief zou omzetten, dan wordt het handelend voorwerp
het onderwerp van de actieve zin.
(2) Het handelend voorwerp wordt in het Latijn uitgedrukt door a(b) + ablatief.
Oefeningen
1. Determineer de volgende werkwoordsvormen - en wees volledig:
Voorbeeld: repertum est: perfectum passief 3E van reperire
accesserunt, administrabant, actum est, animadvertent, ardent, cadit, cecidit, cadet, cesserant,
circumdabitur, condiderit, continuerunt, continuerint, conveneram, defendimini, excessi, lati
sunt, gerebant, imperant, interficies, munita erat, occupabunt, perierunt, positum est, rapiam,
sentiunt, servaberis, tegent, traxeratis, vocabant, vocabunt.
2. Volgende vormen kun je op twee manieren dtermineren - hoe en hoe komt dat?
Statuimus, quaereris, cecidisti.
3. Zeg van onderstaande participia perfecta, genomen uit de Basistekst, of ze gebruikt
zijn (1) als onderdeel van een werkwoordelijke vorm (2) als adjectief (3) als substantief
of (4) met de betekenis van een bijzin:
captus (r.5), expositus (r.12), captos (r.14), adgressus (r.21), superati (r.22), creatus (r.23),
caesus (r.34), factus (r.46), conspiratum (r.47), tardatus (r.59), strictis (r.60), confossus (r.62),
repertum (r.68), occisi (r.70).
4. Geef de volledige woordgroep waarvan volgende woorden deel uitmaken:
per (r.2), prope (r.7), cum (r.8), ceteros (r.9), praedones (r.14), maximis (r.21), nimios (r.35),
nomine (r.41), ab (r.53), alio (r.58), loco (r.68), occisi (r.70), metu (r.70).
5. Nog enkele vraagjes:
- wat is het lijd. vw. van dimiserat (r.11)?
- wat is het lijd. vw. van adfecit (r.21)?
- is "cum" (r.23) een voegwoord of een voorzetsel? Hoe kun je dat bewijzen?
- verklaar de naamval van "versus" (r.29) en van "honores" (r.35)
- geef alle lijd. vw. van "habebat" (r.39)
- welk woord kun je bij "assidentem" (r.50) erbij denken: Tillium / Caesarem / Brutum /
senatum?
- met welk woord komt "conatus" (r.58) overeen?
- verklaar de naamval van "toga" (r.60)
- het zinsteken ";" na de Griekse woorden in r.63 vervangt een Grieks ! / : / . / ?
- verklaar de naamval van "corpus" (r.70).
6. Kun je de betekenis van de volgende vreemde woorden achterhalen of verklaren door
op een Latijns woord te steunen dat je leerde in woordenlijsten 9 en 10?
Dubieus - (Fr.) extincteur - (Fr.) auxiliaire, (Eng.) auxilary - communisme - imposant densiteit - (Fr.) adversaire - (Fr./Eng.) invention, (Ned.) inventief
medicijn - initieel - continent - publiciteit - administratie - cantate - jurist - amplitude principe - (Fr./Eng.) vulnérable/vulnerable - traditie - pectoraal.
Leestekst 1
In een soort werk over natuurkunde wijdt Seneca (1ste eeuw n.Chr.) het 6de boek aan het
verschijnsel aardbevingen...
Pompeii, celebris Campaniae urbs, terrae
beroemd
Campania
motu vastati sunt et quaecumque adiacebant
beweging...verwoesten
aangrenzen
regiones vexatae, et quidem hibernis diebus,
teisteren
winter-
qui uacare a tali periculo solent.
vrij zijn
zulk
5. Nonis Februariis hic fuit motus Regulo et
(1)
van februari
Regulus
Uerginio consulibus, qui Campaniam,
Verginius
numquam securam huius mali, magna strage
veilig ...
kwaal
verwoesting
uastauit: nam et Herculanensis oppidi pars
van Herculaneum
ruit dubieque stant etiam quae relicta sunt.
instorten
staan
achterlaten...
10.Neapolis quoque leviter ingenti malo
Napels
perstricta est: priuatim multa, publice nihil
treffen
van particulieren
amisit. Villae uero vastatae sunt, passim sine
verliezen villa
hier en daar
iniuria tremuere.
...
beven
(1) Nonae = de naam van de 5de of 7de dag van iedere maand, hier de 5de van februari.
Naar Seneca, Quaestiones Naturales, Boek VI, 1, §§1-2
Opgaven
1. Zorg ervoor dat je de streken en steden, genoemd in de tekst, op het kaartje kunt aanduiden.
2. Kloppen de gegevens die Seneca hier over de streek rond Napels geeft, met de gegevens
van Plinius in de Basistekst van Les 9.
3. Nonae (r.5): de Romeinse kalender kende 3 vaste dagen, de Kalendae (1ste), de Nonae (5de
of 7de) en de Idus (13de of 15de).
Zie opgave 8 bij de Basistekst hierboven.
Twee Nederlandse uitdrukkingen houden verband met deze kalenderdagen:
- wat zou kunnen betekenen "iets uitstellen tot de Griekse Kalenden"?
- in welke omstandigheden kan men van iemand zeggen dat het zijn "Iden van maart" zijn (zie
opgave 11 hierboven)?
4. Heeft Seneca deze aardbeving precies gedateerd? Toon dat aan.
5. Privatim ... publice ... (r.11): hoe zou je het verschil kunnen verklaren?
6. Haal de passieve vormen uit bovenstaande leestekst en determineer ze.
7. Mali (r.7) en malo (r.10): "malus" betekent "slecht". Hoe zijn "mali" en "malo" hier
gebruikt?
8. Nog enkele vraagjes:
- welk hulpwerkwoord is verzwegen bij "vexatae" (r.3)? Hoe verklaar je het geslacht ervan?
- wat is het antecedent van "qui" (r.4)? En van "qui" (r.6)?
- welk antecedent zou je kunnen denken bij "quae" (r.9)?
Leestekst 2
De geschiedenisschrijver Cornelius Nepos heeft in een levensbeschrijving van de beroemde
Atheense generaal Themistocles geschreven over de oorlog tussen de Grieken en de Perzen.
In 490 v.Chr. was de Perzische koning Darius al Griekenland binnengevallen, maar hij was
door de Atheners bij Marathoon verslagen.
Tien jaar later, in 480 v.Chr., zon zijn zoon Xerxes op wraak...
Xerxes et mari et terra bellum universae
geheel
intulit Europae cum tantis copiis, quantas
aandoen...
zo groot troepen
als...
neque ante nec postea habuit quisquam.
iemand
Huius enim classis mille et ducentarum navium
vloot duizend
tweehonderd
5. longarum fuit, et duo milia onerariarum
(1)
vracht-
sequebantur; terrestres autem exercitus DCC
land-
peditum, equitum CCCC milia fuerunt.
voetknecht
ruiter
Postquam de adventu eius fama in Graeciam
nadat
komst
Griekenland
est perlata, Athenienses miserunt Delphos
brengen naar...
Athener
Delphi
10.consultum, quidnam facerent de rebus suis.
om te raadplegen
wat toch ze moesten...
Pythia respondit, ut moenibus ligneis se
(2)
antwoorden
houten
munirent. Id responsum cum intellegeret
antwoord
begrijpen
nemo, Themistocles persuasit consilium esse
niemand Themistocles
overtuigen dat... raad
Apollinis, ut in naves se suaque conferrent:
terugtrekken
15.eum enim a deo significari murum ligneum.
bedoelen
passief
Id consilium probatur; arcem sacerdotibus
plan
goedkeuren
priester
paucisque maioribus natu tradunt, reliquum
enkele
ouderen
overig...
oppidum relinquunt. Se suaque omnia in
achterlaten
naves deportant.
brengen...
Dit was de reactie van de Atheners, maar...
20.Huius consilium plerisque civitatibus dismeeste
niet
plicebat et in terra dimicari magis placebat.
bevallen
strijden
Itaque missi sunt delecti cum Leonida,
uitgelezen
soldaten
Leonidas
Lacedaemoniorum rege, qui Thermopylas
Spartanen
(3)
occuparent longiusque barbaros progredi
moesten...
verder
barbaar
oprukken
25.non paterentur. Hi vim hostium non
laten...
sustinuerunt eoque loco omnes interierunt.
omkomen
Xerxes, postquam Thermopylae expugnatae
innemen
sunt, protinus accessit urbem, quae a nullis
dadelijk
defendebatur. Ita interfecti sunt
30.sacerdotes, quos in arce invenerat, atque
urbs incendio deleta est.
brand
verwoesten
Later viel Xerxes de Atheense vloot aan die zich in de zee-engte tussen het vasteland en het
eiland Salamis had teruggetrokken...
Ita barbarus rex adeo angusto mari conflixit,
nauw
strijden
ut eius multitudo navium explicari non
ontplooien
passief
potuerit. Victus ergo est magis etiam consilio
< posse
35.Themistocli quam armis Graeciae. Sic unius
viri prudentia Graecia liberata est.
inzicht
bevrijden
(1) navis longa = oorlogsschip
(2) De Pythia was de priesteres die in het orakel van Delphi de voorspellingen van Apollo uitlegde
(3) De Thermopylae waren een nauwe bergpas in Noord-Griekenland.
Naar Cornelius Nepos, De excellentibus ducibus, Themistocles, §§ 2-5
Opgaven
1. We lazen reeds over de Perzische oorlogen in Leestekst 2 van Les 7.
Wil je er meer over weten, kijk dan eens op de handige kleine website van het
damiaaninstituut http://www.damiaaninstituut.be/geschiedenis/
griekenland/persoorlog.html
Zie ook http://nl.wikipedia.org/wiki/Perzische_oorlogen
2. Het conflict tussen Grieken en Perzen ontstond niet zo maar van de ene dag op de andere.
Op de kusten van Klein-Azië (het huidige Turkije), lagen er overal Griekse steden, die door
de Grieken waren gesticht. We kunnen zelfs zeggen dat het eerste bloeiende culturele centrum
van de Griekse klassieke wereld in Klein-Azië lag: Homeros was misschien van daar
afkomstig, de historicus Herodotos werd er geboren, de wiskundige en filosoof Thales was
afkomstig uit Milete.
Het uitbreidende Perzische rijk kwam in botsing met deze bloeiende steden en, omdat Athene
de Griekse steden steunde, besloot Darius zich op Athene te wreken (490 v.Chr.). Hij werd in
de beroemde slag bij Marathoon verslagen. Waardoor is deze plaats nog beroemd? Zoek er
gegevens over op...
Tien jaar later waagde zijn zoon Xerxes het nog eens...
3. De cijfers in regels 4-7 zijn enorm - en wellicht sterk overdreven. Reken de totale
troepensterkte van Xerxes eens uit.
Herodotos, een belangrijk Grieks geschiedschrijver, schrijft in zijn Historiae dat de troepen
van Xerxes gedurende 7 dagen en 7 nachten over de brug trokken, die hij speciaal over de
zee-engte, de Hellespont, had laten bouwen!
Ook al in de eerste Perzische oorlog ging het om enorme legers: volgens de geschiedschrijver
Quintus Curtius, een belangrijke bron voor dit verhaal, waren er hierbij 200 000 voetsoldaten
en 10 000 ruiters betrokken! Hiervan zouden 100 000 gewone soldaten en alle ruiters
meevechten in de slag bij Marathoon, tegen 10 000 Grieken (van wie 9 000 Atheners). Zelfs
als de getallen van de Perzische troepen sterk overdreven zijn, is toch duidelijk dat de Grieken
tegen een grote overmacht vochten.
4. Delphi (r.9) en zijn orakel zijn je al bekend.
Zoek weer inlichtingen over deze stad en dit heiligdom op of surf even naar
www.in2greece.com en zoek inlichtingen over Delphi.
Er zijn overigens duizenden (vaak toeristische) sites over deze beroemde stad!
5. De Pythia (r.11) was de priesteres van Apollo, die de orakels gaf. Men vertelt dat ze half
bedwelmd door (misschien vulkanische) dampen in een soort trance uitspraken deed, die van
de waarzeggende god kwamen. Veel van deze orakels waren dubbelzinnig of mysterieus en
vergden nadere uitleg van de priesters.
6. Arcem (r.16): met de burcht is de beroemde Akropolis van Athene bedoeld.
De Perzen verwoestten dus de hele stad én de Akropolis in 480 v.Chr. Daarna werden alle
heiligdommen weer opgebouwd - zo werd het Parthenon, de beroemde tempel gewijd aan de
godin Athena, ingewijd in 432 v.Chr.
7. Omnes (r.26): met hoeveel waren ze volgens de legende?
8. In welke tijd staat het verhaal in regels 16-19? En welke tijd wordt er voordien en daarna
gebruikt? Dat doen wij bij een levendig verhaal ook soms in het Nederlands, waarom?
9. Let je op de juiste vertaling van "de rebus suis" (r.10), van "sua" (r.14) en "sua omnia"
(r.18)?
Leestekst 3
Aulus Gellius (130 - na 180 n.Chr.) was een Romeins schrijver, die lang in Athene leefde. Hij
schreef een groot werk in 20 boeken, de "Noctes Atticae, met allerlei wetenswaardigheden
over literatuur, geschiedenis, taalkunde, enz. Het volgende verhaal is typisch voor de inhoud:
In antiquis annalibus memoria super libris
(1)
verhaal
boek
Sibyllinis haec prodita est. Anus incognita ad
van de Sibylle
vermelden
oude onbekend
vrouw
Tarquinium Superbum regem adiit novem
negen
libros ferens, quos esse dicebat divina
tegenw.
deelw.
goddelijk
5. oracula; eos velle venundare. Tarquinius
orakelspreuk
verkopen
pretium percontatus est. Mulier nimium atque
prijs
vragen naar...
vrouw
te groot
inmensum poposcit; rex, quasi anus aetate
enorm
eisen
desiperet, derisit. Tum illa foculum cum
dwaas doen uitlachen
haardje
igni apponit, tres libros ex novem deurit
erbij zetten
verbranden
10.et, an reliquos sex eodem pretio emere
overig
zes
kopen
vellet, regem interrogavit. Sed Tarquinius id
vragen
multo risit magis dixitque anum iam procul
lachen
dubio delirare. Mulier statim tres alios
twijfel krankzinnig
zijn
dadelijk
libros exussit atque id ipsum denuo placide
verbranden
opnieuw rustig
15.rogat, ut tres reliquos eodem illo pretio
emat.
Tarquinius ore iam serio atque attentiore
gezicht
ernstig
aandachtiger
animo fit, libros tres reliquos mercatur nihilo
< fieri
kopen
helemaal
niet...
minore pretio, quam quod erat petitum pro
minder
20.omnibus. Ea mulier tunc a Tarquinio
toen
digressa postea nusquam loci visa est. Libri
weggaan
volt.deelw.
nergens
tres in sacrarium conditi "Sibyllini" appellati
heiligdom
sunt; ad eos quasi ad oraculum quindecimviri
(2)
adeunt, cum di immortales publice consulendi
< adire
= dei onsterfelijk
moeten geraad-
25.sunt.
pleegd worden
(1) Annales: jaarboeken met alle gebeurtenissen, door de priesters opgeschreven
(2) Quindecimviri: een priestercollege van 15 (= quindecim) mannen die toezicht hielden op de Sibyllijnse
boeken.
Naar Aulus Gellius, Noctes Atticae, Boek I, hfdst. 19
Opgaven
1. We lazen al over de Sibylle in Les 7. Het was toen Aeneas die haar raadpleegde...
De Sibylla van Cumae was volgens de legende iemand die in de gedaante van een oude vrouw
de toekomst voorspelde, daarbij geïnspireerd door Apollo. Vergilius situeert haar grot bij de
stad Cumae, niet zo ver van Napels.
Is het verwonderlijk dat de Romeinen zo'n mysterieuze plek net in de omgeving van Napels
situeerden? - denk aan wat je las in Les 9...
Cumae - een heel oude Griekse kolonie, 750 v.Chr. - lag ten westen van het Avernus-meer,
een kratermeer waarvan de Romeinen dachten dat daar de toegang tot de onderwereld lag...
2. Libri Sibyllini (r.1-2): de Sibyllijnse boeken waren in Griekse verzen geschreven en zouden
volgens de legende afkomstig zijn uit de stad Gergis, in de buurt van Troje. Ze kwamen via
omzwervingen in Cumae terecht en drie van de negen oorspronkelijke boeken werden
bewaard in een schatkamer (sacrarium) in de tempel van Iuppiter op het Capitool. Toen de
tempel afbrandde in 83 v.Chr. gingen ook de boeken verloren...
Ze werden door de priesters geraadpleegd in buitengewone omstandigheden als rampen,
epidemieën...
3. In regels 15-18 gaat het verhaal plots over naar een andere tijd - welke? Waarom?
4. Determineer volgende werkwoordsvormen: prodita est (r.2), dicebat (r.4), interrogavit
(r.11), rogat (r.15), erat petitum (r.19), visa est (r.21), appellati sunt (r.22-23).
5. Waarom het verschil in tijd tussen "adiit" (r.3) en "dicebat" (r.4)?
6. Nog enkele vraagjes:
- met welk substantief komt "haec" (r.2) overeen?
- wat betekent "ferens" (r.4) letterlijk? En hoe kun je het vlot vertalen?
- waarom gebruikt de auteur "illa" in r.8, en niet "ista"?
- welke bijzin hangt er af van "interrogavit" (r.11)?
- waarom is "petitum" (r.19) onzijdig?
- met welk woord congrueert "appellati" (r.22)?
Activiteiten
1. Nu we, op het eind van dit eerste jaar Latijn, een beetje de balans moeten beginnen
opmaken, zou je op een tijdsbalk - of bestaat die al in klas? - de bijzonderste data en
evenementen van de Romeinse geschiedenis, die je dit jaar hebt ontmoet, kunnen aanduiden.
Het kan een leuk groepswerk worden, met elke leerling bijvoorbeeld een andere les...
Eventueel kun je er ook Griekenland bij betrekken - ter voorbereiding van het
herhalingsthema VI, waar veel over Griekenland sprake zal zijn...
2. Iedere Latijnse les is ook een beetje een les Nederlands - ongetwijfeld heb je nieuwe
begrippen ontmoet die ook in de lessen moderne talen nuttig zijn. En heel zeker heeft je leraar
er de nadruk op gelegd dat een vertaling uit het Latijn goed en vlot Nederlands moet zijn.
Misschien kan je leraar een stuk uit één van de vorige teksten aanduiden en de klas per
groepjes van 2-3 leerlingen een vlotte vertaling laten maken: geen letterlijke weergave,
eventueel passief vervangen door actief, vlotte uitdrukkingen, sprekende adjectieven...
Wie maakt de beste moderne vertaling? Helpt je leraar Nederlands de vertalingen beoordelen?
En wie weet wordt de beste gepubliceerd in het schoolblad of op de schoolsite?
3. Nog een werk dat je met heel de klas kunt maken. Neem de - nu volledige - alfabetische
woordenlijst voor je. Overloop de woorden die je dit jaar moest leren, en tracht zo veel
mogelijk woorden te vinden die afgeleid zijn van het Latijn, Nederlandse, maar ook Franse en
Engelse woorden.
4. Nog een interessant onderwerp waarover je - alleen of in groep - een werkstukje kunt
maken: hoe zag de Romeinse tijdrekening er uit?
Je zag al enkele details over de Romeinse kalender, maar nu kun je het algemener zien: hoe
dateerden de Romeinen (vanaf wanneer? jaren en precieze data?).
Eventueel kun je je werkstuk ook opentrekken naar andere tijdrekeningen, bij de Grieken en
bij andere volkeren?
Geef in Google woorden in als "tijdrekening", "kalender", enz. Zie natuurlijk o.a.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kalender
Download