Communicatiewetenschappen: namenlijst Berelson: ontdekt verschillende functies van krantenlezen (ontspanning, informatie, …) manifeste inhoud teksten is telbaar, maar veel van de betekenis van een tekst is latent Blumer: massapubliek = heterogeen, anoniem, zonder interactie of leider Boorsin: pseudo-events = gebeurtenissen die niet ‘echt’ zijn omdat ze gecreëerd zijn om door de media opgemerkt te worden Fauconnier: comm. = bewustzijnsinhouden overdragen mbv kanaal, signalen en tekens medium = middel om boodschap om te zetten in signalen die mbv kanaal verzonden & ontvangen worden massacomm. = comm. waarbij zender niemand uitsluit van ontvangst persuasieve comm. = comm. waarbij de communicatier meningen, gedragingen of houdingen van de ontvanger wil beïnvloeden Galtung & Ruge: bep. Kenmerken verhogen kans dat gebeurtenis in het nieuws wordt opgenomen Gerbner: cultivatietheorie in elke samenleving ontstaan verhaaltjes om mensen sociale orde te leren kennen en als normaal te laten aanvaarden Katz: two step flow hypothesis “wat doet het publiek met de media?” Uitgebreide behoeftentypologie McCombs & Shaw: ontdekken grote correlatie tussen de hoeveelheid aandacht die bepaalde onderwerpen krijgen en het belang dat het publiek eraan hecht. McGuire: eenvoudig model van persuasieve communicatie (PACYRO) McLuhan: msppij kan veranderen door introductie nieuwe media global village “the medium is the message” McQuail: kritiek op uses & gratifications: men slaagt er niet voldoende in mediagebruik te voorspellen of te verklaren Noelle-Neuman: opinieklimaat ~ zwijgspiraal Potter: nieuws = weerspiegeling van gebeurtenissen van de dag story formulas = vormgeving berichtgeving men is geen lid van ‘het publiek’, er zijn verschillende publieken ‘de massa’ bestaat niet Price: publieke opinie = a maximizing function of separate individual wills Reed: verslaving = compulsief gedrag + afhankelijkheid oorzaken van mediaverslaving symptomen waar men mediaverslaving uit kan afleiden Rogers: diffusiestudies = studies die verspreiding bestuderen niet waar dat wat mogelijk wordt door vernieuwing ook sowieso zal gebeuren Rousseau: publieke opinie = meningen van een beperkte elite Servaes & Tonnaer: nieuwszoekers proberen bevriend te blijven met plaatselijke machthebbers Shannon & Weaver: comm.proces = sturen & ontvangen Smith: 5 types van theorieën over televisieverslaving Turow: publiek = sociale constructie, datgene wat men onder publiek verstaat Warren: vult lijst Galtung & Ruge aan met cultureel bepaalde normen Watzlawick: “gebruikte tekens betekenen niet noodzakelijk hetzelfde voor beide partijen” Williams: publiek = wispelturig, heeft geen smaak, passief en beïnvloedbaar