Woordenlijst H3

advertisement
Woordenlijst hoofdstuk 3: nieuwseffecten
Majority rule
Silent majority
Opinieklimaat
Zwijgspiraal
Agenda setting
Probleem van de
causaliteit
Priming
Stimulus-response
model
Erie County studie
Opinion leader
Two step flow of
communication
Multi step flow
Opinion sharing
Diffusiestudies
A maximizing function of seperate individual wills.
De zwijgende meerderheid van mensen die niet voor hun mening
uitkomen.
NOELLE-NEUMAN: ander begrip voor publieke opinie.
NOELLE-NEUMAN: dynamische benadering publieke opinie:
mensen bang van sociale isolatie  inschatten wat algemeen
aanvaarde meningen zijn  eigen opinie laten afhangen van hun
oordeel over de algemene aanvaarding van die opinie  als
bepaalde mening afwijkt van opinieklimaat zal de eerste genoemde
minder snel geuit worden  opinieklimaat neemt in kracht toe 
het wordt nog moeilijker om ervoor uit te komen.
Nieuwsmedia hebben een invloed op de agenda van het publiek:
Veelvuldig gebruik van een bepaald medium beïnvloedt waaraan
men denkt (,wat belangrijk is, niet wat ze over dat onderwerp
moeten denken (opinion leaders)).
Agenda setting. Vinden mensen sommige onderwerpen belangrijk
omdat ze veel media-aandacht krijgen of besteden de media veel
aandacht aan sommige zaken omdat de mensen ze belangrijk
vinden?
Agenda setting. Analyse van de gevolgen van agenda setting
effecten (tweetrapseffect): De agenda van het publiek bepaalt mee
wat de criteria zijn waarmee het bepaalde personen, gebeurtenissen
of toestanden beoordeelt.
Agenda setting. Media-effecten worden als zeer directe, korte
termijneffecten gedefinieerd. Mensen die aan een mediaboodschap
worden blootgesteld gaan daardoor: onmiddellijk veranderen door
de mening die door de boodschap ondersteund wordt onbewust
volledig over te nemen.
Interpersoonlijke comm. Het in kaart brengen van de invloed van
de massamedia op kiezers (VS, ’40): in tegenstelling tot wat men
dacht, was er maar een kleine invloed van de media 
interpersonele comm. (mens tot mens) veel belangrijker!
 hypothese van de two step flow of communication & opinion
leader.
Interpersoonlijke comm. Hebben gezag in een groep gaande over
een bepaald onderwerp. Zij kunnen met kennis van zaken spreken
door persoonlijke ervaring, hun status of door hun gebruik van de
media.
Interpersoonlijke comm. Mensen wenden zich tot opinion leader
(OL) om mening te vormen over een onderwerp uit de media
(media beïnvloeden hen dus niet rechtstreeks). OL wordt beïnvloed
(step 1) maar gaat dit op eigen manier verwerken (OL interpreteren
het nieuws). OL beïnvloedt dan zijn omgeving (step 2).
Interpersoonlijke comm. OL laten zich beïnvloeden door anderen.
Interpersoonlijke comm. Betekenis van nieuwsfeiten wordt bepaald
door samenspraak (verschillende meningen en niveaus van kennis
beïnvloeden elkaar).
Flow studies. ROGERS: Studies die de verspreiding van ideeën,
Communicatiewetenschap
1
Innovators
Early adopters
Early majority
Late majority
Laggards
nieuws of vernieuwingen bestuderen.
Diffusiestudie ROGERS. Merken nieuwe dingen als eerste op en
gaan dit kopen (voor één geval of in het algemeen).
Diffusiestudie ROGERS. Vaak de opinieleiders. Eerste groep die
de vernieuwing aanvaardt en overneemt. Het is niet meer
onbereikbaar, maar vaak nog onbekend.
Diffusiestudie ROGERS. Eerste grote groep die vernieuwing
overneemt. Hebben sterke sociale contacten.
Diffusiestudie ROGERS. Volgen als laatste, ten gevolge van
sociale druk of economische noodzaak. Merken het laat op of staan
er sceptisch tegenover.
Diffusiestudie ROGERS. Weigeren vernieuwing te aanvaarden.
Sterk geïsoleerde mensen en verleden als referentiepunt.
S of J curven
Kenniskloof
Kenniskloofhypothese
Kloof tussen informatie-armen en informatie-rijken. Armen
geraken moeilijk aan informatie. (kenniskloof is een gevolg van
de ongelijke nieuwsflow)
Mediagebruik doet de kenniskloof toenemen.
Als informatie toeneemt in een mpij, dan zijn er steeds mensen
die daar geen positieve invloed van ondergaan.
Communicatiewetenschap
2
Selectieve blootstelling
Informatiemaatschappij
Information overload
Privacy
Registration overload
Marshall McLuhan
Global village
The medium is the
message
Kenniskloof. Informatie-armen en –rijken zijn aan verschillende
media blootgesteld. Armen gebruiken andere media dan rijken.
Als beiden dezelfde media gebruiken, zullen ze andere selecties
maken.
Verwijst naar de rol en het belang van communicatie en van
media in het economische leven/ Basisgrondstof van het
economische en het sociale leven.
Door de grote hoeveelheid informatie wordt het nuttige over het
hoofd gezien.
Veel gegevens van een mensenleven worden opgeslagen, waarvan
men niet bewust is.
Specifiek soort stress als gevolg van de wetenschap dat men
constant in het oog gehouden wordt.
Informatiemaatschappij. “De media waarover men beschikt,
bepalen de manier waarop het brein omgaat met de informatie
(die in de media aangereikt wordt).”
MCLUHAN. (Een mpij of een mens kan veranderen door de
introductie van nieuwe media). TV: de wereld werd één dorp
waarin iedereen dezelfde beelden te zien krijgt, waardoor de
wereld niet langer dezelfde is. Het begrip van tijd en ruimte is
veranderd.
MCLUHAN. De belangrijkste boodschap van een medium is niet
zozeer wat er aan informatie wordt verspreid. De eigen aard van
het medium heeft een veel grotere impact.
Communicatiewetenschap
3
Download