Bergrede II

advertisement
Biddagpreek over Mt. 6,19-24 d.d. 10 maart 2010
Broers en zussen in Christus, jongens en meisjes, geachte gasten,
Zou ‘bidden voor eten en werk’ (dia 1) ook hetzelfde kunnen worden als
‘Gods zegen vragen over ons materialisme’? (klik) (Want ‘gewas en arbeid’,
jongens en meisjes, betekent gewoon ‘eten en werk’.)
Nou, zou ‘bidden voor eten en werk’ ook hetzelfde kunnen worden als ‘Gods
zegen vragen over ons materialisme’? (En ‘materialisme’, jongens en
meisjes, is dan dat je je spullen erg belangrijk vindt.)
Wij hebben het hartstikke goed. – OK, er is een recessie aan de gang, en dat
merken we best wel, vooral de ondernemers onder ons, sommigen zijn zelfs
failliet gegaan en dat valt niet mee. Maar niemand van ons heeft geen dak
meer boven zijn hoofd en heeft geen eten meer. Terwijl er wereldwijd
gezien zat mensen zijn die geen dak boven hun hoofd hebben en die
honger lijden. –
Dus: wij hebben het hartstikke goed. Nou, lopen we dan niet het risico dat
bidden voor eten en werk dan wordt: bidden of we straks toch vooral dat
nieuwe mobieltje kunnen kopen? En die wandvullende TV? En die splinternieuwe auto? En dat grotere huis? Bidden we dan niet eigenlijk: ‘Here Jezus,
geeft U me alstublieft meer en mooier en groter?’
En wat denk je dat Jezus zal zeggen van zo’n gebed? (klik) Jezus Die gezegd
heeft:
Jullie kunnen niet God dienen én de Mammon.
Zal Jezus dan niet zeggen: ‘O, ik mag jullie dus helpen om de Mammon [de
god van het geld was dat] te dienen zodat jullie Mij vergeten!’ En zou het
dan niet beter zijn als Hij dat gebed dan niet verhoorde?
En om het wat breder te trekken: Hoe vaak vragen we God eigenlijk om ons
te volgen in plaats dat we Hem vragen ons te helpen Hem te volgen? – Let
daar es op bij jezelf: ‘Wil ik nou Jezus volgen of heb ik m’n redenen om
Jezus niet te volgen en vraag ik Hem nou om zijn goedkeuring daarover?’
Het gaat vanavond over: Hoe sta je tegenover je spullen? Wat is jouw schat?
***
Kijk es even naar die uitspraak van Jezus in vs. 19:
Verzamel voor jezelf geen schatten op aarde; mot en roest vreten ze
weg en dieven breken in om ze te stelen.
En nou wil ik jullie vragen: ‘Wie van jullie heeft dat niet gedaan? Wie van
jullie heeft er geen schatten op aarde? (dia 2) Wie van jullie heeft er geen
spullen waar-die aan gehecht is? Wie van jullie heeft er geen
spaarrekening?’ Steek de vingers maar op...
pagina 1
Biddagpreek over Mt. 6,19-24 d.d. 10 maart 2010
Niemand! Misschien zeg je: ‘Dat is flauw. Het gaat er niet om of je spullen
hebt, maar het gaat erom hoe je er tegenover staat. Het gaat erom of je er
aan vastzit.’ (klik)
OK, dan vraag ik: ‘Wie van jullie zou zijn spullen zo weg kunnen geven? Zou
het tegoed op zijn spaarrekening zo kunnen overboeken naar Haïti? Zou zijn
huis zo kunnen verkopen en de opbrengst weggeven?’ Steek de vingers maar
op...
(Als er vingers geweest waren, was mijn) Volgende vraag (geweest):
‘Waarom doe je het dan niet?’ En misschien denk je dan/ had je dan
gedacht: ‘Je hoeft het niet te doen, maar het gaat erom of je het zou
kunnen doen.’
En als het gaat over onze welvaart zijn we er ook als de kippen bij om te
zeggen: ‘Ja, maar we mogen daar toch ook van genieten? God verbiedt het
toch niet om dingen te bezitten? (klik) God verbiedt het toch zelfs niet om
rijk te zijn? Kijk maar naar Abraham, kijk maar naar Job, kijk maar naar
Salomo!’
En weet je: zo bedenken we altijd weer onze evenwichtsconstructies. ‘Ja,
het is wel dit, maar het is ook dat’. ‘Nee, je mag geen schatten verzamelen
op aarde, maar het mag wel als je er niet aan vastzit’. Maar met die
evenwichtsconstructies ontkrachten we vaak de woorden van God en van
Jezus Zelf!
Want God en Jezus zijn niet zo van de evenwichtscontructies. (klik) Als de
Bergrede – daar zitten we in Mt. 6 nog steeds in – als de Bergrede ergens
niet uit bestaat, dan is het uit evenwichtsconstructies!
Even een paar voorbeelden:
1. Jezus zegt niet: ‘Nu Ik ben gekomen is de wet nog wel belangrijk, maar
het gaat nu natuurlijk om het evangelie.’ Nee, Jezus zegt (in Mt. 5,18):
‘Zolang de hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke tittel in de
wet van kracht.’ Dat is bepaald geen evenwichtsconstructie!
2. Jezus zegt niet: ‘Ik vind het minder erg als je iemand uitscheldt dan als
je iemand vermoordt’. Maar Hij zegt (in Mt. 5,22): ‘Wie ‘Dwaas!’ zegt,
zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan!’
3. Jezus zegt niet: ‘Naar een vrouw kijken is natuurlijk nog geen overspel
plegen’. Maar Hij zegt (in Mt. 5,28): ‘Iedereen die naar een vrouw kijkt
en haar begeert, heeft in zijn hart al overspel met haar gepleegd’. En
wat noemt-Ie dan de oplossing? Vs. 29: ‘Als je rechteroog je op de
verkeerde weg brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers
beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de
Gehenna geworpen wordt.’ En dan zegt-Ie er niet bij: ‘Wees maar niet
bang, dat bedoel Ik figuurlijk’!
pagina 2
Biddagpreek over Mt. 6,19-24 d.d. 10 maart 2010
4. Jezus zegt niet: ‘Je mag niet beginnen met slaan, maar als iemand je
slaat mag je terugslaan. Niet harder, maar wel net zo hard.’ Dat is wat
wij als ouders tegen onze kinderen zeggen. Maar Jezus zegt: ‘Wie je op
de rechterwang slaat, moet je ook de linkerwang toekeren’ (Mt. 5,39).
5. En Hij zegt dus niet: ‘Je mag wel schatten verzamelen op aarde, als je
er maar niet aan vastzit’, maar zegt: ‘Je mag geen schatten verzamelen
op aarde’. Punt.
Jezus doet dus niet aan evenwichtsconstructies. Je zou zelfs kunnen zeggen:
‘Jezus is niet genuanceerd, Hij is juist super radicaal.’ (klik) Maar het
vreemde is dat wij ‘genuanceerd’ iets positiefs vinden... Hoe zit dat?
Zou het kunnen zijn dat het belangrijk is om genuanceerd te zijn naar een
ander toe – dus hem niet meteen veroordelen, maar je in hem verplaatsen,
hem begrijpen en aanvaarden; denk ook maar aan wat Jezus een eindje
verderop, in Mt. 7, zegt over ‘de balk en de splinter’: Waarom zie je de
splinter in het oog van de ander wel maar de balk in je eigen oog niet? –
dus: zou het zo kunnen zijn dat het belangrijk is om genuanceerd te zijn
naar een ander toe, maar om radicaal te zijn naar jezelf toe? Om dwars
door alle mooie redeneringen die je zelf kunt ophangen om Jezus’ woorden
te ontkrachten heen te prikken?
***
‘Geen schatten verzamelen’ dus. Maar wij doen het toch. ‘Geen twee heren
dienen’. Maar wij proberen het toch. Waarom eigenlijk?
Zou dat kunnen zijn omdat ‘ons oog niet meer helder is’? Want daar krijgt
Jezus het over in het tussenstukje tussen wat-Ie zegt over ‘geen schatten
verzamelen op aarde’ en over ‘geen 2 heren dienen’. Daar zegt-Ie ineens:
22 Het oog is de lamp van het lichaam. Dus als je oog helder is, zal
heel je lichaam verlicht zijn. 23 Maar als je oog troebel is, zal er in
heel je lichaam duisternis zijn. Als het licht in jezelf verduisterd is,
hoe groot is dan die duisternis!
En misschien denk je als je dat hoort: ‘Waar gaat dat opeens over? Wat
heeft dat oog te maken met die schatten en met die heren?’
Nou, het antwoord is eigenlijk simpel: als je schatten verzamelt op aarde,
dan is er iets mis met je ogen (dia 3). Dan zijn je ogen ‘vertroebeld’. En dan
zie je niet goed meer. Dan heb je last van een bepaald soort blindheid. Of
beter nog: bijziendheid. Dan zie je alleen maar wat er dichtbij is, wat er
om je heen is, wat op aarde is. En dan denk je: ‘Ooo, dat wil ik hebben!’
Materialisme is dus een probleem van de ogen. En ik denk dat de reclamemakers dat heel goed weten. Vandaar dat ze ons overstelpen met kleurige,
hippe folders, met mooie mensen erin die er gelukkig uitzien, omdat ze dat
mobieltje hebben, die TV, die auto, dat huis.
pagina 3
Biddagpreek over Mt. 6,19-24 d.d. 10 maart 2010
En vandaar die eindeloze reclameblokken op TV. Elke keer weer hetzelfde.
Soms wel 5 keer per avond. Dat is omdat de reclamemakers wel weten:
materialisme is een probleem van de ogen.
Maar als je niet zo bijziend zou zijn, als je beter zou kunnen zien wat er
verder weg is, dan zou je wat er dichtbij is, geen blik meer waardig keuren
– laat staan ervoor leven!
Als je beter zou kunnen zien wat er in de hemel is, dan zou je wat op aarde
is totaal niet interessant meer vinden – laat staan ervoor leven.
Als je meer oog zou hebben voor de schatten van de hemel, dan zou je niet
zoveel belangstelling meer hebben voor de schatten op aarde.
En dus is de vraag, als je als christen last hebt van materialisme, als je als
christen aardse schatten verzamelt: Heb je wel door wat een Schat je hebt
in de hemel?
***
Dus: materialisme is een probleem van je ogen. Maar niet alleen van de
ogen. Het zit nog dieper. In je hart. (klik) Jezus zegt in vs. 21:
Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
Jezus bedoelt denk ik gewoon: ‘Als jij schatten verzameld hebt op aarde,
dan moet je erop rekenen dat je hart ook op aarde zal zijn, en niet bij Mij
in de hemel. Dan zul je als het erop aankomt kiezen voor je spullen i.p.v.
voor Mij’.
Dat is denk ik wat Jezus bedoelt. Maar we kunnen nog een stapje dieper
gaan. Wij mensen hebben allemaal een gat in ons hart. Dat komt omdat we
gemaakt zijn om een Schat in de hemel te hebben. Maar wat is er gebeurd?
We zijn die Schat kwijtgeraakt. En nu proberen we dat gat te vullen met
allerlei andere (aardse) schatten.
En dat helpt wel eventjes, maar op den duur komt de leegte toch weer
terug. En dan gaan we weer op zoek naar een andere (aardse) schat. En die
helpt dan wel weer eventjes, maar dat duurt niet lang. Want het is allemaal
surrogaat voor de Schat in de hemel, waar we voor gemaakt zijn...
En dan is het belangrijk dat we gaan zien dat het surrogaat is. En dat kan
alleen maar door deze ‘schatten’ te vergelijken met de Schat in de hemel
die we kwijtgeraakt zijn. – Die we kwijtgeraakt zijn, maar die we weer
terug kunnen krijgen! Dat is het Goede Nieuws van de Bijbel! – Maar
wat is die Schat?
Zingen: Ps. 49,3
***
pagina 4
Biddagpreek over Mt. 6,19-24 d.d. 10 maart 2010
Petrus zegt in 1 Pt. 1,4 over die Schat (dia 4):
Er wacht u, die door Gods kracht wordt beschermd omdat u gelooft,
in de hemel een onvergankelijke, ongerepte erfenis die nooit
verwelkt. U ziet de redding tegemoet, die aan het einde van
de tijd zeker geopenbaard zal worden.
Een ‘erfenis’ dus. Een onvergankelijke erfenis. D.w.z.: Die wordt niet
aangetast door mot en roest (klik), zoals Jezus zegt in Mt. 6,20. Die Schat
kan niet kapot.
Je kunt hem ook niet kwijtraken (klik). Dat kun je bv. lezen in Rom. 8,3839:
38 Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch
machten noch krachten, heden noch toekomst, 39 hoogte noch
diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen
scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in
Christus Jezus, onze Heer.
Niets kan jou scheiden van jouw Schat in de hemel. Je kunt Hem niet
kwijtraken. En wat is die Schat nou precies?
Nou, dan kun je denken aan de apostolische geloofsbelijdenis, de laatste 3
artikelen:
(klik) Vergeving van zonden,
opstanding van het vlees
en een eeuwig leven.
Je kunt ook denken aan:
de liefde van God (klik) die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus,
onze Heer (Rom. 8,39).
Maar je kunt nog beter denken aan: Jezus Christus Zelf. Jezus Christus Zelf
is onze Schat in de hemel. (klik)
En nou is de vraag: Als wij last hebben van materialisme, als onze spullen
te belangrijk voor ons zijn – hebben we dan al es goed naar Jezus Christus
gekeken? (dia 5)
Want als je dat doet, dan zul je zeggen: ‘Wat is al het andere vergeleken
met Hem klatergoud! Hoe heb ik me er ooit het hoofd door op hol kunnen
laten brengen?’
Laten we dat maar eens gaan doen: goed kijken naar onze Schat in de
hemel, Jezus Christus.
***
pagina 5
Biddagpreek over Mt. 6,19-24 d.d. 10 maart 2010
Hoe ging Jezus eigenlijk om met aardse schatten? (dia 5) Nou, om te
beginnen:
1. Hij gaf niet om bezit. (klik) Hij zei een keer tegen zijn leerlingen:
De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de
Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen. (Mt. 8,20)
2. Hij gaf niet om eten. (klik) We hebben de afgelopen maanden 3 keer
stilgestaan bij de verzoekingen van Jezus in de woestijn. En de 1e
verzoeking was met eten. Jezus had 40 dagen niet gegeten. Toen zei de
duivel tegen Hem: ‘Als je de Zoon van God bent, dan verander je die
stenen toch gewoon in broden?’ Maar Jezus gaf er niet aan toe. En later
zei-Die zelfs:
Mijn voedsel is: de wil doen van Hem die Mij gezonden heeft en zijn
werk voltooien (Joh. 4,34).
3. Hij gaf ook niet om kleding (klik). Toen-Die aan het kruis hing, had-Ie
geen kleren meer aan zijn lijf. Johannes vertelt daarover in hs. 19:
23 Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn
kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar zijn onderkleed
was in één stuk geweven, van boven tot beneden. 24 Ze zeiden tegen
elkaar: ‘Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het
hebben mag.’ Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Ze
verdeelden mijn kleren onder elkaar en wierpen het lot om mijn
gewaad.’ Dat is wat de soldaten deden.
Jezus gaf niks om aardse schatten. Maar het gaat zelfs nog verder: Hij heeft
zelfs zijn hemelse schatten weggegeven (dia 6)! Zijn goddelijke rijkdom,
zijn goddelijke macht, zijn goddelijke glorie – Hij heeft het allemaal
weggegeven.
Hij is zelfs de Schat in de hemel kwijtgeraakt, die Schat waarvan wij mogen
weten dat wij Hem nooit kwijt kunnen raken:
niets kan ons scheiden van de liefde van God
hebben we net gelezen in Rom. 8,39. Maar Jezus werd wel gescheiden van
de liefde van God. (klik) Toen-Die aan het kruis hing. En toen het pikdonker
werd, 3 uur lang. En toen-Die riep:
Mijn God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?
Jezus is zelfs de grootste Schat die er is kwijtgeraakt: God Zelf! En dat
overkwam Hem niet. Maar daar koos Hij voor! Terwille van ons.
Hij gaf niet om aardse schatten, Hij gaf zelfs niet om hemelse schatten –
weet je waarom? (klik) Omdat wij zijn schatten zijn! (klik) En dat terwijl wij
pagina 6
Biddagpreek over Mt. 6,19-24 d.d. 10 maart 2010
van onszelf de voorkeur geven aan surrogaat-schatten (klik): een mobieltje,
een plasma-TV, een nieuwe auto... Onbegrijpelijk! (klik)
***
Als je dat goed tot je door laat dringen – en dat lukt echt niet in één keer,
daar is het té onbegrijpelijk voor, dat moet je telkens weer tot je door
laten dringen, je leven lang! – als je dat goed tot je door laat dringen,
dan word je genezen van je bijziendheid. (dia 7) Dan staar je je niet blind
op de schatten om je heen, maar dan kijk je omhoog en dan zie je daar een
Schat waar die andere schatten niet aan kunnen tippen!
Dan word je ook genezen van je hartkwaal. (klik) Dan word je hart gevuld
met je Schat in de hemel, en dan heb je geen surrogaat-schatten meer
nodig.
Dan probeer je geen 2 heren meer te dienen. – Dat zal je ook niet lukken
trouwens, want ze eisen je allebei helemaal op: God èn het Geld. Je kunt
ze geen van tweeën een beetje dienen, maar het is bij allebei alles of niks.
– Dan probeer je geen 2 heren meer te dienen. Want dan heb je nog maar 1
Heer.
En als je beseft dat jij zwak, hulpeloos, zondig mens Jezus’ grootste schat
bent (dia 8), en dat Hij alles voor jou over heeft, dan worden zwakke,
hulpeloze, zondige mensen ook jouw grootste schatten (klik), en dan heb
jij ook alles voor hen over. Als je beseft hoe royaal Jezus is jegens jou, dan
word jij ook royaal jegens je medemensen.
En dan kun je het lied zingen waar de profeet Habakuk zijn boek mee
eindigt (hs. 3,17-19):
(klik) 17 Al zal de vijgenboom niet bloeien,
al zal de wijnstok niets voortbrengen,
al zal de oogst van de olijfboom tegenvallen,
al zal er geen koren op de akkers staan,
al zal er geen schaap meer in de kooien zijn
en geen rund meer binnen de omheining –
(klik) 18 toch zal ik juichen voor de HEER,
jubelen voor de God die mij redt.
19 God, de HEER, is mijn kracht,
hij maakt mijn voeten snel als hinden,
hij laat mij over mijn bergen gaan.
M.a.w.: Al heb ik niks meer, als ik God heb, als ik Jezus Christus heb, dan
heb ik alles wat ik nodig heb!
Amen.
pagina 7
Biddagpreek over Mt. 6,19-24 d.d. 10 maart 2010
Liturgie mi
1. Votum
2. Zegengroet
3. Zingen: Gz. 145 (piano? combo?)
4. Bidden
5. Lezen/ tekst: Mt. 6,19-24
6. Zingen: Ps. 49,1 (orgel)
7. Preek deel I
8. Zingen: Ps. 49,3 (orgel)
9. Preek deel II
10. Bidden (SB)
11. Zingen: Opw. 544 Meer dan rijkdom (piano? combo?)
12. Geloof belijden: 12 artikelen
13. Zingen: Ps. 73,10 (orgel)
14. Danken & bidden (door groep bidders)
15. Collecteren
16. Zingen: Gz. 34 Al zou de vijgenboom niet bloeien (orgel? piano?)
17. Zegen
pagina 8
Download