deel 1: conceptueel kader

advertisement
DEEL 1: CONCEPTUEEL KADER
HOOFDSTUK 1: ONTSTAAN EN ACHTERGRONDEN
INLEIDING
!! visie op mensen met een beperking laatste decennia gewijzigd.
3 paradigma's:
-individueel-theoretisch  accent op individuele tekorten, gekenmerkt door segregatie
-interactie-theoretisch  groeiende aandacht voor mogelijkheden van personen met een handicap
(toelating om een zo'n normaal mogelijk leven te leiden)
-maatschappij-theoretisch  personen met een handicap worden benaderd als burgers met gelijke
rechten en plichten (maatschappij maakt dit mogelijk door een beleid van gelijke kansen en inclusie)
!! in vele landen residentiele zorg sterk afgebouwd + vervangen door kleinschalige (te)huizen en door
ambulante ondersteuningsvormen voor kinderen die in een gezin wonen of voor volwassenen die
zelfstandig wonen.
Mensen met een beperking willen zoveel mogelijk zelfstandig zijn en zelf bepalen hoe ze hun leven
leiden (ook de dicht betrokken)
 aanleiding waarom trajectbegeleiding in bepaalde landen is ontstaan + aantal omschrijvingen
AFSTEMMING EN CONTINUITEIT
-In de VS (Case management) vanaf 1970 als reactie op de tekortkomingen van het toenmalige zorgen dienstverleningssysteem.
-Vergaande deninstitutionalisering leidde tot expansie van diensten.
Gevolg: stijgende kost, toenemende versnippering en overlap, gebrek aan continuïteit en coördinatie
en toenemende complexiteit van het geheel van diensten. (vooral probleem voor mensen met een
meervoudige beperkingen)
 strategie om de integratie van een versnipperd hulpverleningssystemen bewerkstelligen.
 als een manier om te komen tot een betere coördinatie van de hulp- en dienstverlening voor de
cliënt.
-"Case management is het stand brengen van een samenhangend pakket zorg rond een bepaalde,
meestal wat ingewikkelde hulpvraag."
"De case manager organiseert als het ware het hulpverleningsaanbod."
-Op cliëntniveau is trajectbegeleiding erop gericht de ondersteuning door verschillende personen
en/of verschillende diensten te combineren, op elkaar af te stemmen en te coördineren.
COMMUNITY CARE EN INCLUSIE
-In het Verenigd Koninkrijk is het ontstaan duidelijk ingebed in het streven naar integratie van
personen met een handicap.
-Eind de jaren '80  overgang bepleit van zorg in grootschalige publieke instituten naar een
cliëntgerichte dienstverlening in de samenleving.
-BEDOELING COMMUNITY CARE: diensten en ondersteuning aanbieden die ze nodig hebben om zo
zelfstandig mogelijk te leven in hun eigen huizen en in de gemeenschap.
-integratietendens staat centraal !
KERNGEDACHTE: personen met een handicap in de gewone samenleving moeten kunnen wonen,
naar school gaan, werken en vrije tijd besteden. (niet langer op afzonderlijke plaatsen, maar tussen
mensen zonder beperking = ruimtelijke integratie) + (maken gebruik van de gewone diensten in de
samenleving = functionele integratie) + ( kans om contacten te hebben met personen, deel te nemen
aan sociale activiteiten, .. = sociale integratie)
-Jaren '90: groeiende kritiek op het integratiestreven (in kleinschalige woongemeenschap kan er ook
nog een sterke instituutscultuur heersen)
 integratie heeft vooral tot fysiek-structurele veranderingen geleidt, MAAR nog steeds niet echt tot
echte sociale relaties
+ integratie steunt impliciet op het idee dat mensen met een hanndicap zicht moeten aanpassen aan
de algemene norm in onze samenleving. (meer inspanningen verwacht van de mensen met een
beperking om zich te integreren)
MENSEN MET EEN HANDICAP MOETEN NIET GEINTEGEERD WORDEN, MAAR ER GEWOON DEEL
MOETEN VAN UIT MAKEN!! -- start bij het accepteren en waarderen van diversiteit in onze
samenleving  community building (van O'Brien - 1998) (sociale inbedding en waardering om
mensen tot hun recht te laten komen en om inclusie te doen slagen) == gemeenschappen opbouwen
die competent zijn om mensen met een beperking als volwaardige leden te beschouwen
-inclusie: steunt op relaties waar mensen met en zonder handicap elkaar echt ontmoeten, als
gelijkwaardige partners met respect voor elkaars anders-zijn.
OM VOLWAARDIG TE KUNNEN PARTICIPEREN (aan onderwijs, gezinsleven, ...)
 BIJZONDERE ONDERSTEUNING NODIG!! == inclusie stelt de samenleving dan ook de opdracht om
de diverse leefsituaties van personen met een handicap dusdanig in te richten en aan te passen dat
ze waarde hebben ( Oliver & Barnes, 1998)
!! ondersteuning moet rekening houden aanwezige competenties en tegemoet komen aan
specifieke noden !!
-trajectbegeleiding vroeger als strategie om community care te realiseren, nu actueel beschouwd
worden als een hefboom tot inclusie
EMPOWERMENT EN ZELFBESCHIKKING
-vanaf de jaren '90 wordt trajectbegeleiding sterk gelinkt aan empowerment.
-mensen met een beperking vaak kwetsbaar en afhankelijk van anderen. -- ouders en hulpverleners
maken keuzes in hun plaats (met de beste bedoelingen en vanuit zekere overtuiging van wat goed is
voor hen) == MAAR niet altijd eigen wensen en prioriteiten van de persoon met een handicap
worden hier in acht genomen.
 cliënten worden hier in eerder passieve rol geplaatst (weinig mogelijkheid tot eigen keuzes
kenbaar te maken en om zelf beslissingen te nemen over hun toekomst)
-MAAR MET HET CONCEPT VAN EMPOWERMENT KIEST MEN RESOLUUT VOOR EEN ANDERE
OPSTELLING!!: -personen met een handicap en hun gezin worden niet langer beschouwd als passieve
en afhankelijke zorgconsumenten (erkenning van eigen krachten, bekwaamheid en
groeimogelijkheden en eigen invulling van het leven)
-tekortschieting niet zozeer door persoonlijke tekorten , maar tekorten in het sociale systeem
(onvoldoende kansen om mogelijkheden te ontplooien en/of te tonen)
-empowerment vaak op een drievoudig niveau:
VRAAGGESTUURDE ONDERSTEUNING
Hulp en ondersteuning worden bepaald door wat iemand kan, wil en nodig heeft en niet enkel door
wat diensten en/of voorzieningen willen en kunnen aanbieden.
 ondersteuningsparadigma aan de basis van deze omslag. (omvat verschillende principes)
-ondersteuning moet persoonsgericht zijn
-aard, intensiteit, duur
-aangeboden ondersteuning inclusief
-beroep doen op het sociale netwerk
 Bij vraaggestuurde ondersteuning  cliënt- of gebruikersperspectief centraal
 Wensen, keuzes en behoeften zijn sturend voor de inhoud en de modaliteiten van de
ondersteuning.
KWALITEIT VAN LEVEN
!! vormt belangrijke achtergrond van trajectbegeleiding.
!! kwaliteit van leven moet beteren.
Uit de kwaliteiit van leven-benadering  belangrijke principes afleiden.
Kwaliteit van leven is een multidimetioneel concept, dat bepaald wordt door individuele en
omgevingsfactoren.
!! vaak onderscheid tussen een objectieve, subjectieve en interactionele benadering.
-objectieve benadering: kwaliteit van leven wordt gelijkgesteld aan de som van een reeks objectieve
meetbare goede levensomstandigheden.
-subjectieve benadering: iemands levenskwaliteit moet begrepen worden in termen van subjectieve
gevoelens en ervaringen van welbevinden en tevredenheid over de eigen levenssituatie
-interactioneel perspectief: levenskwaliteit als optimaal beschouwd wanneer individuele behoeften
en wensen vervuld zijn.
Vooral subjectieve benadering van belang !!
BESLUIT
Verschillende achtergronden van belang:
-In Vlaanderen sterk gegroeid
-Vooral om vraaggestuurde en persoonsgerichte ondersteuning mogelijk te maken
- !!! men ervaart veel knelpunten ivm de realisatie van vraaggestuurde en persoonsgerichte
ondersteuning. -- strategieën zoeken
-Ontwikkeling van trajectbegeleiding in Vlaanderen sterk beïnvloed door de veranderde visie op
personen met een handicap en de daarmee samenhangende nieuwe tendensen in de hulpverlening.
 Trajectbegeleiding = strategie om die nieuwe tendensen in praktijk te brengen.
Download