Brachyfaal obstructief syndroom

advertisement
Brachyfaal obstructief syndroom correctie
Kortsnuitige hondenrassen hebben een erfelijke aanleg voor afwijkingen aan de
bovenste luchtwegen. Deze afwijkingen worden gemakshalve gegroepeerd onder de
noemer brachycefaal obstructief syndroom of kortweg BOS. Het syndroom omvat
volgende afwijkingen: vernauwing van de neusopeningen, een te lang zacht
gehemelte, een naar buiten klappen van de laryngeale luchtzakken en een inklappen
van het strottenhoofd. Vernauwing van de neusopening en een verlengd zacht
gehemelte zijn de primaire anatomische componenten van het syndroom. Eversie
van de laryngeale luchtzakken en inklappen van het strottenhoofd treden secundair
op. Rassen waarbij deze afwijkingen in hoog percentage voorkomen zijn: Shiz Tzu,
boxer, Engelse en Franse bulldog, Pekinees, mopshond, shar pei, chow chow en
Boston terriër. Het gaat om een progressieve aandoening die reeds op een leeftijd
van 2 – 4 jaar zijn eindstadium van dodelijke larynxcollaps kan bereiken. Vroegtijdige
diagnostiek en behandeling is daarom ten zeerste aangewezen.
Inleiding
Door de bewuste menselijke selectie naar eerder extreme uiterlijke kenmerken zijn er
verschillende anatomische fouten geslopen in de lichaamsbouw van kortsnuitige
honden. We denken dan vooral aan de Engelse en Franse bulldog, de Boston terriër,
de mopshond, de Pekinees, de boxer en de dog- en mastiffachtigen. De afwijkingen
komen voor op het niveau van de neus (te nauwe neusgaten), de keel (een te lang
zacht gehemelte) en het strottenhoofd (het uitpuilen van de laryngeale luchtzakken
en het inklappen van het strottenhoofd). Deze aandoeningen worden hieronder in het
kort besproken.
De ademhaling
De ademhaling heeft als eerste doel lucht in de longen te brengen om het bloed van
de noodzakelijke zuurstof te voorzien. Daarnaast gebruiken honden hun ademhaling
ook om overtollige warmte kwijt te raken. Tijdens het hijgen zal speeksel op de tong
verdampen in de in- en uitgeademde lucht zodat het lichaam afkoelt. Wanneer nu de
ademhaling reeds moeizaam verloopt, is het te begrijpen dat de extra inspanning die
door het hijgen wordt gevergd er teveel aan is. Dit verklaart waarom de meeste
problemen zich voordoen in perioden met warm weer.
Hindernissen
Vele bulldoggen hebben een onvoldoende stevig kraakbeenskelet van de neusgaten.
Hierdoor zullen de neusvleugels inklappen. Zo ontstaat dan de te nauwe opening van
de neusgaten, met de typische snotterende ademhaling. Hierdoor moeten
kortsnuitigen soms echt moeite doen om lucht door hun neusgaten naar binnen te
zuigen. Vaak wordt erg snel overgeschakeld op open mond ademen.
Een tweede barrière bevindt zich achterin de keel en wordt gevormd door het zachte
gehemelte (de huig). Deze structuur dient normaal om de slokdarm af te sluiten
tijdens de ademhaling en gaat enkel open bij het slikken. Kortsnuitige honden
hebben echter een te lang zacht gehemelte, dat nu niet enkel de slokdarm, maar ook
de luchtpijp gedeeltelijk afsluit. Dit is hoorbaar (vooral tijdens de slaap, omdat de
spieren dan verslappen) als een opvallend snurkend geluid.
Doordat kortsnuitigen een extra inspanning dienen te leveren tijdens het inademen
om deze barrières te overwinnen zal er een negatieve druk ontstaan in de bovenste
luchtwegen. Deze afwijkende onderdruk zorgt voor zwelling en ontsteking van het
slijmvlies waardoor het probleem nog verergert.
De negatieve druk kan ervoor zorgen dat twee kleine zakvormige structuurtjes
bovenaan in het strottenhoofd (de laryngeale luchtzakken) binnenste buiten keren.
Hierdoor wordt de doorgang naar de luchtpijp verder belemmerd.
Wanneer een patiënt langere tijd met deze luchtwegproblemen rondloopt zal, door de
afwijkende negatieve druk, de kraakbeenstructuur waaruit het strottenhoofd is
opgebouwd zijn stevigheid verliezen. Hierdoor klapt het strottenhoofd in elkaar en
kan er praktisch geen lucht meer passeren.
Klinische symptomen
De voor de eigenaar meest opvallende afwijking is een luidruchtige en bemoeilijkte
ademhaling. Patiënten met een te lang zacht gehemelte vertonen zowel bij
inademing als bij uitademing een bijgeluid, onafhankelijk van het openen of sluiten
van de mond. Sommige patiënten worden aangeboden voor frequent kokhalzen of
het opbraken van slijmen. Aangetaste honden kunnen slikmoeilijkheden hebben,
rusteloos slapen en zelfs bewusteloosheid ten gevolge van zuurstoftekort in de
hersenen komt voor. Patiënten met ingeklapt strottenhoofd hebben een ademhaling
gekenmerkt door het naar achteren opspannen van de mondhoeken, ademen met
open mond of continu hijgen, openspreiden van de voorpoten en uitgesproken
opspannen van de buikspieren.
Behandeling
Bij patiënten met minimale klachten, kan worden gedacht aan het vermijden van de
uitlokkende factoren (inspanning, opwinding). Vermageren is een noodzaak door zijn
invloed op de lichaamstemperatuur en de inspanningstolerantie van het dier.
Een medicamenteuze behandeling is enkel aangewezen bij spoedpatiënten om op
korte termijn het acute respiratoire ongemak te verlichten. Het afkoelen van de
patiënt naast het toedienen van kalmeermiddelen, ontstekingsremmers en zuurstof
kunnen levensreddend zijn. Op langere termijn kan medicatie de degeneratieve
veranderingen echter niet tegenhouden.
Een echte behandeling is enkel mogelijk door het uitvoeren van een chirurgische
correctie. Hierbij kunnen indien nodig zowel de neusopeningen, het zachte
gehemelte als de luchtzakken in één sessie worden gecorrigeerd. De neusgaten
worden wijder gemaakt door een hoeveelheid kraakbeen uit de neus te verwijderen.
Het zachte gehemelte wordt zorgvuldig ingekort en de naar buiten geklapte
luchtzakken worden weggesneden. Het chirurgisch herstellen van een ingeklapt
strottenhoofd leidt helaas niet tot bevredigende resultaten. Het maken van een
permanente opening in de luchtpijp (tracheostomie) kan mogelijks een oplossing
bieden.
Tijdens de ingreep dient de nodige aandacht te worden geschonken aan het
verdovingsrisico. Ook het wakker worden verdient de nodige aandacht.
Zuurstoftoediening is aangewezen en de dierenarts dient uitgerust te zijn om een
spoed tracheostomie uit te voeren.
Prognose
Zonder operatieve correctie is het vooruitzicht slecht omwille van het progressieve
verloop wat leidt tot de dodelijke larynxcollaps. Wanneer stenotische neusopeningen
de enige afwijkingen zijn is de prognose na chirurgische correctie uitstekend.
Wanneer deze afwijking in combinatie met andere van het BOS optreedt, zullen de
meeste patiënten een duidelijk verminderde inspiratoire inspanning vertonen en een
betere inspanningstolerantie hebben wanneer deze afwijkingen chirurgisch worden
gecorrigeerd.
Download