Hoofdstuk 4 Voortplanting van licht Propagatie van licht in materie (1) • In homogeen medium: Vervang e0 door e. • Fasesnelheid: • Met: c v n brekingsindex c e e n v e 0 0 e0 • Demo reflectie en refractie Propagatie van licht in materie (2) Buigingswet van Snellius: ni sin i nt sin t r i ni nt i r t Propagatie van licht in materie (3) • Snellius afleiden met: • Verstrooiing aan atomen. • Principe van Fermat. • Theorie electromagnetische golven. Tijd (Dt) die punt A erover doet om in C te komen moet gelijk zijn aan de tijd die punt B erover doet om in D te komen. sin i sin r 1 AD BD AC Tijd (Dt) die punt A erover doet om in C te komen moet gelijk zijn aan de tijd die punt B erover doet om in D te komen. sin i sin r 1 AD BD AC sin i sin r vi Dt v r Dt Tijd (Dt) die punt A erover doet om in C te komen moet gelijk zijn aan de tijd die punt B erover doet om in D te komen. sin i sin r 1 AD BD AC sin i sin r vi Dt v r Dt vi vr i r Tijd (Dt)die punt A erover doet om in E te komen moet gelijk zijn aan de tijd die punt B erover doet om in D te komen. sin i sin t 1 AD BD AE Tijd (Dt)die punt A erover doet om in E te komen moet gelijk zijn aan de tijd die punt B erover doet om in D te komen. sin i sin t 1 AD BD AE sin i sin t vi Dt vt Dt Tijd (Dt) die punt A erover doet om in E te komen moet gelijk zijn aan de tijd die punt B erover doet om in D te komen. sin i sin t 1 AD BD AE sin i sin t c c Dt Dt ni nt Breking aan een oppervlak: Tijd (Dt) die punt A erover doet om in E te komen moet gelijk zijn aan de tijd die punt B erover doet om in D te komen. sin i sin t 1 AD BD AE sin i sin t c c Dt Dt ni nt ni sin i nt sin t (Snellius) ni Stralen Een straal is een lijn in de ruimte die de richting van de energiestroom aangeeft. i r nt Een straal staat loodrecht op de golffronten. t 2e deel van de reflectiewet van Snellius: De invallende, de gereflecteerde en de gerefracteerde stralen liggen in één vlak, het invalsvlak De invallende, gereflecteerde en gebroken bundels in het invalsvlak. De bundels worden hier aangeduid als stralen. ni=1 lucht glas nt=1.5 Lucht naar glas (‘optisch dun’ naar ‘optisch dik’): breking naar de normaal toe. Externe reflectie. ni=1 lucht Glas naar lucht (‘optisch dik’ naar ‘optisch dun’): breking van de normaal af. Interne reflectie. glas nt=1.5 Golffronten en stralenbundels Vlakke golf: Sferische golf: Willekeurig golffront: (verstoring, aberratie) Principe van Huygens Ieder punt op een golffront kan beschouwd worden als een puntbron die een secondaire sferische golf uitzendt. De sferische golven vormen een nieuw golffront in de voorwaartse richting Een (sferisch) golffront (aangeduid door ‘S’) wordt vervormd t.g.v. propagatie door een glas Stralen verbinden corresponderende punten en staan loodrecht op de golffronten. Een straal loopt parallel aan de propagatievector, k (alleen bij homogene, isotrope media) De propagatietijd tussen twee corresponderende punten op ieder opvolgend golffront is gelijk: Dt SA Dt SB Dt AA' Dt BB' Dt A' A" Dt B 'B" Principe van Fermat Licht dat zich voortplant van een bepaald punt P naar een ander punt S zal dat doen zodanig dat de optische weglengte een stationaire waarde heeft (meestal is dit de minimale waarde). P S Fermat toepassen op reflectie / refractie: a n^ P b S1 a2 P n^ h1 i h1 h2 r i ni x1 a1 O1 ni x2 O2 nt nt h3 t S2 2 2 t1 ( x1 ) ni PO1 ni O1S1 ni h1 x1 2 12 ni h2 a1 x1 nt h3 a2 x2 t 2 ( x2 ) ni PO2 nt O2 S 2 ni h1 x2 2 12 2 2 2 12 2 12 Fermat toepassen op reflectie / refractie: a n^ P b S1 a2 P n^ h1 dt1, 2 dx1, 2 0 i r h1 h2 i ni x1 a1 O1 ni x2 O2 nt nt h3 t S2 i r ni sin i nt sin t 2 2 t1 ( x1 ) ni PO1 ni O1S1 ni h1 x1 2 12 ni h2 a1 x1 nt h3 a2 x2 t 2 ( x2 ) ni PO2 nt O2 S 2 ni h1 x2 2 12 2 2 2 12 2 12 Toepassen wetten van Maxwell Electrisch en Magnetisch veld continue aan oppervlak E loodrecht op invalsvlak Notatie : Es of E s: ‘Senkrecht’ E en H =B/ moeten continue zijn op het grensvlak: Ei Er Et Bi i cos i Br i cos r Bt t cos t Hecht, Fig. 4.37 E parallel aan het invalsvlak Notatie : E p of E|| p: ‘parallel’ Op het grensvlak geldt: Ei cos i Er cos r Et cos t Bi i Br r Bt t Hecht, Fig. 4.38 Fresnelvergelijkingen E0 r ni cos i nt cos t sin i t r sin i t E0i ni cos i nt cos t E0t 2ni cos i 2 sin t cos i t sin i t E0i ni cos i nt cos t E n cos i ni cos t tan i t r|| 0 r t E0i || ni cos t nt cos i tan i t E0 t 2ni cos i 2 sin t cos i t|| E0i || ni cos t nt cos i sin i t cos i t Reflectie Twee gevallen: 1e Externe reflectie: ni<nt ni nt nt 2e Interne reflectie: ni>nt ni 1e Externe reflectie: ni<nt Fasehoek Reflectie E loodrecht E parallel Brewsterof polarisatiehoek (p) 2e Interne reflectie: ni>nt Fasehoek Reflectie Totale interne reflectie E loodrecht Brewster- of polarisatiehoek E parallel Kritische hoek Totale interne reflectie Treedt op wanneer de invalshoek groter is dan de kritische hoek: nt sin i sin t ni nt nt 1 sin c ni ni Bijvoorbeeld glas-lucht overgang: t 90 nt 1 0.67 ni 1.5 nt c arcsin 41.8 ni Interne reflectie Totale interne reflectie Glas-lucht overgang Totale interne reflectie, Oppervlaktegolf, Evanescente veld Een oppervlaktegolf verschijnt bij de kritische hoek. De amplitude neemt exponentieel af in loodrechte richting: evanescente veld.