KRIMP ALS KANS KIJKEN NAAR KRIMP GEMEENTEN KRIMP ALS KANS “Kijken naar Krimp” - Gemeenten - Datum: Auteur: Interviewers: februari/ maart 2009 Parkstad Limburg D. Machino – gemeente Landgraaf P.P. Heijnsdijk – gemeente Landgraaf 1 Interview 1| mei 2008 Een groot deel van de woningvoorraad in onze gemeente is beschermd stads- en dorpsgezicht. Dit zijn gebieden met een bijzonder, historisch karakter. Een vitaal voortbestaan van deze gebieden en hun bijzondere karakter wordt ondersteund met een ruimtelijk beleid. Marktontwikkelingen Wij zijn in onze gemeente al geruime tijd bezig met verschillende herstructureringsprojecten. Zo zijn er masterplannen ontwikkeld, waarin verschillende partijen gezamenlijk miljoenen investeren. De bevolkingskrimp is geaccepteerd en de gemeente ziet dit plan als een herkansing voor fouten in het vorige woningbouwprogramma. Volgens de gemeente is de ambitie voor dit plan reëel. Het plan is helemaal doorgerekend op alle gebieden. De wijken worden in dit plan betrokken omdat de verhuurbaarheid van de woningen in dit gebied het slechts is. Het gaat hier met name om portiek etage flats. Het aantal terug te bouwen woningen is beduidend minder dan het huidige aantal. Na de herstructurering zal de woningvoorraad met meer dan 100 woningen gedaald zijn. Op de locaties waar woningen gesloopt worden, wordt verdund teruggebouwd of worden voorzieningen geplaatst. Indien de vraag naar woningen in het centrum daalt, worden de oude portieketage woningen aan de randen van de stad gesloopt, zodat de vraag in het centrum zal stijgen. Het type woningen dat wordt teruggebouwd, wordt bepaald door de vraag. Ook de variatie in het woningaanbod speelt een rol, zo wordt er meer koop aangebracht in huurwijken en andersom. Indien koopwoningen niet verkocht worden, worden deze tijdelijk ondergebracht in de huursector. Om op de krimp in te spelen richt het plan zich ook op de ‘Silver Economy’. Zo zal de supermarkt in het centrum in de diverse behoeften van klanten voorzien, sponsort de sociale ondernemer de voetbalclub en betrekt de bewoners van de wijk in zijn winkel. De focus van de gemeente ligt op zorg. De woningen worden aangepast aan de vraag van ouderen met alle bijbehorende (gemaks)diensten. 2 Deze woningen zijn niet alleen aantrekkelijk voor ouderen, ook jongeren met weinig tijd en veel geld zijn geïnteresseerd in deze vorm van verzorgd wonen. Er wordt verwacht dat er werknemers uit andere landen de gaten in de zorg komen opvullen. Deze werknemers hebben relatief lage inkomens en behoefte aan goedkopere woningen, zoals de portiek etageflats net buiten het centrum. Om deze mensen in de toekomst te kunnen huisvesten, worden niet alle portiek etage flats gesloopt. Financiën De gemeente heeft afspraken met de corporaties over de investeringen in het project. De corporaties investeren het meest in de projecten in het kader van leefbaarheid. De gemeente heeft in dit plan een financieel tekort miljoenen. Er wordt verwacht dat dit tekort opgelost kan worden door de subsidie van de wijkenaanpak. Er wordt gekozen voor herbouw omdat de waarde van de grond behouden moet blijven. Leegstand vraagt om investeringen terwijl er geen inkomsten binnen komen. De meeste woningen zijn afgeschreven en hebben geen boekwaarde, waardoor sloop relatief goedkoop is. De gemeente heeft een reserve voor de financiering van herstructureringsprojecten. Deze reserve is ontstaan nadat er 1000 woningen aan de corporatie zijn verkocht. Het geld wordt gereserveerd voor onrendabele projecten en maatschappelijke voorzieningen. De corporatie eist wel medezeggenschap over de bestedingen van dit fonds. Daarnaast ontwikkelt de corporatie de brede school. Deze zal ook worden beheerd en geëxploiteerd door de corporatie. Verschillende verenigingen worden samen geplaatst in een gemeenschapshuis, welke ook door de corporatie wordt gebouwd, beheerd en geëxploiteerd. De partijen zien dit als investeren in de wijk, de corporatie behoudt haar geld in de vorm van onroerend goed. De zogenaamde onrendabele top wordt gefinancierd door de subsidies uit de wijkaanpak. Het groen, de bomen en openbare ruimten worden aangepakt door ISV-subsidies. Invulling Met het masterplan wordt beoogd dat bedrijven en organisaties verhuizen naar het centrum. Locaties in de aanloopzone die leeg komen te staan, worden gevuld met bedrijven die in deze aanloopzone gewenst zijn. Momenteel worden er nog geen verplaatsingssubsidies vergeven. Indien de aanloopzones niet gevuld worden, kan de gemeente subsidies ontwikkelen of de doelgroep aanpassen. Relaties De relatie met de woningcorporatie is een belangrijke succesfactor. Ook de mogelijkheden en inzet die een corporatie biedt zijn belangrijk in het proces. Daarnaast geldt de communicatie tussen de partijen en tijdens de processen als een belangrijke succesfactor. De gemeente werkt samen met verschillende corporaties. Enkele zijn meer meewerkend en vooruitstrevend dan anderen. Zo speelt één corporatie een grote rol bij het plan, omdat deze de grootste belangen binnen het gebied heeft en de meeste investeringspotentie. Andere corporaties leveren kleinere bijdragen of werken op andere manieren mee. Bijvoorbeeld door grond te schenken aan de gemeente, zodat andere corporaties hierin kunnen investeren. De corporatie gaat zich behalve met de huurwoningen ook bezig houden met de startende kopers. Bij deze starters gaat de corporatie bemiddelen bij de koop en bijdragen in de vorm van een starterslening. Indien woningen niet worden verkocht, kunnen deze ook worden ingezet voor de starters Samenwerking en afstemming van gemeenten De afstemming met buurgemeenten wordt niet gezien als belangrijke variabele. Regionale afstemming is voldoende. De gemeente ziet de hogere overheden als de grootste bedreiging. Minister Vogelaar wil ervoor zorgen dat de corporatie investeert in leefbaarheid. Ze zal op verschillende manieren ingrijpen, terwijl de gemeente en de samenwerkende corporaties grootse plannen hebben voor het gebied. 3 Een voorstel vanuit de gemeente is het instellen van een bureau binnen Parkstad. Deze organisatie moet bestaan uit professionals welke bekend zijn met de problematiek in Parkstad. Gemeenten kunnen deze inhuren voor lage tarieven. De projectkennis kan zo uitgewisseld worden zodat er een optimale samenwerking ontstaat. Het allerbelangrijkste wat er moet gebeuren vind de gemeente dat er aandacht besteed moet worden aan de 40 wijken. Het Rijk moet terughoudender zijn op het gebied van herstructurering. De specialisten in dit gebied weten hoe iets aangepakt moet worden, niet een onbekende van het gebied. Indien er door het Rijk geconstateerd wordt dat er geen prestatieafspraken zijn, kan er altijd nog ingegrepen worden. Wat er volgens de gemeente zeker niet moet gebeuren is, dat er meer interventies door het Rijk gedaan worden. Er moet gedereguleerd worden, ook vanuit Brussel. Veel regels moeten worden afgeschaft en waar geen duidelijkheid is, moet deze gecreëerd worden. 4 Marktontwikkelingen De gemeente geeft aan dat er zo’n 2000 woningen gesloopt moeten worden de komende 5 tot 7 jaar, dit is exclusief de nog te bouwen aantallen. Dit betekent dat één op de vijf woningen gesloopt moet worden, de vraag is hoe dit aangepakt gaat worden. Moet een heel stadsdeel gesloopt worden, of plukjes in de wijk? Er moet worden bepaald welke gebieden interessant zijn om uit te breiden. Ook moet er worden bepaald waar voorzieningen geplaatst worden. Interview 2| mei 2008 De gemeente geeft aan dat zij moeite hebben met de particuliere gestapelde woningbouw. Dit is gestapeld individueel woningbezit. Deze locaties worden gezien als de toekomstige probleemwijken. In de toekomstige probleemwijken moeten collectieve voorzieningen individuele panden opkopen. Woningcorporaties moeten woningen terugkopen die zij in het verleden verkocht hebben. De tussenwoning met kelder zal als eerste uit markt gaan. Er zijn wijken waar dit soort woningen veel voorkomen, ook deze wijken worden toekomstige probleemwijken. De woningen die niet voldoen aan de kwaliteitseisen zullen niet meer verkocht worden. De gemeente moet waken dat deze wijken niet veranderen in probleemwijken. Er moet beleid worden gemaakt waar en wanneer er ingegrepen moet worden. Indien de tekenen zichtbaar worden is het te laat. Tevens moet gedefinieerd worden waar grootschalig ingegrepen moet worden, zodat er druk op de markt gecreëerd wordt. Ook zou er meer werkgelegenheid gecreëerd moeten worden, bijvoorbeeld in de toeristische sector. Plannen moeten flexibel zijn, de woningen moeten aantrekkelijk zijn, er moet geëxperimenteerd worden in architectuur en de kwaliteit moet verbeteren. Financiën De exploitatie moet in de beginfase buiten beschouwing worden gelaten, om te voorkomen dat iedereen zich focust op de financiële opgave. Met name de kwaliteit is belangrijk bij deze projecten. Bij de kostenverdeling wordt gekeken naar de corebusiness van de partijen. Zo neemt de gemeente de infrastructuur voor haar rekening en de corporatie de sloop. Kosten die niet ondergebracht kunnen worden bij een partij, worden gedeeld. 5 Subsidies die worden binnengehaald, worden opgenomen in de exploitatie van de gemeente. De opbrengsten van woningverkoop zijn voor de corporatie. De financiering van een cultuurcluster wordt gerealiseerd in een bouwteamverband. Positieve resultaten die voortvloeien uit realisatie van de projecten worden teruggebracht naar de wijk. Tekorten worden verrekend door de partij die deze in haar de corebusiness heeft. De cijfers zijn niet belangrijk, de intentie en samenwerking zijn belangrijk om een project te kunnen realiseren. Soms moeten woningen worden gesloopt terwijl deze niet afgeschreven zijn. Inspelen op de krimp betekent vaak groen terugbrengen en dat vraagt om hoge investeringen. Om dit te kunnen realiseren moet er een sloopfonds in het leven geroepen worden. Voor elke woning die gebouwd wordt, moet een bijdrage in het fonds worden voldaan. In sommige delen van de gemeente zou voor elke woning die gebouwd wordt, 2 tot 3 woningen moeten worden gesloopt. De kennis dat er gesloopt moet worden is voorhanden, toch gebeurt het niet omdat de kosten te hoog worden. Indien de gemeente een zak met geld zou krijgen, zou dit geïnvesteerd worden in openbare ruimte. Ook zouden alle verplichtingen uit het verleden afgekocht worden; bouwplannen, overeenkomsten winstverwachtingen. Invulling In bepaalde delen van de stad is behoefte aan een cultuurcluster, dat kan in een brede schoolconcept. Om dit te realiseren is een raamovereenkomst opgesteld waarin het gehele programma is vastgelegd. Bij sommige projecten wordt de 2e fase niet afgerond, wat zorgt voor halve bouwplannen. De vraag is of de gemeente moet ingrijpen bij deze situaties. Een belangrijk aandachtspunt is dat de gemeente niet vooraf de infrastructuur gaat aanleggen. Een fase moet afgerond worden, waarna er verder gekeken moet worden. 6 Relaties De bereidheid tot investeren van corporaties is belangrijk. Om de samenwerking te verbeteren moeten prestatieafspraken gemaakt worden met de corporaties. In deze afspraken moet worden opgenomen dat de corporaties gaan meewerken aan de sloopopgave en de herstructureringsopgave. De corporatie moet fors bijdragen in de verbetering van de woon- en leefomgeving. Ook de samenwerking tussen corporaties is belangrijk. Men moet strategisch omgaan met het voorraadbeheer; slopen, terugbouwen en renoveren moeten in balans zijn. In een wijkactieplan worden veel aandachtsgebieden meegenomen. Corporaties werken hier aan mee, hun focus ligt op wonen, maar zij investeren ook in maatschappelijke voorzieningen. Samenwerking en afstemming van gemeenten De gemeente vraagt zich af op welk schaalniveau er geopereerd moet worden. Waar moet worden gesloopt? Op Parkstad niveau of lokaal? De goedkoopste woningen staan in Kerkrade, moet daar dan gesloopt worden? De gemeente moet bepalen wat er met een stadsdeel moet gebeuren. Indien gemeenten en Parkstad niet ingrijpen zal de individuele woningeigenaar de rekening gepresenteerd krijgen. Ingrijpen kan door terug te gaan naar het klassieke volkshuisvestingsbeleid, hier heeft de overheid een sturende rol. Er moet een strategische alliantie georganiseerd worden, waarbij medewerkers van het ministerie en Parkstad hun kennis vergeven. Marktontwikkelingen De gemeente geeft aan dat hier een groot aanbod in het laagste woningsegment bestaat. Hier is de lange leegstand en leefbaarheidproblemen in bepaalde wijken kenmerkend voor de markt is. Er wordt aangegeven dat, indien men op de juiste plaatsen ontwikkelt, de vraag naar het duurdere segment wel aanwezig is. Interview 3| mei 2008 In de gemeente zijn in het verleden veel plannen gemaakt en deels opgenomen in de Regionale Woonvisie. Een aantal van deze plannen zijn destijds aangemerkt als spoed, zodat deze op korte termijn uitgevoerd zouden worden. Momenteel is slechts één van deze plannen in uitvoering, omdat de vraag onbepaald is. De plannen worden aangepast en uitgesteld, met als gevolg langlopende juridische procedures. De gemeente geeft aan dat de woningbouwprogrammering niet reëel is. Toch moet er gebouwd worden om projecten te kunnen financieren. De gemeente geeft aan dat er sprake is van een varkenscyclus. Deze cyclus is een verschijnsel in de economie, waarbij overschotten en tekorten van, in dit geval de woningmarkt, elkaar afwisselen doordat aanbieders massaal reageren op de vraag. Tegen de tijd dat de woningen ontwikkeld zijn, overtreft het aanbod de vraag en zijn de prijzen alweer omgeslagen. Deze cyclus wordt veroorzaakt doordat er enige tijd verloopt tussen het moment waarop tot een bepaalde investering wordt besloten en het moment waarop de investering het aanbod gaat beïnvloeden. Binnen de gemeente komen veel klachten over leegstand in de buurt. Hier kan de gemeente echter niets aan doen. Leegstand laten opkopen door ontwikkelaars is een optie, wel moet er rekening gehouden worden dat de vraagprijzen dan weer stijgen omdat de vraag stijgt. Uiteindelijk gelooft de gemeente wel dat de betere woningen verkocht worden, mits de prijs verlaagd wordt. De panden uit het lagere segment zorgen voor leefbaarheidproblemen in de buurt. Deze problemen vragen om een integrale aanpak. In de toekomst moet er niet altijd gebouwd worden. Er moet intern overlegd worden over de huisvestingsbehoeften van derden. Zo kan in een leegstaande school een aantal startende ondernemers, een vereniging of andere organisatie gehuisvest worden. De krimp biedt kansen, maar heeft veel indirecte gevolgen. Er ontstaan veel lege ruimten en welke invulling moeten deze krijgen? 7 Financiën De grootste faalfactor binnen de herstructurering zijn de financiële middelen. Daarnaast hebben marktontwikkelingen grote invloed op de projecten. Zo werd de programmering in het verleden bepaald door middel van wachtlijsten, deze zijn er echter niet meer. Ook de Ruimtelijke Ordeningsprocedures en juridische procedures hebben invloed. Door de veranderende vraag, moeten de plannen vaker aangepast worden, wat veel tijd kost. Mensen die hun huis wel verkocht krijgen en een optie hebben op te verwachten nieuwbouw, moeten te lang wachten en gaan op zoek naar een alternatieve woning. Daarnaast worden de juridische procedures steeds complexer. De gemeente geeft aan dat financiële middelen nodig zijn om de problematiek aan te pakken. Deze financiering moet komen van het rijk, daar de gemeente en corporaties over onvoldoende financiële middelen beschikken. De projectontwikkelaar zou geld kunnen inbrengen in een sloopfonds of herstructureringsfonds, waarin een bijdrage wordt geleverd voor wijkvoorzieningen. Dit is echter nu nog niet het geval, maar zou in de toekomst gerealiseerd kunnen worden. De gemeente gelooft niet in het begrip onrendabele top, dit is slechts een rekensystematiek. Er wordt verwezen naar de marktwaarde van de panden. Financiële middelen lossen niet alles op. Doordat de kosten ontzettend hoog zijn, zal elke financiële bijdrage te laag zijn. Er moet een andere manier van denken ontwikkeld worden, om de projecten te bekostigen. Ook de corporaties geven aan financiële middelen nodig te hebben. Tevens vragen zij om een ontwikkelingsmaatschappij, helaas is dit niet meer dan een initiatief. 8 Procedures Belangrijke succesfactors zijn procedures en regelgeving. Gemiddeld duurt het zeven jaar voordat een project van de grond komt. De woningmarkt komt stil te liggen, wat een negatief effect heeft op de markt. Een stap in de goede richting is het nieuwe intrekkingbeleid. Hiermee kunnen gemeente bouwvergunningen van plannen intrekken waardoor er handvaten gecreëerd worden om de bouw aan te pakken. Gevolg is dat de ontwikkelaar de gronden terug wil verkopen voor een hoge prijs of wilt ruilen voor een andere locatie. Een compensatieplan kan dit oplossen. Dit heeft echter wel financiële gevolgen voor de gemeente, omdat de opbrengsten uit grondexploitatie begroot worden, waarna ze gespendeerd worden. Indien er gronden geruild worden, zal de gemeente niet over de financiële opbrengst van een locatie beschikken, terwijl deze niet ontvangen opbrengst wel uitgegeven is. Relaties In de meeste gevallen zijn de corporaties en gemeenten de actoren in de lokale markt. Met de corporaties is een intentieovereenkomst afgesloten, waarin herstructureringslocaties aangewezen worden en waarin vermeld staat hoe hier samengewerkt moet worden. De gemeente heeft bij deze overeenkomst het groen overgedragen, samen met een ISV-subsidie van € 2500. Er werd destijds vanuit de gemeente voorgesteld om de corporaties samen te voegen, waarbij alle gronden en gebouwen ingebracht zouden worden. Op deze manier zou er een optimaal samenwerkingsverband ontstaan tussen corporaties en gemeenten en zouden financieel onrendabele investeringen gecompenseerd kunnen worden door de rendabele projecten. De corporaties willen echter niet meewerken aan deze samenvoeging. In enkele projecten heeft de gemeente grond verkocht aan de corporaties, waar woningen gerealiseerd mochten worden. Het doel van deze projecten is kostendekkende grondrealisatie, waarbij de gemeente een bijdrage levert. De corporaties kennen veel risico’s met betrekking tot de afzetbaarheid van de woningen. Bij projecten komt het voor dat de huurwoningen verhuurd worden, maar de koopwoningen die gerealiseerd worden om de onrendabele top te drukken, worden niet verkocht. Doordat de corporaties een belangrijke rol spelen in de herstructureringsproblematiek, wenst de gemeente een goede samenwerking. De gemeente vraagt om een helder beeld van de financiële status van de corporaties en de kosten die zij moeten maken bij projecten. Indien hier duidelijkheid over bestaat kan de gemeente haar rol bepalen in het geheel. Corporaties zijn echter schuw in het blootgeven van deze gegevens. Wanneer corporaties slopen ontstaan er contingenten. De corporaties willen blijven bouwen omdat de grondwaarde van de locaties strategische waarde bevatten. Geen activiteit is kapitaalvernietiging. De politiek staat onder druk van de corporaties en zoekt manieren om deze tegemoet te komen. Samenwerking en afstemming van gemeenten Momenteel werkt de afstemming tussen buurgemeenten niet optimaal. Vergelijkbare projecten worden vaker dicht bij elkaar gerealiseerd, waardoor er concurrentie ontstaat. De samenwerking tussen gemeenten moet verbeteren, zodat er een betere afstemming ontstaat. Dit kan bereikt worden door een eenduidige visie te ontwikkelen voor alle gemeenten. Ook moeten procedures regionaal aangepakt worden, zodat de politiek de juiste boodschap over kan brengen. Een stap verder is herindeling van gemeenten. Dit kan misschien een oplossing zijn, omdat de bevoegdheden dan centraal liggen en een optimale afstemming wordt bereikt. De regio moet keuzes maken, er moet een beleid gevormd worden, zodat de gemeenten deze kan volgen. Het rijk moet inzicht krijgen in de krimpsituatie, het groeidenken moet omslaan, woningproductie moet niet prioriteit zijn. 9 Interview 4|mei 2008 Marktontwikkelingen De gemeente kent verschillende soorten projecten, zoals woningbouwprojecten, recreatieve projecten en infrastructurele projecten. De bevolkingskrimp heeft voornamelijk invloed op de woningbouwprojecten. In de gemeente spelen momenteel drie grotere projecten. Deze zijn vaak in fasen ingedeeld. Een project bevindt zich momenteel in de tweede van in totaal drie fasen. Het project is in 2003 van start gegaan, een periode waarin men nog niets wist van de aankomende bevolkingskrimp. Na de eerste fase kwamen de eerste rapporten over het krimpfenomeen naar voren en werd er getwijfeld of de tweede en derde fase wel voortgezet moesten worden. De gemeente werkt in deze projecten samen met een woningcorporatie en een projectontwikkelaar. De openbare groenvoorzieningen zijn grotendeels in handen van de gemeente. Het overige deel van het plangebied is in eigendom van de ontwikkelaar, de corporatie en een zorgorganisatie. In de tweede fase van het project is tweederde van het aantal woningen gerealiseerd. Doordat er binnen de gemeente een te groot deel van de woningvoorraad in het goedkope segment zit, is de doorstroom van inwoners niet optimaal. Er is dan ook gekozen om de goedkopere starterswoningen binnen het plan te schrappen. Dit betekent dat de kosten voor de corporatie en ontwikkelaars grotendeels gelijk blijven, maar de opbrengsten verminderen. Doordat er minder woningen gebouwd worden, krijgt de gemeente een lagere exploitatieverordening. De gemeente geeft aan dat er volgens dhr. Derks nog enige ruimte bestaat voor woningtoevoeging, maar dat deze langzaam zal omslaan. Hier wordt nu al rekening mee gehouden bij projecten. De samenstelling van de woningvoorraad bestaat momenteel uit 60\40 koophuursector. Er zijn momenteel meerdere herstructureringsprojecten die veel aandacht krijgen. Aanleiding voor deze projecten is de leefbaarheid in de wijken. Afgelopen tijd zijn zo’n 750 woningen gesloopt, waarbij er minder terug komen 10 Een succesfactor is kennis van de omgeving. Indien de planning niet aansluit op de wensen en behoeften van de omgeving zal een project niet optimaal kunnen slagen. Ook de marktvraag is een belangrijke factor. De markt moet onderzocht worden voordat er besloten wordt wat er gebouwd gaat worden. De gemeente is wel en niet bewust bezig met de krimp. Nu zit de krimp wel tussen de oren bij de gemeente, maar soms worden projecten wel eens erdoor gedrukt. Krimp voltrekt zich heel geleidelijk in de gemeente. De gemeente is zich bewust van de krimp, maar het beleid is slechts beperkt aangepast. Het structuurplan uit 2005 stamt uit een tijd waarin er sprake is van bevolkingsgroei. In de toekomst zal de krimp ook invloed gaan hebben op de voorzieningen binnen de gemeente. Het is nu niet duidelijk welke invloed dit is en hoe de gemeente hiermee om moet gaan. Mensen zullen wegtrekken uit de slechtere wijken, deze wijken komen leeg te staan. De gemeente vraagt zich af wat er met deze wijken moet gebeuren. Moeten deze gesloopt worden? Opgewaardeerd worden? Corporaties hebben in het verleden woningen verkocht om geld te genereren voor nieuwbouw, nu worden de consequenties van deze verkoop zichtbaar. Wanneer deze wijken moeten worden aangepakt, is dat vaak moeilijk omdat het bezit te versnipperd is. Er staan momenteel veel woningen te koop, waardoor ook de nieuwbouw langer te koop staat. De vraag is of de gemeente hier moet ingrijpen of de markt haar werk moet laten doen. Indien de gemeente zich teveel mengt in de markt, ontstaat er een verkeerde marktwerking. Naar mate de overheid woningen gaat kopen zal de vraag van woningen stabiel blijven waardoor de markt beïnvloedt wordt. Financiën Zoals aangegeven wordt het project voornamelijk gefinancierd door de corporatie en de projectontwikkelaar. Hier zijn goede afspraken over gemaakt. Er wordt verwacht dat corporaties in de toekomst zullen aankloppen bij de gemeente als er meer duidelijkheid ontstaat over de derde fase. De vraag of deze fase gerealiseerd gaat worden blijft onbeantwoord. Indien het project niet afgemaakt wordt, zullen de kosten hoger zijn en de corporaties financiële steun wensen. Als er gesloopt gaat worden, zal dit in het huurbestand plaats vinden. Het slopen van particulier bezit is lastiger, terwijl hier ook een slechte voorraad aanwezig is. De corporatie kan deze woningen opkopen, maar hier zal een financiële injectie tegenover moeten staan. De financiering voor deze problematiek moet ontwikkeld worden uit een combinatie van nieuw geld en bestaand geld. De huidige subsidies zijn al verdeeld, in de toekomst zullen bestaande regelingen aangepast moeten worden. Het is de vraag of deze subsidie alles dekt, om deze reden moet er een potje gecreëerd worden om de overige kosten te dekken. Naast geld geeft de gemeente aan dat er werkgelegenheid nodig is. Indien de overheidsbedrijven terug trekken naar de Randstad, zal dit een grote invloed krijgen op de economie. Er kan ook gedacht worden dat er mensen bij moeten komen. In sommige landen worden er campagnes gehouden om mensen naar de regio te trekken. Dit kan bijvoorbeeld door regio’s fiscaal aantrekkelijker te maken. Veel bedrijven zullen hier op inspelen. Met als gevolg dat ontgroening kan worden tegengegaan. Een sloopfonds is een goed initiatief. Hierbij wordt een gedeelte van de winst van enkele projecten gespaard waardoor andere projecten gefinancierd kunnen worden. Dat is een goed idee, maar dat is nu te laat. Op dit moment zijn er geen projecten waar dit gerealiseerd kan worden. Dit is eerder niet van de grond gekomen omdat krimp niet zo leefde. Een andere mogelijke oplossing is financieringsstromen uit ISV-3, deze moeten dan worden gefocust op sloop. Invulling Een succesfactor binnen een project is de architectuur. Door de woningbouw op andere doelgroepen te richten, zal de aantrekkingskracht en waarde stijgen. Zo kan gedacht worden aan woon-werk-combinaties zoals kunstenaarwoningen met ateliers. Een ander voorbeeld is woningtypen die passen bij ‘gebroken gezinnen’, deze zijn gericht op de moderne gezinnen. Bij de invulling is het opmerkelijk dat de kwaliteit toeneemt. De minder kwalitatieve woningen worden nu niet gebouwd als gevolg van krimp. 11 Procedures Als er een aanvraag ingediend wordt, volgt er een lang traject met veel onderzoeken. Voordat de vergunning ontvangen wordt, kan hier veel tijd overheen gaan. Het later beperken van de bouw kan dan niet plaatsvinden zonder grote financiële gevolgen. Relaties Als succesfactor wordt de relatie met de corporaties aangegeven. Zonder goede afspraken en inzet van deze partij zal er weinig van de grond komen. Dit is bij projecten zichtbaar. Een bepaald project loopt al tien jaar zonder resultaat. Het terrein ligt nu al tijden braak, een nieuw plan laat lang op zich wachten. Dit is gedeeltelijk de oorzaak van de onwetendheid die meekomt met de bevolkingskrimp, maar wordt ook veroorzaakt door de corporatie. Deze ziet in ontwikkeling van dit gebied geen prioriteit en beseft dat het ontwikkelen meer zal kosten dan opbrengen. Doordat onderhandelingen moeizaam gaan, loopt dit project zich al jaren. Belangrijk bij deze relatie is dat corporaties financieel gesteund worden door de gemeente. De relatie met de belangrijkste corporatie in de gemeente is goed te noemen. Zij hebben meerdere projecten gesteund, waarbij er veel gesloopt is. Dit is ook voor eigen bestwil, in de toekomst zal de bevolking dalen en dan is leegstand niet gewenst. Een corporatie heeft bezit in een wijk, waardoor zij betrokken is. Een projectontwikkelaar bouwt en gaat verder, heeft geen verdere belangen, vandaar dat hier geen vergaande relaties mee bestaan. Samenwerking en afstemming tussen gemeenten De gemeente is afhankelijk van andere gemeenten, dus samenwerking is noodzakelijk. Op dit moment mist er een stukje beleid, namelijk de aanpak van krimp. Dit is echter bij de overheid ook niet bekend. Acceptatie van krimp door ministeries zal nog op zich laten wachten. Bij het ministerie van VROM zal dit misschien doordringen, maar bij de overige ministeries zal dit meer tijd kosten. De politiek moet zich sterk maken om de krimp onder de aandacht te brengen. 12 De gemeente en de regio kunnen deze problematiek niet alleen dragen, ook niet in samenwerking met de provincie. Hier is een zware financiële injectie nodig, om dit allemaal in goede banen te leiden. Er is hulp nodig van de rijksoverheid en misschien wel van de Europese gemeenschap. Deze regio moet dan ook aangemerkt worden als stimuleringsregio, net als de achtergestelde regio’s in andere landen. Er moet geld losgepeuterd worden van de rijksoverheid, waardoor de regio weer optimaal gebruik kan maken van haar kwaliteiten. Er moet een document ontwikkeld worden waarbij de problematiek onderbouwd wordt, deze moet met een zware lobby naar het rijk gestuurd worden. Zolang de belangen van de krimpregio’s niet op de agenda staat van de overheid, zal er niet veel veranderen. Invloeden Aan de hand van de woonvisie worden enkele projecten geschrapt. Momenteel worden onderhandelingen gevoerd om plannen om te zetten. De mogelijkheden op dit gebied zijn afhankelijk van de bereidheid van de ontwikkelaars. Enkelen werken mee omdat zij de noodzaak ervan inzien, anderen hebben die feeling niet en werken dan ook niet mee. Indien een ontwikkelaar een vergunning heeft en binnen de termijn begint met bouwen, dan kan de gemeente niet meer ingrijpen, ondanks het intrekkingsbeleid. Als je gaat afkopen ontkom je er niet aan om te compenseren of geld te investeren. Daarnaast komen verzoeken bij de gemeente binnen waarbij een iemand uit het noorden van het land hier een woning koopt met als doel deze te gaan gebruiken als vakantiewoning. De gemeente ziet dit niet als mogelijkheid voor de huizen die te koop staan, omdat dit de leefbaarheid van een wijk niet ten goede komt. Allerbelangrijkste wat er moet gebeuren is: hetgeen wat er gebouwd wordt moet van goede kwaliteit zijn, geen herstructureringswijken van de toekomst bouwen. Wat er niet moet gebeuren: Lukraak toevoegen van woningen. Marktontwikkelingen Tachtig procent van de woningvoorraad in de gemeente bestaat uit particuliere koopwoningen. Dit zorgt voor problemen op het gebied van herstructurering, omdat de corporatie weinig tot geen speling heeft. Om deze reden zijn er vrij weinig plannen georganiseerd in de gemeente. Interview 5|juni 2008 Er zijn enkele projecten geweest, waar gesloopt werd en nieuwbouw plaatsvond. Hier was sprake van verdichting. Deze projecten zijn gestart omdat hier veel sprake was van overlast. In het verleden zijn enkele onrealistische projecten tegengehouden of aangepast. Een van deze plannen is een oud pand dat is opgeknapt en waar deels nieuwbouw in is gerealiseerd. Uiteindelijk is dit plan aangepast uitgevoerd en wordt nu aangewezen als succesvol project. Op het gebied van nieuwbouw wordt er gestreefd naar kwaliteitsverbetering. Binnen de gemeente staan veel particulieren woningen te koop. De woningen die momenteel te koop staan, staan vaak lang te koop. Makelaars nemen woningen tegenwoordig niet meer over. De slechte verkoop van deze woningen is te wijten aan de bevolkingskrimp en door de slechte reputatie van de gemeente door de AWACS-problematiek. Bij nieuwbouwprojecten is de verkoopbaarheid ook gedaald. Dit uit zich doordat woningen vaker aangeboden moeten worden. Een project met vrije sector woningen staat al een aantal jaren te koop, deze worden niet verkocht ondanks de goede prijs. De gemeente is van mening dat er in sommige gevallen in de markt ingegrepen moet worden. Er moet bij de consumenten vertrouwen bestaan in de markt. In de toekomst zullen verenigingen en scholen geclusterd worden. In het plan zijn twee grotere maatschappelijke voorzieningen opgenomen. Het bestuur van de huidige scholen is van plan om deze open te laten totdat hier geen draagvalk meer voor is. Dit staat het plan van de twee maatschappelijke voorzieningen in de weg. Er bestaan vanuit de gemeente weinig drukmiddelen om deze scholen te sluiten. Binnen het bestemmingsplan is een seniorenregeling opgenomen, waarin woningen aangepast kunnen worden aan de wensen en eisen van de senioren. Van deze regeling wordt niet vaak gebruik gemaakt, de gemeente geeft aan dat deze meer gepromoot moet worden. 13 Opvallend verschijnsel is het sneeuwbaleffect bij opwaardering van gebouwen. Indien de gemeente een pand laat opknappen, volgt de buurt vaak met het opknappen van andere gebouwen. Financiën De onrendabele top van het masterplan heeft de corporatie voor haar rekening genomen. De te grote financiële kwestie maakt herstructureren voor de gemeente en corporatie steeds moeilijker Er moet aangekocht worden, gesloopt worden, er moet kwaliteit teruggebouwd worden en uiteindelijk ook minder teruggebouwd worden. De positieve resultaten van het ene project kunnen de negatieve resultaten van het andere project oplossen. De gemeente werkt nog niet met een herstructureringsfonds, wel heeft zij enkele reserves gespaard in samenwerking met de corporatie. Er is één project gerealiseerd in de gemeente, waar de gemeente niet helemaal tevreden mee is. Dit project had aangepast moeten worden op enkele gebieden, maar door tijdsdruk is dit snel afgehandeld. Deze tijdsdruk is ontstaan doordat een subsidie voor stads- en dorpsvernieuwing aan dit project verbonden was, die over enige tijd zou vervallen. De belangrijkste succesfactor binnen de herstructureringsprojecten is geld. Dit geld zal kan er voor zorgen dat er betere en mooiere projecten gerealiseerd worden. Momenteel komt de gemeente een paar miljoen euro te kort om dit te financieren. De subsidies die gemeenten krijgen om te bouwen, moeten omgezet worden in subsidies om sloop te stimuleren. De gemeente komt niet voor veel subsidies in aanmerking omdat er veel eigen woningbezit is de gemeente is. Over een sloopfonds heeft de gemeente nog niet nagedacht. Dit is wel misschien iets voor de toekomst. 14 Invulling De gemeente heeft verschillende ambities op het gebied van bevolkingskrimp. Zo streven zij ernaar om zoveel mogelijk de leefbaarheid te verbeteren, kwaliteit in plaats van kwantiteit te realiseren, meer aandacht aan het groen in de wijk te besteden en meer te letten op achterkant situaties van woningen. Procedures Er wordt verwacht dat de nieuwe Wro de procedures niet veel zal versnellen. Relaties Binnen de gemeente zijn twee corporaties actief. Eén van deze corporaties is maatschappelijk erg betrokken bij de gemeente. De relatie met beide corporaties is goed te noemen. De gemeente heeft veel invloed op de plannen van de corporatie. In een project vormt de gemeente samen met de corporatie een projectteam. Invloeden Ambtelijk is de krimp geaccepteerd, bestuurlijk nog niet. Er worden nog vaak plannen doorgeduwd. Samenwerking en afstemming van gemeenten Een kans ligt volgens de gemeente in een internationale samenwerking. Men moet zich meer richten op faciliteiten in, of net buiten, de regio. Zo kan er op de basisschool en middelbare school meer aandacht besteed worden aan de Duitse taal, zodat de stap om in Aken te studeren makkelijker gemaakt wordt. Dit heeft als voordeel dat jongeren niet naar het noorden trekken om te studeren, waardoor de kans kleiner is dat ze de Parkstad regio verlaten. Om deze kans te stimuleren moeten enkele belangrijke stappen genomen worden. Zo moeten studenten die studeren in het buitenland studiefinanciering ontvangen en diploma’s gelijk zijn in binnen en buitenland. De gemeente is van mening dat minister Vogelaar niet moet inzetten op enkele prachtwijken, maar een hele regio moet steunen. Een regiefunctie van het Rijk is niet gewenst. Sturing op Parkstad niveau kan wel een optie zijn. Het allerbelangrijkste wat er volgens de gemeente moet gebeuren: meer bouwen naar behoefte en naar doelgroep. Wat er zeker niet moet gebeuren is: laten verblinden door bouwen. Marktontwikkelingen Binnen de gemeente lopen er momenteel enkele herstructureringsprojecten. De plannen voor deze projecten dateren uit de jaren 90 en zijn in de loop van de jaren vaker stil gelegd en aangepast omdat verschillende projectontwikkelaars geen heil zagen in de plannen. De plannen zijn opgesteld voordat de regionale woonvisie ontwikkeld is, wat betekent dat de richtlijnen uit deze niet zijn opgenomen in de plannen. De bouwplannen zijn vaak niet reëel, omdat de vraag te laag is en de prijzen van de te ontwikkelen woningen te hoog. Ondanks deze waarschuwing intern worden deze plannen toch doorgezet. Interview 6|mei 2008 Een punt van aandacht is het kijken naar de koopsector in plaats van de huursector. Veel mensen willen wel verhuizen naar een betere of duurdere woning maar krijgen hun eigen huis niet verkocht. Projectontwikkelaars moeten te koop staande huizen tegen taxatiewaarde opkopen en deze slopen of herbestemmen zodat de woningmarkt een injectie krijgt. De visie van de gemeente is gericht op het behouden van het aantal inwoners, gemeten in 2005. Dit wordt aangepakt door het centrum aantrekkelijker te maken. Hieruit blijkt dat de omslag van groeidenken naar krimpdenken binnen de gemeente nog niet helemaal gemaakt is. Financiën De gemeente kan niet van de plannen afstappen omdat er financiële claims aan hangen. Er zijn afspraken met ontwikkelaars gemaakt, welke niet zonder financiële gevolgen ontbonden kunnen worden. Op het financiële gebied wordt er aangedragen dat de bouwsubsidie omgezet zou kan worden in een sloopsubsidie. Deze subsidie moet niet alleen verleend worden aan corporaties, ook particulieren moeten hierover kunnen beschikken. Het wordt niet aangeraden om de projectontwikkelaars de subsidies te laten sponsoren. De regio wordt op deze manier oninteressant voor deze partij. Wel kan er gedacht worden aan een andere tegemoetkoming voor hun investering, namelijk ruimte om te bouwen. Verschillende subsidies moeten opnieuw bekeken worden, zoals de SDV en ISV. Er wordt aangegeven dat financiële armslag wel helpt, maar dat er wel op regioniveau samengewerkt moet worden. 15 Naast de financiële kwestie speelt de mentaliteit van de bewoners een rol in het proces. Ook de veranderende vraag naar woningen, de dure woningen in het segment en de bezetting van de gemeente zijn belangrijke factoren. Procedures De Ruimtelijke Ordeningsprocedures vormen vaak een faalfactor. Vaak duurt dit te lang waardoor plannen vertraging oplopen. Een belangrijke succesfactor is de samenwerking tussen de landelijke en stedelijke gemeenten. Op deze manier kunnen de gemeenten toch zelfstandig blijven. Relaties Om het centrumplan te realiseren heeft de gemeente afspraken met een projectontwikkelaar. Hierin is opgenomen dat de ontwikkelaar in de eerste fase meewerkt aan de herstructurering van het centrum en in de tweede fase extra woningen mag ontwikkelen. Door de krimp blijft het een vraag of deze woningen wel echt noodzakelijk zijn en in de markt opgenomen worden. Desalniettemin worden de woningen gebouwd, zodat de ontwikkelaar zijn investeringen in het centrum rendabel kan maken. De versnipperde eigendomsverhoudingen worden geclusterd. De gemeente koopt woningen op en zet in sommige gevallen een onteigeningsprocedure in, de geclusterde woningen worden doorverkocht aan de projectontwikkelaar. Ook een ander nog te realiseren project, wordt gerealiseerd met extra woningen om het project betaalbaar te maken. Als succesfactor wordt de relatie tussen de woningcorporatie en gemeente aangegeven. Doordat de gemeente maar één corporatie kent, heeft deze een sterke positie. Dit geeft vaak lastige situaties bij verkoop van panden waardoor de gemeenten financiën mis loopt. Daarnaast wordt de commerciële benadering beperkt door de politiek aanzien zij de corporatie steunen omdat de relatie van belang is. 16 Naast de relatie met de woningcorporatie worden de financiële middelen als succes- dan wel faalfactor gezien. Op dit struikelblok lopen de meeste projecten vast. Invloeden Er wordt aangegeven dat de politieke invloed hoog is, deze wilt dat de plannen doorgezet worden om een aantrekkelijkere gemeente te creëren zodat mensen hier komen en blijven wonen. De problematiek van leegstand en het niet kunnen verkopen van een eigen huis wordt hierin niet voldoende betrokken. De economische invloed op de bevolkingskrimp is groot. Vooral nu diverse overheidsinstellingen verdwijnen zal Parkstad dit voelen. Het is van belang dat ‘Parkstad wonen’ sterk wordt neergezet, er moet een imago gecreëerd worden. Marktontwikkelingen De gemeente geeft aan de minst krimpende gemeente van Parkstad te zijn. Dit is wellicht het gevolg van de ligging op een strategisch goede locatie, niet ver van de centrumstad en een goede en snelle verbinding met Maastricht. Interview 7| mei 2008 De woningbouwprogrammering geeft een aantal plannen aan, die allemaal uitgevoerd gaan worden. Zo worden er 220 woningen bijgebouwd de komende tijd. Er is zelfs ruimte om meer plannen te overwegen. Binnen de gemeente is de krimp nog niet geaccepteerd op raadsniveau. Desalniettemin merkt de gemeente wel de krimp, er staan tegenwoordig meer huizen te koop en deze staan langer te koop. Dit is gedeeltelijk te verklaren door de dubbele vergrijzing. De gemeente heeft de laatste jaren geen woningen gebouwd door verschillende organisatorische en stedenbouwkundige redenen. Nu is het merkbaar dat mensen geen woning vinden omdat deze de laatste jaren niet gebouwd zijn. De gemeente grijpt nog niet in bij leegstand van particuliere verkopers. Hier is de noodzaak nog niet aanwezig. Om de regie te behouden is de gemeente tegen de verkoop van huurwoningen aan particulieren. De verwachting is dat de woningmarkt zich anders zal ontwikkelen. De krimp zal blijven en prijzen zullen dalen. Er zullen meer gedwongen verkopen plaatsvinden. Financiën Met de krimp in het vooruitzicht, worden toekomstplannen geraamd op een 0-lijn. Dit betekent dat er gebouwd en gesloopt mag worden, zolang er de totale woningvoorraad maar gelijk blijft, geen netto toevoegingen Voor elke woningen die desondanks toch toegevoegd wordt, moet een zogenaamde boete betaald worden. De opbrengst van deze boete wordt verzameld in een herstructureringsfonds. Op deze manier wordt er een reserve gekweekt voor onrendabele herstructureringsprojecten in de toekomst en extra bouwen onaantrekkelijk gemaakt. 17 De corporaties en de gemeente hebben ingelegd in het fonds, momenteel wordt een reglement opgesteld waarin de omgang bepaald wordt. Indien een corporatie verzoekt om aanspraak te maken op het fonds, moeten de voorwaarden getoetst worden zodat de juiste doelen nagestreefd worden. De gemeente denkt vooruit door een herstructureringsfonds te realiseren. Dit is echter niet voldoende om alle onrendabele financieringen te dekken. Financiële bijdrage van het Rijk is dus gewenst. Wel geeft de gemeente aan dat zij niet altijd gebaat zijn bij subsidiemiddelen. Dit maakt de gemeente afhankelijk van het Rijk, terwijl de woningmarkt zichzelf moet ontwikkelen. Relaties In het winkelgebied werkt de gemeente samen met een projectontwikkelaar. In de wijken, waar met name huurwoningen gelegen zijn, werkt de gemeente samen met woningcorporaties. De samenwerking en inzet van een corporatie is een succesfactor. Om deze samenwerking te verbeteren, zijn er voor 2008-2010 prestatieafspraken geformuleerd. Een andere belangrijke succesfactor is de rol van de projectontwikkelaar. De gemeente heeft ervaren dat de plannen gedragen moeten worden door professionele projectontwikkelaars, die ook een risico kunnen dragen. Tevens geven zij aan dat een goede projectontwikkelaar bouwt voor de vraag in een gebied. Samenwerking en afstemming van gemeenten In de buurgemeenten is de afstemming op de woningmarkt niet optimaal. Binnen de regio Parkstad is deze redelijk afgestemd door middel van de Regionale Woonvisie, buiten de Parkstad, in bijvoorbeeld de gemeenten Eijsden, Gulpen-Wittem, Margraten, Nuth, is er geen afstemming. Bij deze gemeenten liggen veel bouwplannen op de plank, terwijl zij aan een krimpend gebied grenzen. Indien deze gemeenten blijven bouwen zal dit in de toekomst gevolgen hebben voor de huidige krimpgemeenten en de woningmarkt in de regio. De Provincie moet hier een rol in gaan spelen, om de afstemming beter te begeleiden. 18 Het belangrijkste wat er moet gebeuren volgens de gemeente is het organiseren van meer daadkracht moet komen. Ontwikkelaars, gemeente, corporaties en overheid moeten er niet alleen over praten maar ook iets ermee doen. De gemeente vindt dat de krimp absoluut niet vooruit geschoven moet worden. 37