Analyse 1 jaar Bourgeois I: Gelijke Kansen 1. Wat stelt men voorop (regeerakkoord, beleidsnota, beleidsbrief…) In het regeerakkoord (http://www.mobielvlaanderen.be/pdf/beleidsnotabrieven/regeerakkoord2014-2019.pdf ) lezen we (p.126): “Gelijke kansen garanderen en discriminatie bestrijden zijn een opdracht van elke dag en voor eenieder. De Vlaamse Overheid heeft hierbij een voorbeeldfunctie, zowel als werkgever als in de uitvoering van het beleid. De Vlaamse Regering maakt werk van een sterk, gecoördineerd en gedifferentieerd gelijke-kansenbeleid. Elke groep (vrouwen en mannen, holebi’s en transgenders, personen met een beperking, mensen met een migratieachtergrond, …) verdient daarbij specifieke aandacht.” Dit wil dus zeggen dat personen met een handicap deel blijven uitmaken van het Gelijkekansenbeleid. Wat betreft de implementatie van het VNVerdrag inzake de Rechten voor Personen met een Handicap blijft de coördinatie ('focal point') op Vlaams niveau ook toevertrouwd aan Gelijke Kansen. Men beoogt ook de afstemming tussen het horizontaal gelijkekansenbeleid, het integratiebeleid en het intern diversiteitsbeleid van de Vlaamse overheid te verbeteren. Het Interfederaal Gelijkekansencentrum komt in het regeerakkoord aan bod (p.126): “Aan de beslissing over het al dan niet verlengen van het samenwerkingsakkoord van 12 juni 2013 met betrekking tot het interfederaal centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme, gaat een evaluatie vooraf waarover het Vlaams Parlement zich uitspreekt.” Over beleidsparticipatie lezen we (p.126): “De Vlaamse Regering verzoekt de SERV om in overleg met de organisaties voor personen met een beperking ervoor te zorgen dat conform het advies van de SERV hun beleidsparticipatie mogelijk wordt binnen de Commissie Diversiteit van de SERV conform het VN-verdrag.” In de beleidsnota Gelijke Kansen 2014 – 2019 (https://www.vlaanderen.be/nl/publicaties/detail/beleidsnota-2014-2019gelijke-kansen) licht de nieuwe minister van Gelijke Kansen toe hoe ze tewerk zal gaan… in feite op dezelfde manier als haar voorgangers (p.3): “Via de methode van open coördinatie zal ik de initiatieven die organisatiebreed rond Gelijke Kansen worden genomen coördineren en afstemmen en ervoor zorgen dat het gelijkekansenperspectief maximaal ontplooid wordt binnen de verschillende Vlaamse bevoegdheden. Met een stevig arsenaal aan instrumenten en in lijn met een aantal wel gekozen prioritaire doelstellingen stimuleer en onderbouw ik vanuit mijn functionele bevoegdheid rond gelijke kansen het transversale beleidsproces. Dat is noodzakelijk om echt vooruitgang te boeken.” Naast de algemene doelstelling rond ‘ingaan tegen stereotype beeldvorming’ lezen we slechts één concrete actie met betrekking tot handicap (p.21): “Concreet zal ik de beleidsparticipatie van organisaties voor personen met een beperking mogelijk maken binnen de Commissie Diversiteit van de Sociaal Economische Raad van Vlaanderen (SERV).” Verder in de beleidsnota: Het voornemen om te onderzoeken of een bundeling van mensenrechtenorganen zou kunnen leiden tot een nationale mensenrechteninstelling conform de Principes van Parijs. Heel wat acties rond toegankelijkheid, waarbij de opstart van de pas opgerichte EVA Toegankelijk Vlaanderen die voor een meer uniforme dienstverlening moet zorgen. 2. Wat werd er gerealiseerd? Voor de verdere uitbouw van het horizontale gelijkekansenbeleid werd in het voorjaar een doelstellingenkader vastgelegd voor de nieuwe cyclus van de open coördinatiemethode (OCM). Link doelstellingenkader: http://www.gelijkekansen.be/Portals/GelijkeKansen/OCM/VR%202015%2 01707%20MED_0371-2BIS%20Horizontaal%20gelijkekansenbeleid%20%20mededeling.pdf. Daarmee beoogt men de achterstelling te bestrijden op basis van gender, seksuele identiteit, handicap en gebrek aan toegankelijkheid. In het najaar wordt een geïntegreerd actieplan opgemaakt, dat moet concreet aangeven hoe de verschillende ministers en beleidsdomeinen apart en gezamenlijk aan de slag zullen gaan. (link met website artikel GRIP). Naast het bevorderen van genuanceerde en niet stereotype beeldvorming (wat voor alle kansengroepen een doelstelling is, OD1), worden in het doelstellingkader als specifieke doelstellingen voor personen met een handicap opgenomen: “De Vlaamse Regering ontwikkelt en organiseert een toegankelijk aanbod (maatregelen en dienstverlening) voor personen met een handicap”. (OD6) “De Vlaamse Overheid verhoogt de betrokkenheid en participatie van personen met een handicap, te beginnen bij beleidsontwikkeling”. (OD7). Rond toegankelijkheid is er de doelstelling: “De Vlaamse Regering realiseert integrale toegankelijkheid”. (OD8). Op het vlak van het verticale gelijkekansenbeleid is het afwachten hoe men verder rond indicatoren zal werken. De vooropgestelde resultaten werden tijdens de vorige legislatuur niet behaald: men stelde geen definitieve indicatorenset samen, verrichte geen nulmeting (najaar 2012) en geen éénmeting (2014). Ondanks een breed gedragen voorstel vanuit het middenveld van verenigingen van personen met een handicap (het NOOZO-advies), kwam het tijdens de vorige legislatuur niet tot de oprichting van een Vlaamse adviesraad voor personen met een handicap. De piste om dit onder te brengen binnen de SERV lijkt men te verlaten. Het blijft onduidelijk hoe de regering dit wil uitwerken. Het academisch Steunpunt Gelijkekansenbeleid verwezenlijkte onder meer het onderzoek ‘Zonder Grenzen’. Dit biedt kwalitatieve informatie en moet tot een genuanceerder beeld en beleidsinformatie leiden. Het werd toegankelijk gemaakt via de website ‘Zonder Grenzen’. Maar ondanks deze en andere realisaties van het Steunpunt, werd er beslist om de financiering stop te zetten. Het Gelijkekansenbeleid ontwikkelt zich verder ook door samenwerking en ondersteuning van heel verschillende projecten. Er is GRIP als nominatimorganisatie, maar verder werden ook tijdelijke subsidies verleent aan onder meer ‘Handicap en ondernemen’ (HAZO vzw) en het Steunpunt voor Inclusie (Ouders voor Inclusie). Specifiek rond Vlaamse Gebarentaal bij jonge gezinnen werd ook een project van FEVLADO ondersteund. 3. Wat kunnen we verwachten op basis van de beleidsbrief 20152016 ? In de beleidsbrief 2015-2016 (https://docs.vlaamsparlement.be/docs/stukken/2015-2016/g520-1.pdf ) merken we meer inkleuring: De samenwerking met de middenveldorganisaties, waaronder GRIP, wordt bevestigd. Rond de OCM-methode wordt benadrukt dat het VN-Verdrag inzake de Rechten van Personen met een Handicap en specifiek de aanbevelingen van het VN-Comité als toetssteen gelden voor de doelstellingen en actieplannen. Er wordt ook een consultatie-dag aangekondigd. Er wordt aangegeven dat de uitwerking van de indicatorenset inderdaad langer op zich laat wachten dan verhoopt, maar dat nog in het najaar 2015 een basis set van indicatoren zal worden gelanceerd. De verdere invulling wordt wel overgelaten aan de Studiedienst van de Vlaamse Overheid. Het voornemen wordt herbevestigd om aan een ‘beleidsparticipatiestructuur’ te werken. Naast de nominatim-subsidie voor GRIP zijn er projectsubsidies voor het Steunpunt voor Inclusie (Ouders voor Inclusie) en het ‘Orion’project (Thomas More Hogeschool) rond integratie in het studentenleven. Eind 2016 komt er een campagne tegen discriminatie. 4. Reacties en voorstellen van GRIP GRIP is tevreden dat men blijft opteren om handicap als thema op te nemen binnen het gelijkekansenbeleid. Zo behoudt men de beleidsmatige inbedding van een transversaal, geïntegreerd gelijkekansenbeleid voor personen met een handicap. De focus op handicap binnen het gelijkekansenbeleid moet nu wel meer body krijgen. Bij de aanvang was het wat onduidelijk welke concrete initiatieven op het vlak van het gelijkekansenbeleid voor personen met een handicap de Minister Homans zou ondernemen. En opvallend: Gelijke Kansen is aangesteld als ‘focal point’ voor het VRPH. Noch in het regeerakkoord, noch in de beleidsnota Gelijke Kansen wordt aangegeven wat men concreet zal ondernemen om het VRPH verder te implementeren en om tegemoet te komen aan de aanbevelingen van het Internationale Comité voor de Rechten van Personen met een Handicap. In de beleidsbrief 2015-2016 komt dit wel duidelijk op de voorgrond. Waar de beleidsnota nog zeer vaag was, zien we in de beleidsbrief concretere beleidsvoornemens en aangekondigde maatregelen. Dat vinden we een goede evolutie. Volgens GRIP zal het vooral belangrijk zijn om: In de actieplannen van de OCM sterke aanzetten te ontwikkelen om tegemoet te komen aan de aanbevelingen die het VN-Comité formuleerde. De lang aangekondigde ‘adviesraad voor personen met een handicap’ werkelijk op te starten. Effectieve stappen vooruit te zetten op het vlak van de indicatoren-set. Ondanks het stopzetten van het academisch Steunpunt Gelijkekansen toch voldoende te blijven investeren in beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek.