Aandoeningen

advertisement
Aandoeningen
Oedeem
Korte omschrijving:
Waterzucht, abnormale ophoping van vocht in het weefsel.
Vochtuittreding in het interstitium, waardoor er zwelling ontstaat van weefsels en organen, dit
kan plaatselijk als over het gehele lichaam voorkomen.
Oorzaken:
- hartfalen li/re
- nierstoornissn
- leverziekten
- vaatafwijkingen
- ondervoeding
- verwondingen
- ontregelde hormoonhuishouding
- brandwonden
Verschijnselen:
- gespannen huid
- soms vocht uitlopen uit de huid
- blijvend afdruk zichtbaar
- door zwaartekracht openbaart het zich vaak in de uiteinden van de extremiteiten
Diagnostiek:
- lichamelijk onderzoek, anamnese (op grond van klachten)
- lab  nierfuncties, leverfuncties
- echo cor, ECG
- X-thorax
- Doppler onderzoek vaten
Behandeling:
- onderliggende oorzaken bestrijden  ritmestoornissen, anemie, koorts
- Vb digitalis  pompwerking versterken
- vochtbalans
- zoutbeperking dieet
- diuretica
- steunkousen
- O2
Prognose:
Afhankelijk oorzaak, is een symptoom van een ziekte.
Longoedeem
Korte omschrijving:
T.g.v. ophoping van bloed in de longen, treedt er stuwing van het veneus vaatbed op  vocht
treedt uit naar het interstitium.
Oorzaken:
- decompensatio cordis (meestal links)
- coronair lijden
- hypertensie
- aortaklepgebreken
- cardiomyopathie
- chronische decompensatie rechter ventrikel
- sepsis
- aspiratie
- inademing giftige gassen
- t.g.v. ernstige trauma waardoor in het bloed schadelijke stoffen vrijkomen
Verschijnselen:
- hevige kortademigheid (doordat het li-ventrikel de aangeboden bloed niet meer kan
verwerken, ontstaat er ophoping in het li-atrium en verminderde veneuze afvloed van
de longcirculatie  longoedeem)
- ophoesten roze schuimend sputum
- hypoxie  daling Po2 en O2 saturatie in het bloed
- centrale cyanose
- crepitaties
Diagnostiek:
- lichamelijk onderzoek, anamnese
- X-thorax
- lab –bloed Po2 /Pco2, nierfunctie
- echo cor, ECG
Behandeling:
- afhankelijk van de oorzaak
- O2
- zoutbeperking
- vochtbalans
- diuretica
- digitalispreparaten bij hartfalen
- inotropica i.g.v. decompensatio cordis
- morfine ter verlichting dyspnoe
Prognose:
Afhankelijk van de oorzaak.
Anemie
Korte omschrijving:
Tekort aan Hb t.g.v. een te laag aantal rode bloedcellen en/of een tekort aan Hb in de
bloedcellen.
Oorzaken:
 Bloedverlies chronisch of acuut
 Verhoogde bloedafbraak
 Gestoorde bloedaanmaak
 Voedingsdeficientie
 Verstoorde opname
 Verhoogde behoefte
Verschijnselen:
 Moeheid
 Duizeligheid
 Oorsuizen
 Koud
 Gebrek aan eetlust
 Bleekheid
 Snelle hartslag
 Dyspnoe
Door verhoogde afbraak:
 Icterus  lever kan de verhoogde afbraak /bilirubine niet aan
 Splenomegalie  vergrote milt t.g.v. deze teveel erytrocyten moet verwerken
 Nierfunctie stoornissen  oligurie/anurie t.g.v. massale intravasale hemolyse
optreedt, erytrocyten gaan massaal te gronde en de vaten van de nieren slippen dicht
 geen filtratie.
 Acute temperatuursverhoging (koude rilling).
Gestoorde bloedaanmaak:
 Gladde tong
 Slikstoornissen (syndroom van Plummer –Vinson)
 Afgeplatte, soms vaak brokkelige nagels / lepeltjesnagels
Specifieke stoornissen t.g.v. vit. B12-deficientie:
 Gele/bleke verkleuring huid
 Glossitis met pijnlijke tong
 Vitiligo –witte vlekken in de huid
 Prikkeling handen en voeten (later loop en gevoelsstoornissen)
Diagnostiek:
 Laboratorium  serologisch onderzoek
 Hb bepaling
 IJzergehalte
 Vit. B12 gehalte  pernicieuze anemie








Foliumzuurgehalte  foliumzuurdeficiëntie
Reticulocyten  verhoogd bij compensatoire bloedaanmaak
Bilirubine  verhoogd bij hemolytische anemie
Ferritine  verlaagd bij ijzergebreksanemie
Microscopisch: sikkelcelanemie, ovaalvormige cellen (ovalocyten) en sferocyten (bij
hemolytische anemie
Beenmergpunctie  afwijkend bij beenmergbeschadigingen tgv leukemie, bestraling
Faeces benzidine  occult bloedverlies met de ontlasting
Gastroscopie
Behandeling:
 IJzertherapie
 Substitutie van foliumzuur per os
 Substitutie van vit. B12  2 maandelijkse i.m. injectie
 Bloedtransfusie
 Zomogelijk oorzaak bestrijden
Prognose:
Afhankelijk van de oorzaak.
COPD
Korte omschrijving:
 Chronische bronchitis
 Longemfyseem
Astma bronchiale is een aparte groep geworden.
Chronische aspecifieke respiratoire aandoeningen komen bij 5 – 10% van de mensen wel of
niet manifest voor.
Definitie: een ziektebeeld dat gepaard gaat met aanvallen van dyspnoe en dat niet berust op
een linkszijdige decompensatio cordis.
Verschijnselen:
Chronische bronchitis:
Hypersecretie van de slijmvliezen en de recidiverende infecties van de luchtwegen op de
voorgrond.
Tijdens exacerbatie is de patiënt kortademig zijn.
Hoesten en daarbij purulent sputum opgeven.
Temperatuur is mogelijk licht verhoogd.
De bacteriën die verantwoordelijk zijn voor de infectie zijn v.n.l. afkomstig uit het gebied van
mond-, neus, en keelholte.
Uit het sputum kweekt men meestal dan ook meerder bacteriënstammen, wat belangrijk is
voor de keuze van antibiotica.
Het beeld is wisselend gedurende het leven.
Een astma-aanval onderscheidt zich op het hoogtepunt niet van iemand met chronisch,
astmatische bronchitis (die tgv luchtweginfect kortademig is geworden).
Zij tonen beide een thorax in inspiratiestand en een moeizame en duidelijk hoorbare piepende
AH, met gebruik van de hulpademhalingsspieren, na de aanval /periode neemt de thorax zijn
normale stand weer in.
Longemfyseem:
Bijna continue kortademigheid, meestal gepaard met cyanose.
De kortademigheid is het gevolg van verminderde elasticiteit van de longweefsel, het geen
betekent dat men de ingeademde lucht niet optimaal kan uitademen. In de loop van tij blijft er
steeds meer lucht achter in de longen, de longen raken overvuld met lucht, terwijl de alveoli te
gronde gaan. Ofschoon de longen dus veel lucht bevatten (tonvormige thorax en laagstaande
diafragma) zal het grootste gedeelte niet meedoen met de ventilatie, omdat het niet
uitgeademd kan worden.
Bij het ontstaan speelt aanleg een belangrijke rol, evenals bij het ontstaan van astma en
bronchitis. De laatste 2 gaan bij een ongunstig verloop vroeg of later over in emfyseem.
Ook roken is een belangrijke factor, omdat sigarettenrook enzymen bevat die de elasticiteit
van de longweefsel doen verminderen.
Bij emfyseem niet het geval, blijft in inspiratiestand staan, voornaamste klacht is eveneens
kortademigheid, de piepende AH is niet hoorbaar. Het residu / hoeveelheid lucht na
uitademing is te groot.
Complicaties:
Cor pulmonale
Tgv verlaagde Po2 in de arterie pulmonalis  vasoconstrictie in de bloedvaatjes 
bloeddoorstroming stagneert  hoopt zich op in de re-longhelft  neemt in omvang toe.
In 2e instantie hoopt het zich op in de aanvoerende vaten naar re-harthelft  stijging CVD 
perifere oedeem, leververgroting en evt. ascitis.
Andere complicaties zijn pneumothorax, pneumonie, bronchiectasieen en status astmaticus
(zeer heftige aanval, niet reagerend op gebruikelijke medicijnen).
Op den duur ventilatie slecht bij CARA patiënten  koolzuur niet meer voldoende
uitgescheiden wordt  tgv stijging CO2 in bloed  patiënt verward, suffig of zelfs delirant
zijn  CO2 coma  overlijden.
Diagnostiek:
 Lichamelijk onderzoek, anamnese  familiair?
 Longfunctieonderzoek
 sputumkweek
Oorzaken:
aanleg
Uitlokkende factoren:
 Infectie – viraal als bacterieel
 roken
Behandeling:
Griepvaccinatie
 Enkele keer is een onderhoudsdosering gewenst om het opvlammen van infecties
vroegtijdig de kop in te drukken  kans op resistentie.
Medicijnen:
 Cromoglyraat, nedocromil
 Bricanyl en ventolin  verwijding van bronchusboom door prikkeling van
sympaticus-receptoren.
 Atrovent  verwijding van bronchusboom door remming van de parasympaticus
 Aminofylline / theolair / theolin / euphylline  verwijding van bronchusboom door
vermindering van de afbraak van de door beta-sympaticomimetica opgewekte stoffen.
 Corticosteroïden / becotide / pulmicort  de luchtwegen lijken hiermee te stabiliseren
 De meeste bovengenoemde middelen zijn zowel oraal als per inhalatie verkrijgbaar.
De dosis per inhalatie is veel lager, waardoor met name de schadelijke bijwerkingen
van de corticosteroïden (prednison) ook veel minder zijn.
Fysiotherapie
Zuurstof:
 Om het ontstaan van een cor pulmonale te voorkomen, moet dagelijks gedurende ca
18 uur O2 worden toegediend.
 Teveel O2 kan een remming van het ademcentrum optreden tgv stijging PaO2 AH
wordt langzamer en oppervlakkiger  ventilatie verslechterd.
Prognose:
Bij bronchitis of emfyseem, als dit voortschrijdt  extra veel klachten.
Berucht is de op jonge leeftijd voorkomende vorm van emfyseem, waarbij in het bloed het
enzym alfa-1-antitrypsine afwezig is  erfelijke ziekte, longen gaan vroeg te gronde.
Astma bronchiale
Korte omschrijving:
Sprake van hyperactiviteit van de bronchi  reageert sterk op prikkels van buitenaf
(allergenen of verontreinigde lucht) of van binnenuit (emoties, lich. Inspanning of stress).
Gevolg spasme van het gladde spierweefsel in de bronchuswand en toegenomen productie
van taai slijm  moeilijk op te hoesten. Patiënt is na een astma-aanval behoorlijk vermoeid.
Een astma-aanval onderscheidt zich op het hoogtepunt niet van iemand met chronisch,
astmatische bronchitis (die tgv luchtweginfect kortademig is geworden).
De thorax staat in inspiratiestand en er is een moeizame en duidelijk hoorbare piepende AH,
met gebruik van de hulpademhalingsspieren, na de aanval /periode neemt de thorax zijn
normale stand weer in.
Oorzaken:
• Inademen van allergeen – huisstof, huisstofmijt, pollen, dierenharen en schimmels
• Infectie – viraal als bacterieel
• Inspanning – in aansluiting op inspanning treedt kortademigheid op
• Luchtverontreinigende stoffen – bak en braadgeuren, parfums, rook, uitlaatgassen
• Emotionele factoren
• Onbekende factoren
Verschijnselen:
Gevolg spasme van het gladde spierweefsel in de bronchuswand en toegenomen productie
van taai slijm  moeilijk op te hoesten. Patiënt is na een astma-aanval behoorlijk vermoeid.
Diagnostiek:
 Anamnese  familiair?
 Lichamelijk onderzoek
 Longfunctieonderzoek  histamine geeft dan een stoornis op in de in en uitademing
 hyperactiviteit van de luchtwegen genoemd.
 Laboratoriumonderzoek  verhoogd aantal eusinofiele leukocyten gevonden, vnl bij
allergische patiënten het geval.
 Allergie test  optreden roodomrande verhevenheden  berust op aanmaak van
antilichamen van de immunoglobuline E-klasse.
 Tegenwoordig RAST-test  dmv bloedmonster te bepalen.
Behandeling:
Is gericht om de hyperactiviteit te verminderen en de uitlokkende factoren zo min mogelijk de
kans geven om de hyperreactiviteit te versterken. Dit kan dmv medicamenten of door huisdier
de deur uit, of beter schoonmaken of anders inrichten.
Allergie voor pollen  allergeen in verdunde oplossing toe te dienen om antilichamen op te
wekken die de antilichamen van de immunoglobuline E-klasse blokkeren.
Inspanningsastma kan goed met medicatie bestreden worden.
Griepvaccinatie
Enkele keer is een onderhoudsdosering gewenst om het opvlammen van infecties vroegtijdig
de kop in te drukken  kans op resistentie.
Medicijnen:
 Bricanyl en ventolin  verwijding van bronchusboom door prikkeling van
sympaticus-receptoren.
 Atrovent  verwijding van bronchusboom door remming van de parasympaticus
 Aminofylline / theolair / theolin / euphylline  verwijding van bronchusboom door
vermindering van de afbraak van de door beta-sympaticomimetica opgewekte stoffen.
 Corticosteroïden / becotide / pulmicort  de luchtwegen lijken hiermee te stabiliseren
 Fluimucil en Bisovolon  slijmoplossers / verdunners
De meeste bovengenoemde middelen zijn zowel oraal als per inhalatie verkrijgbaar. De dosis
per inhalatie is veel lager, waardoor met name de schadelijke bijwerkingen van de
corticosteroïden (prednison) ook veel minder zijn.
Zuurstof:
Om het ontstaan van een cor pulmonale te voorkomen, moet dagelijks gedurende ca 18 uur
O2 worden toegediend.
Teveel O2 kan een remming van het ademcentrum optreden tgv stijging PaO2 AH wordt
langzamer en oppervlakkiger  ventilatie verslechterd.
Prognose:
Meeste astmapatiënten goed, soms intensief en langdurig behandelen, bij anderen neemt de
ernst op oudere leeftijd af.
Mucoviscidose (cystische fibrose)
Korte omschrijving:
Cystische fibrose is een aangeboren aandoening die gekenmerkt wordt door een verstoorde
samenstelling van het vocht dat door verschillende kliertjes in het lichaam wordt
geproduceerd. Het slijm in de longen wordt hierdoor te taai ("taaislijmziekte"), waardoor
bacteriën in de longen niet meer goed kunnen worden opgeruimd. Hierdoor treedt vaak
longontsteking op, waardoor uiteindelijk ernstige beschadiging van de longen optreedt. Ook
ontstaan er slijmophopingen in de afvoergangen van de alvleesklier en de lever.
Oorzaken:
Cystische Fibrose is een aangeboren en erfelijk bepaalde aandoening.
Eén op de 3600 zwangerschappen leidt tot een kind met Cystic Fibrosis. Dit lijkt weinig, maar
hiermee is Cystic Fibrosis toch één van de meest voorkomende erfelijke aandoeningen onder
het blanke ras.
Verschijnselen:
- aanhoudend hoesten en slijm opgeven
- stinkende vette ontlasting
- sterk zout smakend zweet
- terugkerende luchtweginfecties
- geringe eetlust (met name ten tijde van luchtweginfecties)
- groeiachterstand
Diagnostiek:
Anamnese op de eerder genoemde verschijnselen.
De zweet test. CF patiënten hebben een verhoogd zout gehalte in hun zweet.
Een DNA test.
En door meting van potentiaalverschillen in neus- of rectumslijmvlies
Behandeling:
Het voorkomen en bestrijden van luchtweginfecties met behulp van medicatie en
fysiotherapie Het op peil houden van de algemene conditie door middel van training.
Het behandelen van verteringsstoornissen en het op peil houden van de voedingstoestand.
Prognose:
Door intensieve (medische) zorg is tegenwoordig de kwaliteit van leven van Cystic Fibrosis
patiënten sterk verbeterd. De gemiddelde levensverwachting is momenteel rond de dertig jaar.
Het aantal volwassen patiënten in Nederland bedraagt inmiddels 400.
Pneumonie
Korte omschrijving:
De meest voorkomende bacteriële pneumonie is een pneumokok. Deze kan bij gezonde
mensen voorkomen, maar komt meestal bij oudere mensen die aan andere ziekten lijden.
Bekend is de patiënt met longstuwing t.g.v. decompensatio cordis of door verslikken.
Voedingsdeficientie en/of alcoholisme is een predisponerende factor.
In ca 50% van de gevallen is de pleura ook aangetast. Van de pneumokok zijn minstens 84
soorten bekend, de aanvalskracht loopt uiteen. Genezing treedt meestal snel op na toediening
van penicilline.
Pneumonie t.g.v. een streptokok:
Grote kans op abcesvorming en ontstaan van een empyeem.
Behandeling daarvan is puncteren, drain, soms spoelen en achterlaten van AB.
Stafylokokkenpneumonie:
Vooral voor als ziekenhuisinfectie, vaak bij immuunstoornissen (DM) en onsteriele spuiten
(heroine-addicten). Ook in aansluiting op een virale infect. De infectie gaat gepaard met hoge
temperatuur 40-41°C en soms toxische shock. Verloop is soms dodelijk, vooral bij ouderen.
Op X-thorax ziet men talrijke abcessen met dunne wand, een pneumothorax kan het gevolg
zijn.
Stafylokok is ongevoelig voor penicilline.
Pneumonieen die door andere bacteriën worden veroorzaakt:
Zien we veelal bij mensen opgenomen in ziekenhuizen en bij hen die tevoren met AB zijn
behandeld.
Virale pneumonie  beeld is erg wisselend, soms weinig klachten anderen met complicaties.
Berucht zijn de Pneumonieen die als complicatie voor kunnen komen bij mazelen en
waterpokken (mazelenvirus en varicella-zoster-virus). Behandeling is nog niet bekend, wel
zijn er een aantal vaccinaties tegen een aantal virussoorten.
Ornithosis- of psittacorsispneumonie:
Komt voor bij mensen die ineen dierenhandel werken. De verwekker – Bedsonia – is nog
bacterieel noch een virus, berucht is het overbrengen van deze ziekte door papagaaien.
Legionella pneumoniae-pneumonie:
Aanvankelijk moeilijk (bleek) te kunnen bestrijden, maakte veel slachtoffers. Gastrointestinale klachten komen bij deze aandoening veel voor, ook zijn cerebrale complicaties
bekend.
De legionella komt voor in warm water, waar de leidingen niet goed of langere tijd van
hebben stilgestaan.
Bij herkenning is een goede behandeling mogelijk met erytromycine en/of rifampicine.
Pneumocystis carinii pneumonie:
Veroorzaakt door een protozo, komt vaak voor bij Aids-patiënten. Geeft stoornissen in of
onderdrukken van het immuunsysteem, bv na orgaantransplantatie.
Oorzaken:
Bacterie  pneumokok  ontsteking longweefsel
Kan ook t.g.v. virussen, parasieten en schimmels komen
Verschijnselen:
 Benauwdheid
 Hoesten
 Snelle AH
 Sputum geel/groen


Pijn bij AH
Koorts
Diagnostiek:
 Lichamelijk onderzoek  auscultatie
 X-thorax
 Lab bloed
 Kweek sputum 
Behandeling:
 O2
 Kweken sputum
 Eerst breed spectrum AB, later smal spectrum AB
Prognose:
Afhankelijk, weerstand patiënt, soort/resistent bacterie en leeftijd
Longfibrose
Korte omschrijving:
Te veel bindweefsel in de longen, waardoor deze stug wordt, waardoor verminderde
gaswisselend vermogen
Oorzaken:
 Inademing van anorganische stof – kwarts, koolstof, talk, beryllium en asbest
(stoflongen)
 Combinatie van antracose en silicose  mijnwerkers
 Organische stoffen – schimmels
 Reumatoïde artritis
 Systemische lupus erythematosus
 Sarcoidose
 Tgv medicamenten – furadantine (urineweginfect)
 Duivenmelkers
 Deel onbekend
Verschijnselen:
 Bij voortschrijden van het proces wordt de patiënt alsmaar benauwder /kortademiger,
doordat er te weinig O2 kan worden opgenomen. Hierdoor lijden de organen,
waaronder het hart, de patiënt overlijdt vaak door hartfalen.
 Kortademigheid  aanvankelijk eerst bij inspanning later ook bij rust
 Trommelstokvingers
 Bolvormige nagels
 Sterk gestuwde halsvenen
 Dikke voeten
 Opzwellen lever
 nycturie
Diagnostiek:
 Op grond van klachten
 Lichamelijk onderzoek
 X-thorax
 Longfunctieonderzoek
 Lab –bloed  antilichamen + serologisch onderzoek
 Onderzoek van het longweefsel
Behandeling:
 Vermijden contact met schimmel
 Corticosteroïden
Prognose:
Slecht.
Pneumothorax
Korte omschrijving:
Def: Optreden van een open verbinding tussen de longblaasjes en de pleuraholte. Een
ingeklapte long doordat tussen de longbladen lucht zit. De pleuraholte vult zich met lucht.
Komt vooral bij jonge slanke mannen en ouderen met longemfyseem en het zijn voornamelijk
mannen.
Oorzaak:
 Open pneumothorax: waarbij er een verbinding is tussen de pleuraholte en de
buitenwereld.
 Gesloten pneumothorax: ontstaat door het barsten van een bulla (holte in de huid
gevuld met purulent vocht). Het gat geneest meestal en er is geen verbinding met de
buitenwereld. Meestal treedt dit op door doorbraak van vaak vergrote longblaasjes
door het longvlies  CARA patiënten.
 Spanningspneumothorax  penetrerende verwondingen aan borstkas / trauma.
 Symptomatische spontane pneumothorax  symptoom t.g.v. andere ziekte vb TBC
 Idiopatische spontane trauma  oorzaak onbekend
Verschijnselen:
 Plotseling optredende pijn in borstkast, gepaard met kortademigheid, welk in ernst toe
kan nemen. Meestal treedt het in rust op.
 Spanningspneumothorax kan dodelijk zijn bij niet adequaat ingrijpen.
Diagnostiek:
 Anamnese en lichamelijk onderzoek ausculatie, aangedane thoraxhelft staat in
inspiratiestand.
 X-thorax
 Thoracoscopie  bij afwijkingen in de long of vliezen.
Behandeling:
 Drain  actief gezogen met waterslot
 Inspuiten scleroserende vloeistof of bloed  verminderde longfunctie tot gevolg,
meer kans op recidieven.
 Spanningspneumothorax  spoedthoracosynthese
Prognose:
Afhankelijk oorzaak, pneumothorax zelf is in het algemeen goed te herstellen
Pleuritis
Korte omschrijving:
Door een ontsteking van de pleurabladen treedt er vocht op tussen de pleurabladen.
Oorzaken:
 Uitbreiding ontsteking longweefsel
 Gestoorde terugresorptie van pleuravocht
 Tumoren
Verschijnselen:
 Benauwdheid /dyspneu
 Pijn bij AH
 Hoesten
Diagnostiek:
 X-thorax
 Pleurapunctie
- bacteriologisch onderzoek
- cytologisch onderzoek
- biochemisch onderzoek
 Bioptie
Behandeling:
 AB
 Spoelen
 Drainage
 Therapeutische paracentese
 Thoracoscopische talkpleurodese
Prognose:
Als gediagnosticeerd is, dan is het goed te behandelen
Bij maligne tumoren slechte prognose, mogelijk uitgezaaid.
Longtumoren (centraal en perifeer)
Korte omschrijving:
Centrale  in de grote luchtwegen gelokaliseerd
Perifere  in de kleine luchtwegen, bronchus of bronchiolus
Verschillende typen longkanker:
 Planocellulair of plaveiselcarcinoom
 Ongedifferentieerde kleincellig carcinoom / oatcell-carcinoom
 Ongedifferentieerde grootcellig carcinoom
 Adenocarcinoom
60%
20%
8%
10%
Metastasering:
Hematogene  volgens de zogenaamde v. pulmonalis-type, metastasen kunnen overal in het
lichaam voorkomen.
Lymfogene  via de longhilus, vandaar naar het mediastinum, o.a. de trachea
Oorzaken:
 Roken
 Aanleg?
 Carcinogene stoffen:
- asbest
- luchtvervuiling
- beroepsfactoren
- andere longaandoeningen
- verminderde afweer
Verschijnselen:
 Algemene malaise
 Vermoeidheid
 Vermagering, geen eetlust
 Prikkelhoest
 Intrathoracale pijn
Perifere geeft vrijwel geen verschijnselen
Centrale tumor:
 Hoestklachten
 Bloed opgeven
 Kortademigheid
 Recidiverende temperatuursverhoging
Metastasering: lever, botten, hersenen, lymfen, oesophagus, trachea, vena cava, in zeldzame
gevallen – bijnier- en huidmetastasen  met de daarbijhorende klachten
Diagnostiek:
 X-thorax
 CT-scan
 Lab-bloed o.a. leverfunctie


Bronchoscopie  bioptie
Scintigrafie  botten
Behandeling:
Is afhankelijk van de type kanker en de uitbreiding die al dan niet heeft plaatsgevonden.
Chirurgie:
 Pneumectomie
 Lobectomie
Chemotherapie
Bestraling
Immunotherapie
Pijnstilling
Palliatief:
Bestraling
Laserbehandeling
Symptomatische behandeling
Prognose:
Is afhankelijk van de type kanker en de uitbreiding die al dan niet heeft plaatsgevonden.
Oedeem van de glottis
Korte omschrijving:
Zwelling strottenklepje.
Oorzaken:
- allergische reactie
- inhalatie trauma
- toxisch-chemisch (tentamen suïcide)
Verschijnselen:
- benauwdheid
- heesheid
Diagnostiek:
Kijken in de keel.
Behandeling:
- intuberen
- tracheotomie
Prognose:
Goed, mits er snel ingegrepen wordt.
Zwellingen in trachea of larynx
Korte omschrijving:
- virale bacteriële infecties -> heesheid stemverlies
- van subglotische en tracheale gebieden en soms nog lager naar bronchiën met hoest en
pijn in trachea als gevolg. Erg gevaarlijk bij kinderen omdat deze al een kleine trachea
hebben en deze makkelijk door zwelling afgesloten kan worden. Bij ouderen kan door
een slechte hoestreflex geïnfecteerd materiaal moeilijk uitgescheden worden
Oorzaken:
- allergische
- toxische
- trauma
- benigne verdikkingen
- knobbels
- poliepen
- roken
- laryngitis
- larynxcarcinoom
Verschijnselen:
- moeilijk ademen
- benauwdheid
- cyanose
- keelpijn
- heesheid
- pijn bij slikken
Diagnostiek:
- palpatie
- scopie
- bioptie
- lab onderzoek
Behandeling:
- medicatie
- operatie
Prognose:
Sarcoidose /ziekte van Besnier, Boeck en Schaumann
Korte omschrijving:
Kan vrijwel in alle weefsels en organen van het lichaam microscopisch kleine knobbeltjes,
granulomen, veroorzaken in het bindweefsel, komt vooral bij jonge mensen voor.
Geen verschil in voorkomen van geslachten.
Meestal per toeval ontdekt en verdwijnt veelal zonder bepaalde therapie.
Oorzaken:
Onbekend
Verschijnselen:
Acute vorm  geeft veel symptomen en verschijnselen
Algemene malaise (temperatuursverhoging)
Moeheid
Kortademigheid
Soms hoesten
Soms chronisch verloop:
Vermoeidheid
Kortademigheid t.g.v. longfibrose
Komt vaak voor in het longweefsel, enkel keer in huid of oog of oorspeekselklier
Lever en milt vaak vergroot (hepatomegalie, splenomegalie)
Gewrichtspijn vooral enkels
Diagnostiek:
 X-thorax
 Bronchoscopie  transbronchiaal biopt
 Proefexcisie
 CT-scan
 Lab  BSE en immunoglobulinegehalte verhoogd
 Longfunctieonderzoek
Behandeling:
corticosteroïden
hoe meer klinische symptomen bij het begin van de ziekte, des te gunstiger is de prognose.
Stadium I  90% van de gevallen geneest binnen 12-24 maanden
Prognose:
Stadium I  90% van de gevallen geneest binnen 12-24 maanden
Stadium II  60-80% van de gevallen geneest weer
Neemt de ziekte toe en de longfunctie af of worden er granulomen gevonden in belangrijke
organen  corticosteroïden voor 12 mnd
Soms recidief bij de vermindering van de dosering
Soms hele leven lang gebruiken ondanks bijwerkingen.
TBC en (acuut)
Korte omschrijving:
T.g.v. besmetting van de tuberkelbacil (zuurvaste staafje), door in aanraking (inademing) te
komen met besmet persoon (hoesten, slijm)
open en gesloten versie
Oorzaken:
Tuberkelbacil
Verschijnselen:
 Algehele malaise
 Vermoeidheid
 Verminderde eetlust
 Vermagering
 Lichte temperatuurverhoging, nachtzweten
 Droge hoest  soms sputum met of zonder bloed
Diagnostiek:
 Broncoscopie
 Kweek sputum, urine, lumbaalvocht of pus  speciale kleuring (Ziehl-Neelsen),
kweek pas na 3 -6 weken groei zichtbaar
 Mantoux
 X-thorax
 Leverfunctie
 PRC – polymerase chain reaction (vermenigvuldigen van DNA)
Behandeling:
 D.m.v. kuur antibiotica (3 tot 5 verschillende soorten)  chemisch uitroeien 
fibroseert en raakt verkalkt.
 Goede voeding en sociale omstandigheden
 Opname en soms isoleren
 Thuisisolatie
Prognose:
In de westerse landen redelijk te behandelen, niet bedwongen tot nu toe. 1 op de 10 overlijdt
tgv tuberculose.
Primaire laesie en post primaire TBC (re-infectie)
Bij geen behandeling  overlijden.
Download