Commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd Datum commissievergadering : -- DIS-stuknummer : 874353 Secretaris : mw.J.M.C.de Kort Doorkiesnummer: 073 - 6812289 Behandelend ambtenaar : Dienst/afdeling : Nummer commissiestuk E. Scholt REW/EBZ/SEZ : VOJ-0393 Status : : : : Datum : 19 november 2002 Bijlagen : 2 ter advisering ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling Onderwerp: Stand van zaken Actieprogramma Bevordering Arbeidsparticipatie 2000-2003 Voorstel aan commissie: Kennis nemen van notitie Stand van zaken Actieprogramma Bevordering Arbeidsparticipatie 200-2003 Eventuele nadere opmerkingen: Bijgevoegd stuk is ook ter kennisneming gezonden aan de commissies voor economische zaken en arbeidsmarktbeleid, en voor cultuur, onderwijs en stedelijke vernieuwing. Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, mw. J.M.C. de Kort, Commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd Bijlagen: 1 Brief aan De Jong TV regio TV producties inzake effecten Baanbrekend Magazine 2 tussentijdse evaluatie arbeidsmarktbrabant.nl, november 2002 Notitie ten behoeve van de commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd inzake stand van zaken Actieprogramma bevordering Arbeidsparticipatie 200-2003 1 Inleiding Reeds in het Bestuursakkoord 1995-1999 vormde participatiebeleid gericht op langdurig baanlozen een belangrijk aandachtsveld. In 1995 begon de projectgroep ‘arbeidsparticipatie langdurig baanlozen’ vorm te geven aan het provinciaal beleid op dit terrein door projectsubsidiëring, informatieverzameling en – verspreiding en krachtenbundeling. Doel van het project was participatievergroting van met name groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Deze inspanningen, gekoppeld aan een bredere inzet op het gebied van het arbeidsmarktbeleid, hebben de basis gelegd voor het provinciale initiatief om te participeren in de Europese Werkgelegenheidspacten. In 1998 is het (Werkgelegenheids)Pact Brabant van start gegaan op initiatief van de Provincie Noord-Brabant. Het Pact, als een verbond van werkgevers, werknemers, lokale en regionale overheden en provincie, wil een extra impuls geven aan inspanningen om de kloof tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt te overbruggen. Het Pact heeft tot op heden activiteiten ontplooid op het gebied van wijkgerichte aanpak van langdurig baanlozen, arbeidsparticipatiebevordering van ouderen en activiteiten in het kader van ‘Op de bres voor techniek’. De activiteiten die de Provincie Noord-Brabant ontplooit ter bevordering van de arbeidsparticipatie van langdurig baanlozen plaatst de Provincie nadrukkelijk in het kader van de inspanningen van Pact Brabant. Op 30 mei 2000 hebben wij het ‘Plan van aanpak vervolg project participatiebeleid langdurig baanlozen’ vastgesteld. Het plan van aanpak is besproken in de Pactvergadering van 22 juni 2000. De Provincie Noord-Brabant zet zich in op het terrein van de bestrijding van de langdurige baanloosheid en het vergroten van de arbeidsparticipatie als onderdeel van het sociaal economische (arbeidsmarkt)beleid (Dynamiek en Vernieuwing, Kadernota sociaal-economisch beleid 2002-2006), maar ook als onderdeel van een breed participatiebeleid(‘Na denken: Doen!, schetsen voor een sociaal duurzaam Brabant, Koers Provinciaal Sociaal Beleid 2000-2004’). Ook is er een relatie gelegd met het ‘Actieplan Zorg en Arbeidsmarkt 2000+’ (maart 2000), dat tot doel heeft de zorgsector aantrekkelijk te maken voor zittende en nieuwe werknemers en het provinciaal sociaal beleid. In deze notitie wordt de stand van zaken geschetst omtrent de uitwerking van het plan van aanpak. In hoofdstuk 2 worden in het kort de hoofdlijnen geschetst van het plan van aanpak, in hoofdstuk 3, 4 en 5 wordt een overzicht gegeven van de projecten die in uitvoering zijn genomen in het kader van het Actieprogramma Bevordering Arbeidsparticipatie, de communicatie daaromtrent en de financiën en in hoofdstuk 6 volgt tot slot de meest recente stand van zaken omtrent de langdurige baanloosheid in Brabant. 2 Plan van aanpak vervolg project participatiebeleid langdurig baanlozen Doel van de Provincie met het Plan van aanpak vervolg project participatiebeleid langdurig baanlozen is participatievergroting van met name groepen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De Provincie heeft in het plan van aanpak gekozen voor de volgende hiervan afgeleide, deels nieuwe, speerpunten: I. II. III. versterking van de gemeentelijke regierol ten aanzien van de toeleiding van uitkeringsgerechtigden en nietuitkeringsgerechtigden naar arbeid en ten aanzien van het regionaal arbeidsmarktbeleid; versterking van de arbeid- en organisatieontwikkelingsfunctie van bedrijven en organisaties, waardoor ook inschakeling van langdurig baanlozen mogelijk wordt; Het is met name dit speerpunt dat aansluit bij de nieuwe themakeuze van het Pact Brabant, nl. ‘employability’/stimuleren modern personeelsbeleid. verbetering informatievoorziening en monitoring op het gebied van arbeidsmarktontwikkeling Ook bij dit speerpunt ligt een relatie naar het nieuwe ambitie-niveau van het Pact Brabant, nl. de wil tot (onderzoek ten behoeve van) strategische beleidsontwikkeling op de langere termijn. -2- Bovendien kiest de Provincie in het plan van aanpak voor een pro-actieve benadering: Naast ‘afwachten’ wat er uit het veld komt aan projecten, ook zelf projecten initiëren (in samenwerking met o.m. PSW arbeidsmarkadvies als uitvoeringsorganisatie van provinciaal arbeidsmarktbeleid) en projectpartners zoeken op basis van de vastgestelde speerpunten. Beide varianten komen overigens in de praktijk voor. Het plan van aanpak betekent in zekere zin ook een trendbreuk met het verleden, omdat de provincie zich niet meer richt op het toeleiden van concrete groepen personen naar de arbeidsmarkt. Daarvoor zijn andere actoren verantwoordelijk. De provincie wil wel structuren versterken en verantwoordelijke actoren op de arbeidsmarkt ondersteunen bij nieuwe taken, onder meer door vernieuwing te initiëren en te stimuleren en door informatievoorziening. De verantwoordelijke actoren op de arbeidsmarkt waar de Provincie Noord-Brabant haar activiteiten op richt, zijn de gemeenten en de sociale partners. Het zijn de gemeenten en de sociale partners die in de regionale en sectorale platforms vorm moeten geven aan het regionaal en sectoraal arbeidsmarktbeleid. Het zijn tot slot de werkgevers en werknemers in bedrijven en instellingen die vorm moeten geven aan modern personeelsbeleid om nieuwe en zittende werknemers te behouden voor de arbeidsmarkt. 3 Actieprogramma bevordering arbeidsparticipatie Noord-Brabant Door de projectgroep arbeidsparticipatie, waarin medewerkers van de afdelingen Zorg, Welzijn, Educatie en Economische Zaken participeren, worden de 3 genoemde speerpunten uit het Plan van aanpak geconcretiseerd in een driejarig Actieprogramma bevordering arbeidsparticipatie Noord-Brabant. Hieronder volgt per speerpunt een korte beschrijving van de projecten die tot heden in uitvoering zijn genomen. Van de meeste projecten zijn nog geen resultaten bekend. Evaluatie van het Actieprogramma staat gepland voor 2004. Speerpunt 1 Versterking regierol gemeenten op gebied van arbeidsmarkttoeleiding Project ‘Ontwikkeling en implementatie gemeentelijk inkoopbeleid’. Doel van dit driejarig project is het verstevigen van de gemeentelijke regierol in twee verschillende regio’s (Land van Cuijk, Bergen op Zoom,Woensdrecht, Steenbergen) in Noord-Brabant middels het opzetten van een structureel inkoopbeleid, dat de gemeente als opdrachtgever in staat stelt (re)integratiediensten te kiezen die adequaat aansluiten op de specifieke behoeften van het klantenbestand. Project ‘Astense bedrijven maken werk van zorg’ Dit is een project dat op lokaal niveau de verbetering van het personeelsbeleid van bedrijven koppelt aan de toeleiding van bijstandsgerechtigden en nietuitkeringsgerechtigde werkzoekenden (Stille reserves) én de verbetering van het lokale voorzieningenniveau (b.v. kinderopvang, openbaar vervoer). ‘Pilot Werk en zorg’. Dit is een éénjarig project (gemeente Tilburg) waarbij gemeenten hun arbeidstoeleidingsaanbod integreren met een zorgaanbod om voortijdige uitval uit gesubsidieerde arbeid te voorkomen (geïntegreerd aanbod zorg en arbeidstoeleiding). Project Reïntegratie allochtone arbeidsgehandicapten. Dit project richt zich op het ontwikkelen van een methodiek om Marokkaanse en Turkse arbeidsgehandicapten toe te leiden naar werk. De te ontwikkelen methodiek van reïntegratie van allochtone arbeidsgehandicapten kan worden toegepast door onder meer consulenten/casemanagers van gemeenten en aan gemeenten gerelateerde reïntegratiebedrijven. Project cliëntparticipatie sociale activering. Dit project heeft tot doel om een methode te ontwikkelen om te komen tot een instrument dat de tevredenheid van klanten van sociale activering meet, waarbij de inbreng van de klanten leidend is; vervolgens wordt een meetinstrument voor klanttevredenheid bij sociale activeringsactiviteiten ontwikkeld en uitgetest bij de pilotgemeenten en aanbieders van sociale activering, daarna zal begonnen worden met kwaliteitsverbetering op basis van de gemeten klanttevredenheid bij gemeenten en aanbieders; tot slot zal de methode en het instrument naar andere gemeenten en aanbieders van sociale activering worden overgedragen. -3- Speerpunt 2 Versterking Arbeid- en organisatieontwikkelingsfunctie van bedrijven en organisaties Project Beter worden met kleurrijke zorg. Dit project is ontwikkeld door Favor in samenwerking met Palet en een aantal zorginstellingen. Het beoogt de instroom en het behoud van allochtone werknemers in de zorg te verbeteren door interculturalisatie van de zorginstellingen en door betere begeleiding en doorscholing van nieuwe instroom. Project Syncope Dit is een project van MKB-Nederland en de Provincie om gezamenlijke innovatieve activiteiten van MKB-bedrijven en intermediairen op de arbeidsmarkt te stimuleren om knelpunten bij werving en personeelsbeleid in onderlinge samenhang op te lossen, wat ook ten gunste komt van moeilijk plaatsbare groepen op de arbeidsmarkt en ‘stille reserves’. In het eerste jaar heeft een drietal branches geparticipeerd in dit project: de installatiebranche, de metaalsector en de mode- en sportdetailhandel. De resultaten van het eerste jaar samenvattend kan gesteld worden dat Syncope er samen met de branches in geslaagd is om beter zicht te krijgen op de knelpunten. Echter duidelijk is ook dat werkgevers/ondernemers de noodzaak niet herkennen en erkennen om personeelsbeleid op te pakken. Het onderwerp leeft niet. Gezien de demografische ontwikkelingen is dit zeer zorgelijk. Momenteel wordt onderzocht of een doorstart van Syncope met een aangepaste projectopzet (meer ‘missiewerk’) op voldoende draagvlak bij voldoende branches kan rekenen. Project informatiesysteem interventiemogelijkheden aandoeningen bewegingsapparaat regio Zuid-Oost Brabant. Het op te zetten informatiesysteem voorziet in de behoefte aan informatie over de interventie-, behandel- en financieringsmogelijkheden bij diverse ziektestadia van aandoeningen aan het bewegingsapparaat. Achterliggend doel is arbeidsverzuim en WAO uitval te voorkomen door adequaat ingrijpen. Dit project is ontwikkeld naar aanleiding van het onderzoek van de provinciale raad voor de volksgezondheid en maatschappelijke zorg, PRVMZ en de BZW ‘Winst in Wisselwerking’ en heeft relatie met de activiteiten van Platform Zorg en Arbeidsmarkt. Project Werkwijzer (Centrum voor ouderen en arbeid): Dit 3-jarige project is in het kader van Vitaal Grijs ontwikkeld door PSW arbeidsmarktadvies. Het doel van Werkwijzer is het bevorderen van een omslag in het denken die de deelname van ouderen aan betaalde arbeid en vrijwilligerswerk verhoogt. Werkwijzer bevindt zich in Breda. Momenteel wordt gewerkt aan verspreiding van Werkwijzer naar andere locaties in Nederland. Er wordt door de provincie om hiervoor de basis te leggen voor de laatste keer subsidie gegeven. Project Genderspecifieke aanpak WAO-problematiek in de schoonmaaksector: Dit 2-jarige project is ontwikkeld door PSW arbeidsmarktadvies in samenwerking met BZW, POG, Brabants Bureau voor Emancipatiezaken en de schoonmaakbranche. De doelstelling van dit project is het verkleinen van de instroom in de WAO van vrouwen, werkzaam in de schoonmaaksector, door middel van het ontwikkelen en toepassen van een analyse-instrument voor schoonmaakbedrijven. Het analyseinstrument houdt rekening met gender-specifieke factoren (in het eigen bedrijf) om ziekte en WAOinstroom te voorkomen en/of reïntegratie te bespoedigen. Het blijkt namelijk dat de instroom van vrouwen in de WAO de laatste jaren onevenredig is toegenomen ten opzichte van de instroom van mannen. Helaas heeft de OSB (werkgeversorganisatie van de schoonmaakbranche) zich vlak na de start van dit project teruggetrokken, waardoor het project niet verder uitgevoerd kan worden. Speerpunt 3 informatievoorziening Project arbeidsmarktsite, www.arbeidsmarktbrabant.nl Dit is een website waar alle informatie bijeenkomt over vraag en aanbod op de Brabantse arbeidsmarkt, projecten, beleid, organisaties, activiteiten etc. en die als handige toegangspoort kan dienen tot alle mogelijke informatie, ook en juist van derden, op het gebied van arbeidsmarkt. Doelgroep van de website zijn: professionals, die werkzaam zijn op het terrein van de arbeidsmarkt (bijvoorbeeld beleidsmedewerkers, consulenten, intermediairen, decanen, beroepskeuzeadviseurs, bedrijfsadviseurs, arbeidsdeskundigen, branchevertegenwoordigers, projectmedewerkers, bestuurders en politici). Het is de bedoeling dat de Provincie zich met deze website ook naar buiten toe kan profileren als een actieve pleitbezorger voor een goed werkende arbeidsmarkt. De website zal aanvullend zijn op/gelinkd zijn aan bestaande web-sites. (zie bijlage) Baanbrekend Magazine (zie bijlage) Dit betreft een serie uitzendingen over de Brabantse arbeidsmarkt voor de 'gewone’, werkende, werkzoekende of ‘ondernemende’ Brabantse burger. In de uitzendingen komen de volgende zaken aan bod: -4- a) hoe mensen die niet gemakkelijk aan een baan komen geholpen zijn om de (vaak grote) afstand tot de arbeidsmarkt te overbruggen. Deze projecten dienen als voorbeeld voor anderen in dezelfde arbeidsmarktsituatie, maar ook voor werkgevers die nog aarzelen om deze mensen in dienst te nemen. Het gaat dan om doelgroepen met weinig toegang tot de arbeidsmarkt, zoals ouderen en vrouwen (stille reserves), drop-outs, allochtonen, gedeeltelijk arbeidsgeschikten; b) imagoverbetering van vakmanschap, met name in de sectoren metaal, electro, bouw, transport en in de zorgsector met het doel gemakkelijker personeel te werven voor de sectoren; c) het belichten van projecten die door overheden, arbeidsmarktorganisaties en overige intermediairs worden ontwikkeld met als doel de Brabantse arbeidsmarkt beter te laten functioneren. d) Het geven van een wekelijks overzicht van alle relevante ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Monitor Arbeidsparticipatie deel IV en V De monitoren bevatten altijd twee vaste onderdelen: een onderdeel waarin cijfermatige informatie wordt gegeven over de actuele trends binnen de langdurige baanloosheid in Noord-Brabant en een onderdeel waarin actuele beleidsontwikkelingen worden beschreven. In elke monitor wordt voor de beschrijving van actuele beleidsontwikkelingen gekozen voor een bepaald thema. Het thema voor de eerste twee monitoren was de inventarisatie van projecten en activiteiten ter bevordering van de arbeidstoeleiding van langdurig baanlozen. De derde monitor gaf een overzicht van de stand van zaken rond sociale activering in de Brabantse gemeenten en de vierde monitor beschreef de scholing van werkenden en werkzoekenden. Voor de vijfde monitor verzocht de provincie de samenstellers thematisch in te zoomen op de gemeentelijke regiefunctie ten aanzien van de toeleiding naar de arbeidsmarkt van Abw’ers1, niet-uitkeringsgerechtigden en Anw’ers2. Een bijzonder actueel thema, aangezien met de komst van het Fonds Werk en Inkomen en de Structuur Uitvoering Werk en Inkomen (SUWI) gemeenten nieuwe verantwoordelijkheden en mogelijkheden hebben voor de toeleiding van baanlozen naar werk3. Gemeenten bevinden zich midden in een ontwikkelingsproces waarin zij zowel beleidsmatig als uitvoerend invulling geven aan hun nieuwe rol als regisseur; niet alleen voor mensen met een bijstandsuitkering, maar ook voor nieuwe doelgroepen (nietuitkeringsgerechtigden en Anw’ers). In de monitor wordt beschreven hoe ver de Brabantse gemeenten zijn met dit ontwikkelingsproces. Deze monitor wordt in oktober 2002 gepresenteerd. 4 PR en communicatie De projecten behorend tot het actieprogramma bevatten allen een PR en communicatieaspect. Aanvullend op wat per project gepland is aan PR en communicatie, wordt per jaar bekeken welke projecten en momenten geschikt zijn voor extra publiciteit. Zo zijn er conferenties georganiseerd om de monitor arbeidsparticipatie te presenteren en verschijnen er zowel papieren als electronische nieuwsbrieven rondom de arbeidsmarktsite. 5 Financiën In het kader van het Actieprogramma heeft de provincie tot eind 2002 in totaal € 1.276.899 beschikbaar gesteld als bijdrage in de totale projectkosten van € 2.506.910. De kosten van de provinciale bijdrage aan het driejarig actieprogramma bevordering arbeidsparticipatie worden volgens de verdeelsleutel 7:2:1 gedragen door respectievelijk EZ, WEC en Zorg (besluit GS d.d. 9 januari 2001), met uitzondering van de Monitor arbeidsparticipatie deel IV en V, die geheel door EZ worden bekostigd uit het sociaal economisch onderzoeksbudget en de kosten voor flankerende PR en communicatie, die ook door EZ worden gedragen. Voor het jaar 2003 resteert een budget van € 373.461 ten behoeve van nog in ontwikkeling zijnde/te ontwikkelen projecten. 6 Stand van zaken langdurige baanloosheid Tot slot nog de laatste stand van zaken omtrent de langdurige baanloosheid in Noord-Brabant. De werkgelegenheid en bedrijvigheid in de Provincie Noord-Brabant zijn tot 2001(zie SEV 2001, blz. 28 e.v.) 1 2 3 Personen die een uitkering ontvangen volgens de Algemene bijstandswet Personen die een uitkering ontvangen volgens de Algemene nabestaandenwet In paragraaf 2.1. worden deze beleidsontwikkelingen nader beschreven. -5- toegenomen. Kansrijke werklozen profiteerden van deze groei. De baanloosheid in Noord-Brabant, in deze rapportage ingevuld aan de hand van de cijfers over de ingeschreven niet-werkende werkzoekenden (de ‘NWW’-bestanden)bij de CWI’s, is gehalveerd in de periode 1995-2000. Tussen 2000 en 2001 is ook nog een, zij het vertraagde, daling opgetreden van 56.000 naar 50.000 personen. Aan de daling van de totale en de langdurige baanloosheid is in 2001 echter een eind gekomen. Van mei 2001 tot mei 2002 zien we een duidelijke kentering: in een jaar tijd is het aantal baanlozen gestegen van 50.000 naar 60.000. Het nu bereikte niveau is op zich niet verontrustend te noemen, de snelle stijging (+20% in een jaar tijd) is dat wel. Absoluut aantal langdurig baanlozen blijft nagenoeg stabiel Op het eerste gezicht lijkt de positie van langdurig baanlozen (dat wil zeggen twee jaar of langer ingeschreven als niet-werkende werkzoekende) het afgelopen jaar te zijn verbeterd. Het aandeel langdurig baanlozen in de totale NWW-populatie, dat jaren achtereen is gestegen, daalde tussen 2001 en 2002 van 45% naar 38%. Bij deze uitkomst past wel een aantal nuanceringen. In tegenstelling tot voorgaande jaren daalde het absolute aantal langdurig baanlozen het afgelopen jaar niet meer, maar bleef het nagenoeg stabiel op een niveau van ca. 23.000 voor heel Noord-Brabant. Voor de vier RPA-regio’s is dezelfde ontwikkelingslijn te zien. Verder constateert men dat de recente stijging van de werkloosheid merkbaar is in alle grootteklassen en typen gemeenten. De grootste relatieve stijgingen komen voor in kleinere gemeenten. Op dit punt ligt een duidelijke relatie met de economische ontwikkeling, of anders gezegd: de economische wetten beïnvloeden ook nu onmiskenbaar de richting van de werkloosheid. En waar de economische en werkgelegenheidsvooruitzichten niet uitbundig zijn, komt de positie van de langdurig baanlozen/moeilijk bemiddelbaren mogelijk extra onder druk. De langdurige baanloosheid bij ouderen is hoog Ouderen (de leeftijdsgroep 45-64 jaar) zijn fors oververtegenwoordigd onder de langdurig baanlozen. We zien hier een onverminderd verdergaande verslechtering van hun positie. Door de demografische ontwikkeling vergrijst zowel de werkende beroepsbevolking als de langdurig baanloze beroepsbevolking, hetgeen als een zorgelijke ontwikkeling te kenschetsen is. Tevens verdere verslechtering van de positie van vrouwen en etnische minderheden Gezien hun forse oververtegenwoordiging en nog overwegend groeiende aandeel in de langdurige baanloosheid geeft ook de positie van vrouwen en etnische minderheden een verdere verslechtering te zien. Qua werkloosheidsniveau is de positie van vrouwen nog altijd slecht te noemen, qua recente ontwikkeling is het beeld voor deze groep positiever. Een min of meer overeenkomstig beeld komt naar voren bij de etnische minderheden (i.c. niet-westerse allochtonen), zij het dat in deze groep de langdurige en de totale werkloosheid nog altijd verontrustend hoog is. Zowel langdurig baanlozen als kortdurend baanlozen worden moeilijker bemiddelbaar De zorgwekkende positie van de langdurig baanlozen wordt nog eens onderstreept met de vaststelling dat inmiddels veruit het grootste deel van hen behoort tot de categorie werkzoekenden met een grote tot zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt (86% is ingedeeld in fase 3 of 4). Een serieus extra zorgpunt komt naar voren als we de opbouw van de oplopende kortdurende werkloosheid nader bekijken. In afwijking van de verwachting concentreert de stijging zich hier niet bij de relatief gemakkelijk bemiddelbare groep in fase 1, maar juist bij de werkzoekenden die zijn ingedeeld in de fasen 2 tot en met 4. 's-Hertogenbosch, 19 november 2002 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant. -6- -7-