Welk van de volgende stromingen in de geschiedenis van

advertisement
Welk van de volgende stromingen in de geschiedenis van de psychologie maakte vooral gebruik
van gecontroleerde experimenten om kennis te vergaren?
a) Behaviorisme
b) structuralisme
c) Functionalisme
d) psychoanalyse
Welk van volgende paren vormt een juiste combinatie?
Afhankelijke variabelen - constant houden
Afhankelijke variabelen - variëren
Afhankelijke variabelen - manipuleren
Afhankelijke variabelen - meten
Vul aan. Op basis van de resultaten van zijn studie, stelde Sperling vast dat de letters die werden
aangeboden in zijn experiment werden vastgehouden in een snel vervagend sensorisch
opslagsysteem. In de studie waarop hij zich baseerde om deze conclusie te maken, was de
onafhankelijke variabele ___.
het aantal beschikbare letters op het rooster
het tijdsinterval tussen de letteraanbieding en een toon
het aantal verschillende letters op het rooster
de tijd waarmee de letters werden aangeboden
Welke gehoorstoornis kan men verhelpen met een gehoorapparaat?
Conductiedoofheid
Tinnitus
Drempelverschuiving
Sensorineurale doofheid
Wat is geen manifestatie van top-down processen?
De Ebbinghaus illusie
De observatie dat mensen die een grotere aanvaarding van de ziektetoestand vertonen een
verminderde pijnsensatie hebben
Fantoompijn
Geen van de andere alternatieven is correct
Camouflage is vooral gebaseerd op het principe van ___.
de figuur-achtergrondscheiding
de nabijheid
de goede voortzetting
de subjectieve contouren
Volgens de feature-integration van Treisman & Gelade (1980) verloopt visuele perceptie in twee
stadia. Welke van de volgende uitspraken is juist?
Het eerste stadium verloopt serieel en energie is nodig voor dit proces. In dit stadium worden
primitieve kenmerken gedetecteerd. In het tweede stadium worden de primitieve kenmerken
samengevoegd tot één geheel. Dit proces verloopt parallel en automatisch.
Zowel het eerste als het tweede stadium verlopen parallel en automatisch. In het eerste
stadium worden de primitieve kenmerken gedetecteerd en in het tweede stadium worden deze
kenmerken samengevoegd.
In het eerste stadium vindt een zoektocht plaats naar één kenmerk. Vervolgens wordt in het
tweede stadium een zoektocht uitgevoerd naar een conjunctie van kenmerken. Beide processen
hebben selectieve aandacht nodig.
Het eerste stadium verloopt parallel en automatisch. Dit stadium omvat de detectie van
primitieve kenmerken. In het tweede stadium worden de primitieve kenmerken samengevoegd tot
één geheel. Dit verloopt serieel en hiervoor is selectieve aandacht nodig.
Welke van de onderstaande uitspraken is niet juist?
Tijdens hypnose worden meer correcte herinneringen boven gehaald.
Hypnose is een bewustzijnstoestand tussen slapen en waken.
Hypnose verlicht acute pijn. Of hypnose een pijnverlichtende werking heeft bij chronische pijn
is nog niet duidelijk.
Niet iedere persoon kan gehypnotiseerd worden.
Veel onderzoek naar de mate waarop denken beïnvloed wordt door taal is uitgevoerd aan de hand
van kleurperceptie van verschillende bevolkingen. Deze bevolkingen hebben verschillende
hoeveelheden woorden voor kleuren. Waarvoor is bewijs gevonden?
Linguïstisch determinisme
Geen van de andere alternatieven zijn juist
Taal heeft geen invloed op ons denken
Linguïstisch relativisme
Stereotypen over sociale groepen blijven bestaan doordat mensen geneigd zijn alleen te letten op
gedrag dat dit stereotype ondersteunt. Dit is een voorbeeld van ___.
een emotionele vertekening
de representativiteitsheuristiek
de beschikbaarheidheuristiek
de confirmatieneiging
Wat is geen monoculaire diepte-aanwijzing?
Textuurgratient
De bewegingsparallax
Interpositie
Template-matching
Na een nachtje doorzakken in de Overpoort heeft Marie-Lotte een ongelooflijke kater. Ze neemt
een aspirientje en haar hoofdpijn verdwijnt. Na de volgende nachtelijke uitstap neemt ze voor het
slapengaan opnieuw een aspirientje. Het nemen van dit tweede apirientje is het gevolg van ___ bij
het nemen van het eerste aspirientje.
positieve straf
positieve bekrachtiging
negatieve straf
negatieve bekrachtiging
Onderstaande afbeelding toont de resultaten van een experiment waarin herinnering gemeten werd
in functie van de lokatie van de studie- en testfase. Welk fenomeen werd hier
aangetoond?
gracieuze degradatie
contextafhankelijk geheugen
het principe van de tweevoudige codering (dual-coding)
transfer-aangepaste verwerking
Welke theorie bevat geen gedistribueerde representaties?
Kenmerken theorie van McRae
Model van Rogers
ACT-R theorie van Anderson
Geen van de andere alternatieven is correct
Welk van volgende factoren speelt geen rol bij het hongergevoel op korte termijn?
De concentratie van leptine in het bloed
De concentratie van cholecystokinine in de hersenen
Vulling van de maag
Het glucosepeil in het bloed
Onderstaande tabel toont de prevalentie van antisociaal gedrag in functie van de prevalentie van
dat soort gedrag bij de ouders. Welk van de volgende stellingen is géén correct besluit op basis van
deze tabel?
het voorkomen van antisociaal gedrag bij de adoptieouders leidt tot een grotere kans op
dergelijk gedrag bij de kinderen
het voorkomen van antisociaal gedrag bij de biologische ouders leidt tot een grotere kans op
dergelijk gedrag bij de kinderen
deze tabel toont aan dat antisociaal gedrag volledig aangeboren is
zowel biologische als sociaal-culturele factoren dragen bij tot de ontwikkeling van antisociaal
gedrag
Vul aan. Een belangrijk verschil tussen positieve en negatieve schizofrenie bestaat eruit dat ___.
negatieve schizofrenie zou te wijten zijn aan een zuurstoftekort tijdens de geboorte en dus
irreversibel is
antipsychotica wel lijken te helpen bij positieve maar niet bij negatieve schizofrenie
positieve schizofrenie slechts half zo vaak voorkomt als negatieve schizofrenie
de wanen en hallucinaties bij positieve schizofrenie geen beangstigend karakter hebben
Welk van de volgende stellingen is correct?
Bij de vergeetcurve is er een negatieve correlatie tussen de tijd die verstreken is na het leren
van informatie en de hoeveelheid besparing. De besparing is kleiner het eerste uur na het leren
dan 5 uur na het leren.
Bij de vergeetcurve is er een negatieve correlatie tussen de tijd die verstreken is na het leren
van informatie en de hoeveelheid besparing. De besparing is groter het eerste uur na het leren dan
5 uur na het leren.
Bij de vergeetcurve is er een positieve correlatie tussen de tijd die verstreken is na het leren
van informatie en de hoeveelheid besparing. De besparing is groter het eerste uur na het leren dan
5 uur na het leren.
Bij de vergeetcurve is er een positieve correlatie tussen de tijd die verstreken is na het leren
van informatie en de hoeveelheid besparing. De besparing is kleiner het eerste uur na het leren
dan 5 uur na het leren.
Een patiënt met een hersenbeschadiging heeft moeite met het vinden van woorden voor objecten.
Maar hij weet wel steeds of een onvindbaar zelfstandig naamwoord een "de-woord" (bijv. de kist)
of een "het-woord" (het deksel) is. Volgens de taalproductietheorie van Levelt, heeft deze patiënt
___.
een probleem om het concept te activeren, maar niet om het lemma te selecteren
geen probleem om het lemma te selecteren, maar wel om de lexemen te activeren
geen probleem om het concept te activeren, maar wel om het lemma te selecteren
een probleem om het lemma te selecteren, maar niet om de lexemen te activeren
Vul aan. De effecten van GSM-gebruik in de auto op de verkeersveiligheid worden bestudeerd door
___; het theoretische concept dat ze daarbij gebruiken is ___.
omgevingspsychologen; stress
ergonomen; stimulus-respons compatibiliteit
ergonomen; verdeelde aandacht
omgevingspsychologen; human resources
Welk van de volgende stellingen is niet correct?
Het lange-termijn geheugen bevat geen iconische codes.
Patiënten met prosopagnosie hebben steeds ook problemen met het herkennen van alledaagse
objecten. Dit vormt sterke evidentie voor het bestaan van een unitair systeem voor visuele
waarneming.
Correlationele studies laten niet toe causale verbanden aan te tonen.
Onderzoek van Ebbinghaus toont aan dat de capaciteit van het werkgeheugen ongeveer 7
eenheden is.
strooptaak wordt gebruikt bij het onderzoeken van
Gecontroleerde processen
Kleurwaarneming
Automatische processen
Omschakelingskosten
De 1e en 3e as van DSM III en IV betreffen ___ en ___ .
een persoonlijkheidsstoornis - de stressoren
de lichamelijke conditie die de mentale toestand kan beïnvloeden - de klinische of mentale
stoornis
de klinische of mentale stoornis - een persoonlijkheidsstoornis
de klinische of mentale stoornis - de lichamelijke conditie die de mentale toestand kan
beïnvloeden
Proefpersonen zien Chinese karakters ___ als ze voorafgegaan worden door een tachistoscopisch
gepresenteerd, niet bewust waar te nemen lachend gezicht.
liever
niet
later
eerder
De centrale knopen in het geheugenmodel van McClelland komen overeen met de functie van
welke neurale structuur?
de hippocampus
spiegelneuronen
het limbisch systeem
de frontale cortex
Vroeg geleerde woorden die volwassenen nog zelden lezen (bv. "heks") worden ___ herkend dan
later geleerde woorden die even weinig voorkomen.
nog steeds sneller
even snel
alleen als ze nog dikwijls uitgesproken worden vlugger
nog steeds trager
In de les werden case-studies getoond van een amnesie patiënt en van een schizofreniepatiënt. Bij
de eerste was er waarschijnlijk een probleem met ___, terwijl er bij de tweede waarschijnlijk
sprake was van deregulatie van ___.
de hippocampus - adrenaline
dopamine - het limbisch systeem
de hippocampus - dopamine
spiegelneuronen - hechting
Download