Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding 4 Varkensvoeding: voeding van biggen 4.1 Verteringscapaciteit van een big (p31) Zeugenmelk als enige voedingsbron o Lichte verteerbare voedingsstoffen o Hoogwaardig eiwit o Antistoffen o Bacterieremmende stoffen Na het spenen vindt zich een lichte daling in de productie van een aantal enzymen zoals: lipase, amylase en trypsine. Het duurt ongeveer 10 dagen voordat de enzymactiviteit weer terug op niveau is van voor het spenen Begrippen o Amylase en maltase: zetmeelsplitsende enzymen o Lactase: melksuiker splitsende enzymen o Pepsine en trypsine: eiwitsplitsende enzymen o Lipase: vetsplitsende 4.1.1 Vertering van de koolhydraten 4.1.1.1 Zetmeel en suiker Water oplosbaar en enzymatisch goed afbreekbaar Zetmeel afbraak in dunne darm Rauw zetmeel o Leidt tot teveel onverteerde voedselresten aan het einde van de dunne darm o Verstoring van microflora in dikke darmdiarree o Tapioca(grondstof die dit veel bevat) niet geschikt voor jonge biggen o Moet ontsloten worden (betere vertering) Melksuiker wordt zeer goed verteerd (lactose) 4.1.1.2 Niet-zetmeel koolhydraten (NSP’s) Vertering vindt plaats in de blinde en dikke darm via microbiële fermentatie Voedingstoffen worden omgezet tot vluchtige vetzuren (azijnzuur, propionzuur) Biggen kunnen deze vetzuren opnemen en benutten voor onderhoud en groei o Nadelen: Omzetting tot vluchtige vetzurenveel energieverlies Dunnere mest Verlies aan eiwit voor eiwitopbouw Gunstig klimaat voor uitbreiding van E-coli 4.1.2 Vertering van vetten Vindt plaats in het voorste gedeelte van de dunne darm Enzym Lipase kan gemakkelijk vet afbreken Vet uit zeugenmelk wordt goed verteerd door biggen Bij zogende biggen kan vetdiarree optreden bij een te hoge aanbod aan vet met langdurige, verzadigde vetzuren Dierlijk vet = verzadigde vetzuren Plantaardige vetten = onverzadigde vetzuren JeffreyGoderis Pagina 1 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding 4.1.3 Vertering van eiwit Dierlijk eiwit wordt beter verteerd dan plantaardig eiwit Via het enzym pepsine (pH in de maag moet wel voldoende laag zijn (<3.5) Melkeiwitten en vismeel geschikte grondstoffen voor biggen Opmerking Bv soja Groot zuurbindend vermogen pH daalt minder snel in de maag, zuurbarriere is lager => meer kans op pathogene micro organismen Minder geschikt als eiwitbron voor jonge biggen 4.2 Slingerziekte, speendiarree en voeding (p35) Factorenziekte 4.2.1 Ontstaan van slingerziekte Verandering bij het spenen De lichte verteerbare zeugenmelk wordt vervangen door moeilijker verteerbaar vast voedsel De hoeveelheid onverteerde voedselresten neemt toe in de darm Deze punten leiden tot: Groei van ongewenste flora 4.2.2 Symptomen slingerziekte/speendiarree Oedeemziekte Endotoxine shock (natte slinger) Verminderde eetlust Verminderde eetlust Bolle oogleden, neus en Bleke huid mondholte Vaste mest Blauwe oren en buik Endotoxine Matige diarree Acute sterfte Endotoxine Acute sterfte speendiarree Verminderde eetlust Blauwe oren en buik Lange haren Dunne mest Endotoxine Eerste sterft binnen 24u na begin diarree 4.2.3 Voedingsmaatregelen Vermindering van de hoeveelheid gemakkelijk fermenteerbare voedingsresiduen in de dunne darm en dikke darm o Licht verteerbaar voeder o Voederbeperking en voederverdeling Enzymontwikkeling stimuleren bij het spenen Beperking van de groei van pathogenen door voederadditieven: probiotica en zuren Voorkomen van beschadiging van darmepitheel door allergenen en andere antinutritionele factoren Optimaliseren van lokale en systemische afweer 4.2.4 Beperken van pathogenen door speciale toevoegingen Zuren als bacteriostatica JeffreyGoderis Pagina 2 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding o Hogere zuur barrière: door de zuren wordt pH in de maag verlaagd en er wordt een zuurbarriere opgebouwd o Langzamere maaglediging: doordat neutraliseren in de darm meer tijd kost o Lagere voederopname: door de geringe doorstroming van maag naar dunne darm is de maag relatief meer gevuld o Efficiëntere vertering: door de langzamere maaglediging hebben enzymen meer tijd om op het voeder in te werken en wordt het voeder efficiënter verteerd Probiotica o Dit zijn melkzuurvormende levende bacterieculturen 4.2.5 Immunologische aspecten ter voorkoming van speendiarree (p40) Na het spenen valt de opname van immuunglobulinen uit de melk weg De opname van vast voeder met daarin vreemde voedseleiwitten kunnen in eerst instantie aanleiding geven tot de immunologische afweerreacties in de darm Miller 4.3 Voeder soorten en voederschema’s (p41) 4.3.1 Voedersoorten Biggenopfokvoeder = melkkorrel o Opname van vaste voeders te stimuleren o Groeivertraging door onvoldoende melkproductie te voorkomen o Bevat veel melkproducten o Energiemelksuiker en ontsloten granen (tarwe, mais, gerst) (gerst is licht verteerbaar, smakelijk en werkt pH verlagend, hoog gehalte aan ruwe celstof) o Bevat organische zuren (citroen zuur) Speenvoeder o Afgestemd op de verteringscapaciteit van biggen van drie weken en ouder o Rekening mee gehouden met voedingsfactoren die invloed hebben op slingerziekte en speendiarree Enkel goede verteerbare grondstoffen gebruikt Geen anti-nutritionele factoren in de grondstoffen voorkomen Geen grondstoffen met een sterk bufferend vermogen worden gebruikt o 50% gerst en/of ontsloten granen o Geen of zeer weinig tapioca en of sojaschroot o Geen vlinderbloemigen en graanbijproducten o Zekere hoeveelheid melkproducten o Organische zuren Babybiggenvoeder o Biggen ouder dan 5 weken o Mag een zekere hoeveelheid minder goed verteerbare grondstoffen bevatten o Bevat een zekere hoeveelheid gerst en ontsloten granen o Vaak 10 – 20% tapioca en een hoeveelheid sojaschroot JeffreyGoderis Pagina 3 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding 4.3.2 Voederschema’s 4.3.2.1 Wel bijvoederen in de zoogperiode Een week voor het spenen over te schakelen op speenvoeder. Afhankelijk van eventuele problemen van slingerziekte of speendiarree kan vanaf 1 of 2 weken na het spenen geleidelijk worden overgeschakeld op babybiggenvoeder 4.3.2.2 Niet bijvoederen in de zoogperiode Bij een speenleeftijd van minder dan 25 dagen hoeft men niet bijvoederen in de zoogperiode o Er moet sprake zijn van vitale biggen o Zeugen moeten een goede conditie hebben o Zeugen moeten voldoende melk geven 4.3.3 Voedermethode 4.3.3.1 Beperkt of onbeperkt voederen Belangrijk in verband met slingerziekte/speendiarree Voeder vereist dat goed enzymatisch kan worden verteerd Bij bedrijven met slingerziekte/speendiarree is het aangewezen de eerst 14 dagen na het spenen beperkt te voederen, daarna onbeperkt 4.3.3.2 Korrel of meel Meel wordt minder opgenomen dan korrel Nadeel meel: slechter verteert dan korrels, meer vermorsing Bij beperkte voedering na spenen is korrels aangewezen Bij onbeperkt voederen is meel beter omdat ze zichzelf enigszins beperken 4.3.3.3 Brij of droogvoeder Meer vermorsing van brij dan droogvoeder 4.3.3.4 BESLUIT Bij het spenen op een leeftijd van 4 weken is het aangeraden de biggen tijdens de zoogperiode bij te voederenhoog mogelijke voederopname Altijd schoon proper drinkwater 5 Varkensvoeding: voeding van gespeende varkens (p47) 5.1 Algemene bepalingen rond varkensvoeding 5.2 Energie-inhoud en energie-eenheden Een varken heeft energie nodig voor o Lichaamstemp o Ademhaling o Bloedsomloop Energie wordt geleverd door o Vet o Eiwit o Zetmeel JeffreyGoderis Pagina 4 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding o Suikers o Overig organische stof Energie inhoud wordt uitgedrukt in o Netto energie varken NEv (megajoules per kg voedermiddel) o Energiewaarde EW EW= 5.3 Eiwitinhoud (p48) Belangrijk: eiwit benutting inzake o AZ samenstelling o Darm verteerbaar eiwit Opname van AZ heeft tot doel (gebeurd door lever !!!) o AZ kunnen in de lever worden opgebouwd tot nieuwe eiwitten o De AZ kunnen omgevormd worden tot niet-essentiële AZ 5.3.1 AZ samenstelling Lysine Methionine Fenylalanine Tryptofaan Threonine Valine Leucine Isoleucine 5.3.2 Biologische waarde Wordt bepaald door de samenstelling van AZ AZ die als eerste is opgebruikt (limiterende AZ) Het deel van het verteerde eiwit in het voeder, aan te duiden dat ook daadwerkelijk wordt benut 5.4 Specifieke voeder behoeften per productiefase (p49) 5.4.1 Voeding van de zeug en gelt 5.4.1.1 Energiebehoefte van de guste zeug Flushing: energie stoot geven, extra voeder bovenop het onderhoudsniveau in de periode voor het dekken (5 – 10 dagen) Spekdiktemeting 16-18mm, een zeug verliest ongeveer 4mm spekdikte tijdens de zoogperiode Vanaf het moment van spenen tot de eerste keer dekken gedurende max 10dagen 3,5 EW per dag verstrekken 5.4.1.2 Energiebehoefte van de drachtige zeug Vaak welzijnsvoer verstrekt: pulpekoeken De energiebehoefte naarmate de dracht vordert neemt geleidelijk toe JeffreyGoderis Pagina 5 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding Direct na verhoging van de voergift boven de behoefte wordt gevoerd en dat kort voor het doorvoeren van een nieuwe aanpassing enigszins onder de behoefte wordt gevoerd 5.4.1.3 Aanpassing bij afwijkende omgevingstemperatuur Onderste kritieke temperatuur: moet voeder opnemen om lichaamstemperatuur op peil te houden 5.4.1.4 Aanpassing voor het verbeteren van de conditie Verbeteren van de conditie pas na de derde week van de dracht te starten en deze gedurende de tweede en derde maand van de dracht te realiseren 5.4.1.5 Wateropname bij zeugen in individuele huisvestiging 2.8 liter per kg voer Goede omstandigheden 2l water per kg voer Tijdens de dracht 8-10liter per dag 5.4.1.6 Energiebehoefte van de lacterende zeug Doordat het warm moet zijn in de kraamstal 22°C kan de zeug haar warmte niet kwijt dus heeft ze een verminderde voeropname 1 dag voor het werpen de zeug geen voeder gevenbreed mogelijk geboortekanaal 5.4.2 Vleesvarkens 5.4.2.1 Fasenvoedering bij vleesvarkens Om zo goed mogelijk aan de behoefte van het dier te voldoen Tweefasenvoedering o 25 tot 45 kg groeivoeder o 45 tot 115kg afmestvoeder Driefasenvoedering o 25 tot 45kg o 45 tot 70 kg o 70 tot 115 kg o Men kan op het einde van de afmestvoeder goedkoper meel geven Multifasenvoedering o Constante aanpassing aan behoefte o Vanaf 45-50 kg gaat men wekelijks aanpassen aan de behoefte van het dier o Nog meer besparing aan de uitstoot van stikstof o Mineraalrijk voeder gemengd met mineraalarm voeder o 25 tot 45 kg groeivoeder o Vanaf 45 kg 100% mineraalrijk voeder o 115kg 100% mineraalarm voeder 5.5 Diervoederadditieven (p60) Technologische toevoegingsmiddelen: stoffen die om technologische reden worden toegevoegd Sensoriële toevoegingsmiddelen: stoffen waardoor de visuele kenmerken worden verbeterd Nutritionele toevoegingsmiddel JeffreyGoderis Pagina 6 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding Zoötechnische toevoegingsmiddelen: prestaties van gezonde dieren te verbeteren Coccidiostatica en histomostatica 5.5.1 Antimicrobiële groeibevorderaars 5.5.1.1 Verbod op voerbespaarders en groeibevorderaars problemen met resistentie tegen antibiotica 5.5.2 Mogelijke alternatieven voor AMGB’s 5.5.2.1 Probiotica Zijn levende microbiële additieven die een positief effect hebben op de microflora van de gastheer Bestaat uit melkzuur producerende bacteriën Remt de groei van ongewenste MO (E-coli) Reductie van het gehalte aan ammoniak, giftige aminen en bacteriële toxinen 5.5.2.2 Gebruik van zuren in de varkensvoeding Anorganische zuren o Sterke zuren o Giftig o Niet erg smakelijk o Bv zoutzuur, fosforzuur o pH verlagend effect in het maagdarmstelsel organische zuren o zwakke zuren o smakelijk o pH verlagend en bacterie dodend o vb. melkzuur, citroenzuur functie van zuren in het verteringsproces o bacterie en schimmeldodend o spijsverteringsenzymen worden geactiveerd nog eens pg 64 -65 lezen 6 voederbesparing in de varkenshouderij (p67) 6.1 ccm = corn cob mix zetmeelrijk product smakelijk, gezond en goed verteerbaar voedermiddel eiwitarm (en heeft een onevenwichtig aminozuursamenstelling lysine is het eerst limiterend AZ bij ccm 15-20% ccm in een mengvoeder Arm aan minerealen Omwille van zijn structuur en licht karakter heeft hij een stimulerende werking op de vertering JeffreyGoderis Pagina 7 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding 6.1.1 Samenstelling ccm Droge stof o Tss de 51 en 78% Eiwit o Amper 10% op droge stof o AZ toevoegen zoals lysine, methionine, … bij het rantsoen Ruw vet o Slechts weinig vetten (onverzadigde vetzuren: linolzuur) Zetmeel en ruwe stof o 60%zetmeel op ds (zeer veel t.o.v. klassiek mengvoeder) Hoog zetmeelgehalte veel energie o Hoe meer spil de ccm bevat hoe lager het zetmeelgehalte Mineralen en vitamines o Ccm extra arm een mineralen en sporeelementen dus bijgeven (in de kernen) 6.2 Brijvoedering (p70) Voldoet aan GMP goede mengvoeder praktijken 6.2.1 opbouw Benodigheden o Opslagtanks o Voormengtank o Mengtank o Resttank o Pompen en leiding o Doseerventiel o Computer 6.2.2 Bijproducten 4 soorten grondstoffen Enkelvoudig onbewerkte grondstoffen: granen Enkelvoudige bewerkte grondstoffen: tarwegries Enkelvoudige bewerkte natte grondstoffen: bierborstel Samengestelde bewerkte natte en droge grondstoffen: koekmixen 6.2.2.1 Nevenstromen van de graanverwerkende industrie Amystar(tarwezetmeel) o 20%ds o Ingedikt tot 21% ds , aangezuurd en rechtstreeks naar de varkenshouder gebracht o Zeer goede zetmeel en energiebron o 2 maanden houdbaar o 2.8 – 3.4 pH o Voordelen Goed verpompbaar Constant aanbod Veel energie JeffreyGoderis Pagina 8 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding Enkelvoudig plantaardig product o Nadelen Steeds meer vraag Door meer vraag prijsstijging Variatie in DS Soms te hoge Na gehaltes Biergist o 10% DS o Hoog aandeel eiwit o Rijk aan AZ (lysine) o Uitstekende vervanger voor: vismeel, soja, raap en erwten o Alcohol aanwezig (4.5%) waardoor de varkens rustiger zijn, meer energie gaat er dan naar het groeien o Groei en VC worden positief beïnvloed o Rijk aan vitamine B o 6 tot 8 weken houdbaar o Aanzuren van biergist is gewenst o Regelmatig roeren voor uitzakking te voorkomen o Voordelen Goed verpompbaar Constant aanbod Uitstekend plantaardig eiwitleverancier Hoog AZ gehalte Vit B Bevat alcohol o Nadelen Beperkt houdbaar indien de verzuring niet optimaal verloopt RE gehalte sterk afhankelijk Hoge pH (3-6) 6.2.2.2 Nevenstromen van de aardappelverwerkende industrie Aardappelstoomschillen o 17% DS o Goed verteerbaar o Gefermenteerde stoomschillen hebben een positief effect op groei, VC en gezondheid van de varkens o Bevordert de homogeniteit van de brijvoedering o pH onder de 4 door natuurlijke fermentatie o 6 maanden houdbaar o Voordelen Constant aanbod Goede energieleverancier Zorgt voor geen ontmenging in je brijvoedering Roerwerk is overbodig bij opslag Gezond voor de varkens (lage pH en organische zuren) o Nadelen Daling ds% tijdens opslag Samenstelling wijzigt afhankelijk van het seizoen (nieuwe aardappelen of oude) JeffreyGoderis Pagina 9 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding Voorgebakken frieten o 18% DS o Hoogwaardig energiebron voor zeugen en vleesvarkens o pH daalt onder de 4.5 organische zuren komen vrij o positief effect op groei, VC en gezondheid o opslaan in sleufsilo o voordelen constant aanbod goede energieleverancier minder ontmenging in brijvoeder goede gezondheid varkens o nadelen brijvoerinstallatie moet voorzien zijn van voormenger gemakkelijker opstoppingen hebben opmengen met nat product vereist om het verpompbaar te maken 6.2.2.3 nevenstromen van de zuivelindustrie kaaswei o bevat veel eiwitten o lactose o vitamines o mineralen o enzymen o hormonen o groeistimulerende middelen o lage pg van 3.5 o Ca die aanwezig is is goed opneembaar voor zeugen o Voordelen Goede eiwitkwaliteit Homogeen en goed verpompbaar product Ca aanwezig goed benutbaar Smakelijk o Nadelen Lactose wordt tijdens de bewaring omgezet naar melkzuur Hoog mineralen niveau 6.2.2.4 Ander bijproducten Tarwegistconcentraat o 25% DS o Eiwitrijk product o Hoog gehalte aan darm verteerbare AZ o Vloeibaar homogeen product o Goed verpompbaar TOP (uiensap o 5 – 7% DS o Smakelijk o Goed voor zeugen en vleesvarkens o pH van 4.5 JeffreyGoderis Pagina 10 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding Wortelstoomschillen o Komt vrij bij conservenindustrie o Vooral toegepast bij zeugenhouderij o Smakelijk en caroteenrijk Koekmix o Restanten van bakkerijsector o 88% DS 6.2.3 Levering en beschikbaarheid van bijproducten Wordt het product op tijd geleverd? Wordt de bedrijfsleider goed geïnformeerd over de beschikbaarheid van het product Klopt de tonnage Hoe gaat de leverancier om met afwijkingen 6.2.4 Bijproducten in functie van doorstroming en beoordeling Bedrijfsomvang/aantal aanwezige zeugen Kan het bijproduct aan alle aanwezige dieren worden verstrekt Max inzetbaarheid per rantsoen Ook rekening houden met Smaak Nutrienten Verpompbaarheid 6.2.5 Aanvoer van bijproducten 6.2.5.1 Belang van een correcte DS bepaling Soms heeft men afwijkingen op het DS gehalte: Onjuiste monstername Verkeerd geijkte DS meter Bederf van bijproducten Grove stukken in bijproducten Bijproduct met speciale eigenschappen 6.2.5.2 Beoordeling bijproduct met eigen zintuigen Visuele vergelijkingen met vorige leveringen Verontreiniging Gisting 6.2.5.3 Beoordeling afleverbon en kritische behandeling van afwijkende analyseresultaten Afgeleverde hoeveelheid vergelijken met de bestelde hoeveelheid DS vermelding op de afleverbon Samenstelling checken Herkomst bijproduct JeffreyGoderis Pagina 11 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding 6.2.6 Opslag van bijproducten i.f.v. M.O. Nadelige effecten van schimmels Afbraak van voer Voeropname problemen door smaak en geurafwijkingen Mogelijke productie van mycotoxinen DS verliezen Nadelige effecten van Gisten Afbraak van voer Voeropname problemen door smaak en geurafwijkingen Verteringsstoornissen (diarree) Overlopende tank door schuimvorming Entero-bacterien E.coli Salmonella o Maagdarmontsteking Diarree Hoofdpijn Koorts Overgeven Nadelige effecten o Voederwaardeverlies o Voeropname problemen door smaak en geurafwijkingen o Stankproblemen door rotting o Verwekker van ziekte 7 Prijsvergelijking van de voedermiddelen (p90) Zie pg 90 – 95 8 Melkveevoeding (p98) 8.1 Energie en eiwit behoefte Energie: Onderhoud Productie Groei Dracht Activiteit (10% onderhoudsbehoefte vr ligboxenstal en 20% vr onberpte weidegang Energie: vaak de beperkende factor Negatieve energie balans in begin lactatie Leververvetting Opmerking Functie lever: splitsen van vetten JeffreyGoderis Pagina 12 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding Leververvetting: als men teveel gaat voederen voor het kalven, vervet de lever, de lever wordt lui dus de lever gaat geen vet meer gaan splitsen Gevolgen van leververvetting o Er wordt aceton geproduceerd o Toedienen van propyleenglycol Eiwit RE o Werkelijk eiwit (som AZ) o Niet eiwit stikstof (NPN):ureum DVE darm verteerbaar eiwit OEB onbestendig eiwit balans 8.2 De totale DS opname capaciteit (p99) Zie oefening pg 99 / 100 8.2.1 Verdringing van ruwvoeder door krachtvoeder De opname van krachtvoer legt beslag op een deel van de voeropnamecapaciteit en verdringt daardoor een deel van de ruwvoederopname 8.3 Structuurwaarde (p102) Correctie Diergegevens Bij meer dan 25kgMm Bij hoger vetgehalte dan 4.4% Bij hogere lactatieleeftijd Oef Stel: SW rantsoen + 0.008 - 0.05 +0.08 à 0.10 SW graskuil 2.99 SW mais: 1.75 SW kv: 0.2 RV: 30% vdk // 70% mais Gevr: minimaal aandeel in rantsoen van KV SW ≥ 1 SW RV =0.3 * 2.99 + 0.7 * 1.75 = 2.12 Aandeel RV*SW RV + aandeel KV * SW KV ≥ 1 JeffreyGoderis Pagina 13 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding 8.3.1 Behoeften aan mineralen, spoorelementen, en vitaminen in het rantsoen Essentieel voor de productie en fertiliteit in de melkveehouderij Mineralen o Ca: hoge waarde bij hoge melkgift (in droogstand lagere waarden) o P: hoge waarde bij hoge melkgift o Na o Mg: afhankelijk van ruw eiwit en kalium o K o CL Spoorelementen o J o Mn o Zn o Cu o Co o Se Vitaminen o Vit A o Vit D: hoge waarde tijdens droogstand om kalfsziekte te voorkomen (EX) 8.4 Behoeftenorm van vrouwelijk jongvee (p104) 8.4.1 DS opname van jongvee DS opname per 100kg LG neemt af met toenemende leeftijd en is tevens Kwaliteitsafhankelijk 9 Omega 3 en CLA (p110) Langketige onverzadigde vetzuren Ontwikkeling van het zenuwstelsel en onderhoud ervan Cholesterolverlagers Verminderde kans op artherosclerose 9.1 Toepassing op landbouwdierenproducten (p111) 9.1.1 Vet in voeder Wordt bijgevoegd om Vetzuursamenstelling ideaal te houden Stofvorming te beperken Dragerstof van vetoplosbare mineralen en vitaminen Kan een rol spelen bij Vruchtbaarheid Algemene gezondheid verzadigingsgraad 9.1.2 Melkvee Remming van de biohydrogenatie (=afbraak van CLA door microflora in de pens) JeffreyGoderis Pagina 14 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding Kan beperkt worden door Klaver en luzerne Minder structuur Beschermde vetten Hogere vetdosis 9.1.3 Vleesvee Bij rundvee zal het verhoogd onverzadigd vetzuur voor intramusculair terug te vinden zijn nadelig voor BWB 9.1.4 varkens onverzadigd vetzuur kan in de rugspek worden teruggevonden 10 melkureum / OEB (p116) OEB= het verschil tussen de mogelijke microbiele ruw eiwitproductie uit de voorhanden zijnde ammoniak of stikstof en de mogelijke microbiele ruw eiwit productie uit de beschikbare energie 11 de belangrijkste voedermiddelen (p117) 11.1 vers gras 35% Van de energie die een melkkoe opneemt komt uit vers gras Goedkoop Goede kwaliteit Het suikergehalte van gras bedraagt gemiddeld 125g/kg DS maar is variabel. Het gehalte stijgt naar de avond toe en daalt in de loop van de zomer 2-4% ether extract Voldoende Ca en P 11.1.1 Bijvoederen van maiskuil in de weide periode Drukt op het risico op nitraatvergiftiging en op kopziekte lager kalium en stikstof gehalte bij maiskuil 11.1.2 Wat bij hittestress Hoe hoger het productieniveau, hoe vlugger de hittestress kan toenemen Gevolgen o Lagere voeropname o Melkureumgehalte stijgt o Verslende ademhaling 11.2 graskuilvoeder en grashooi (p123) celstofgehalte is een belangrijke kwaliteitscriterium dat vooral aangeeft in welk stadium het gras werd geoogst, rekening houden met het as gehalte vers gras heeft een asgehalte van 80-90g per kg DS het asgehalte heeft een verdunningseffect op de voederwaarde bewaarmiddelen o zuren: pH daalt JeffreyGoderis Pagina 15 Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register! samenvatting veevoeding o inoculanten: goede bacteriën er tussen voegen o suikers: voedingsbron voor de goede bacterien 11.3 maiskuilvoeder (p134) haksellengte: 6 tot 8 mm, bij tekort zal de verteerbaarheid verminderen 11.4 ingekuilde onrijpe graangewassen (p139) GPS gehele planten silage 11.5 rode klaver/luzerne (p140) 35-40% DS Luzerne bevat veel RE ( het eiwit wordt in de pens afgebroken) 11.6 voederbieten, perspulp, aardappelen, bierdraf (p141) 11.7 krachtvoedervervangers (p145) ingeuilde maiskolven tarwe 11.8 krachtvoeder p147 11.9 gevitamineerde mineralen en sporenelementenkernen 12 voeding van BWB –vleesvee JeffreyGoderis Pagina 16