vertaling p11-29

advertisement
Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register!
P 11:
Het kweken van gewassen voor brandstof. Na experimenten in Brazilië in de jaren 1930, alcohol uit suikerbiet en tapioca is nu
algemeen toegevoegd bij benzine. Maïs biet en zonnebloem worden ook onderzocht in verschillende delen van de wereld als
brandstofgewassen.
pH-waarde:
een maat van de concentratie aan h-ionen in een oplossing, en daarvoor een aanduiding van de zuurheid of alkaliteit. Uitgedrukt
op een schaal van 0tot 14. pH7 is neutraal, minder dan 7 is zuur en meer dan 7 is basisch.
Fenotype:
De zichtbare karakteristieken van een plant of dier onderscheden van de genetische opbouw (genotype) een bepaald genotype
kan meerdere verschillende fenotypes voortbrengen volgens het milieu waarin het zich ontwikkeld.
Fotosynthese:
Het proces in groene planten waarbij koolhydraten worden gesynthetiseerd van water en koolstofdioxide, gebruik makend van
energie uit zonlicht dat wordt geabsorbeerd door chlorofyl. Ook koolstof assimilatie genoemd.
P 12:
Een gedomesticeerd hoefdier afgeleid van het wild zwijn met enkele kruisingen met het Chinese type, en gehouden voor
vleesproductie voor menselijke consumptie.
Placenta:
Het membraanachtig weefsel die het ongeboren zoogdier verbind met de baarmoeder van de moeder en dat dient als een
plaats voor uitwisseling van nutriënten tussen het bloedstelsel van de moeder en ontwikkelde nakomeling. Geloosd als
nageboorte.
Ploeg:
Een van de oudste types van grondbewerking waarbij men het land openbreekt, waardoor men de grond omdraait in ruggen en
voren. Oppervlakte vegetatie en mest begraven en de nieuwe oppervlaktebodem bloot stelt aan de lucht in voorbehandeling
voor het zaaien.
Pollen:
De kleine sporen, vaak geel, geproduceerd door helmknoppen van bloemen en gedragen door de wind of insecten, en soms
door water, naar de stamper. Elke stuifmeelkorrel is een gameet
PAGINA 13
Pollination = bestuiving
het overbrengen van stuifmeel van de meeldraden naar de stamper
a) van dezelfde bloem of van een andere bloem op dezelfde plant ( zelfbestuiving)
b) van een bloem op een andere plant van hetzelfde geslacht ( kruisbestuiving)
Potato = aardappel
een vaste plant ( solanum tuberosum) ingevoerd in europa in de late zestiende eeuw afkomstig uit Zuid-Amerika en gekweekt
voor zijn koolhydraatrijke eetbare knol, voornamelijk gebruikt voor menselijke consumptie.
1
Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register!
Poultry = gevogelte, pluimvee
Een term die beperkt wordt tot gevogelte of kippen gehouden voor zowel de eier- en vleesproductie, maar ook voor eenden,
ganzen en kalkoenen die gehouden worden voor hun vlees
ze kunnen als volgt ingedeeld worden:
a) braadkippen
b) legvogels
c) dubbel doel dieren ( soepkip)
d) gezelschapsdieren, gehouden voor de show
PAGINA 14
Protein= proteïne
Een groep van complexe organische verbindingen die koolstof, zuurstof, stikstof ( ongeveer 16%), waterstof en sommige
bevatten ook fosfor en zwavel.
Pure bed= zuiver ras
Een term gebruikt voor dieren of platen gekweekt uit ouders van hetzelfde ras of variëteit
Rabbit= konijn
Een gravend knaagdier (oryctolagus cuniculus) behoort tot de hazenfamilie. Hun snel aangroeiende aantallen maken
controlemaatregelen zoals snuffelen, vergassen , in de val laten lopen en hun schieten nodig op vele gebieden.
Rabies= hondsdolheid
Een merkbare ziekte veroorzaakt door een virus die het centrale zenuwstelsel aantast. Alle zoogdieren zijn vatbaar. Het wordt
overgebracht door het speeksel hoofdzakelijk door het bijten. Aangetast rundvee, schapen, varkens en geiten vertonen
abnormale gedragsveranderingen en volgende symptomen kunnen zich ontwikkelen: angst, agressiviteit, veelvuldig geloei,
overmatig veel speeksel met verstikking, moeite om te eten, knarsetanden en constipatie of diaree door het inspannen en
staartzwiepen. Progressieve verlamming ontwikkelt zich met de dood die zich op de 3 à 7 dag voordoet.
PAGINA 15
Redmeat = roodvlees
Roodvlees bevat rundvlees, lamsvlees en schapenvlees, en hertenvlees. In tegenstelling tot witvlees die kalfsvlees, gevogelte,
konijn en varkensvlees omvat. Varkensvlees is een afwijking omdat het vaak geklasseerd wordt als roodvlees door de
vleeshandel.
Rennet = stremsel
Een enzym dat voorkomt in het maagsap van jonge zoogdieren die de melk doet klonteren en stollen. Dit is het principe van
kaasbereiding en voor dit doel wordt het stremsel uit de lebmaag van kalveren gebruikt.
Respiration = ademhaling
De handeling van de ademhaling, het meebrengen van gasvormige uitwisseling tussen de longen de atmosfeer, waarbij zuurstof
wordt opgenomen en koolstofdioxide wordt afgegeven.
Rice
1
2
kleine takken of twijgen
een graan (oryza sativa) gekweekt in de tropische streken voornamelijk voor menselijke consumptie, arm aan vet , eiwit
en mineralen.
Rickets = rachitis,
Een ziekte bij jonge dieren als gevolg van een tekort aan vitamine D of fosfortekort. De beenderen zijn niet in staat om calcium
te absorberen van het voedsel en ontbreken aan het gevoelloos maken of verharden goed. De lange ledematen hebben een
neiging om te buigen en er ontwikkelen zich gezwellen op het einde van de gewrichten.
2
Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register!
PAGINA 16
Root = wortel
Het deel van een vaatvormige plant die zijn ankers gehecht heeft in de grond en waardoor er water en voedingsstoffen uit de
grond geabsorbeerd worden, door buisvormige uitvloeisels ( wortelharen).
Ruminant= een herkauwer
Een dier dat herkauwt en dat een ingewikkeld spijsverteringsstelsel heeft. Het bevat een 4 delige maag bestaand uit de eerste
maag of pens, tweede maag of reticulum, derde maag of boekmaag en de vierde maag of lebmaag.
Tot de herkauwers behoren runderen, schapen, geiten, waarvan de bovenste snijtanden ontbreken. Zij consumeren grote
hoeveelheden zeer vezelachtig voedsel zoals gras. Hun complexe maag is ontworpen voor het opslaan en verteren van voedsel.
Selective herbicides = selectieve herbicide
Een herbicide is in staat om onkruid te doden of in zijn groei te belemmeren in een gewas. Maar het heeft weinig of geen
schadelijk effect voor het gewas zelf ( contactherbiciden of totale herbiciden)
Serum = serum
Een kleurloze waterige vloeistof, die zich scheidt van het bloed als het stolt en die weefselvocht bevat. Het is werkelijk bloed met
minder bloedlichaampjes.
PAGINA 17
Silage= kuilvoer
Een voedingsstof dat bestaat uit een voeder geoogst of groengeoogst en bewaard wordt in een silo in een sappige conditie voor
later gebruik. Het principe van het kuilvoer is de gisting door bacteriën van koolhydraten van de planten, toto organische zuren
en van eiwitten tot aminozuren die dienen als bewaarmiddel.
Slurry = drijfmest
Een half vloeibaar mengsel van bezinksel en urine, vaak bevat het ook regenwater en waswater uit de dierenstallen. Het is soms
gemengd met strooisel, voornamelijk stro om stalmest te produceren. Het kan ook opgezogen worden onder vacuüm,
onmiddellijk in een tanker en verspreid worden op de velden door middel van een meststrooier.
Drijfmest bevat waardevolle stikstof, fosfaat en kalium. Maar de samenstelling varieert naargelang het type veestapel, voeding,
verdunning, enz..
Sodium = natrium
Een metaalachtig element, een belangrijk bestanddeel van het lichaamsvocht bij dieren. Het is vooral aanwezig als verschillende
zouten, hoofdzakelijk natriumchloride of keukenzout. Zijn concentratie in het bloed wordt uitstekend gecontroleerd, overmaat
wordt uitgescheiden.
Verminderde prestaties wijzen op een natriumgebrek en het dieet van het vee wordt meestal aangevuld met zout in minerale
mengsels. Natriumchloride wordt ook gebruikt als een zoutmeststof
PAGINA 18.
Soil = grond
Het geconsolideerde materiaal dat de oppervlakte bedekt van de aarde waarin de planten groeien en waarin veel dieren ( bvb
insecten, wormen, kevers, bacteriën enz ) leven en hun voedsel verkrijgen.
Het bestaat voornamelijk uit deeltjes zand, slib en klei, nauw verbonden met organische stoffen. De relatieve verhouding van
elke soort bepaalt het type grond ( zandgrond, kleigrond, leemgrond) minerale stoffen zijn afgeleid van de verwering en van de
erosie van gesteenten.
Sow
1. een volwassen vrouwelijk varken, nadat ze een eerste worp heeft gehad ( gelt)
2. zaad verspreid strooien op de grond op het in de grond plaatsen, meestal met een boor.
3
Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register!
Species = soorten,
De kleinste groep of eenheid die wordt gebruikt in de classificatie van de levende organismen, bestaande uit individuen die een
groot aantal gemeenschappelijke kenmerken hebben maar zich onderscheiden van andere individuen van verschillende soorten
binnen hetzelfde geslacht. Ze zijn in staat om met elkaar vruchtbare nakomelingen te produceren, maar meestal niet in staat te
fokken met individuen van andere soorten .
PAGINA 19
Spore= spoor
Een voorplantingsstructuur, zowel een- of meercellig, die vrijgelaten worden door verschillende planten ( bvb varens, mossen,
schimmels) en door bacteriën en ééncellige diertjes ( protozoa).
zij geven aanleiding tot nieuwe individuen in tegenstelling tot de zaden, die geslachtsloos kunnen gevormd worden.
Spray = sproeimiddel
Een vloeistof die onder druk wordt geplaatst via een spuit, in de vorm van een nevel van fijne druppels. Insecticiden,
onkruidverdelgers, vloeibare meststof en ontsmettigsmiddelen worden vaak als spray gebruikt.
Sterile = steriel
1. onvruchtbaar of vruchtloos, en niet in staat om nakomelingen, fruit, zaden, kiemen te produceren.
2. Een term gebruikt voor land dat niet geschikt is om gewassen te laten groeien.
3. Vrij van micro-organismen in het bijzonder die een ziekte veroorzaken, bvb steriele chirurgische instrumenten.
PAGINA 20
Straw = stro , rietje
1. Een term vooral gebruikt voor de droge stengels van granen, maar soms ook gebruikt voor het loof van erwten en
bonen. Het wordt gebruikt als strooisel, stro voor rieten daken en als voedingsstof ( dierenvoeder). Het is minder
verteerbaar en heeft een lager voedingswaarde dan hooi. Het heeft een hoger vezelgehalte en een lager gehalte aan
eiwitten, mineralen en vitaminen. Het wordt meestal gevoederd op de lange vorm, maar soms gehakt of gemalen met
andere voedingsstoffen zoals concentraten.
Tarwe en rogge stro hebben de laagste verteerbaarheid en energetische waarde en zijn het best geschikt voor stro. Stro
wordt voornamelijk opgeslagen in balen.
2. Een container die ene dosis van bewerkt sperma bevat voor het gebruik bij kunstmatige inseminatie.
Stud = stoeterij
1. Een inrichting waar paarden gehouden worden voor de fokkerij.
2. Een mannelijk paard (meestal hengst) gebruikt als stamvader voor de nakomelingen.
Stud-book = stamboek
Een overzicht van de stamboom van volbloed paarden, gelijk aan een stamboek.
Sugar = suiker
Een algemenen term voor een van de zoetste, oplosbare, monosaccharide of disaccharide koolhydraten, bvb glucose,
fructose, sucrose enz.
het wordt meestal toegepast op het laatstgenoemde gewone tafelsuiker, die verkregen wordt uit suikerriet of suikerbieten.
PAGINA 21
Sulphuric acid = Zwalvezuur
Een uiterst corrosief, kleurloze, olieachtige vloeistof die organische stof verbrandt. Ook wel zwavelzuur genoemd.
Sunflower = zonnenbloem
Een plant waarvan de zaden rijk zijn aan eetbare olie, die wordt gebruikt voor margarine, bakolie en in medicijnen. Het
4
Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register!
overschot, na uittrekking van de olie, wordt gebruikt om cake of maaltijden te produceren met een hoog vezelgehalte. Soms
wordt het ook gebruikt bij krachtvoer voor vee en schapen maar wordt niet gevoederd aan varkens
Swine fever : varkenspest
Een aangiftingsplichtige besmettelijke ziekte bij varkens veroorzaakt door een virus. Het wordt gekenmerkt door koorts,
weigeren om te eten, stinkende diarree, etteren van de ogen, angstig ademhalen en algemene zwakheid. Deze ziekte kan
acuut zijn, vooral bij jonge varkens en de dood kan voorkomen in een paar dagen. Het kan ook een chronische vorm
aannemen, vooral bij oudere varkens, die voor een langere periode ziek zijn en aan conditie verliezen maar niet
noodzakelijk sterven.
Symbiosis = symbiose
Het verschijnsel waarbij 2 verschillende organismen samenleven voor wederzijds voordeel. Bvb de binding van
stikstoffixerende bacteriën met peulplanten, in het wortelknobbeltje
PAGINA 22
Systemic compound
Een chemische stof, die bij toepassing op het gebladerte of op de bodem, wordt geabsorbeerd door een plant en beweegt
in het sap naar alle delen van de plant. Insecten zuigen het sap van de planten behandeld met systemische insecticiden en
zijn vergiftigd.
Tenant = pachter, huurder
Een persoon, die onder bepaalde voorwaarden, tijdelijk het bezit heeft van een boerderij, gebouwen en land die eigendom
zijn van een verhuurder, waarvoor een huur betaald wordt.
Tetanus = klem
Een bacteriële ziekte ( clostridium tetani) bij het vee en bij de mens. Ze komt het lichaam binnen via wonden, met name
vanuit de grond. Spieren worden stijf, krampen kunnen voorkomen, en de spieren die de kaak ( mond) sluiten kunnen
voortdurend samentrekken. De dood volgt meestal. Weinig dieren herstellen zelfs na behandeling. Ook wel kaakkramp
genoemd.
Thin = verdunnen
Het verdunnen van een aantal planten in een gewas zodat het minder vol is en de resterende planten meer plaats hebben
om zich te ontwikkelen.
Thorax = borstkas
Het deel van een dier of het lichaam van een insect tussen het hoofd en de buik. Bij insecten worde de poten en vleugels
gedragen op 3 segmenten ( delen) die de thorax bevatten
Pag 23
Tick = teek
Een ondergeschikt insect van de grote bloedzuigende insecten van de klasse Arachnida, verbonden met de mijten. Het zijn
belangrijke parasieten van de veestapel en kunnen bestreden worden door dompelen, wassen of door te besproeien met
insecticiden.
Till = grondbewerking
Grond bewerken door middel van werktuigen (gereedschappen) ter voorbereiding van een gewas, bvb, ploegen, eggen,
bemesten, zaaien, enz…
Total herbicide = totale onkruidverdelger
Een niet-selectieve herbicide gebruikt om alle soorten vegetatie te doden. Wordt toegepast voor het gewas geplant wordt, en
wordt ook gebruikt voor voetpaden, wegen, braakland, enz…
5
Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register!
Trace element = spoorelement
Een chemisch element vereist door een plant of dier in zeer kleine hoeveelheden voor zijn stofwisseling. Dergelijke elementen
zijn vaak essentieel voor de werking van enzymen, hormonen en vitaminen,…
ze bevatten ijzer, zink, boor, mangaan, kobalt, molybdeen en koper. Een gebrek van deze elementen kan een tekort ziekte
veroorzaken.
Pag 24
Tractor = tractor
Een voertuig welke de bijna volledige vervanging is van het paard gebruikt voor het trekken van werktuigen en aanhangwagens.
De moderne tractor is ook in staat te werken met verschillende werktuigen aan de 3 punt koppeling en frontladerarmen, en
macht te verstrekken aan getrokken en gemonteerde machines via de pto en hydraulisch aandrijfsysteem. een breed gamma
van tractoren zijn beschikbaar en worden meestal ingedeeld volgens motervermogen. Tractoren zijn in omvang en kracht door
de jaren toegenomen zodat modellen van meer dan 100 pk nu veel vaker voorkomen dan in de jaren 60. De 75 pk machine
wordt nu beschouwd als een alledaags werkpaard op akkerbouwbedrijven. Er bestaan ook 2 en 4 wielaandrijvingen.
Translocated herbicide
Een herbicide, die wanneer geabsorbeerd door de plant via de bladeren ( na sproeiing van de bladeren) of via de wortels ( na
gebruik in de bodem) beweegt in het sap naar alle delen van de plant om uiteindelijk te doden.
Tuber = knol
Een gezwollen ondergrondse stengels ( knol, stam) met knoppen in de oksels van elementaire bladeren of schalen bvb.
Aardappelen
Ook een gezwollen wortel (wortelknol) bvb dahlia
Knollen zijn organen van ongeslachtelijke voortplanting en bevatten opgeslagen voedsel Bvb in de vorm van zetmeel in de
aardappel
Pag 25
Tubercle
1) Een kleine bol
2) Een module-achtige zwelling op een plant
3) Een kleine, nauwelijks zichtbare zwelling in een long of op een ander orgaan van het lichaam, veroorzaakt door
bacteriën. De eerste fase van tuberculose
Tuberculosis = tuberculose
Een besmettelijke ziekte bij veel dieren, inclusief de mens en al de tamme dieren, met name runderen en varkens, veroorzaakt
door de Mycobacterium tuberculosis bacterie. typische knobbeltjes of knoestige zwellingen ontwikkelen zich in een of meer
organen van het lichaam en ontaarden. Ze worden miezerig zodat de aangetaste organen vernietigd worden.
TB van de longen is de meest voorkomende.
UHT-milk = ultra warmtebehandelende melk
Een benaming van melk die blootgesteld is aan ultra hoge temperatuur om deze te steriliseren door het doden van bacteriën en
andere organismen, sporen inbegrepen, aanwezig in de melk.
De melk wordt verwarmd en gehouden op een temperatuur van tenminste 132 °C voor één seconde voor de afkoeling. Deze
behandeling vernietigd een aantal vitaminen en waarschijnlijk ook enkele eiwitten en beïnvloedt de smakelijkheid van de melk.
Pag 26
Vaccinate, vaccination
Het inenten van een dier met een preparaat ( vaccin) met dode of levende maar verzwakte antigenen (bvb bacteriën of
6
Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register!
virussen). Zodat het dier antistoffen produceert in voldoende aantallen om zichzelf te beschermen tegen de specifieke ziekte die
veroorzaakt wordt door de betreffende antigenen.
Vegetable
1) Een algemene term gebruikt voor planten te onderscheiden van dieren.
2) Normaal gezien wordt de term gebruikt op planten of delen van planten gekweekt voor menselijke consumptie of voor
de voedingsvoorraad. Bvb wortelen, aardappelen, kolen, enz.
Bepaald fruit ( bvb tomaten, komkommers) en sommige zaden( bvb erwt, bonen) worden ook beschouwd als groenten.
Vele groenten bevatten nuttige hoeveelheden vitamine C en mineralen. Wortelgroenten bevatten opgeslagen
koolhydraten en zaadgroenten zijn rijk aan eiwitten.
Vegetative reproduction = plantaardige voortplanting
De voortplanting van planten, waarbij er geen bloem of sexueel proces plaatsgrijpt, door de afscheiding van een deel van de
plant. ( bvb knol, bol, enz.) die vervolgens uitgroeit tot een nieuwe plant.
Pag 27
Vein = ader, nerf
1) Een buisvormig vat die bloed terugvoert naar het hart bij een dier (  slagader)
2) Een vaatvormige bundel of rib die deel uitmaken van een skelet of van een blad.
Virus = virus
Behoort tot de groep van sub-microscopische elementen die zichzelf reproduceren, eiwitten bevatten, die planten en dieren
besmetten, ziektes veroorzaken. ZE worden tussen planten overgebracht meestal door insecten, hoofdzakelijk door bladluizen
en door aaltjes, en tussen dieren en insecten, contact en inademing van slijmdruppels verdreven door hoesten en niezen.
Vitamins = vitaminen
Een klasse van organische stoffen die de dieren in kleine hoeveelheden nodig hebben, die van essentieel belang zijn voor
metabolisme en die samen werken met enzymen. dieren zijn in staat om verschillende vitaminen samen te stellen in hun
lichaam, maar de meeste worden in het voedsel verschaft.
Vitaminen A,D,E en K zijn vetoplosbaar en worden opgeslagen in de vettige delen van het lichaam. Vitaminen B en C zijn
wateroplosbaar en kunnen niet opgeslagen worden en ze zijn regelmatig nodig in de voeding.
Pag 28
Water table= watertafel
Het niveau waarop het grondwater zich gevestigd heeft in de grond en onder welke spleten en poriën in de gesteentelagen of de
bodem verzadigd zijn met water. Dit oppervlak is oneffen en haar positie varieert afhankelijk van de hoeveelheid regen die
gevallen is. Waar een watertafel stijgt tot het grondoppervlak en deze snijdt, daar ontstaat een bron.
Weathering = verwering
Het proces waarbij rotsen zich losmaken en zich ontbinden, uiteindelijk de productie van bodemdeeltjes. Dit gebeurt door de
blootstelling aan de fysische en chemische elementen van stoffen in de atmosfeer zoals regenwater, vorst, wind,
temperatuursveranderingen, planten en dieren.
Weeds = onkruid
Een term die ruim gebruikt wordt voor planten die groeien waar ze niet gewenst zijn door de mensen en in het bijzonder om
ongewenste planten in gecultiveerd land waar ze concurreren met gewassen voor licht, water en voedingsstoffen waardoor de
opbrengsten verminderen,de oogst belemmeren en besmetting of bederf produceren. Ze kunnen ook een plaag of ziekte
veroorzaken die zich kunnen uitbreiden tot het gewas. Onkruid produceert typisch talrijk zaad en koloniseert snel op de grond.
De meeste zijn eenjarig of blijvende planten.
7
Generated by Unregistered Batch DOC & DOCX Converter 2012.4.109.1532, please register!
Pag 29
Wetting agent = bevochtigingsmiddel
Een stof die de oppervlaktespanning van het water doet dalen, zodat het zich verspreidt dan het in druppelvorm blijft zoals bij
spuiten. Bevochtigings-middelen zijn toegevoegd aan detergenten om hun efficiëntie te doen stijgen en ook bij insectensprays,
fungiciden, herbiciden of minerale sprays om bedekking te verbeteren wanneer die gebruikt wordt voor oppervlaktebladeren.
Wilting = verwelken
Een toestand van planten veroorzaakt door verlies van celturgor als gevolg van waterverlies, gekenmerkt door de bladeren en
jonge stengels die afvallen en slap neerhangen. Verwelking kan een gevolg zijn van een watertekort, wanneer de transpiratie
hoger is dan de wortelopname van water. Het kan ook aanleiding geven tot bepaalde schimmelziekten.
Worms = wormen
Een gemeenschappelijke naam voor een reeks van lange, cilindervormige, pootloze ongewervelde dieren, waarvan er veel
parasitair zijn. (regenwormen, aaltjes, platwormen, rondwormen en lintwormen)
Yeast = gist
Een eencellig schimmel van economisch belang in staat te fermenteren en een belangrijke bron van vitaminen zijn.
Pag 30
Zero grazing = nulbegrazing
Een begrazingssysteem waarbij gras ( of andere voedergewas) dagelijks gemaaid wordt en dan door het vee opgenomen wordt
op het erf of in een kleine omheinde weide naast de gebouwen. dit systeem voorkomt problemen van het trappen in drassige
grond, vuil, te veel eten en verspilling als gevolg van selectieve begrazing. meer gras kan worden versterkt uit een bepaald
gebied door dit systeem dan door begrazing.
8
Download