mr. Oskam

advertisement
@AVDRnl
Werkgeversaansprakelijkheid:
Algemeen
Artikel 7:658 BW
Art. 7:658 lid 1: inhoud zorgplicht werkgever:
– lokalen, werktuigen en gereedschappen
– maatregelen en aanwijzingen
– redelijkerwijs
– voorkomen dat de werknemer in de
uitoefening van zijn werkzaamheden schade
lijdt
Artikel 7:658 BW
Art. 7:658 lid 2: grondslag
werkgeversaansprakelijkheid
– aansprakelijkheid, tenzij…
– nakoming zorgplicht
– opzet of bewuste roekeloosheid
– ontbreken causaal verband
Bewijslastverdeling artikel 7:658 BW
Werknemer moet bewijzen:
– schade (door ziekte of ongevalsletsel)
– in de uitoefening van de werkzaamheden
(causaal verband)
Werkgever moet (vervolgens) bewijzen om aan
aansprakelijkheid te ontkomen:
– nakoming zorgplicht
– opzet of bewuste roekeloosheid werknemer
Bijzondere bewijslastverdeling
Beroepsziekten: arbeidsrechtelijke omkeringsregel
• HR 17 november, NJ 2001/596
(Unilever/Dikmans) en HR 23 juni 2006, JA
2006/107 (Havermans/Luyckx)
• NB. lagere rechtspraak over bewijslastverdeling
bij psychische klachten.
Arbeidsrechtelijk omkeringsregel
Indien werknemer is blootgesteld aan voor de
gezondheid gevaarlijke werkomstandigheden en hij
lijdt aan gezondheidsklachten die daardoor kunnen
zijn veroorzaakt, wordt het causaal verband
aangenomen indien de werkgever zijn zorgplicht
niet is nagekomen.
Bewijslastverdeling beroepsziekten
• Hoge Raad 7 juni 2013, NJ 2014/98 en 99
(SVB/Van de Wege en Lansink/Ritsma):
– Arbeidsrechtelijke omkeringsregel drukt vermoeden van
causaal verband uit
– Gerechtvaardigd door wat bekend is over ziekte en
oorzaken en door schending zorgplicht die ziekte beoogt
te voorkomen
– Daarom:
• Geen plaats voor vermoeden als het verband te onzeker of te
onbepaald is
• Er geldt een zekere juridische ondergrens (grootte van kans)
Te onzeker of te onbepaald
– Hoge Raad 7 juni 2013, NJ 2014/98 (SVB/Van
de Wege):
• veel onzekerheden over aard en oorzaken
RSI in het algemeen en de klachten van Van
de Wege (en daarmee het causaal verband)
in het bijzonder
– Hoge Raad 7 juni 2013, NJ 2014/99
(Lansink/Ritsma)
• algemene kans van 17% dat ziekte is
veroorzaakt door werkzaamheden
• Vroegere beroepen kunnen hebben
bijgedragen aan verhoogde risico
Eigen schuld
• Voor eigen schuld van werknemer geen plaats,
tenzij…
“de schade in belangrijke mate het gevolg is van
opzet of bewuste roekeloosheid van de
werknemer”
Bewuste roekeloosheid
• HR 20 september 1996, NJ 1997/198
(Pollemans/Hoondert):
“Van bewust roekeloos handelen is pas sprake
indien de werknemer zich, tijdens het verrichten
van zijn onmiddellijk aan het ongeval
voorafgaande gedraging, van het roekeloos
karakter van die gedraging daadwerkelijk bewust
is geweest.”
Moeilijk aan te tonen
– Ondanks herhaaldelijk en in krachtige termen
gegeven waarschuwing om niet buiten
steigeronderdelen te lopen, geen bewuste
roekeloosheid (HR 20 september 1996, NJ
1997/198 (Pollemans/Hoondert))
– Maar:
• Hoge Raad 2 december 2005, JA 2006/12
(diabetische koerier)
• Hof ‘s-Gravenhage 17 juli 2008, JA
2008/125 (kraanspel)
Bereik artikel 7:658 BW (algemeen)
Schade moet zijn ontstaan ‘in de uitoefening van
de werkzaamheden’ (ruime uitleg)
– vgl. ‘arbeidsplaats’ in art. 1 lid 3 sub g
Arbeidsomstandighedenwet: iedere plaats die
in verband met het verrichten van arbeid
wordt of pleegt te worden gebruikt
– ook indien werknemer op andere plaatsen
komt, kan sprake zijn van een zorgplicht.
Schade in de uitoefening van de
werkzaamheden?
Kees, reclasseringsambtenaar, doet thuis de deur
open voor zijn klant Sjaak. Sjaak mishandelt Kees
met een ijzeren hamer.
Stelling: Kees kan zijn werkgever niet aansprakelijk
houden voor zijn schade. Hij was immers niet aan
het werk toen Sjaak hem thuis opzocht.
HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534
(Reclasseringsambtenaar)
- Art. 7:658 BW niet van toepassing
- “In de regel” geen zeggenschap en geen
instructiebevoegdheid in privésituatie
- NB: kan dus anders zijn bij bv.
thuiswerkers!
Bereik art. 7:658 BW
• Art. 7:658 lid 4 BW:
“Hij die in de uitoefening van zijn beroep of
bedrijf arbeid laat verrichten door een persoon
met wie hij geen arbeidsovereenkomst heeft, is
overeenkomstig de leden 1 tot en met 3
aansprakelijk voor de schade die deze persoon in
de uitoefening van zijn werkzaamheden lijdt.”
Ratio lid 4
- Wet flexibiliteit en zekerheid: uitzendarbeid,
uitlening en aanneming van werk
- Stagiaires, vrijwilligers, ‘werkenden’ met wie
inlener geen arbeidsovereenkomst heeft, maar
met wie feitelijk wel een arbeidsrelatie bestaat
- Valt de zzp’er (zelfstandige zonder personeel) ook
onder het toepassingsbereik?
HR 23 maart 2012, LJN BV0616
(Davelaar/Allspan)
Feiten Davelaar/Allspan
• Davelaar: eenmanszaak, o.a. repareren van
machines
• 2004/2005: reparatiewerkzaamheden verricht in
opdracht van Allspan (als (onder)aannemer), aan
een machine van zusterbedrijf Royalspan
• 8 februari 2005: ongeval, rechterbeen in
machineschroef
Twee vragen
– valt X als zzp’er binnen het toepassingsbereik
van art. 7:658 lid 4 BW?
– zijn de werkzaamheden die X verrichtte aan te
merken als werkzaamheden in de uitoefening
van het bedrijf van Allspan?
Valt zzp’er onder toepassingsbereik lid 4?
Hoge Raad:
• doel lid 4 is bescherming bieden aan personen
die zich, wat betreft door werkgever in acht te
nemen zorgverplichtingen, in een met werknemer
vergelijkbare positie bevinden;
• daarom is lid 4 van toepassing indien de persoon
die buiten dienstbetrekking werkzaamheden
verricht, voor de zorg van zijn veiligheid (mede)
afhankelijk is van zijn opdrachtgever.
Valt zzp’er onder toepassingsbereik lid 4?
“Of dit het geval is, zal aan de hand van de
omstandigheden van het geval bepaald moeten
worden, waarbij onder meer van belang zijn de
feitelijke verhouding tussen betrokkenen en de aard
van de te verrichten werkzaamheden, alsmede de
mate waarin de “werkgever”, al dan niet door
middel van hulppersonen, invloed heeft op de
werkomstandigheden van degene die de
werkzaamheden verricht en de daarmee verband
houdende veiligheidsrisico’s”
En hoe zit het met de bedrijfsuitoefening?
• Wetsgeschiedenis: het moet gaan om
werkzaamheden die de opdrachtgever ook door
eigen werknemers had kunnen laten verrichten;
• HR: bepalend is of de verrichte werkzaamheden,
gelet op de wijze waarop de opdrachtgever aan
zijn beroep of bedrijf invulling pleegt te geven,
feitelijk tot zijn beroeps- of bedrijfsuitoefening
horen.
Omvang zorgplicht
• Zorgplicht gaat ver (werkgever moet er
rekening mee houden dat werknemer niet altijd
voldoende voorzichtig is)
• Inherent en structureel gevaarlijk werk: hoge
eisen stelplicht zorgplicht
– De Rooyse Wissel (HR 11 november 2011, NJ
2011/598
• Hoe zit het met ‘huis- tuin- en
keukenongevallen’?
– Broodmes (HR 4 oktober 2002, NJ 2004/175)
– Koffievlek (HR 12 september 2003, NJ
2004/177)
Omvang zorgplicht
• Uitkomst van deze arresten te billijken: te zeer
vergaande waarschuwings- of andere
zorgverplichtingen zullen hun doel voorbij
schieten
• Sommige werkzaamheden zijn zo weinig
gevaarlijk en sommige risico’s zijn zo evident
dat een werkgever er niet op behoeft te wijzen.
• De eigen verantwoordelijkheid, ervaring en
opleiding van de werknemer lijken wat zwaarder
te zijn gaan wegen, ten koste van de
vergeetachtigheid van een werknemer om steeds
op zijn eigen veiligheid te letten (m.n.
Dakdekkers-arrest, HR 16 mei 2003, NJ
2004/176)
• A-G Spier: “[Het] ligt voor de hand dat de serieus
te nemen zorgverplichting van de werkgever in
het algemeen ziet op qua frequentie of ernst
relevante gevaren”
Casus
Activiteitenbegeleidster in een verpleeghuis
krijgt openslaande (extra brede) wc-deur
tegen zich aan. De deur voldoet aan
regelgeving.
Is de werkgever aansprakelijk?
HR 5 november 2004, JAR 2004/278
(de Lozerhof)
• Hof Den Haag: bewijs zorgplicht niet geleverd
– gevaarlijke situatie door beperkte doorgang
– schuifdeur niet onmogelijk en daaraan verbonden
kosten niet onevenredig hoog
• Hoge Raad:
– laat dit oordeel in stand
– feit dat bouwschrift/arbowetgeving niet is
overtreden staat niet aan aansprakelijkheid in de
weg
Zorgplicht: afrondende conclusies
• Beoordeling is sterk casuïstisch; hierdoor
moeilijk algemene conclusies te trekken
• Stappenplan:
– invloed wet- en regelgeving
– gevaarlijke situatie: Kelderluik-criteria
– gevaarlijke situatie: primair voorkomen
– indien niet mogelijk: effectief waarschuwen
• HR 11 november 2005, NJ 2008/260
(Bayar/Wijnen)
“in aanmerking genomen dat van algemene
bekendheid is dat een mes dat geschikt is om
zachte puntbroodjes mee te snijden zo scherp is
dat de gebruiker daarvan het gevaar loopt zich bij
dat werk te snijden” (broodmesarrest)
Goed werkgeverschap
– “De werkgever en de werknemer zijn verplicht
zich als een goed werkgever en een goed
werknemer te gedragen.”
– Lex specialis art. 6:248 BW (redelijkheid &
billijkheid)
– Aansprakelijkheidsgrondslag ontwikkeld naast
of in plaats van art. 7:658 BW
Twee ontwikkelingen
1. Een verzekeringsplicht voor verkeersongevallen
2. Een zorg- en preventieplicht bij
personeelsactiviteiten
Art. 7:611 BW
‘De werkgever en de werknemer zijn
verplicht zich als een goed werkgever
en een goed werknemer te gedragen’
Artikel 7:611 is lex specialis van 6:248
BW voor arbeidsovereenkomst
HR 17 november 1989, NJ 1990, 572 (De
Kok/Janssen
Schoonmaakbedrijven)
“(…) er [is] geen plaats voor een op “gebruik en
billijkheid” dan wel op goed werkgeverschap (…)
rustende verplichting om aan een werknemer die
als gevolg van een hem in de uitoefening van zijn
dienstbetrekking overkomen ongeval schade lijdt,
een schadevergoeding (…) te betalen”.
“Zulk een verplichting is met name onaanvaardbaar
omdat daardoor, in strijd met de strekking van art.
1638x, op de werkgever een aansprakelijkheid zou
worden gelegd zonder dat er sprake is van een
tekortkoming van zijn kant.”
“Wanneer de werkgever niet is tekortgeschoten in
de nakoming van de in art. 1638 x genoemde
verplichtingen en hij overigens niet is
tekortgeschoten in de nakoming van zijn
verplichtingen, is er geen plaats (…)” etc.
Aansprakelijkheid in geval van
zaakschade
HR 16 oktober 1992, NJ 1993, 264
(Bruinsma Tapijt)
– Schade aan eigen auto werknemer tijdens
werktijd
– Geen rechtsregel dat werkgever aansprakelijk is
voor schade aan zaken van werknemer tijdens
diensttijd
Maar: op grond van stelsel van het
arbeidsrecht (vgl. art.
6:170 lid 3 en art. 7:661 lid 1 BW) en eisen
redelijkheid en billijkheid (bedoeld in artikel
6:248 BW), wel vergoeding, indien:
– gebruik krachtens verplichtingen uit
arbeidsovereenkomst
– naar de aard van de zaak, zoals zich in het
bijzonder voordoet bij een auto, risico’s van
ernstige beschadiging van die zaak
– geen andersluidend beding (ter zake vergoeding
autokosten)
HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534
(reclasseringsambtenaar)
Reclasseringsambtenaar thuis door klant
‘opgezocht’
Hoge Raad:
- Vereisten van art. 7:658 BW ruim uitleggen,
maar artikel strekt zich niet uit tot ongevallen
– hoewel samenhangend met werk – in privé-
situatie (wegens ontbreken zeggenschap en
instructiebevoegdheid)
- MAAR: aansprakelijkheid kan voortvloeien uit
eisen goed werkgeverschap
“Dit brengt mee dat de vraag of de werkgever
aansprakelijk is voor ongevallen die de werknemer,
ofschoon samenhangend met zijn werkzaamheden,
in zijn privé-situatie zijn overkomen, niet wordt
beheerst door de bijzondere regeling van art.
7A:1638x, maar telkens naar de omstandigheden
van het gegeven geval moet worden beantwoord
aan de hand van wat voor dat geval de eis zich als
een goed werkgever te gedragen meebrengt.”
“Daarbij verdient opmerking dat voor een
bevestigende
beantwoording van deze vraag slechts plaats is
onder
bijzondere omstandigheden, waarbij voor gevallen
als de
onderhavige kan worden gedacht aan een, ook aan
de
werkgever bekend, specifiek en ernstig gevaar.”
Wanneer is sprake van bijzondere omstandigheden,
en van een aan de werkgever bekend, specifiek en
ernstig gevaar?
Verkeersongevallen
– Tijdens de uitoefening van de werkzaamheden
– Meerdere problemen:
Passagier:
wel WAdekking
Bestuurder: geen
WA-dekking
Bijzonder risico op ongeval in verkeer
Invloed wg op veiligheid beperkt:
– Geen zeggenschap over inrichting weg
en verkeersveiligheid
– Externe factoren die verkeersveiligheid
beïnvloeden (bv. andere
weggebruikers)
–
Dus: zorgplicht niet snel geschonden. Wn
heeft weinig baat bij bescherming art.
7:658 BW
Verzekeringsplicht verkeersongevallen
• HR 1 februari 2008, JAR 2008/56
(Maasman/Akzo Nobel) en HR 1 februari
2008, JAR 2008/57 (Kooiker/Taxicentrale):
– Verzekeringsplicht voor bestuurders auto
• HR 12 december 2008, RvdW 2009/35
(Maatzorg/Van der Graaf):
– Verzekeringsplicht voor fietsers en voetgangers
– voor voetgangers alleen bij aanrijding met
motorvoertuig
Ratio
• Vanwege de bijzondere gevaren van deelname
aan het wegverkeer dient wg zorg te dragen voor
een behoorlijke verzekering van werknemers wier
werkzaamheden ertoe kunnen leiden dat zij als
bestuurder van een motorvoertuig betrokken
raken bij een ongeval.
• De risico’s van verkeersdeelname zijn goed
verzekerbaar tegen betaalbare premies.
Begrenzing
– HR 11 november 2011, LJN BR 5215, NJ
2011/597 (TNT)
• postbezorger komt te voet ten val op
ijs/sneeuw (eenzijdig ongeval)
– HR 11 november 2011, LJN BR5223, NJ
2011/598 (De Rooyse Wissel)
• sociotherapeut mishandeld door TBS-patiënt
Vordering ogv art. 7:611 BW?
Beperking verzekeringsplicht
Verzekeringsplicht beperkt tot schade als gevolg
van verkeersongeval in de uitoefening van de
werkzaamheden indien wn:
– als bestuurder van een auto schade lijdt
– als fietser of voetganger schade lijdt als gevolg
van een ongeval met één of meer auto’s
– als fietser schade lijdt als gevolg van een
eenzijdig ongeval
Ratio
• rechtspraak verzekeringsplicht is een
uitzondering op de regel dat werkgever ogv art.
7:658 BW slechts aansprakelijk is voor
arbeidsongevallen indien hij in zorgplicht is
tekortgeschoten.
• Taak wetgever om regeling uit te breiden en evt.
werkgevers om passende voorzieningen te treffen
(bv. in CAO’s).
Alleen werkverkeer?
Ja, verzekeringsplicht is immers bedoeld voor
verkeersongevallen die plaatsvinden in de
uitoefening van de werkzaamheden, waarvoor art.
7:658 BW onvoldoende bescherming biedt
– Vb. vervoer tussen verschillende vestigingen
(HR 19 december 2008, NJ 2009/333
(Gündogdu/Febo))
Niet woon-werkverkeer, maar…
• Wel woon-werkverkeer dat op één lijn moet
worden gesteld met vervoer dat krachtens
verplichtingen uit de arbeidsovk plaatsvindt
• HR 9 augustus 2002, NJ 2004/234 (De
Bont/Oudenallen Betonbouw):
– Wn aangewezen om met eigen auto groep wners naar bouwplaats te vervoeren
– Wn ontving ogv cao reisurenvergoeding,
autokostenvergoeding en
meerijdersvergoeding
Vervoer krachtens arbeidsovereenkomst
• Sterk afhankelijk van de omstandigheden van het
geval
• vaak wel: in of vanuit huis werken
– Hof ‘s-Gravenhage 26 januari 2007, JA
2007/79
– Hof Amsterdam 4 februari 2014,
GHAMS:2014:302
Verzekeringsplicht buiten arbeidsovk?
• Rechtbank Midden-Nederland 17 juli 2013,
JAR 2013/209
– Zzp-er werkzaam als voeger
– Gebruik bedrijfsauto ter uitvoering van opdracht
voor opdrachtgever
– Bescherming art. 7:658 lid 4 BW leidt niet tot
verzekeringsplicht ex art. 7:611 BW voor zzp-ers
– maar: mogelijk via art. 6:248 BW?
Schending verzekeringsplicht… en dan?
• Geen behoorlijke verzekering: vergoeding
schade werknemer
• Schadevergoeding tot maximaal het bedrag
dat in geval van een behoorlijke verzekering
was vergoed
• Vb. ‘gordelkorting’ wegens niet-dragen gordel
(Maasman/Akzo Nobel)
Omvang verzekeringsplicht
• Van geval tot geval vaststellen, waarbij van
belang:
– ten tijde van het ongeval bestaande
verzekeringsmogelijkheden
– ten tijde van het ongeval heersende maatschappelijke
opvattingen over voor welke schade (aard en omvang)
verzekering dekking moet bieden
• Geen dekking voor opzet of bewuste
roekeloosheid
• Ook voldoende: wn financieel in staat stellen zich
te verzekeren, mits voldoende duidelijk
Verzekering toentertijd beschikbaar?
• Hof ‘s-Hertogenbosch 28 september 2010
(BN9585): ongeval taxi in 1999
• Hof ‘s-Hertogenbosch 20 september 2011 (LJN
BT2751): vervolg Maasman/Akzo
Zorg- en preventieplicht
Indien geen sprake is van een ongeval dat zich “in
de uitoefening van de werkzaamheden” heeft
voorgedaan, maar waarbij wel sprake is van een
samenhang met het werk.
HR 22 januari 1999, NJ 1999, 534
(Reclasseringsambtenaar)
• Reclasseringsmedewerker wordt thuis opgezocht
door cliënt en met ijzeren hamer 40 keer op het
hoofd geslagen
• Met werk samenhangend ongeval in de
privésituatie: geen art. 7:658 BW
• Maar: aansprakelijkheid kan voortvloeien uit
eisen ogv goed werkgeverschap
Overweging Hoge Raad
“Daarbij verdient opmerking dat voor een
bevestigende beantwoording van deze vraag slechts
plaats is onder bijzondere omstandigheden, waarbij
voor gevallen als de onderhavige kan worden
gedacht aan een, ook aan de werkgever bekend,
specifiek en ernstig gevaar.”
HR 17 april 2009, RvdW 2009, 552
(Rolschaatsarrest)
• Vrijdagmiddagactiviteit: rollerskaten in
bedrijfshal
• Na werktijd
• Val op marmeren vloer
• Geen beschermingsmiddelen
• Geen rollerskatesinstructie
Zorg- en preventieplicht
• Personeelsuitje dat samenhangt met werk:
“(…) een werkgever die voor zijn personeel een
activiteit organiseert of doet organiseren
waaraan een bijzonder risico op schade voor de
deelnemende werknemers verbonden is, [is] uit
hoofde van de eisen van goed werkgeverschap
gehouden de ter voorkoming van die schade
redelijkerwijs van hem te verlangen zorg te
betrachten.”
Omvang schadevergoeding
• Bij schending zorg- en preventieplicht in beginsel
volledige schadevergoeding, maar:
• Wel beroep op ‘gewone’ eigen schuld ex art.
6:101 BW mogelijk (dus geen beperking tot opzet
of bewuste roekeloosheid!)
Casus
Sophie gaat op zaterdag naar de landelijke
personeelsdag. Eén van de activiteiten is varen
in een RIP-boot (speedboot). De boot zoekt
bewust andere boten op, draait 180 graden en
springt over de golven. Sophie wordt van haar
zitplaats geworpen en loopt nek- en
schouderklachten op.
Is haar werkgever aansprakelijk?
Voldoende nauw verband met werk?
• Rechtbank Utrecht 23 augustus 2012, JAR
2012/305
• Voldoende verband met werk:
– Jaarlijkse personeelsdag ter versterking onderlinge
band en teamspirit
– Deelname werd door wg als wenselijk gezien en
door wn als sociale verplichting ervaren
– Dat activiteit afweek van reguliere werkzaamheden
en plaatsvond op zaterdag, doet hier niet aan af
Schending zorg- en preventieplicht?
• Ja:
– Evident gevaarlijke activiteit
– Getroffen veiligheidsmaatregelen (zwemvest,
veiligheidsbril, rugleuning en beugel) onvoldoende
– Werkgever had moeten afzien van activiteit of
moeten toezien dat het varen op veilige wijze zou
gebeuren
• Aansprakelijkheid ogv 7:611 BW (en art.
7:658!)
Vragen?
Download