Exodus - Wiki

advertisement
Exodus.
Inhoudstabel.
1) De naam ‘Exodus’.
2) Mozes en het rieten mandje
3) Sargon en het rieten mandje
4) De roeping van Mozes
5) Wonderen, plagen en andere fenomenen
6) Uittocht, gesitueerd in…
a) Ruimte
b) Tijd
7) De uittocht, geschiedkundig bewezen?
8) De stenen tafelen
9) De intocht
10) Verdeling van het Beloofde Land
11) Het Verbond
12) Inhoud van het Verbond
13) De Ark
14) Verschillen Oud en Nieuw Verbond
15) Pasen = Pesach?
16) Woord- en begrippenlijst
De naam Exodus
Het boek ‘Exodus’, wat voor ons zoveel als een uittocht betekent, is in het
Hebreeuws gekend als ‘Sjemôt’ , oftewel ‘Namen’. Het verwijst naar het boek van de
namen van de kinderen van Israël. Het is dus het stichtingsverhaal van een volk. Een
van de belangrijkste namen, is die van de stamvader van een volk, in dit geval
Mozes. Hij wordt door de naam van de Onnoembare met zijn volk naar het beloofde
land geleid. Mozes heeft twee verschillende verklaringen in twee verschillende talen.
In het Egyptisch betekent het ‘zoon’, terwijl in het Hebreeuws staat voor ‘opgevist uit
het water’. Een vreemde naam op het eerste zicht, ‘opgevist uit het water’, en je hebt
niet al te veel verbeelding nodig om te raden waar het vandaan komt.
Mozes en het rieten mandje
Toen Mozes nog een baby was gaf de Farao van Egypte de opdracht om alle zonen
van het Hebreeuwse volk te doden. Miriam, de zus van Mozes, en haar moeder zette
Mozes in een rieten mandje en liet deze te water in de rietzee. (Yam Soef in het
Hebreeuws) Dit mandje werd dan opgevist door een familielid van de Farao, en aan
deze hof werd Mozes opgevoed. Hij leerde daar ook lezen en schrijven. (Vandaar de
benaming “kind van de kap”, wat verwijst naar een onderwijsinstelling in Egypte)
Sargon en het rieten mandje
We moeten ons er wel van bewust zijn dat dit niet de eerste keer is dat zo’n verhaal
opduikt. In een Mesopotamische bron kunnen we het verhaal van ‘Sargon van
Akkad’ terugvinden. Ook dit verwijst naar een rieten mandje. Daar gaat het verhaal
als volgt. Sargon, was een kind van een priesteres. De vader was echter onbekend,
wat in die tijd een grote schande was. Ook Sargon werd in een rieten mandje te
water gelaten, en werd opgevist door Akki (tuinier van de Godin Ishtar). Ishtar
voedde dat kind dan op. Een opmerkelijk feit aan dit verhaal is dat er veel
verwijzingen zijn naar Egyptische elementen. Daarnaast is er ook een reële kans dat
de Bijbel met dit verhaal dus niet eerst was.
De roeping van Mozes
We kunnen ons afvragen hoe juist Mozes, opgevoed aan het Egyptische hof,
stamvader is kunnen worden van het Hebreeuwse volk. Uiteraard heeft de roeping
van Mozes (denk aan het brandend struik) op de berg (C)Horeb (=Sinaï of Gebel
Musa) daar een gigantische rol in gespeeld.
Rechts: Mozes op
de Gebel Musa
Op deze berg is er
nu een klooster ter
ere van de
Alexandrische
martelares Katerina.
Het is een orthodox
klooster en staat
vermeld op de
Unesco Werelderfgoedlijst.
Maar hoe is Mozes daar zelfs geraakt? Terug in Egypte zag hij een Egyptenaar een
Hebreeër lastig vallen en zelfs vermoorden. Daarbij sloeg Mozes de Egyptenaar
dood. Dit uiteraard tot grote woede van de Farao. Mozes vlucht naar de woestijn,
waar hij trouwt met de dochter van Jithro, priester van Midjan. Wanneer hij dan bij
een wandeling op de (C)Horeb een brandend struik ziet, openbaart God zich voor
Mozes. Er is een verlichting als het ware, door het vuur. Mozes vraagt wie er spreekt,
waarop God ‘Ieje asher eje’ antwoordt oftewel ‘ik ben die ben’. Daarmee wil hij
zeggen dat Hij er zal zijn, vroeger, nu en in de toekomst. Daarnaast is er ook een
zending om de Hebreeuwse slaven te gaan “bevrijden”. Dit ziet Mozes eerst niet
zitten: “Ik kan niet spreken”, waarmee hij bedoelde geen groot redenaar te zijn.
Hierbij geeft God hem tekenen (zijn staf, de 10 plagen, …) mee om hem te
overtuigen. Het is echter pas als Aaron mee wordt gezonden, dat Mozes overtuigd is.
Hier volgt een opsomming van de plagen:
 Nijl verandert in bloed
 Kikvorsenplaag
 Muggenplaag
 Streekvliegenplaag
 Veepest
 Epidemie
 Hagelbui
 Sprinkhanenplaag
 Duisternis (zandstorm)
 Het sterven van alle eerstgeborenen
Wonderen, plagen en andere opmerkelijke fenomenen
Naast het brandend vuur zijn er nog een aantal fenomenen die in het boek zeer erg
opvallen. Uiteraard springen de wonderen direct in het oog. Ze zijn echter te
koppelen aan natuurfenomenen. Een aantal voorbeelden hiervan zijn overstromingen
in de Nijl (jaarlijks rond Augustus en Oktober), waarbij microben de zuurstof uit het
water halen en daardoor zorgen voor vissterfte en ondrinkbaar water. Een ander
voorbeeld is de duisternis, die je kan verklaren door een zandstorm die zorgt voor
een zonsverduistering door het stof.
Daarnaast hebben ook de plagen veel te maken met natuurfenomenen. Je moet dit
echter in zijn historische context zien. Toen werden veel natuurfenomenen geplaatst
in het heilshistorie, en dus werden ze toegeschreven aan God. Wat dus voor ons een
perfect verklaarbare fenomeen is, zou door hun kunnen worden verklaard als een
mirakel geschonken door God. Een van die fenomenen bijvoorbeeld, zijn de kwartels.
De kwartel is het kleinste roofvogel van Arabië en Afrika. Deze gingen twee keer per
jaar naar het gebied waar de Hebreeën naartoe gingen. Voor ons is het dus
verklaarbaar omdat de kwartels gewoon in de winter naar het Zuiden trekken, terwijl
het toen werd gezien als een zending van God. Dit was dus een belangrijk onderdeel
in de voeding van de Hebreeën. Wat ook heel erg belangrijk was, was het manna. Dit
is afkomstig van een Tamarisk (een woestijnboom die lager is dan 3 meter). Het
heeft leerachtige bladeren waarop schildluizen leven. Deze schildluizen scheiden
een zoete stof af, die als witte korreltjes op de grond vallen. Deze korreltjes moeten
worden opgeraapt voor de zon op het hoogste punt staat. Op de zesde dag krijgen
ze bovendien een dubbele portie, want op de zevende dag is het Sabbat. (zoals
gezien in Numeri; 11, 1-35)
Rechts staat er een kwartel afgebeeld. Dit is
een vogel die in de winter o.a. naar de
Nijldelta en de Sinaïwoestijn trekt. De
Israëlieten aten deze smakelijke vogels en
zagen ze als een geschenk van God.
De tamarisk is een woestijnboom kleiner dan 3 meter, wijdverspreid in Eurazië en
Afrika.
De schildluizen op de leerachtige bladeren produceren een zoete stof, die als witte
korreltjes op de grond vallen. Dit was voedsel voor de Israëlieten en heet manna.
Uittocht, gesitueerd in…
We hebben nu dus gezien dat Mozes gezonden wordt door God om het Hebreeuwse
volk te bevrijden, en we hebben gezien dat natuurfenomenen daar een heel grote rol
in gespeeld hebben. Maar waar situeren we de Uittocht dan?
Ruimte
Over een aantal locaties bestaat er twijfel. Bijvoorbeeld bij Raämses en Pitom is men
er niet zeker van of de Hebreeën daar ooit geleefd hebben. Wel is er een vermelding
naar Ramses II (rond 1279-1213 voor Christus). Daarbij zijn er ook voorraadruimtes
gevonden die gebouwd waren in leemstenen, wat werk geweest zou kunnen zijn van
de Hebreeën. Daarnaast heeft men ook verschillende theorieën over de uittocht zelf.
Men spreekt over een vroege uittocht of een late uittocht.
Route van de Israëlieten door de woestijn
Tijd
Volgens een tablet die gevonden is over de zoon van Ramses II (=de stèle van
Meremptah) wordt er beschreven hoe dat Egyptische troepen Israël vernietigden. Dit
zou betekenen dat men rond 1208 voor Christus in Kanaän was, wat verwijst naar
een uittocht rond 1250 voor Christus, wat relatief laat zou zijn.
Volgens het eerste boek in Koningen (6, 1) echter zegt men dat deze uittocht er was
480 jaar voor de bouw van de tempel door Salomon. Dit wijst op een uittocht rond
1446 voor Christus, en is dus relatief vroeg.
Er is echter nog een derde theorie, namelijk die van Flavius Josephus (een Joodse
geschiedschrijver), die zegt dat de periode dat de Hyksos verdreven werden leidde
tot de uittocht van de Hebreeën rond 1525 voor Christus. (Nog een vroegere uittocht
dus)
De uittocht, geschiedkundig bewezen?
Los van deze theorieën blijft de vraag bestaan of de uittocht wel echt gebeurd is.
Uiteraard zijn bronnen vanuit die tijd schaars, en blijft er dus een grote onzekerheid.
Als het echter echt zou zijn, zou deze tussen 1446 en 1250 voor Christus gesitueerd
zijn, want dit is de periode van het Nieuwe Rijk van de Joden.
Michael G. Hasel, directeur van het Instituut voor Archeologie van de Southern
Adventist Universiteit stelt dat Israël in de 13e eeuw v.Chr. een gevestigde politieke
macht in Kanaän was:
"Israël fungeerde als een sedentaire, socio-etnische groep in de late 13e eeuw v.Chr.
Ook al geeft de Merenptah stèle geen indicatie over de werkelijke sociale structuur
van het volk van Israël, toch geeft het aan dat Israël een significante socio-etnische
entiteit was waarmee rekening gehouden diende te worden.”
(citaat uit M. G. Hasel, 'Israel in the Merneptah Stela', BASOR 296 (1994) pp. 54 &
56, n. 12.)
De stenen tafelen
Na de uittocht, komt uiteraard de intocht, maar voor we daar aan beginnen nog even
kort iets over de Stenen Tafelen.
In de woestijn (meer bepaald de Sinaïwoestijn) krijgt Mozes de Stenen Tafelen. Hij
kreeg deze op de Gebel Musa (berg van Mozes). Op deze berg is er nu een klooster,
genoemd naar de Alexandrische martelares Katerina.
De Stenen Tafelen werden bewaard in de Ark des Verbonds (maar daar later meer
over). De 10 geboden zoals wij ze kennen in het Christendom zijn een
verchristelijking van de decaloog. Eén van de belangrijkste “regels” is dat God niet
wordt afgebeeld.
De intocht
Jozua, en niet Mozes, trok het beloofde land in (Nu. 20). Mozes had namelijk de
opdracht gekregen om water te vragen aan de rots (“U moet in hun bijzijn de rots
gebieden water te geven”). Hij sloeg echter op de rots (uit wantrouwen) en mocht als
straf het Beloofde Land niet binnen. Op de berg Nebo had hij wel nog een prachtig
zicht op het Beloofde Land.
De intocht wordt vaak voorgesteld als een veldtocht: het spreekt voor zich dat de
intocht niet zonder slag of stoot ging (en dus wel gepaard met geweld). In het boek
Jozua staat echter ook “een Land waar men niets voor moest doen”, wat dan weer
kan wijzen op het “feit” dat het er misschien niet zo gewelddadig aan toe ging.
Centraal staan 3 gebieden en 3 plaatsen. We spreken over het Overjordaanse (= ten
Oosten van de Jordaan), het zuiden van Kanaän en noorden van Kanaän.
De drie plaatsen zijn Jericho en Ai in het zuiden van Kanaän en Hazor in het noorden
van Kanaän.
De verwoesting van Jericho, ten voordele van de Israëlieten, ging gepaard met het
“omvallen van de stadsmuren”. Dit gebeurde rond 1400 v. Chr.
De tel(l) bewijst de verwoesting. Een tel(l) is trouwens een archeologische term, met
de volgende betekenis: een artificiële hoogte ontstaan door te bouwen op het puin
van een (verwoeste) stad.
De heropbouw dateert van 900 v.Chr. en gebeurde onder leiding van koning Achab.
Ook van Ai bestaat er een tel(l), wat een verwoesting impliceert en Hazor werd in de
13de eeuw v. Chr. vernield.
Verdeling van het Beloofde Land
Na de intocht werd het gebied verdeelt in 12 stammen. Er leefden natuurlijk ook nog
“originele” volkeren, waarmee dan verbonden (zie volgende alinea e.v.) werden
gesloten.
Jozua sloot een verbond in Sichem. De wetten van Mozes werden er gegrift in een
grote steen (die later ook teruggevonden is).
Het Verbond
Een heel belangrijke term die we zien terugkomen is ‘Verbond’. Maar wat wil dat nu
precies zeggen en waar staat het voor? Droog uitgelegd kunnen we zeggen dat het
een soort verdrag is, die je ook bij andere volkeren tegenkomt. Enerzijds heb je het
paritair verdrag, die onder gelijken telt, waarbij men samen de voorwaarden van het
verbond bepalen. (Hierbij wordt een stierenkalf in stukken gehakt als ritueel.)
Anderzijds heb je een niet-paritair of asymmetrisch verdrag onder niet-gelijken (denk
terug aan de heer en de vazal).
Maar het staat voor meer dan dat. Het is in dit geval meer een overeenkomst tussen
God en het volk/de mens. Er zijn ook verscheidene verbonden geweest. (denk aan
Noah, Josua, David, Abraham, …)
Inhoud van het Verbond
Zo’n verbond bestaat uit een aantal zaken die steeds terugkomen, namelijk een
inleiding, een historisch element, de bepalingen van de overeenkomsten, clausules,
een lijst van de Goden en vervloekingen en beloften.
De Ark
Een belangrijk element van het Verbond was ook de Ark waarin het gehouden werd.
Het was een houten kist (die de stenen tafelen bevat), versierd met bladgoud, met
een verzoendeksel. Op deze verzoendeksel had je twee gevleugelde sfinxen of
‘Cherubim’ (Cherubijntjes) die stonden voor de boodschappers van God. Ook heb je
weer die link naar Egyptische culturen, denk aan de Jakhals (Anubis), die de doden
beschermde. Volgens sommigen lag, naast de stenen tafelen, ook de staf van Aaron
en manna in de Ark. Jaarlijks bracht de hogepriester een zoenoffer voor het volk,
door het bloed van een lam te sprenkelen op het verzoendeksel.
Deze Ark, waarschijnlijk vernield door de Babylonische soldaten, was een heilig
voorwerp om de tegenwoordigheid van God uit te beelden. Bij de intocht was het
bijvoorbeeld dankzij de kracht van de Ark dat de Israëlieten over de Jordaan
geraakten. (Denk aan het verhaal van Jericho, waarbij de muren van die stad
instortten toen de Israëlieten zeven keer rond de stad wandelden met de Ark) Het
stond echter niet voor een militaire macht of sfeer, eerder voor een rituele sfeer.
Ook was de Ark een belangrijk element bij de eenmaking van alle stammen door
Koning David. Het werd een soort brandpunt van nationale verering. Koning Salomo
bergt de Ark daarna op in de tempel (in het heilige der heiligen). Voordat het echter
in de tempel werd geplaatst, had je eerst de tent van de samenkomst. Dit was de
plek van de Ark (waar alleen grote figuren binnen mochten) bij het verplaatsen.
Reconstructie van de Ark des
Verbonds, symbool van nationale
verering
Verschillen Oud en Nieuw Verbond
Naast dit Verbond spreekt men ook vaak over het Oud Verbond en Nieuw Verbond.
(oftewel Oud en Nieuw Testament) Wel is het belangrijk hier een aantal verschillen in
te duiden.
Oud Verbond
Nieuw Verbond
Dieren slachten werd gezien als
zoenoffer.
De zonden van het volk moesten
niet door een zoenoffer worden
uitgeboet. Christus was het
zoenoffer. (Denk aan de
Eucharisti, dat voor een nietbloederige offer staat)
Nog steeds de 10 geboden,
inhoudelijk werd er niets
toegevoegd.
Geboden staan niet gebeiteld op
stenen tafelen, maar in het hart
van de mens gegrift. (Ze komen
dus van binnenuit.)
Nadruk staat op “genade”, en is
dus een soort geschenk.
10 geboden
Geboden staan op stenen
tafelen. (Komen dus van
buitenaf)
Nadruk staat op “werken”
Niet iedereen kan een Jood
worden.
Christendom staat open voor
iedereen die in Jezus gelooft en
overschrijdt dus het Joodse Volk.
Pasen = Pesach?
Naast deze verschillen hebben de Joden en Christenen ook een andere beleving
omtrent Pasen. Pesach is voor de Joden het feest van de vrijheid. De tien
plagen/rampen spelen een grote rol in de bevrijding van het volk. (Exodus 7-11)
De laatste plaag, waarbij alle eerstgeborenen stierven behalve diegenen waarbij er
bloed aan de deuren hing, is waar de naam Pesach of Pasen vandaan komt. (Door
het bloed van het lam slaat de dood de Hebreeën over.) Het voorbijgaan (van God in
dit geval) zonder aan te raken (=hinkelen) heeft geleid tot deze benaming. Maar deze
zelfde plaag is net de moeilijkste om mee om te gaan. Waarom zou God zoveel
mensen vernietigen, voor één volk? Je moet het echter niet bezien als vernietiging
van alle eerstgeborenen van een volk. Je moet het eerder langs een andere
perspectief bekijken. Enerzijds waren de Hebreeën slaven, en God is tegen
uitbuiting. Anderzijds moet je het ook zo bezien: Wie op God vertrouwt, en dan ook
echt vertrouwt, die komt er wel.
Echt volledig zuiver historisch zijn deze plagen echter niet, omdat de vertellingen pas
honderden jaren later neergeschreven zijn. Wel weet men dat Pesach ook afgeleid is
van een heidens Lentefeest dat reeds eerder bestond. Het was dus de gewoonte dat
de veehoudende nomaden een groot lentefeest vierden. Ze offerden hierbij een
pasgeboren lammetje, wiens bloed ze aan de palen van hun tenten streken. Bij de
landbouwers offerden ze het nieuwe graan. Ze vierden het feest wanneer ze voor het
eerst de sikkel in de aren konden slaan. Dan aten ze zeven dagen lang broden die
gebakken werden zonder dat er iets in het deeg werd gedaan om het te laten rijzen.
Ook werd er niets van het oude graan in het nieuw brood verwerkt. Toen het volk in
hun beloofde land woonden, werd het feest niet enkel een bevrijding van de wintertijd
(of een lentefeest), maar dus ook een bevrijding van het volk, gered uit de slavernij.
De eerste volle maan in de lente was dan steeds de dag van Pasen;
Bij de Christenen denk je bij Pasen vooral aan de verrijzenis van Christus, maar ook
aan de bevrijding van de slavernij. Deze verrijzenis is echter een heel moeilijk stuk
om te verbeelden. Zeker jongeren hebben moeite om dat te plaatsen. (door het bloed
van het Paaslam (=Christus) slaat de dood allen die zich aan Christus toevertrouwen
over.) Het is echter verkeerd om te zeggen dat God een wrekende God is die vraagt
naar genoegdoening door het offeren van zijn zoon. Het is juist een liefdevolle God,
wat door Jezus zichtbaar wordt gemaakt, en dit leidde tot de kruisiging.
Woord en- begrippenlijst
Exodus:
 Sjemôt:
uittocht
Hebreeuws voor namen; de namen van de kinderen van Israël
Mozes:
Egyptisch voor ‘zoon’
Hebreeuw voor ‘uit het water gevist’
Yam Soef:
Rietzee
Akki:
tuinier van de godin Ishtar
Kwartel:
Tamarisk:
een (kleine) roofvogel die in de winter o.a. naar de Nijldelta en de
Sinaïwoestijn trekt. De Israëlieten aten deze smakelijke vogels
en zagen ze als een geschenk van God.
afkomstig van de tamarisk, afgescheiden zoete stof in vorm van
witte korrels, eetbaar
kleine woestijnplant
Stèle:
zuil met inscripties
Hyksos:
‘heersers van de vreemde landen’
Volk dat regeerde over Egypte tijdens de tweede tussenperiode
van 1785 – 1550 v.Chr. (= van de 13de tot de 17de dynastie)
een tijd van politieke en territoriale versnippering binnen de
Egyptische geschiedenis
Manna:
Tussenperiode:
Tel(l):
een artificiële hoogte ontstaan door te bouwen op het puin van
een (verwoeste) stad.
Cherubim:
gevleugelde sfinxen; boodschappers van God
Verbond:
een soort verdrag
Maar, het is meer: een overeenkomst tussen God en het volk
Paritair (verbond): onder gelijken
Pesach:
Joods feest van de vrijheid
Download