oefenexamen integriteitsmodule dsi financieel adviseur - NIBE-SVV

advertisement
OEFENEXAMEN
INTEGRITEITSMODULE DSI FINANCIEEL ADVISEUR
 NIBE-SVV
Integriteitsmodule DSI Financieel adviseur
1.
Op welke wijze is te zien of een financieel adviseur professioneel handelt?
A.
B.
C.
2.
Hij opereert dan onbaatzuchtig en deskundig.
Hij behaalt voornamelijk goede resultaten voor zijn klant.
Hij is aangesloten bij een beroepsvereniging.
Een professioneel financieel adviseur zal zich gedragen conform bepaalde waarden
en normen. Eén van de niveau’s waarop deze waarden en normen bepaald worden
is de functieomschrijving.
Wat staat hierin wat in relatie staat met waarden en normen?
A.
B.
C.
3.
Voor welke commissie moet een financieel adviseur verschijnen als hij of zij zich
niet aan de DSI gedragscode houden?
A.
B.
C.
4.
De DSI accreditatiecommissie.
De DSI tuchtcommissie.
De DSI beroepscommissie.
Welke vorm van toezicht oefent de AFM uit op de financiële wereld?
A.
B.
C.
5.
Een omschrijving van de wetten en regels waaraan een professional zich
dient te houden.
De wijze waarop de professional geacht wordt zijn beroep uit te oefenen.
De voor het bedrijf geldende compliance regeling.
Systeemtoezicht.
Prudentieel toezicht.
Gedragstoezicht.
Hieronder volgen twee beweringen over toezichthouders.
I.
De AFM oefent onder meer toezicht uit op de beleggers.
II.
DNB oefent onder meer toezicht uit op de pensioenverzekeraars.
Welke bewering(en) is/zijn JUIST?
A.
B.
C.
6.
Alleen I is juist.
Alleen II is juist.
I en II zijn juist.
In bepaalde gevallen verbiedt de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering
van terrorisme (Wwft) financiële ondernemingen dienstverlening aan te bieden aan
(potentiële) cliënten.
In welke van onderstaande gevallen mag de financiële onderneming in beginsel
WEL dienstverlening aanbieden?
A.
B.
C.
©
NIBE-SVV
Indien de (potentiële) cliënt weigert mee te werken aan het cliëntenonderzoek van de financiële onderneming..
Indien de financiële onderneming er niet in is geslaagd de cliënt te identificeren en doel en aard van de relatie vast te stellen. .
Indien de relatie of transactie een hoger risico oplevert voor witwassen of financiering van terrorisme..
2
Integriteitsmodule DSI Financieel adviseur
7.
De Wft legt de financieel dienstverlener een zorgplicht op tegenover de consument.
Dit wordt uitgewerkt in een aantal aandachtsgebieden.
Welk aandachtsgebied behoort hier NIET toe?
A.
B.
C.
8.
Klantenprofiel.
Opstellen van een financiële bijsluiter
Klachtenafhandeling.
De Wft kent de zogenaamde “klikplicht” waar het gaat over mogelijk onjuist handelen van derden.
In welke van onderstaande gevallen geldt de klikplicht onder meer?
A.
B.
C.
9.
Bij advies klanten.
Bij execution only klanten.
Bij vrije hand beheer klanten.
De Wft legt de financieel diensverlener een zorgplicht op tegenover de consument.
Welk aandachtsgebied komt hier onder andere in voor?
A.
B.
C.
10.
Wat hoort NIET tot het taakgebied van de compliance?
A.
B.
C.
11.
Toezien op naleven van de Nadere Regelingen van de Wft.
Het zelfstandig opleggen van sancties bij niet-naleving van regelgeving.
Toezien dat de regels betreffende de bestrijding van witwassen worden nageleefd in de organisatie.
Wat behoort onder meer tot de bevoegdheden van de compliance officer?
A.
B.
C.
12.
Verzorgen relevante marketing informatie
Klachtenafhandeling.
Behalen rendement.
Het opleggen van arbeidsrechtelijke sancties in geval van overtreding van de
regels.
Het opstellen van een lijst met medewerkers die mogelijk over koersgevoelige informatie kunnen beschikken.
Het in het kader van een onderzoek naar handel met voorkennis onderzoeken van de privé-administratie bij medewerkers.
Hieronder volgen twee beweringen met betrekking tot insiders.
I.
Een insider is iemand die vanuit zijn positie regelmatig beschikt over voorwetenschap.
II.
Insiders mogen alleen effectentransacties laten doen middels zogenaamde
vrije hand rekeningen.
Welke bewering(en) is/zijn JUIST?
A.
B.
C.
©
NIBE-SVV
Alleen I is juist.
Alleen II is juist.
I en II zijn juist.
3
Integriteitsmodule DSI Financieel adviseur
13.
Hieronder volgen twee beweringen met betrekking tot DSI en AFM.
I.
DSI houdt toezicht op de personen werkzaam in de effectenbranche, AFM
houdt toezicht op de instellingen.
II.
Alle onder toezicht staande instellingen van AFM kunnen DSI deelnemer
worden.
Welke bewering(en) is/zijn JUIST?
A.
Alleen I is juist.
B.
Alleen II is juist.
C.
GEEN van beide is juist.
14.
Bij welke DSI-commissie kan een particulier een klacht indienen als hij meent dat
zijn bank onjuist gehandeld heeft?
A.
B.
C.
15.
Welke DSI-commissie is gerechtigd om een taakstraf op te leggen aan een
DSI-geregistreerde?
A.
B.
C.
16.
Communicatie.
Transparantie.
Eenheid.
Wat is de belangrijkste pijler van de zorgplicht?
A.
B.
C.
18.
De Commissie van beroep.
De Accreditatiecommissie.
De Tuchtcommissie.
Welke van de onderstaande alternatieven wordt gezien als een basiswaarde in de
financiële wereld?
A.
B.
C.
17.
De Geschillencommissie.
De Arbitragecommissie.
GEEN van bovenstaande commissies
Behalen van rendement voor de klant.
Zorgvuldige voorlichting.
Ken je klant.
Hoe moet een beleggingsadviseur zich volgens uitspraken van de Klachtencommissie gedragen?
A.
B.
C.
De adviseur dient na te gaan of zijn cliënt bekend is met de risico’s die aan
een belegging verbonden zijn. Dit is met name van belang in situaties waarin
een cliënt nog niet eerder heeft belegd.
De beleggingsadviseur moet cliënten die niet bereid zijn veel beleggingsrisico’s te nemen, adviseren om NIET te beleggen.
De beleggingsadviseur moet, voordat hij een advies verstrekt, nagaan welke
beleggingen de cliënt bij andere beleggingsondernemingen heeft, voordat hij
transacties ten behoeve van die cliënt mag uitvoeren.
■
©
NIBE-SVV
4
Integriteitsmodule DSI Financieel adviseur
Antwoorden Integriteitsmodule DSI Financieel adviseur
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
A
B
B
C
C
C
B
A
B
B
B
A
C
C
C
B
C
A
U dient 13 van de 18 vragen goed te hebben om te slagen.
©
NIBE-SVV
5
Download