De watertoets Een praktijkvoorbeeld uit de West-Vlaamse kustpolders Voorbeeld van een uitgebreid advies 1. Algemene gegevens van de aanvraag : Naam en adres van de aanvrager Onderwerp van de aanvraag Situering van de aanvraag 2. Opsomming van de wettelijke bepalingen op basis waarvan advies wordt verleend : • Polderwet van 3.6.1957 of Wateringenwet van 5.7.1956 • Algemeen Politiereglement Polders en Wateringen (KB van 30.1.1958) • Bijzonder Politiereglement • Decreet Integraal Waterbeleid van 18.7.2003 • Besluit Watertoets van 20.7.2006 3. Verwijzing naar de waterbeheerplannen (bekkenbeheerplan, deelbekkenbeheerplan, waterhuishoudingsplan,…) : • zijn er specifieke acties of maatregelen in opgenomen m.b.t. het projectgebied ? • welke algemene maatregelen zijn van toepassing, bvb. in verband met het behoud van de buffercapaciteit ? 4. Hydrografische gegevens : • Hoe gebeurt de waterhuishouding in het gebied (gravitair of via bemaling), welke waterlo(o)p(en) zorgen voor de waterafvoer ? Wat zijn de normale en de extreme peilen ? • Ligt het project al dan niet in een risicozone op overstroming of in overstromingsgevoelig gebied ? Werkinstrument : het DHM en de peilregeling in de polders Aandacht op specifieke peilregeling in poldergebied : • Tijgebonden lozing of via bemaling • Oncontroleerbare peilen in extreme omstandigheden • Illustratie aan de hand van werkelijk gemeten maximumpeilen • Geen duurzame constructies beneden de kritische peilen • Geen verantwoordelijkheid voor het bestuur in geval de maximumpeilen toch worden overschreden 4. Hydrografische gegevens (vervolg) : • Komt het onderhoud en de instandhouding van onbevaarbare waterlopen in het gedrang ? Zo ja, welke maatregelen moeten er genomen worden ? (Omlegging, verbreding, beveiliging van de onderhoudszone, …) • Zijn er infiltratiemogelijkheden en/of is het aangewezen deze te voorzien ? • Hoe zit het met de afvalwaterriolen en de waterzuivering ? 5. Beoordeling : • Hoe worden eventuele nadelige effecten door het project zelf opgevangen ? • Welke nadelige effecten kunnen er (bijkomend) verwacht worden ? • Welke maatregelen moeten er genomen worden ? Werkinstrument : berekening van noodzakelijke waterbuffering BEREKENING VAN DE VERHARDE OPPERVLAKTE Opp. (m²) 1. Woongebied 2. Wegenis 3. Wegenis met variabel karakter Totalen : % verharding Verharde opp. 47.991 50% 23.996 m² 457 100% 457 m² 11.876 90% 10.688 m² 60.324 58% 35.141 m² BEREKENING VAN HET BUFFERVOLUME Q 1. Volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 1.10.2004 Norm: 300 liter per 20 m² verharde oppervlakte Buffervolume = 527.114 liter of 528 m³ 2. Volgens de code van goede praktijk VMM 2.a. Af te voeren debiet voor een typebui met terugkeerperiode 2 jaar en een buiduur van 60 minuten Norm: 49 l/sec/ha Buffervolume = 619.886 liter of 620 m³ 2.b. Af te voeren debiet voor een typebui met terugkeerperiode 5 jaar en een buiduur van 60 minuten Norm: 61 l/sec/ha Buffervolume = 771.695 liter of 772 m³ BEREKENING VAN DE BUFFEROPPERVLAKTE Mogelijke stijging van het waterpeil in meter : 0,30 0,50 0,70 Norm 1 1.760 1.056 755 Norm 2.a. 2.067 1.240 886 Norm 2.b. 2.574 1.544 1.103 Bufferoppervlakte in m² 6. Advies : • Gunstig (geen bijkomende voorwaarden) • Voorwaardelijk gunstig (met verwijzing naar de nodige maatregelen) • Ongunstig (te motiveren) Zwinstreek