Tibetaanse Terriër Andere naam: Dhoki Apso Herkomst: Tibet Rasgroep: FCI groep 9 - Gezelschapshonden Algemeen voorkomen: Stevig, middelgroot, langharig, in het algemeen vierkant gebouwd Levensverwachting: 12 tot 15 jaar Aanleg: herdershond en gezelschapshond Schofthoogte: 35.5 cm tot 40.6 cm, Teven iets kleiner. Gewicht: Tussen de 8 en 13 kg Hoofd en schedel: Schedel: middelmatige lengte, enigszins versmallend van oor naar oog Stop: duidelijk aanwezig, zonder overdrijven Neus: zwart Voorsnuit: sterk Kaken: goed ontwikkelde onderkaak Wangen: Regelmatig gebogen jukbeenderen, maar niet zo over ontwikkeld dat ze uitpuilen Gebit: schaar- of omgekeerd schaargebit Ogen: Groot, rond, tamelijk ver uit elkaar staand, donkerbruin met zwarte oogranden Oren: Hangend, niet te dicht tegen het hoofd gedragen, V-vormig, zwaar bevederd Lichaamsbouw: Voorhand: Benen: recht en evenwijdig Schouders: goed geplaatst Middenvoorvoet: iets schuinstaand Middenhand: Rug: vlak boven de ribben Lendenen: kort en licht gebogen Kruis: vlak Ribben: goed naar achteren doorlopend Achterhand: Kniegewricht: goed gehoekt Spronggewricht: laag geplaatst Voeten: Groot en rond, staat goed met de voetzolen op de grond, voeten niet gebogen Staart: Gemiddelde lengte, tamelijk hoog aangezet en in een vrolijke krul over de rug gedragen. Zeer zwaar bevederd. Een knik bij de punt komt vaak voor en is toegestaan. Gang: Vlot, goed bereik, krachtig stuwend Vacht: Over het hele lichaam goed bevederd, Dubbele vacht, ondervacht fijn en wollig, overvloedige bovenvacht, fijn, maar niet zijdeachtig of wollig, Lang, recht of gegolfd, maar niet gekruld. Kleur: alle kleuren zijn toegelaten uitgezonderd de chocolade of leverkleur Geschiedenis: De Tibetaanse Terriër werd door de Nomadenstammen in Tibet gebruikt om kudden te hoeden in het berglandschap, waar grotere honden moeilijk(er) konden werken. In feite is de naam "Terriër" onjuist, want dit ras heeft nog nooit 'aardwerk' gedaan , waarvoor de Terriërs oorspronkelijk gebruikt werden. Eigenlijk zou dit ras dus onder de Herderhonden moeten vallen, gezien hun taak in het verleden. Oud Tibetaans bijgeloof wilde dat Tibetaanse Terriërs geluk brachten in een huisgezin. Om dit geluk niet te tarten, werden deze niet verkocht en werden geen andere rassen ingekruist. Het was dus niet mogelijk om ze te kopen, maar ze werden wel cadeau gedaan, als blijk van hoge waardering. Een voorbeeld : Een Engelse arts Dr. Greig genas een Tibetaanse vrouw en in ruil daarvoor kreeg zij een puppy van een Tibetaanse Terriër cadeau. Zij begon dit ras te fokken in de jaren '20 in India en vanaf de jaren '30 in Engeland toen zij terug keerde. Als kennelnaam had zij " LAMLEH ". Deze lamleh's zijn de basis van onze huidige bloedlijnen Karakter: Tibetaanse Terriërs zijn levendige, alerte, vrolijke en intelligente honden. Ze zijn waaks en laten hun stem horen als ze iets horen dat buiten de routine valt. Ze zijn moedig en hebben een evenwichtig karakter. Ze zijn zeer gehecht aan hun baas en zijn familie en stellen zich wat terughoudend op in de buurt van vreemden. Hoewel hun knuffelachtige uiterlijk anders doet vermoeden, zijn het vrij geharde en sobere honden. Tibetanen kunnen soms moeilijk tegen alleen zijn en hangen sterk aan hun baas. Sociale aanleg: Als een Tibetaanse Terriër goed gesocialiseerd wordt, dan zal hij harmonieus met katten en andere huisdieren kunnen samenleven. Met kinderen is de omgang doorgaans goed. Ten opzichten van andere honden kunnen Tibetaanse Terriërs wel eens dominant uit de hoek komen. Het zijn geen allemansvrienden; bezoek wordt luidkeels aangekondigd en de kennismaking moet van de hond zelf uitgaan. Opvoeding: Tibetaanse Terriërs moeten beslist op een rustige en evenwichtige manier opgevoed worden. Ze zijn gericht op hun baas en voelen stemmingen feilloos aan. Ze leren vrij snel. Beweging: Deze Tibetanen hebben veel energie en moeten ook de kans krijgen om zich onaangelijnd uit te kunnen leven. Ze zijn dol op apporteren en balspelletjes. Een Tibetaanse Terriër die buitenshuis voldoende beweging krijgt, zal zich binnenshuis vrij rustig houden. Gebruiksmogelijkheden: Deze hond leent zich uitstekend voor sportieve mensen die het leuk vinden om iets met hun hond te gaan ondernemen. Hun intelligentie, wendbaarheid en snelheid leent zich uitstekend voor sporten zoals agility en flyball. Maar ook in de gehoorzaamheid kunnen ze ver geraken. Verzorging: De vacht van de Tibetaanse Terriër moet iedere dag geborsteld worden om klitvorming te voorkomen. Vooral op plaatsen waar zich snel klitten vormen (broek, ellebogen, baard, achter de oren), is extra aandacht vereist. Doe een hond pas in bad als het echt nodig is, een langharige hond als de Tibetaanse terriër kan een paar maal per jaar in bad. Gebruik altijd een hondenshampoo !!! Gezondheid: De honden van fokkers worden onderzocht op het voorkomen van heupdysplasie en bepaalde erfelijke oogafwijkingen. Enkele kleurmogelijkheden: