CRPS - Ziekenhuis St Jansdal

advertisement
Chirurgie
Complex Regionaal
Pijnsyndroom (CRPS)
Inhoudsopgave
Complex regionaal pijnsyndroom��������������������������4
Naamgeving ������������������������������������������������������������4
Oorzaken van CRPS������������������������������������������������4
Risicofactoren����������������������������������������������������������5
Verschijnselen van CRPS�����������������������������������������6
Welke vormen bestaan er: warm en koud�������������7
Diagnose stellen bij CRPS���������������������������������������8
Behandeling van CRPS��������������������������������������������8
Behandelend multidisciplinair team�������������������������������������������������������� 8
Behandeling van pijn en dystrofische reacties�������������������������������������� 9
Revalidatiebehandeling�������������������������������������������9
Multidisciplinair Revalidatieteam ������������������������10
Vragen��������������������������������������������������������������������11
3
Complex regionaal pijnsyndroom
Een Complex Regionaal Pijnsyndroom (CRPS) is een
abnormale reactie op bijvoorbeeld een letsel.
Het syndroom treedt meestal op in een arm, been, hand of
voet. Het aangedane lichaamsdeel is pijnlijk, stijf, gezwollen
en verkleurd door een stoornis in het genezingsproces. De
aandoening kan zich uitbreiden naar de omgeving. Soms is het
hoofd of de romp aangedaan, maar dat komt zeer zelden voor.
In Nederland komen er per jaar naar schatting minstens 3000
nieuwe patiënten met een CRPS bij.
De Nederlandse Vereniging van Post-Traumatische Dystrofie Patiënten behartigt de belangen van mensen met deze
aandoening. U kunt hier ook terecht voor verdere informatie.
(Voor adres, zie laatste bladzijde.)
Naamgeving
De officiële naam is CRPS type I. Andere benamingen zijn:
CRPS, reflexdystrofie of Südeckse dystrofie.
De causalgie en het handschouder syndroom zijn type II.
De term dystrofie is verwarrend, omdat het lijkt op spierdystrofie, maar dat is een heel andere ziekte.
Oorzaken van CRPS
CRPS ontstaat meestal na een verwonding, bijvoorbeeld een
kneuzing, botbreuk of operatie.
4
De aandoening kan ook ontstaan door bijvoorbeeld druk op
een zenuw, een wondinfectie, problemen in de halswervelkolom, een beroerte of een hartaanval. Kwaadaardige afwijkingen (kanker) en zelfs psychische problemen kunnen eveneens
leiden tot CRPS. Soms ontstaan de verschijnselen spontaan,
zonder duidelijk trauma vooraf. De kans een CRPS te krijgen
wordt geschat op 1 - 2% na een ongeval of operatie aan een
extremiteit.
Het is nog niet duidelijk wat er precies gebeurt bij een CRPS.
Volgens studies bij diermodellen reageert het onwillekeurige zenuwstelsel op de pijn die voortkomt uit de genoemde
trauma’s. Dit zenuwstelsel regelt automatische lichaamsfuncties zoals blozen en het krijgen van kippenvel.
Het gaat om vier soorten zenuwen die de volgende functies
aansturen: gevoel, pijn, spierbewegingen en regeling van de
diameter van de bloedvaten (sympathisch zenuwstelsel).
De ongewone onderlinge samenwerking van deze soorten
zenuwen zou leiden tot de veelheid aan klachten.
Volgens een andere theorie wordt het genezingsproces
tegengewerkt door een abnormale ontstekingsreactie die
leidt tot zuurstoftekort in de weefsels van het aangedane
lichaamsdeel.
Risicofactoren
Bepaalde factoren lijken de kans op het ontwikkelen van een
CRPS te verhogen. Het weefsel van het aangedane lichaamsdeel kan geïrriteerd zijn door bijvoorbeeld een niet genezende botbreuk, een infectie, lichaamsvreemde materialen of een
beschadigde zenuw.
5
Als gevolg van deze factoren kan het zenuwstelsel schadelijke
prikkels krijgen. Dit kan weer leiden tot een stoornis in het
regelsysteem dat verantwoordelijk is voor de genezing.
Verder is chronische pijn een risicofactor. Ook bepaalde
ziekten die de doorbloeding beïnvloeden kunnen een uitlokkende factor zijn. Dit zijn bijvoorbeeld diabetes mellitus
(suikerziekte), de ziekte van Raynaud en sommige vormen van
kanker.
Ten slotte verhoogt roken de kans op ontwikkeling van een
CRPS.
Verschijnselen van CRPS
Bij een CRPS kunnen uiteenlopende verschijnselen ontstaan.
• Een belangrijk symptoom is pijn. De verwonding die vooraf
gaat aan een CRPS is altijd pijnlijk, maar in dit geval is de
pijn veel heviger en langduriger dan normaal. De pijn kan
‘van binnen’ zitten of optreden bij aanraken. Beide vormen
kunnen tegelijk voorkomen.
• Het aangedane lichaamsdeel is vaak abnormaal rood of
blauw en heel warm of juist koud. De huid zweet veel of
juist weinig. De extremiteit is vaak gezwollen.
• De tastzin van het aangedane lichaamsdeel is vaak
gestoord. Sommige mensen voelen te weinig, anderen juist
te veel.
• De haargroei, de nagelgroei en de huid kunnen veranderen. Op röntgenfoto’s is soms een verandering van de
botstructuur te zien.
• Soms ontstaan problemen met de spierbewegingen. Het
lichaamsdeel is dan moeilijk te sturen. De gewrichten
6
worden soms zo stijf dat ze bijna niet meer te bewegen
zijn. Dit kan ook gebeuren bij gewrichten, die zelf niet bij
het voorafgaande letsel betrokken waren.
• De extremiteit kan atrofisch worden (‘vel over been’).
CRPS kan alle weefsels van het lichaamsdeel aantasten. De
spierkracht is bijna altijd verminderd. In combinatie met de
forse pijn kan een ernstige invaliditeit ontstaan.
Welke vormen bestaan er: warm en
koud
Men onderscheidt twee vormen van CRPS. De ‘warme’
soort komt het meeste voor (ongeveer 70% van de gevallen).
Daarnaast bestaat de zogenaamde ‘koude’ variant.
Warme CRPS kenmerkt zich door brandende pijn, zwelling
van het aangedane lichaamsdeel, pijnlijke gewrichten en
stijfheid. Verdere symptomen zijn een rode verkleuring van de
huid, een toegenomen zweetproductie, gevoelsstoornissen en
krachtsverlies. Dit ziektebeeld lijkt veel op een ontsteking.
Bij koude CRPS ontstaan symptomen als pijn, een witte of
paarse verkleuring van de huid, verandering van beharing
en het gevoel alsof het bloed wegtrekt uit het aangedane
lichaamsdeel. De arm of het been voelt koud aan.
Diagnose stellen bij CRPS
De diagnose wordt gesteld of vermoed door diegene die uw
letsel behandelt bijvoorbeeld uw huisarts of chirurg. Ook bij
verdenking op CRPS kan verwijzing naar het multidisciplinair
team noodzakelijk zijn!
7
Behandeling van CRPS
Een CRPS moet behandeld worden om ernstige complicaties
te voorkomen. Een eventuele onderliggende oorzaak moet zo
mogelijk worden weggenomen.
Behandelend multidisciplinair team
Bij de behandeling zijn vaak verschillende specialisten en
paramedici betrokken. In ziekenhuis St Jansdal zijn dat altijd de
chirurg, de revalidatiearts en een arts van het pijnteam (een
anesthesist).
Chirurg
De chirurg richt zich op de oorzaak van de dystrofie.
Anesthesist
De anesthesist op de behandeling van de pijn en de dystrofische reacties.
Revalidatiearts
De revalidatie-arts houdt zich bezig met de gevolgen van
de CRPS: stijfheid, niet kunnen gebruiken van een arm of
been, niet kunnen lopen en dergelijke. Ook wordt aandacht
geschonken aan de gevolgen van de CRPS op uw dagelijkse
activiteiten.
Behandeling van pijn en dystrofische reacties
Medicijnen
Bij CRPS is het van belang de pijn zoveel mogelijk tegen te
gaan. Naast voldoende rust nemen, kunt u pijnstillers slikken
8
tegen de pijn. Een juiste balans tussen belasting en belastbaarheid is hierbij belangrijk. Overleg met uw arts welke pijnstillers en welke dosering voor u geschikt zijn.
Sommige mensen met CRPS hebben baat bij een medicament
dat wordt gegeven in de vorm van een crème(DMSO).
Verder zijn er medicijnen die het regelmechanisme van de
bloedvaten beïnvloeden. Voorbeelden hiervan zijn ketanserine,
calciumantogonisten en alfablokkers. Bij sommige mensen
hebben deze middelen een gunstig effect op de dystrofie.
Bij de zogenaamde koude dystrofie is een betere doorbloeding van het aangedane lichaamsdeel een belangrijk doel.
Hiervoor kunnen medicijnen als isoptin of adalat worden
voorgeschreven.
Revalidatiebehandeling
Tot enkele jaren geleden leefde de overtuiging dat deze
ziekte met rust en pijnvermijding moest genezen. Inmiddels
zijn revalidatieartsen tot het inzicht gekomen, dat een zekere
pijn helemaal geen kwaad kan en dat absolute rust averechts
werkt.
De revalidatiearts richt zich op herstel van uw vaardigheden.
Hiervoor staat zo nodig een heel revalidatieteam tot uw
beschikking.
Afhankelijk van de uitgebreidheid en de ernst van de problemen, de verschijnselen en de functiebeperkingen, zullen de
fysiotherapeut, de ergotherapeut, de maatschappelijk werker,
de psycholoog, de orthopedisch instrumentmaker en/of de
orthopedisch schoenmaker worden ingeschakeld en zult u
9
mogelijk kort of langdurig gebruik maken van hulpmiddelen of
aanpassingen.
Multidisciplinair Revalidatieteam
Het Revalidatieteam bestaat uit de volgende disciplines:
Fysiotherapeut
De fysiotherapeut, die oefeningen en instructies geeft voor
functieherstel van uw arm/been.
Ergotherapeut
De ergotherapeut begeleidt u naar een verantwoorde inschakeling van uw arm/been bij uw dagelijkse activiteiten, al dan
niet met hulpmiddelen.
Psycholoog
De psycholoog ziet u in ieder geval aan het begin van de
revalidatiebehandeling en begeleidt u, en eventueel uw familie,
om te leren om te gaan met de gevolgen van uw pijn cq
beperkingen.
Maatschappelijk werker
De maatschappelijk werker begeleidt u en uw netwerk
(naaste familieleden) tijdens het revalidatieproces, bij het
verwerkings- en acceptatieproces en eventuele praktische
zaken, die samenhangen met de gevolgen van de dystrofie.
Orthopedische schoenmaker
De orthopedische schoenmaker past uw schoen aan of maakt
orthopedische schoenen.
10
Instrumentmaker
De instrumentmaker maakt zonodig spalken ter ondersteuning van een pijnlijk gewricht of om de functie van het
gewricht te verbeteren.
Revalidatiearts
De revalidatie-arts coördineert dit hele revalidatie-traject.
Vragen
Heeft u vragen, dan kunt u contact opnemen met uw chirurg
of aan uw huisarts een verwijzing vragen.
Nederlandse Vereniging Posttraumatische dystrofie Patiënten:
Postbus 31157, 6503 CD Nijmegen
telefoon: (013) 4554951
fax:
(013) 4550169
internet: pdver.atcomputing.nl
Internet:
www.posttraumatischedystrofie.nl
Uitgave:
Patiëntencommunicatie
Harderwijk, maart 2013
11
CAZ CH 52.03.13
Ziekenhuis St Jansdal
Wethouder Jansenlaan 90
3844 DG Harderwijk
Postbus 138
3840 AC Harderwijk
Telefoon (0341) 463911
www.stjansdal.nl
Download