Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij MAKELAAR TAXATEUR IPD BOUWKUNDE HOOFDSTUK 5 www.makelaardijcdrom.nl HOOFDSTUKKEN: 5 / WEEK 2 BOUWKUNDE GRONDWERKEN --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Inleiding: - Constructieve_opbouw: - betreft de bouw / opbouw van die onderdelen van een gebouw / woning welke een dragende functie hebben - kan worden onderscheiden in: 1. 2. 3. 4. 5. 6. fundering opbouw dak kelder afwerking installatie(s) - voordat met de constructieve_opbouw kan worden begonnen , moet eerst het zogenoemde grondwerk worden uitgevoerd --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Grondwerk: - een verzamelnaam voor een aantal activiteit(en) die op de bouwplaats moeten worden verricht voordat met het daadwerkelijke bouwen kan worden begonnen - kan worden onderscheiden in, onder meer: - bouwpeil ( de hoogtemaatvoering ) - bodemonderzoek / grondonderzoek m.b.t. draagkrachtigheid van de grond en de aanwezige grondsoort(en) - bouwrijp maken, in afhankelijkheid van de betreffende, aangetroffen grondsoort(en) en de draagkrachtigheid van de grond - grondverbetering, indien nodig, bijv. bij te geringe draagkrachtigheid - bemaling, indien nodig, bijv. bij ( te ) hoge grondwaterstand - kan verder worden onderscheiden in, onder meer: --------------------------------0. bouwpeil ofwel peil - een horizontaal vlak waaraan alle relevante hoogtematen m.b.t. de bouw / bouwwerk zijn/worden gerelateerd - als peil wordt meestal de bovenzijde van de afgewerkte begane_grondvloer genomen - bovendien wordt het peil / bouwpeil weer aan een ander vast punt gerelateerd, waarbij - meestal het NAP wordt genomen ( Normaal_Amsterdams_Peil ) - de grondwaterstand wordt aangegeven t.o.v. NAP - voorbeeld(en): - volgens het bestek moet het peil liggen op 0,320 m + NAP - van en vast punt in de directe omgeving is bekend dat deze op 0,350 m - NAP ligt - hieruit volgt dat het peil 0,320 m + 0,350 m = 0,670 m hoger ligt dan dat vaste punt --------------------------------- Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 1 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 1. grondsoort - bestanddeel van de korst van de aarde - NIET elke grondsoort is geschikt om zonder meer op te bouwen, waarbij - hoe meer samendrukbaar de grond is, des te minder de draagkrachtigheid is en des te minder geschikt om zonder meer op te bouwen, waarbij de grondsoort(en) kunnen worden onderscheiden van goed naar slecht: geringe samendrukbaarheid ==>> aanzienlijke samendrukbaarheid geschikte bouwgrond ==>> ongeschikte bouwgrond ---------------------------------------------------------------------------------------------------mergel grind zand klei leem veen ---------------------------------------------------------------------------------------------------- in Nederland hebben we meestal van doen met diverse verschillende grondsoort(en) in lagen boven elkaar - grondsoort(en) kunnen worden onderscheiden in, onder meer: grondsoort ----------------------------------------klei / kleigrond / lutum silt zand grind split rots stenen kei(en) leem / leemgrond veen / veengrond gemengde_grond ----------------------------------------- korrelgrootte ( mm ) ---------------------------------< 0,002 0,002 - 0,063 0,063 - 2 2 - 63 2 - 63 63 - 200 200 - 630 mm ---------------------------------- - bouweigenschap(en) van de grondsoort: -------------------------------- betrouwbaarheid bouwgrond - samendrukbaarheid - zetting of zakking - waterdoorlatendheid -------------------------------- zand / grind klei veen -------------------------------------------------------------------------goed bij laagdikte > 3 m redelijk bij laagdikte > 3 m slecht gering ( = goed/gewenst ) matig sterk (=ongewenst) geen tot weinig (= gewenst) gering sterk (=ongewenst) sterk ( = gewenst ) water vasthoudend watervasthoudend -------------------------------------------------------------------------- - de draagkrachtigheid van slecht bouwgrond kan worden verbeterd middels: - grondverbetering - funderen Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 2 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl --------------------------------2. grondonderzoek: - betreft sondering en boring / grondboring 2.1. sondering - betreft onderzoek naar en de bepaling van de draagkracht van de grond / bodem - een methode uitgevoerd middels een sonderingsapparaat om het draagvermogen /draagkracht / draagkrachtigheid van de grond / bodem / bouwgrond te bepalen - het meten van de weerstand die wordt ondervonden bij het in de grond drukken van een staaf voorzien van een conus / standaardconus, d.m.v. - het in de grond drukken van een standaardconus met: - een tophoek van 60º en een manteloppervlak van 1.000 mm2, en met een snelheid van circa 20 mm / sec, en het - bepalen van de kracht / weerstand / conusweerstand die daarvoor nodig is, en - waarbij de meetresultaten worden weergegeven in een zogenoemde sondeergrafiek ofwel sondeerstaat 2.1.1. sonderingsdiagram - de grafiek waarin de meetresultaten van een sondering worden weergegeven, waarbij - aan de linkerkant van de sondeergrafiek, de wrijving en de kleef, en - aan de rechterzijde, het wrijvingsgetal zijn vermeld 2.2. boring - betreft onderzoek naar de samenstelling van de grond / bodem 2.2. grondboringstaat - een type staat / diagram welke de resultaten van een grondboring weergeeft, en waarbij - als functie van de diepte, de verschillende voorkomende grondsoort(en) kunnen worden weergegeven - een overzicht van de verticale doorsnede van de grond met de grondsoort(en) die op de verschillende diepte(n) voorkomen - uit een grondboringstaat kunnen na verder onderzoek ook verontreiniging(en) naar voren komen --------------------------------3. grondwater / grondwaterstand: - betreft de gemiddelde hoogte ( = freatisch_vlak ) van het water dat zich in de grond / bodem bevindt - is van belang m.b.t. - draagkracht van de grond - kelderconstructie - bemaling - kop(pen) van houten_heipaal moet minsten 30 cm onder de laagst bekende grondwaterstand ( i.v.m. voorkomen van rot ) - grondwater moet uit een bouwput worden verwijderd middels - drainage - bemaling Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 3 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 3.1. drainage - een vorm van ontwatering middels het afvoeren van overtollig water / grondwater van een terrein / gebied - kan worden onderscheiden in: 3.1.1. horizontale_drainage - een vorm van drainage / ontwatering, die kan worden toegepast bij terrein(en) die snel toegankelijk moeten zijn, zoals: - sporterrein(en) - tentoonstellingsterrein(en) - landbouwgrond waarbij het water / grondwater wordt afgevoerd middels horizontale drain(s), zijnde geperforeerde kunststofleiding(en) / kunststof_drain die in een sleuf worden gelegd, die vooraf is voorzien van een laag grind 3.2.2. verticale_drainage - een vorm van drainage / ontwatering, die kan worden toegepast als zich een waterafsluitende_laag in de grond bevindt die het omlaag stromen van het grondwater verhindert, waarbij - dit kan worden verbeterd door verticale_drainage aan te brengen middels: - met zand gevulde zandkolom(men) - kunststof_drain(s) waardoor het grondwater sneller door de waterafsluitende_laag wegstroomt, waarbij - dit proces nog kan worden versneld door een zandpakket op de bovenlaag te storten, waardoor - die bovenlaag wordt samengedrukt en de grond sneller ontwatert, en waardoor - een snellere zetting van de bouwgrond wordt verkregen - maakt veelal gebruik van drainagebuis ofwel drain(s) --------------------------------4. grondverbetering - betreft werkzaamheden om de draagkracht van de grond te verbeteren - kan worden onderscheiden in: 4.1. grondverdichting - d.m.v. van trillen van de grond m.b.v. trilnaald(en) 4.2. grondvervanging 4.2.1. d.m.v. afgraven tot 1,2 m van de slechte grond en aanvullen in lagen van 20-30 cm met oppervlaktetrilling 4.2.1. d.m.v. afgraven tussen 1,2 m en 2 m van de slechte grond alleen ter plaatse van de fundering(en) en aanvullen in lagen van 20-30 cm met oppervlaktetrilling 4.2.1. injectie met chemische stof(fen) / bitumen / cement, etc. --------------------------------5. ontgraving / ontgraven - het verwijderen / uitgraven van grond / ongeroerde_grond, om - zodoende voldoende diepte te krijgen voor het aanleggen van een fundering, zodat - de aanleg van de fundering beneden de vorstgrens / op de vorstvrije_diepte komt te liggen - kan worden onderscheiden in: 5.1. machinaal_ontgraven 5.1. handmatig_ontgraven --------------------------------- Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 4 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 6. bemalen / bemaling - kan worden onderscheiden in: 6.1. open_bemaling - betreft een bemaling van betrekkelijk geringe hoeveelheden water waarbij de grondwaterstand NIET wordt gewijzigd - het weghalen van overtollig water / regenwater / bovenwater uit de bouwput 6.2. niet-open_bemaling ofwel gesloten_bemaling - betreft een bemaling waarbij de grondwaterstand WEL wordt gewijzigd - kan verder worden onderscheiden in: 6.2.1. bronbemaling ofwel vacuümbemaling - wegpompen van water middels verticale buizen in de grond en lozing op open water of riool 6.2.2. spanningsbemaling - wegpompen van spanningswater onder een afsluitende_laag om zodoende de kans op doorbreken van die laag te voorkomen 6.2.3. retourbemaling - het wegpompen van water middels verticale buizen in de grond en terugvoering in hetzelfde waterdragende pakket om uitdroging van de omgeving te voorkomen - voor bemalen is een vergunning nodig ( onttrekken van grondwater ) --------------------------------7. grondkering(en) - een inrichting om het instorten van de wand(en) van een bouwput met te grote helling ( > 45º ) van het talud, tegen te gaan - kan worden onderscheiden in: 7.1. damwand / damwandprofiel - verticaal naast elkaar in de grond te brengen lange, dunne, smalle stalen, houten of betonnen element(en), met - aan de lange zijde(n) een profilering om zodoende een waterdichte afsluiting tussen de damwandprofiel(en) te krijgen, - om zodoende het binnendringen van grondwater van buitenaf in de bouwput te voorkomen - het in de grond brengen kan geschieden middels heien, trillen, etc. - een betonnen damwand gaat later veelal deel van de constructie uitmaken - om te voorkomen dat een grondkering instort / wegglijdt, kan men: 7.2. stutten - een object van de zijkant ondersteunen / steunen 7.3. stempelen - een object van de onderkant ondersteunen / steunen --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 5 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 8. uitzetten, bouwput en maatvoering: 8.1. uitzetten ( algemeen ): het aangeven van de plaats van de wand(en) / gevel(s) van een op te richten bouwwerk / gebouw, waarbij - de plaats van de hoek(en) van de voorgevel van het gebouw op de voorgevelrooilijn wordt aangegeven middels piketpaal / piket 8.2. als er moet worden ontgraven ( voor een bouwput, etc. ) zouden de piket(ten) daardoor verdwijnen, en - daarom wordt op ruime afstand van het talud van de betreffende ontgraving ( 1 m of zoveel meer als nodig is ) een bouwraam ofwel baak geplaatst, waarbij - het bouwraam bestaat uit ( verticale ) piket(ten) waartegen dikke ( horizontale ) plank(en) worden bevestigd, waarbij - de bovenzijde(n) van de plank(en) het peil aangeven, en waarbij - op de plank(en) de positie(s) van de te op te richten gevel(s), etc., kunnen worden aangegeven --------------------------------------------------------------------------------------------------------------MAKELAAR TAXATEUR IPD BOUWKUNDE HOOFDSTUK 6 HOOFDSTUKKEN: 6 / WEEK 2 BOUWKUNDE BOUWPLAATS EN STERKTE --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Bouwplaatsinrichting en Sterkteleer ----------------------------1. Bouwplaatsinrichting: - kan worden onderscheiden in: 1.1. terreinindeling - positie(s) aangeven van: - het op te richten gebouw - kraan / kranen - directiekeet - opslagruimte - voorziening(en) in het kader van de Arbo-wet, waaronder - schaftkeet - kleedruimte 1.2. kabel(s), leiding(en) en vergunning(en) - positie(s) aangeven van: - kabel(s) en leiding(en) van nutsbedrijven welke zich in de grond bevinden 1.3. vergunning(en) - aanvragen van tijdelijke vergunning(en), waaronder: - rioolvergunning - uitwegvergunning - etc. 1.4. voorziening(en) - regelen van tijdelijke voorziening(en), waaronder: - telefoon ( nu vaak mobiel ) - water - electriciteit - etc. Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 6 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 1.5. hekwerk - aanbrengen van een hekwerk rondom het bouwterrein, i.v.m.: - veiligheid ( geen toegang voor onbevoegde(n) ) - bescherming tegen diefstal ( eventueel middels bewaking ) 1.6. afvalstof(fen) - regeling van de opslag en de verwerking van eventuele afvalstof(fen), waarbij - rekening moet worden gehouden met de diverse milieuklasse(n), en waarbij - de verschillende soort(en) materiaal / afval in daartoe bepaalde container(s) dienen te worden verzameld / afgevoerd ----------------------------2. Sterkteleer: 2.0. Massa(s) en kracht(en): - de volgende aspect(en) kunnen daarbij worden onderscheiden: 2.0.1. massa: - betreft de hoeveelheid materiaal / materie - de massa wordt uitgedrukt in kg-massa 2.0.2. gewicht: - wordt vaak verward met het begrip massa - gewicht is de kracht ( aantrekkingskracht / zwaartekracht / gravitatiekracht ) die op een stuk materie / massa wordt uitgeoefend door een andere massa, waarbij - die andere massa bij ons in het dagelijks leven de massa van de aarde is - het gewicht van een voorwerp wordt uitgedrukt in kg-kracht 2.0.3. massa en gewicht: - een object met een massa van 1 kg-massa wordt door de aarde aangetrokken met een kracht van 1 kg-kracht, waarbij - die kracht / aantrekkingskracht door de aarde, het ervaren gewicht is - hoe groter de massa(s), hoe groter de onderlinge aantrekkingskracht, en hoe groter het ervaren gewicht - op Jupiter ( een planeet met een massa vele malen groter dan die van de aarde ) weegt een object met een massa van 1 kg, vele malen meer dan 1 kg - op de maan ( met een massa veel kleiner dan die van de aarde ) weegt een object met een massa van 1 kg slechts 0,16 kg 2.0.4. massa en gewicht en Newton(s): - in formulevorm is de relatie tussen massa en gewicht gegeven door: F = m x a = gewicht in kg-kracht waarbij: F de aantrekkingskracht van de aarde op een voorwerp met een massa m is m de massa van een voorwerp in kg-massa voorstelt a de versnelling door de zwaartekracht van de aarde voorstelt invullen in dimensie(s) geeft: F = m x a = kg-massa x m/sec2 = kg.m/sec2 , waarbij 1 kg.m/sec2 = 1 N invullen met getal(len) m.b.t. een voorwerp met 1 kg-massa geeft: G = F = m x a = 1 kg-massa x 10 m/sec2 = 10 kg.m.sec2 = 10 N = gewicht in N = 1 kg-kracht dus een massa van 1 kg-massa ondervindt door de aarde een aantrekkingskracht van 10 N en weegt daarom 10 N ofwel 1 kg-kracht - dus simpelweg onthouden: een voorwerp van 1 kg-massa weegt 1 kg-kracht = 10 N Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 7 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 2.0.5. volumieke_massa - wordt ook wel volumieke_dichtheid genoemd - betreft de hoeveelheid massa per eenheid van volume ofwel de dichtheid (bijv. in kg per m3 ) van een materiaal - wordt uitgedrukt in kg/m3 - poreuze verschijningsvorm(en) van een materiaal hebben een lagere volumieke_massa dan de sterk samengeperste vorm(en) van datzelfde materiaal - voorbeeld: volumieke_massa van water is circa 1000 kg/m3 2.0.6. volumiek_gewicht - betreft het gewicht per eenheid van volume van een materiaal - wordt uitgedrukt in in kg/m3 of in kN/m3 - voorbeeld: volumiek_gewicht van water is circa 1000 kg/m3 ofwel 10.000 N/m3 ofwel 10 kN/m3 2.1. inleiding kracht(en) en spanning(en): - betreft de kracht(en) / spanning(en) welke op een constructie werken, waarbij - die kracht(en) / spanning(en) aanleiding kunnen geven tot vervorming(en), en waarbij - die vervorming(en) kunnen worden onderscheiden in: - buiging / doorbuiging - knik / knikken - trek / rek - druk - als die vervorming(en) bepaalde grenzen overschrijden, de constructie het kan begeven 2.2. weergave van kracht(en): - de richting waarin de kracht werkt, wordt aangegeven middels een pijl - de grootte van de kracht wordt aangegeven in Newton ( N , kN of MN ) 2.3. weergave / berekening van spanning(en) of druk(ken): - spanning of druk is de kracht per oppervlakte_eenheid ( N/mm2, kN/mm, MN/mm2 ) - voorbeeld(en): - een kracht van 4.200 N werkt op een oppervlakte van 30 mm x 50 mm, waarbij - de daarbij behorende spanning ofwel druk gelijk is aan: 4.200 4.200 spanning of druk = ------------- = ---------- = 2,8 N/mm2 30 x 50 1.500 2.4. mechanische_belasting(en): - betreft de kracht(en) / spanning(en) welke een constructie of een bouwwerk ( van buiten af of van binnen uit ) ondervindt - kan worden onderscheiden in: 2.4.1. permanente_belasting / statische_belasting, waaronder: - het eigen_gewicht van de constructieve_opbouw ( vloer(en), dak, gevel(s) / muren, balk(en), etc. ) - grondwaterdruk tegen een kelderwand 2.4.2. veranderlijke_belasting / statische_belasting, waaronder: - sneeuw en water op een dak of op een plat_dak, waarbij - een laagje water van 10 cm op een dak een druk van 100 kg / m2 veroorzaakt ( bij 1 kg = 10 N ) : 1 kN / m2 ofwel 1,000 N / 1.000.000 mm2 = 0,001 N / mm2, waarbij - volgens TGB (Technische_grondslagen_bouwconstructies ) moet worden aangehouden een maximaal toelaatbare statische_belasting van 0,5 kN / m2 - personen die op de vloer(en) lopen - wind tegen de gevel Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 8 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 2.4.3. veranderlijke_belasting / dynamische_belasting, waaronder: - dansende of ( tegelijk ) opspringende personen op een vloer(en) - hagelbui - slopershamer of sloopkogel 2.5. diverse type(n) optredende kracht(en) in bouwdelen - als een opgelegd bouwdeel ( oplegging ) op buiging / doorbuiging, middels een kracht van bovenaf, wordt belast, dan 2.5.1. blijft het totale volume van het bouwdeel ( nagenoeg ) constant 2.5.2. wordt de onderzijde van het bouwdeel ( iets ) langer ( verlenging ), waardoor - onder in het bouwdeel, trekkracht(en) optreden 2.5.3. wordt de bovenzijde van het bouwdeel ( iets ) korter ( verkorting ), waardoor - boven in het bouwdeel, drukkracht(en) optreden 2.5.4. oplegging ( van een bouwdeel ) op een ondersteuning kan worden onderscheiden in: - inklemming, waarbij - het bouwdeel aan beide uiteinde(n) in de ondersteuning is ingelaten, en - zowel horizontale trekkracht(en) als horizontale drukkracht(en) als verticale kracht(en) kan opnemen - scharnieroplegging, waarbij - het bouwdeel aan beide uiteinde(n) vrij ( = NIET ingeklemd ) op de ondersteuning rust, en - slechts verticale kracht(en) kan opnemen - roloplegging, waarbij - het bouwdeel aan een uiteinde(n) vrij ( = NIET ingeklemd ) op de ondersteuning rust, en waarbij - het andere uiteinde vrij op een rol rust ( = eveneens NIET ingeklemd ) , en - slechts verticale kracht(en) kan opnemen - momentvaste_verbinding, waarbij - (verticale ) bouwdelen middels bout(en) ( aan vloer(en) ) zijn verbonden, en - zowel horizontale trekkracht(en) als horizontale drukkracht(en) als verticale kracht(en) kan opnemen 2.5.5. bijzondere kracht(en) kunnen worden onderscheiden in: - knikkracht: - een kracht langs de lange as van een ( slank ) object welke kan leiden tot uitbuiging en knik(ken) van dat object - voorbeeld(en): - gewicht van vloer(en) op dragende kolom(men) - brugpijler(s) - wringing / wringkracht: - een torsiekracht op een aan een einde ingeklemde balk - dubbele_buiging: - een buigingskracht langs de twee korte as(sen ) van een object --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 9 Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 2.6. sterkte en stijfheid 2.6.1. sterkte(n): - betreft de weerstand tegen breuk / bezwijken van een materiaal door vervorming van dat materiaal als gevolg van op dat materiaal uitgeoefende spanning(en) - wordt uitgedrukt in N/mm2 - kan worden onderscheiden in, onder meer: - treksterkte - druksterkte - buigsterkte - torsiesterkte - wordt veelal in tabel(len) als bezwijkspanning m.b.t. geteste materialen weergegeven, waarbij - de toelaatbare spanning lager is dan de ( maximale ) gemeten spanning waarbij het materiaal bezwijkt 2.6.2. stijfheid - betreft de weerstand tegen vervormen - wordt weergegeven door de letter E ( modulus ) - wordt uitgedrukt in N/m2 , maar ook wel in N/mm2 - een grote E betekent: weinig vervorming - Let op: een stijf materiaal hoeft NIET sterk te zijn --------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Ontleend aan de Repertorium CD ROM Makelaardij www.makelaardijcdrom.nl 10