Gedragscode met betrekking tot grensoverschrijdend gedrag. 1.0 Inleiding: De ondersteuning van Odibaan wordt uitgevoerd door professionele medewerkers, die zich bij het uitoefenen van hun taken laten leiden door de opdracht, het doel en de visie van de organisatie. Onlosmakelijk hieraan verbonden zijn de eigen normen en waarden van de medewerker bij het uitoefenen van die taak. Zowel als jobcoach als cliënt heb je te maken met een veelvoud aan contacten; collega ‘s, cliënten, instanties en werkgevers. Het verloop van die contacten dient met een ieder op een respectvolle wijze te geschieden, rekening houdend met ieders culturele en maatschappelijke achtergrond, seksuele voorkeur en persoonlijke geloofs- en politieke overtuiging. Het hebben en onderhouden van deze contacten brengt met zich mee dat het gevaar bestaat op overschrijding van iemands grenzen. In deze notitie zal worden ingegaan op de risico ’s die er bestaan in de verschillende contacten van de jobcoach en de cliënt op het gebied van grensoverschrijdend gedrag, aan welke regels we ons houden en hoe te handelen in geval van grensoverschrijdend gedrag. 2.0 Relaties In ons vak hebben we te maken met een aantal verschillende vormen van (professionele) relaties, te weten: cliënt – jobcoach cliënt – werkgever cliënt – collega ‘s cliënt – derden jobcoach – bedrijf jobcoach – collega ‘s jobcoach - derden Binnen al deze vormen van relaties bestaat het risico op grensoverschrijdend gedrag. Bij het ontstaan van een persoonlijke relatie ( van welke aard dan ook ) wordt meestal een ontwikkeling doorgemaakt, waarbij in het begin de grensoverschrijding niet duidelijk is. Vaak begint de grensoverschrijding met goed bedoelde hulp, waarbij het moeilijk is de eigen behoefte aan hulpverlenen ( een aardig mens willen zijn ) te onderkennen. Het risico grenzen te overschrijden bestaat daarom voor iedereen. 3.0 Grenzen tussen jobcoaches en cliënten Een gouden regel ter voorkoming van grensoverschrijding is: doe datgene wat bij je functie hoort en geef je persoonlijke kwetsbaarheden aan bij je coördinator, zodat hier rekening mee gehouden kan worden bij de toewijzing van een cliënt. Hieronder zullen een aantal voorbeelden genoemd worden van grensoverschrijdend gedrag. Deze voorbeelden kunnen niet altijd even zwart-wit gezien worden. Iedere medewerker dient steeds alert te zijn of hij nog professioneel handelt en zich ervan bewust te zijn dat in de relatie tussen een jobcoach en een cliënt altijd een machtsongelijkheid blijft bestaan; de cliënt ODI-F-049/01-01-2005 1 heeft iemand nodig, terwijl degene die hulp kan geven ervoor wordt betaald en kan bepalen of hij deze hulp al dan niet geeft. 3.1 Voorbeelden van grensoverschrijdend gedrag: kopen van en verkopen aan cliënten van artikelen ontmoetingen buiten de reguliere werkplek of bij de cliënt of medewerker thuis, tenzij dit tot het takenpakket behoort en in het coachingsplan is opgenomen het verlenen van “vriendendiensten” lichamelijk contact ( een handdruk en een schouderklop zijn sociaal geaccepteerd maar omarmen, ook als troost, kan door de betrokkene totaal anders beleefd worden ) accepteren van giften discriminatie ten aanzien van culturele –en maatschappelijke achtergrond, seksuele geaardheid en geloofsovertuiging 3.2 Erotische of seksuele gevoelens in de relatie tussen jobcoach en cliënt Als jobcoach ben je verantwoordelijk voor het bewaren van een professionele afstand tussen jou en de cliënt. Hoe professioneel je je ook opstelt, je ontkomt vaak niet aan gevoelens van aantrekking of afstoting. Ook bij jou en/of bij een cliënt kunnen erotische en seksuele gevoelens opgeroepen worden. Het hebben van deze gevoelens is beslist geen teken van falen! Waar het om gaat is dat je deze gevoelens bij jezelf erkent en deze zo gauw mogelijk bespreekbaar maakt met je coördinator. Met hem kun je nagaan of en hoe je hier verantwoord mee om kunt gaan of dat het nodig is dat de ondersteuning aan de cliënt aan iemand anders overgedragen wordt. Het kan ook voorkomen dat een cliënt jouw grenzen overschrijdt en jou seksueel intimideert. Laat je in dat geval niet leiden door medelijden; redeneer het niet weg. Let op je eigen gevoelens. Krijg je het benauwd, raak je gespannen of zie je er tegenop om met de cliënt af te spreken? Neem deze gevoelens dan serieus en probeer duidelijk te maken dat je van zijn/haar gedrag niet gediend bent en laat hem/haar merken waar jouw grenzen liggen. Als je de situatie niet meester bent of je erdoor verlamd of geblokkeerd raakt, bedenk dan dat je het recht hebt de begeleiding te stoppen en/of over te dragen. Alle seksuele contacten van jobcoaches met cliënten zijn ontoelaatbaar en worden als ernstige beroepsfout beoordeelt. Onder seksuele contacten worden onder andere vertaan: verrichten van seksuele handelingen die erop gericht zijn een cliënt te leren zich seksueel te bevredigen; kussen, vrijen of betasten van de cliënt; geslachtsgemeenschap met een cliënt; ontkleed zijn in het bijzijn van een cliënt; als derde aanwezig zijn bij seksuele intimiteit Seksuele contacten tussen hulpverleners en cliënten zijn ook ontoelaatbaar en strafbaar volgens het Wetboek van Strafrecht artikel 249 lid 3. ODI-F-049/01-01-2005 2 4.0 Gedragscode voor medewerkers: Van medewerkers wordt een voorbeeldfunctie verwacht in het uitdragen van een beleid dat zich richt op het creëren van een veilig klimaat, waarin aandacht is voor een van respect getuigende omgang met cliënten, plaats is voor seksualiteitsbeleving van cliënten en waarin stelling wordt genomen tegen grensoverschrijdend gedrag en seksueel misbruik. Dit betekent dat medewerkers: actief optreden tegen discriminerende opmerkingen en discriminerend gedrag van collega ’s en cliënten; bij de lichamelijke verzorging van cliënten respect en aandacht hebben voor wederzijdse grenzen en de verzorging nooit seksueel van aard laten zijn ; als zij erotische gevoelens of grenzen bij zichzelf ervaren, dit niet moeten zien als een persoonlijke fout maar als een gegeven bij verzorgende taken waar een oplossing voor gezocht moet worden, onder andere door het bespreekbaar te maken; bij (wederzijdse) gevoelens van verliefdheid in overleg met de coördinator zoeken naar een oplossing; vragen op het gebied van seksualiteit serieus nemen en zorgen voor een goede doorverwijzing; geen seksuele contacten hebben met cliënten; alert zijn op signalen van grensoverschrijdingen of seksueel misbruik bij cliënten en medewerkers; zij schakelen in dergelijke situaties de coördinator in; klachten over seksueel misbruik serieus nemen en melden bij de coördinator of werkgever van de cliënt; zich in de omgang met cliënten niet schuldig maken aan grensoverschrijdingen of seksueel misbruik; bij cliënten weerbaar gedrag en het opkomen voor eigen wensen, behoeften en ideeën respecteren, ondersteunen en stimuleren; het beleid binnen de werkomgeving ondersteunen in houding en gedrag; zoveel mogelijk rekening houden met de wensen en gevoelens van cliënten op het gebied van privacy; rekening houden met de culturele en maatschappelijke achtergrond, seksuele voorkeur en persoonlijke geloofsovertuiging van de cliënt oog hebben voor de verschillen tussen mannen en vrouwen en voor de individuele keuzes van de cliënt; eigen grenzen respecteren en die van de ander. Als je ergens moeite mee hebt of met vragen of twijfels zit, dit bespreekbaar maken bij de coördinator geen dingen doet voor en met de cliënt die niet tot het takenpakket behoren; zich houden aan de gedragscodes, ook als de cliënt anders verlangt of daartoe uitnodigt, dient de jobcoach niet in te gaan op (seksuele) toenaderingspogingen er geen andere relatie met de cliënt bestaat dan een professionele of functionele; nooit de specifieke professionele relatie zullen gebruiken voor eigen belangen, welke in strijd zijn met de verantwoordelijkheid voor de cliënt of die de grenzen van de professionele relatie overschrijden; handelen van collega ’s welke grenzen van het toelaatbare overschrijden dienen te melden bij coördinator of manager; zich dienen te realiseren dat de gedragscodes zowel binnen als buiten werktijd gelden. ODI-F-049/01-01-2005 3 5.0 Risico analyses: In alle contacten die je als jobcoach of als cliënt hebt bestaat het risico dat er (persoonlijke) grenzen overschreden worden. Als jobcoach maak je een inschatting van risico’s die een cliënt zou kunnen lopen bij plaatsing in een bedrijf, o.a. door verkregen informatie uit het assessment en uit het maken van een baananalyse met daarin opgenomen een risico analyse. Daarnaast bestaat het risico dat jouw grenzen overschreden worden; dit kan zowel door de cliënt zijn als door een collega, de werkgever van de cliënt of de sfeer binnen een bedrijf. Risico ’s zijn nooit volledig uit te sluiten. Om inzicht te krijgen in risico ’s is het belangrijk dat in de assessment periode inzicht verkregen wordt in traumatische gebeurtenissen uit het verleden (o.a. seksueel misbruik) van de cliënt en het sociaal netwerk van de cliënt m.b.t. relaties (ervaringen, weerstanden) en hoe de omgang is met de andere sekse. Ook kan het zijn dat er door medicijn gebruik een verhoogd risico bestaat op grensoverschrijdend gedrag. Het reduceren van risico ’s begint bij signalering van (mogelijke) problemen door de jobcoach. 5.1 Cliënt – jobcoach Het kan voorkomen dat een cliënt zich bij jou onveilig voelt of andersom. Als je bijvoorbeeld thuis afspreekt bij een cliënt en je gevoel geeft in dat er verhoogd risico op grensoverschrijding bestaat, neem dan een collega mee of zorg ervoor dat je niet in een afgesloten ruimte zit, breng altijd een collega op de hoogte van je bezoek bij de cliënt thuis. Bij grensoverschrijdend gedrag kan gedacht worden aan agressie, (seksuele) intimidatie en valse beschuldigingen. Sta stil bij het inschatten van eventuele risico’s bij huisbezoek en uitnodigen op een locatie, waarbij je de volgende risico’s inschat: geen risico – geen beperkingen t.a.v. uitnodigen en huisbezoek weinig risico – collega op de hoogte stellen van huisbezoek mogelijk risico – collega meenemen of nadenken over de locatie waar je iemand uitnodigt hoog risico – geen huisbezoek, uitnodigen op veilige locatie en collega op de hoogte stellen Mocht het desondanks toch komen tot grensoverschrijdend gedrag van de cliënt, dan dient dit gemeld te worden bij de coördinator. Deze zal de melding behandelen volgens de procedure “bijzondere gebeurtenissen”. Als je het idee hebt dat de cliënt zich bij jou niet veilig voelt of andersom maak dit dan bespreekbaar bij de cliënt en coördinator, zodat er naar alternatieven gezocht kan worden. Het is belangrijk dat de coördinator altijd op de hoogte is van persoonlijke kwetsbaarheden van de jobcoach, zodat hier bij de toewijzing van een cliënt al rekening mee gehouden kan worden. Als de cliënt een klacht heeft over grensoverschrijdend gedrag van de jobcoach is er voor de cliënt de mogelijkheid om een klacht in te dienen volgens het klachtenreglement van Odibaan. 5.2 Cliënt – werkgever: Voorafgaand aan de plaatsing bij een bedrijf maakt de jobcoach een baananalyse waarin ook een risico-inventarisatie opgenomen wordt. ODI-F-049/01-01-2005 4 Niveau 1 – geen/weinig risico Vanuit de verworven informatie over de cliënt, het oriëntatie bezoek van de jobcoach aan het bedrijf en de persoonlijke inschatting van de jobcoach is er geen of weinig risico voor de cliënt aanwezig. Er kan tot plaatsing worden overgegaan. Niveau 2 – mogelijk risico Als vanuit het assessment duidelijk is geworden dat er vanwege kwetsbaarheden of traumatische ervaringen van de cliënt altijd een verhoogd risico zal zijn op grensoverschrijding, is het de taak van de jobcoach risico ’s in kaart te brengen en vooraf samen met cliënt en werkgever een manier te bedenken waarop er greep gekregen kan worden op deze risico ‘s. Het is altijd raadzaam het voor het bedrijf geldende protocol grensoverschrijdend gedrag en /of het protocol grensoverschrijdend gedrag van Odibaan met de werkgever door te nemen, zodat je van elkaars procedure op de hoogte bent. Niveau 3 – geen plaatsing Als na een oriëntatie bezoek aan een bedrijf de sfeer van het bedrijf veel twijfels oproept bij de jobcoach, of het bedrijf voldoet niet of nauwelijks aan de voorwaarden om een veilige werkplek te realiseren voor de cliënt, wordt er niet tot plaatsing overgegaan. 5.3 Cliënt – derden: Als een cliënt aangeeft of de jobcoach signaleert, dat anderen dan de jobcoach of de werkgever/collega ‘s grensoverschrijdend gedrag vertonen van welke aard dan ook, is het de taak van de jobcoach om lijnen uit te zetten richting familie of hulpverlening om hiervoor een oplossing te zoeken. 5.4 Jobcoach – bedrijf: Het kan ook voorkomen dat een bedrijf geheel aan de wensen en voorwaarden voldoet van de cliënt, maar waar jij je als jobcoach, bijvoorbeeld door de sfeer binnen het bedrijf of door samenstelling van het personeel, onveilig of bedreigd voelt. Bespreek dit met de coördinator en neem in dat geval altijd een collega mee. Als er sprake is van grensoverschrijdend gedrag door werknemers van het bedrijf, maak dit dan ook bespreekbaar bij de werkgever. 5.5 Jobcoach – collega ‘s: Als er sprake is van grensoverschrijdend gedrag van welke aard dan ook door een collega of leidinggevende meld je dit bij de coördinator, of indien deze bij het incident betrokken is, bij de manager van Odibaan. Afhankelijk van de betrokkene bij het incident zal door de coördinator of manager actie ondernomen worden om tot een oplossing te komen. 5.5 Jobcoach – derden: Als er sprake is van grensoverschrijdend gedrag van welke aard ook door iemand uit het persoonlijke of professionele netwerk van de cliënt, meld je dit bij de coördinator. De coördinator zal in dit geval actie ondernemen om tot een oplossing te komen. ODI-F-049/01-01-2005 5 6.0 Procedure: Tot slot nog even de procedure en de verantwoordelijken op een rij. Indien er sprake is van grensoverschrijdend gedrag ten aanzien van de cliënt wordt dit door de jobcoach altijd gemeld bij de coördinator en als het zich op de werkplek voordoet ook bij de werkgever. Klachten over grensoverschrijdend gedrag worden voor zowel de cliënt, de jobcoach en de leidinggevende, altijd serieus genomen en zal na toestemming van de klager door of namens de leidinggevende worden onderzocht. Indien nodig zal de klacht van de cliënt of jobcoach ook gemeld worden bij het bestuur van Odibaan. Met de medewerker of cliënt waar tegen een klacht wordt ingediend zal altijd zorgvuldig worden omgegaan. Het onderzoeken van een klacht en het eventueel op non-actief stellen van een medewerker betekent niet dat de medewerker al schuldig bevonden is. Het management zorgt in geval van onterechte beschuldiging voor rehabilitatie van de werknemer. Voor de cliënt geldt dat een klacht over grensoverschrijdend gedrag op de werkplek in principe onderzocht en behandeld wordt volgens de procedure van het bedrijf waar de cliënt werkzaam is. Bij een klacht over de jobcoach kan de cliënt de klachtenprocedure van Odibaan volgen. Bronvermelding: Protocol seksueel grensoverschrijdend gedrag Duin & Bosch Visie op seksualiteit en intimiteit van volwassenen met een handicap - Odion Signalen van seksueel misbruik Bijlage: Signalen van seksueel misbruik ODI-F-049/01-01-2005 6