Versie 14 september 2011 Projectplan Onderzoek in SOOO Gezamenlijk onderzoek Centrum voor Onderwijs en Leren - Universiteit Utrecht en de scholen die deelnemen aan Samen Opleiden, Ontwerpen en Onderzoeken Projectplan Het bevorderen van professioneel leren van docenten over feedback aan leerlingen die werkt 1 Aanleiding Zowel in de Verenigde Staten als in het Nederlandse taalgebied is in de afgelopen jaren een serie publicaties en rapporten verschenen waarin het gebrek aan wisselwerking tussen wetenschap en praktijk centraal staat (zie bijvoorbeeld Broekkamp & van Hout-Wolters, 2006; Commissie Nationaal Plan Toekomst Onderwijswetenschappen, 2011; Kaestle, 1993; National Research Council, 2002; Olson, 2004; Onderwijsraad, 2003; van Tartwijk, 2011). Er worden verschillende oorzaken onderscheiden voor dit gebrek aan wisselwerking. Als een oorzaak aan de onderzoekskant wordt bijvoorbeeld genoemd dat in onderwijsonderzoek vaak te weinig rekening wordt gehouden met de invloed van contextfactoren en specifieke kenmerken van lerenden. Onderzoeksresultaten zijn dan te algemeen. Een andere oorzaak aan de onderzoekskant is dat onderwijswetenschappers op de eerste plaats worden afgerekend op publicaties in wetenschappelijke tijdschriften. Een vertaling naar de schoolpraktijk is een luxe die veel wetenschappers zich onder het publish or perish regime dat op de universiteiten heerst nauwelijks kunnen veroorloven. Oorzaken aan de praktijkkant van de scholen zijn onder meer dat men ook daar te weinig gelegenheid heeft om zich in de resultaten van onderzoek te verdiepen en dat men vanwege een gebrek aan overzicht selectief winkelt uit de beschikbare kennis. Tenslotte worden oorzaken benoemd die te maken hebben met een gebrek aan samenwerking. In de werelden van het onderwijsonderzoek en die van de onderwijspraktijk spreekt met vaak een andere taal en heeft men onvoldoende oog voor elkaars problemen. Op de conferentie Onderwijs Centraal, die vanuit de Universiteit Utrecht werd georganiseerd om de start te markeren van haar nieuwe Centrum voor Onderwijs en Leren, ondertekenden de rectoren een zestal scholen voor voortgezet onderwijs en de voorzitter van het nieuwe centrum een convenant, waarin ze afspraken om intensief te gaan samenwerken bij zowel het opleiden van docenten, als bij onderwijsontwikkeling en onderwijsonderzoek. Sindsdien zijn gesprekken gestart om aan die samenwerking verder invulling te geven in een project waarin een combinatie wordt gezocht van het opleiden en professionaliseren van docenten, onderwijsontwikkeling en onderwijsonderzoek. Ook de Hogeschool Utrecht, waarmee zowel door de scholen als door de Universiteit Utrecht wordt samengewerkt bij het opleiden van docenten1, is inmiddels bij de planvorming betrokken. Doel van dit project is zowel het verdiepen van wetenschappelijk inzichten als het daadwerkelijk verbeteren van het onderwijs in de klas. Inhoudelijk richt het project zich op docentprofessionalisering, waarbij het onderwerp van die professionalisering het geven van feedback aan leerlingen is. Daarnaast wordt ook de samenwerking tussen de scholen, de universiteit en de hogeschool onderzoeksmatig gevolgd2. Hieronder wordt eerst de probleemstelling van het project kort toegelicht. Vervolgens wordt de onderzoeksopzet en de organisatie van het project uitgewerkt. Tenslotte wordt een activiteiten overzicht en een begroting gegeven. 1 De Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht voeren samen de Academische Lerarenopleiding Primair Onderwijs (ALPO) uit, waarbij afgestudeerden zowel een bevoegdheid verwerven voor het lesgeven binnen het primair onderwijs, als dat ze een bachelor Onderwijskunde behalen. Op de scholen voor voortgezet onderwijs doorlopen docenten-in-opleiding van zowel de hogeschool als de universiteit het praktijkdeel van de lerarenopleiding, wat uiteraard vraagt om afstemming en samenwerking. 2 Dit deel van het project is hier nog niet uitgewerkt. 1 Versie 14 september 2011 1.1 1.1.1 Projectplan Onderzoek in SOOO Probleemstelling Relevantie voor het onderwijs Docentprofessionalisering Uit onderzoek waarin is nagegaan wat de effecten van onderwijs zijn op het leren van leerlingen, komt steevast de cruciale rol van de docent naar voren (Brekelmans, 1989; Hattie, 2009; Marzano, 2007). Verschillen tussen docenten blijken bijvoorbeeld tot drie keer belangrijker dan verschillen tussen scholen (Nye, Konstantopoulos, & Hedges, 2004). Verschillende auteurs benadrukken dan ook het belang van onderzoek naar interventies gericht op het professioneel leren van docenten en de effecten daarvan op hun onderwijs (cf. Borko, 2004; Bakkenes, Vermunt & Wubbels, 2010; Desimone, 2009; Van Veen et al., 2010). Alhoewel er al veel onderzoek is gedaan naar het leren van docenten (Van Veen, Zwart, Meirink & Verloop, 2010) is daarbij onderbelicht gebleven hoe docenten leren in relatie tot hun dagelijkse werk. Feedback Docentprofessionalisering die zich richt op de kwaliteit van feedback kan veel betekenen voor de verbetering van de dagelijkse praktijk van het onderwijs. Feedback is een van de krachtigste variabelen in het onderwijs, maar het effect ervan is afhankelijk van het type feedback en hoe het wordt gegeven (Hattie en Timperley ,2007; Shute, 2008), en hoe het past binnen toetsprogramma’s (Gibbs, 2010). Onderzoek laat zien dat de kwaliteit van feedback door docenten vaak varieert (Sol & Stokking, 2009). De rol van de docent Onderzoek naar het succes van onderwijsontwikkeling laat zien dat docent daarvoor de sleutel in handen heeft (Fullan, 2007; Hargreaves, Lieberman, Fullan, & Hopkins, 2009; Lieberman & Pointer Mace, 2008). Als docenten een vernieuwing niet begrijpen of niet accepteren (Fullan, 2007), of als er niet naar hen wordt geluisterd als ze constateren dat de vernieuwing niet uitvoerbaar is, blijkt het bijna onmogelijk om er toch een succes van te maken. Het is daarom essentieel om docenten in een vroeg stadium te betrekken bij onderwijsontwikkeling (van Tartwijk, 2011). Probleemstelling Een keuze naar de effectiviteit van docentprofessionalisering als onderwerp voor onderzoek ligt daarmee voor de hand. Binnen de afdeling Educatie van de faculteit Sociale Wetenschappen van de UU -waar het onderzoeksprogramma “Leren en expertise van docenten in verschillende fasen van hun beroepsloopbaan” wordt uitgevoerd- en de afdeling Onderwijsadvies en Training van deze faculteit, is veel expertise beschikbaar over verschillende modellen van docentprofessionalisering. Zoals hierboven is betoogd, is veel winst te halen met de verbetering van de kwaliteit van feedback. Bovendien is feedback relevant binnen alle schoolvakken. Over de kwaliteit van feedback is binnen de faculteit Sociale Wetenschappen veel expertise beschikbaar. Binnen het tweede onderzoeksprogramma dat binnen de afdeling Educatie wordt uitgevoerd, “Leren in Interactie”, richten diverse onderzoekers zich op de kwaliteit van feedback en de verbetering ervan. Dat leidt tot de volgende probleemstelling voor het hier voorgestelde project: Wat zijn de effecten van verschillende interventies gericht op het stimuleren van professioneel leren van docenten met betrekking tot feedback, en hoe kunnen die effecten worden verklaard en geoptimaliseerd? 2 Versie 14 september 2011 Projectplan Onderzoek in SOOO 2 Uitwerking probleemstelling 2.1 Interventies Interventies die worden onderscheiden kunnen variëren op twee dimensies (Vermunt & Endedijk, 2011): (1) theoretisch-praktisch gericht en (2) individueel – in samenwerking. Verschillende typen interventies kunnen op beide dimensies worden geplaatst (zie figuur 1). Samenwerking in teams bijvoorbeeld, wordt gekarakteriseerd door samenwerking van docenten en een focus op de verbetering van de praktijk. Coaching op de werkplek wordt gekenmerkt door een combinatie van werken in kleine groepen en individuele coaching door experts met als doel de praktijkkennis van docenten te vergroten. Opleiding, zoals die bijvoorbeeld plaatsvindt binnen een academische opleiding maar ook vaak binnen masterclasses of seminars, wordt gekenmerkt door nadruk op het individueel ontwikkelen van een kennisbasis en Figuur 1 Interventies gericht op leren van docenten vaardigheden, vaak door onderzoeksactiviteiten. 2.2 Deelvragen Daarbinnen worden een aantal deelvragen onderscheiden. 1. Welke leeruitkomsten, leerprocessen en persoons- en contextgebonden factoren zijn van belang bij de vergelijking van verschillende interventies en hoe kunnen daarover gegevens worden verzameld. Het antwoord op deze vraag moet een uitwerking opleveren van de relevante variabelen en een overzicht van instrumenten om daarover gegevens te verzamelen. Het gaat daarbij om: leeropbrengsten bij docenten leerprocessen van docenten die tot leren hebben geleid factoren die de leerprocessen positief of negatief kunnen beïnvloeden effecten van de interventies op het leren en de motivatie van leerlingen de interventies 2. Welke leeruitkomsten en leerprocessen ten aanzien van feedback realiseren docenten in verschillende didactische aanpakken om het leren van docenten te stimuleren (de interventies)? Deelvragen ten aanzien van leeruitkomsten (wat leren ze?) zijn dan: In welke mate leiden de verschillende interventies tot: meer positieve attitudes bij docenten over het geven van feedback? meer kennis over de rol van docent-feedback bij het leren van leerlingen? meer begrip over hoe theorie en praktijk van feedback verbonden kunnen worden? veranderd feedback-gedrag in de klas? Indien het feedback gedrag verandert: leidt het veranderde feedback gedrag tot verandering in motivatie en leeruitkomsten van leerlingen? Deelvraag ten aanzien van leerprocessen (hoe leren ze?) is: 3 Versie 14 september 2011 Projectplan Onderzoek in SOOO Welke leeractiviteiten en leerstrategieën gebruiken docenten in de verschillende interventies om te leren over feedback? 3. Hoe kunnen de leeruitkomsten en leerprocessen die docenten realiseren ten aanzien van feedback worden verklaard? Hierbij gaat er om te analyseren hoe de docentkenmerken (bijv. onderwijservaring, onderwijs- en leeropvattingen, vak, welbevinden, enz), schoolkenmerken (bijv. schoolcultuur, school als leeromgeving, e.d.), en interventiekenmerken (didactische aanpakken) de leerprocessen en leeruitkomsten van docenten beïnvloeden? 4. Hoe kunnen de leeruitkomsten en leerprocessen die docenten realiseren ten aanzien van feedback worden geoptimaliseerd? Deze vraag tenslotte is een ontwikkelvraag, waarbij het er om gaat, gegeven de antwoorden op de voorgaande vragen het leren van docenten met betrekking tot feedback verbeterd kan worden. 2.3 Instrumenten Instrumenten die worden gebruikt zijn onder meer interviews, video-opnamen, docent- en leerlingvragenlijsten, learner reports, en concept maps. De verzamelde gegevens worden geanalyseerd met een combinatie van analysetechnieken voor kwalitatieve en kwantitatieve data. 3 Projectopzet 3.1 Ontwikkelcycli Het project heeft een looptijd van drie jaar. Er zijn drie ontwikkelcycli voorzien: een per jaar. Per cyclus worden de deelvragen beantwoord, en wordt op basis van het antwoord op de laatste deelvraag de interventie verbeterd. Per cyclus wordt de interventie opgeschaald. 3.2 Organisatie Per school wordt een schoolprojectteam gevormd. Dat team bestaat bijvoorbeeld uit een onderwijsadviseur/trainer die de professionalisering uitvoert en de voortgang bewaakt, een onderzoeker, de schoolopleider, en de deelnemende docenten. Personen kunnen verschillende rollen combineren (bv. Schoolopleider/onderwijsadviseur of schoolopleider/onderzoeker). Degene die de docentprofessionalisering uitvoert combineert die rol niet met die van onderzoeker. Per team is in ieder geval voldoende deskundigheid ten aanzien van onderzoek, feedback, en docentprofessionalisering aanwezig. De schoolopleider of een docent is trekker van het schoolprojectteam. Er is een gemeenschappelijke projectleiding die in ieder geval wordt gevormd door de betrokken schoolleiders en de twee verantwoordelijke hoogleraren. De projectleiding heeft periodiek overleg met vertegenwoordigers van de schoolprojectteams. Per schoolproject worden deelvragen onderzocht in helder afgebakende deelonderzoekprojecten, die kunnen worden uitgevoerd door teams van studenten die daarmee kunnen voldoen aan de eisen voor het onderdeel Prakgericht Onderzoek (PGO) van de universitaire lerarenopleiding. Ze worden daarbij begeleidt door de onderzoeker uit het projectteam. Voor de projectleiding is de onderzoeker hiervoor het aanspreekpunt. Per schoolproject worden een of meerdere interventies voor docentprofessionalisering ontwikkeld. Daarbij zijn in ieder geval de docenten uit de schoolprojectteams, de schoolopleider, en de adviseur/trainer betrokken. Voor de projectleiding is de adviseur/trainer hiervoor het aanspreekpunt. 4 Versie 14 september 2011 3.3 Projectplan Onderzoek in SOOO Inhoudelijke afstemming De projectleiding en schoolprojectteams overleggen over de inrichting van de interventie en de gegevensverzameling. Gestreefd wordt naar een voldoende spreiding van de interventies op de beide in figuur 1 onderscheiden dimensies over de deelnemende scholen en naar uniformiteit van de verzamelde gegevens. 3.4 Planning & Begroting 3.4.1 Globale planning per jaar Oktober/december: Vorming van de teams en het vaststellen van de (deel)onderzoeksvragen & interventie (Her)ontwerp onderzoeksinstrumenten Opzet interventies Januari/april: Uitvoering interventie & gegevensverzameling Mei-September: 3.4.2 Okt analyse & rapportage Uitwerking Product Activiteit Uitvoerders Schoolprojectteams Vorming van de schoolprojectteams Projectleiding Schoolopleiders Onderzoekers OktNov Nov Concept Schoolprojecten Schoolprojecten Formuleren doelstellingen Schoolopleiders Bespreken literatuur Onderzoekers Voorstel interventie Adviseur/trainers Formuleren deelvragen Docenten Afstemming Projectleiding Vertegenwoordigers schoolprojectteams NovDec Ontwerp-Interventie NovDec Deelonderzoeksprojecten Ontwerpen Docenten Schoolopleider Adviseur/trainers Ontwerpen & Onderzoekstraining Docenten Schoolopleider Onderzoeker Studenten JanApr Interventie Uitvoering Adviseur/trainers JanApr Gegevens Verzamelen Mei Resultaten Analyse MeiJuni Inhoudelijke Rapportage deelprojecten en schoolproject Beschrijving Juni Schoolprojectverantwoording Beschrijving JuniJuli Projectrapportage Beschrijving Projectleiding JuliSep Manuscripten Beschrijving Onderzoekers Docenten Onderzoeker Studenten Onderzoeker Studenten Onderzoeker Studenten Schoolprojectleider (Schoolopleider/docent) 5 Uren Versie 14 september 2011 Projectplan Onderzoek in SOOO 4 Producten Per schoolproject wordt jaarlijks opgeleverd: een overkoepelend inhoudelijk verslag aan de projectleiding verslagen van de deelprojecten data die zijn verzameld ter beantwoording van de deelprojecten een verantwoording van de ingezette middelen Op projectniveau wordt jaarlijks opgeleverd Bijeenkomsten voor alle schoolprojectteams waarin verslag wordt gedaan van de inhoudelijk voortgang van het project Een projectrapportage naar de subsidiegever Een toegankelijke inhoudelijke rapportage in de vorm van een vakpublicatie Op projectniveau wordt na drie jaar opgeleverd Projectrapportage Wetenschappelijke en vakpublicaties 5 Verwijzingen Bakkenes, I., Vermunt, J.D., & Wubbels, T. (2010). Teacher learning in the context of educational innovation: Learning activities and learning outcomes of experienced teachers. Learning and Instruction, 20, 533548. Brekelmans, M. (1989). Interpersoonlijk gedrag van docenten in de klas. Utrecht: WCC. Broekkamp, H., & van Hout-Wolters, B. (2006). De kloof tussen onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk. Een overzichtsstudie van problemen, oorzaken en oplossingen. Amsterdam: Vossiuspers UvA. Borko, H. (2004). Professional development and teacher learning: Mapping the terrain. Educational Researcher, 33(8), 3-15. Commissie Nationaal Plan Toekomst Onderwijswetenschappen. (2011). Nationaal Plan Onderwijs/leerwetenschappen. Den Haag: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.Fullan, M. (2007). The new meaning of educational change (4th ed.). New York: Teachers College. Desimone, L.M. (2009). Improving impact studies of teachers’ professional development: Toward better conceptualizations and measures. Educational Researcher, 38 (3), 181–199. Gibbs, G. (2010). Using assessment to support student learning. Leeds: Leeds Met Press. Grossman, P. (2005). Research on pedagogical approaches in teacher education. In M. Cochran-Smith & K.M. Zeichner (Eds.), Studying teacher education – The report of the AERA panel on research and teacher education (pp. 425-476). Mahwah, NJ: Erlbaum. Hargreaves, A., Lieberman, A., Fullan, M., & Hopkins, D. (Eds.). (2009). Second international handbook of educational change. Dordrecht: Springer. Hattie, J. (2009). Visible learning. New York: Routledge. Hattie, J., & Timperley, H. (2007). The power of feedback. Review of Educational Research, 77, 81-112. Kaestle, C. F. (1993). The awful reputation of education research. Educational Researcher, 22(1), 23-31. Kirkpatrick, D.L. (1994) Evaluating Training Programs: The Four Levels (San Francisco, CA: Berrett-Koehler Publishers). Lieberman, A., & Pointer Mace, D. H. (2008). Teacher learning: The key to educational reform. Journal of Teacher Education, 59, 226-234. Marzano, R. J. (2007). Wat werkt op school: Research in actie. Vlissingen: Bazalt. National Research Council. (2002). Scientific research in education. R. J. Shavelson, & Towne, L., (Eds.). Center for Education. Division of Behavioral and Social Sciences and Education. Washington, DC: National Academy Press. Nye, B., Konstantopoulos, S., & Hedges, L. V. (2004). How large are teacher effects? Educational Evaluation and Policy Analysis, 26(3), 237-257. 6 Versie 14 september 2011 Projectplan Onderzoek in SOOO Olson, D. R. (2004). The triumph of hope over experience in the search for “what works”: a response to Slavin. Educational Researcher, 33(1), 24-26. Onderwijsraad. (2003). Kennis van onderwijs: Ontwikkeling en benutting. Den Haag: Onderwijsraad. Shute, V.J. (2008). Focus on formative feedback. Review of Educational Research, 78, 153-189. Sol, Y., & Stokking, K. (2009). Mondelinge feedback bij zelfstandig werken – Interactie tussen docenten en leerlingen in het VO. Utrecht: Utrecht University. van Tartwijk, J. (2011). Van onderzoek naar onderwijs, of de kunst van de toepassing (Oratie Universiteit Utrecht). Utrecht: Universiteit Utrecht. Van Veen, K., Zwart, R., Meirink, J., & Verloop, N. (2010). Professionele ontwikkeling van leraren – een reviewstudie naar effectieve kenmerken van professionaliseringsinterventies van leraren. Universiteit Leiden: ICLON / Expertisecentrum Leren van Docenten. Vermunt, J.D. & Endedijk, M.D. (2011). Patterns in teacher learning in different phases of the professional career. Learning and Individual Differences, 21, 294-302. 7