PACT 1939 PACT 1939 DOOR TOP NAEFF Opstandig hart, waarvoor gestorven, Waarvoor „doorschoten op de vlucht?' Uw vanen bloeden in de l u c h t . . . . De beul heeft u het spel bedorven, Het groote treurspel werd tot klucht. Zij reikten hun besmeurde handen Hoffelijk lachend naar elkaar: „Mijn broeder, heil, in het gevaar, De zege is ons, in glans en schande, Eén onafzienb're doodenbaar. De mijnen zijn om u gevallen, Verjaagd, gebrandschat en beroofd, De uwen boetten met hun hoofd Voor mijne leuzen; in getallen Waaraan geen duivel had' geloofd." Twee, die de wereld, om hun grillen, Vertrappen met het jonge zaad, Zij zijn nu dief en diefjesmaat. De laatste mensch van goeden wille Spuwt op dit schamel hoogverraad. 411