MN&T= mens, natuur en techniek M&M= mens en maatschappij Arrangementenkaart VSO Arrange ment Niveau leerlijn 1 zeer intensief 1 Groep: VSO (Leeftijd: 13 t/m 15 jaar) Concreet leerdoel MN&T Eet en drinkt zonder hoesten of verslikken. Geeft aan honger of dorst te hebben. Ruimt de eigen tafel op. Werkt mee als zijn jas of ander kledingstuk wordt aangetrokken. Wijst een lichaamsdeel aan en laat zien wat hij er mee kan. Maakt kennis met dieren uit de omgeving d.m.v. zintuiglijke waarneming (ruiken, zien, tasten, horen). Maakt kennis met buitenplanten en planten binnen (in de klas). Blijft rustig in het bijzijn van dieren. Gooit afval in de vuilnisbak in de klas. M&M Onderscheidt functies van bekende ruimtes waar hij zich in bevindt (keuken, toilet, lokaal) Herkent de klas op een foto Blijft na schooltijd op de juiste plek op de taxi wachten Laat zien of hij een activiteit leuk vindt (m.b.v. lichaamstaal) 2 MN&T Eet doorgaans met een gesloten mond. Legt zijn eigen placemats op tafel. Geeft aan (wijzend) wat hij wil drinken. Drinkt met een rietje. Hangt zijn jas op de juiste plek op de kapstok. Legt veelgebruikte spullen terug op hun plek. Wijst op een foto de belangrijkste lichaamsdelen aan (van voren gezien). Herkent en benoemt dieren van dezelfde soort (verschillende honden als hond, verschillende vogels als vogel). Benoemt planten in het park en in de klas. Is vriendelijk voor dieren. Gooit geen afval op straat. M&M Kent korte routes in en nabij het klaslokaal (naar de wc) Herkent een bekend persoon op een foto van bovenaf Doet uit eigen initiatief de gordel om in een auto of taxi Geeft aan welke activiteiten in de klas hij leuk vindt door ernaar te wijzen (bouwmaterialen, boeken) Kraaienest arrangementen mei 2013 Leerlijn: praktische redzaamheid Methode en materialen en organisatie Toetsing (wanneer/hoe?) leertijd 3 MN&T Eet met een vork. Eet zijn mond leeg voordat hij praat. Blijft aan tafel zitten tijdens het eten. Legt borden, bestek en bekers op tafel. Trekt zijn jas aan. Kan zichzelf uitkleden. Kan spullen opruimen. Wast zijn handen voor het koken. Ruimt alle spullen op zijn tafel op en zet het terug op de juiste plaats. Vraagt uit zichzelf om een pleister of een andere medische handeling. Wijst de kop en de staart aan van drie dieren op een afbeelding. Herkent planten, bloemen en bomen op een afbeelding. Is voorzichtig in de omgang met dieren op een (kinder)boerderij. Gooit afval buiten op straat in de vuilnisbak of bewaart het afval. M&M Benoemt oriëntatiepunten in en nabij het klaslokaal (bord, kast) Herkent bekende inrichtings-elementen van bovenaf (foto van het bureau) Reageert bij oversteken onder begeleiding op de kleur rood door stoppen en op de kleur groen door bewegen Benoemt bij een zichtbare keuze zijn voorkeur voor bepaalde activiteit 4 MN&T Snijdt een banaan in stukjes. Pelt fruit met de hand. Doet een ritssluiting dicht. Trekt een hemd, T-shirt of trui aan. Kan de tafel dekken onder begeleiding. Schenkt drinken in een beker. Brengt orde aan in een beperkte ruimte (een kleine werkruimte opruimen door spullen bij elkaar te leggen). Geeft bij ziekte aan waar hij pijn heeft. Onderscheidt huisdieren van andere dieren op een afbeelding. Onderscheidt de categorieën ‘planten en bloemen’ en ‘struiken en bomen’ door de afbeeldingen bij elkaar te leggen. Helpt bij het verzorgen van planten (zelf water geven). Benoemt en gebruikt een bezem. Benoemt welke dieren uit het hok gehaald mogen worden en welke dieren geaaid mogen worden. Loopt op de paden in een park en niet door het groen. M&M Begrijpt dat je moet betalen als je iets koopt Kent de routes in de school (weet hoe hij op verschillende plaatsen komt) Wijst de concrete hoeken uit de klas aan op een getekende plattegrond Gebruikt het zebrapad of het voetgangerslicht (drukt op de knop) als dat aanwezig is Benoemt drie activiteiten die in de vrije tijd worden uitgevoerd Kraaienest arrangementen mei 2013 2 intensief 4 MN&T Snijdt een banaan in stukjes. Pelt fruit met de hand. Doet een ritssluiting dicht. Trekt een hemd, T-shirt of trui aan. Kan de tafel dekken onder begeleiding. Schenkt drinken in een beker. Brengt orde aan in een beperkte ruimte (een kleine werkruimte opruimen door spullen bij elkaar te leggen). Geeft bij ziekte aan waar hij pijn heeft. Onderscheidt huisdieren van andere dieren op een afbeelding. Onderscheidt de categorieën ‘planten en bloemen’ en ‘struiken en bomen’ door de afbeeldingen bij elkaar te leggen. Helpt bij het verzorgen van planten (zelf water geven). Benoemt en gebruikt een bezem. Benoemt welke dieren uit het hok gehaald mogen worden en welke dieren geaaid mogen worden. Loopt op de paden in een park en niet door het groen. M&M Begrijpt dat je moet betalen als je iets koopt. Kent de routes in de school (weet hoe hij op verschillende plaatsen komt) Wijst de concrete hoeken uit de klas aan op een getekende plattegrond Gebruikt het zebrapad of het voetgangerslicht (drukt op de knop) als dat aanwezig is Benoemt drie activiteiten die in de vrije tijd worden uitgevoerd 5 MN&T Snijdt met een mes, met zaagbeweging. Zet de stoelen op de tafel (klaslokaal). Maakt bij morsen met een doekje de kleding schoon. Snijdt groente in plakjes, reepjes of stukjes. Pakt evenveel borden als er eters zijn en zorgt dat er bij alle borden bestek ligt. Ruimt de tafel af en brengt de spullen naar de keuken Blijft rustig bij kleine ongelukjes Geeft bij ziekte aan wat hij voelt Vertelt van drie huisdieren wat ze eten en drinken en waar ze wonen Onderscheidt de categorieën ‘groenten’ en ‘fruit’ door de afbeeldingen bij elkaar te leggen Geeft planten een redelijke hoeveelheid water (niet te veel en niet te weinig) Benoemt basisbehoeften van huisdieren (voedsel, water, beschutting/ruimte, warmte, aandacht) Scheidt papier afval van ander afval Stopt stekkers in het stopcontact Kraaienest arrangementen mei 2013 M&M Begrijpt de waarde van geld Kent routes rondom de school Wijst de inrichtingselementen (kast, bureau v/d juf) aan op een getekende plattegrond Kijkt naar links en rechts (2x) om te zien of er verkeer aan komt Vertelt over de eigen hobby 6 MN&T Schenkt zonder te knoeien in een glas. trekt iedere dag een schone onderbroek aan (vertelt dat dat nodig is) Kiest geschikte spullen om een schoonmaakklus mee uit te voeren (lokaal vegen met stoffer of bezem, vloer dweilen met een lapje of mop). Legt de benodigde spullen klaar voor het maken van bijvoorbeeld een tosti. Pakt de gebruikelijke spullen voor de lunch (weet waar ze staan) en verdeelt ze over de tafel (brood, boter, beleg, melk) Ordent de vaat (glazen of bekers bij elkaar, pannen, bestek) Roept om hulp bij een ongeluk Geeft bij een dier aan of het op land, in de lucht of in het water leeft Benoemt de naam van jonge beesten (puppy, lam, veulen) bij het zien van het volwassen dier Weet wat onkruid is Ruimt het gereedschap op de juiste plek op Benoemt welk eten bekende huisdieren nodig hebben Laat water niet onnodig lang stromen (is zuinig zijn met water) Zet een draagbare muziekspeler aan en uit M&M Weet wat hij kan kopen van zijn (zak)geld Kent korte routes in de nabije omgeving van de school of van huis (naar de brievenbus, naar een winkel) Benoemt op een plattegrond de inrichtingselementen uit de huiskamer Kan fietsen onder begeleiding Oriënteert op verschillende sporten 7 MN&T Geeft aan hoeveel hij wil eten. Neemt de tafel af met een schoon doekje. Trekt veterschoenen aan en uit (strikt zelf de veters). Controleert of kleding goed zit (kleding fatsoeneren waar nodig). Doet de knoop van zijn broek open en dicht. Veegt een hoopje afval weg met stoffer en blik. Snijdt groente op verschillende manieren (broccoli in roosjes, tomaat in partjes). Kraaienest arrangementen mei 2013 Dekt de complete tafel voor de lunch (mes en lepel rechts, vork links). Zorgt dat zijn kleren bij het afwassen schoon en droog blijven Benoemt lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes en vertelt dat hij/zij in de puberteit lichamelijke veranderingen zal doormaken Legt afbeeldingen van de levenscyclus van een dier in de juiste volgorde (kip, kikker, koe) Benoemt kenmerken van een dier waardoor hij op het land, in de lucht of in het water leeft (dier met vleugels leeft in de lucht) Legt afbeeldingen van de levenscyclus van planten in de juiste volgorde (zaadje, groeien, bloeien en plant) Zet bollen in de grond Benoemt dat je van een dier hun hokken (wekelijks) moet schoonmaken Weet dat in de herfst/ winter de verwarming aan moet (en de deuren dicht) Stelt de temperatuur van een magnetron in (op aanwijzing van de leerkracht) M&M Kan met gepast geld betalen Benoemt ruimtes met een bepaalde functie in andere huizen/gebouwen (keuken, slaapkamer, woonkamer) Benoemt op een plattegrond de inrichtingselementen uit de overige kamers (slaapkamer, keuken Steekt zelfstandig over bij een rustige overzichtelijke straat Beoefent een vrijetijdsbesteding (onder begeleiding) 3 basis 7 MN&T Geeft aan hoeveel hij wil eten Neemt de tafel af met een schoon doekje Trekt veterschoenen aan en uit (strikt zelf de veters) Controleert of kleding goed zit (kleding fatsoeneren waar nodig) Doet de knoop van zijn broek open en dicht Veegt een hoopje afval weg met stoffer en blik Snijdt groente op verschillende manieren (broccoli in roosjes, tomaat in partjes) Dekt de complete tafel voor de lunch (mes en lepel rechts, vork links) Zorgt dat zijn kleren bij het afwassen schoon en droog blijven Benoemt lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes en vertelt dat hij/zij in de puberteit lichamelijke veranderingen zal doormaken Legt afbeeldingen van de levenscyclus van een dier in de juiste volgorde (kip, kikker, koe) Benoemt kenmerken van een dier waardoor hij op het land, in de lucht of in het water leeft (dier met vleugels leeft in de lucht) Legt afbeeldingen van de levenscyclus van planten in de juiste volgorde (zaadje, groeien, bloeien en plant) Zet bollen in de grond Benoemt dat je van een dier hun hokken (wekelijks) moet schoonmaken Weet dat in de herfst/ winter de verwarming aan moet (en de deuren dicht) Kraaienest arrangementen mei 2013 Stelt de temperatuur van een magnetron in (op aanwijzing van de leerkracht) M&M Kan met gepast geld betalen Benoemt ruimtes met een bepaalde functie in andere huizen/gebouwen (keuken, slaapkamer, woonkamer) Benoemt op een plattegrond de inrichtingselementen uit de overige kamers (slaapkamer, keuken Steekt zelfstandig over bij een rustige overzichtelijke straat Beoefent een vrijetijdsbesteding (onder begeleiding) 8 MN&T Schenkt hete koffie en thee in een kopje Trekt regelmatig schone kleren aan. Veegt een lege ruimte met een bezem Ziet en beseft dat een pan, schaal of apparaat heet is en gaat daar voorzichtig mee om Gaat voorzichtig om met scherpe messen (snijden, ook in de buurt van anderen). Benoemt vijf voorwerpen die op tafel staan bij het avondeten (pan, bord, opscheplepel, onderzetter, kaarsen, servet, bestek, glazen) Maakt de vaat schoon met een borstel of een sponsje (borden, bestek en bekers) Gebruikt een vaatdoek/schuurspons om het aanrecht en fornuis mee Houdt rekening met eigen medicijngebruik Waarschuwt bij (kleine) ongelukken direct de juiste persoon Vertelt dat dieren alleen, met zijn tweeën of in groepen leven (kudde, zwerm, school) Kan benoemen waarom onkruid weg moet (pikken ruimte, licht, voeding en water in) Geeft na het verplanten de planten extra water Helpt bij het verzorgen van dieren (kammen, uitlaten, eten geven, hok schoonmaken) Vertelt waarom er afval gescheiden wordt ingezameld Leest de tijd en de temperatuur van een simpel geschreven instructie en voert dit in op de magnetron (eenvoudig stappenplan) Kent verschillende gereedschappen (hamer, zaag) M&M Kan onderscheid maken tussen spullen die hij heel graag wil hebben/kopen en minder graag wil hebben/kopen Loopt een korte route in een bekende omgeving aan de hand van genoemde oriëntatiepunten (verder de wijk in: langs de kerk, tegenover de bushalte) Benoemt op een plattegrond de verschillende plaatsen van de school (wc, plein, klas) Fietst zelfstandig Zoekt verschillende mogelijkheden om zijn vrije tijd aangenaam in te vullen Benoemt welke verschillende woonsituaties er zijn (biologische ouders, adoptie, internaat) Kraaienest arrangementen mei 2013 9 MN&T Geeft het verschil aan tussen gezonde en ongezonde voeding. Benoemt verschillende schoonmaakmiddelen en het doel waarvoor ze gebruikt worden (afwas en schuurmiddel, allesreiniger, wc-eend). Vertelt het verschil tussen het tafeldekken voor het ontbijt, de lunch en het avondeten (wat staat wanneer op tafel) Kan de tafel netjes afruimen Hangt het vaatdoekje en de theedoek na gebruik uit Benoemt de basisregels voor een goede persoonlijke verzorging (wassen, tandenpoetsen, kammen) Benoemt hoe beesten zich aanpassen aan de winter (winterslaap, in de modder, vogeltrek, eten verstoppen) Vertelt wat planten nodig hebben om te groeien (aarde, voedsel, licht, water en warmte) Kleedt zich om voor het werken in de tuin (laarzen, handschoenen.) Benoemt de verschillen tussen de verzorging van diverse soorten huisdieren (hond-uitlatenwaterbak, kat-haren kammen-kattenluik, vogel-laten vliegen-stokken in de kooi, visplantjes-pompje) Geeft vier voorbeelden van goed omgaan met het milieu Vult de wasmachine met poeder Benoemt en gebruikt veel gebruikte gereedschappen (centimeter, rolmaat, duimstok, schroevendraaier, zaag, tang, hamer) M&M Weet dat hij geld terugkrijgt Loopt een lange route in een bekende omgeving aan de hand van genoemde oriëntatiepunten Maakt (in de klas) een plattegrond met de belangrijkste inrichtings-elementen van de klas (zonder verhoudingen) Steekt zelfstandig over bij een drukke straat Reist onder begeleiding met openbaar vervoer Vertelt dat hobby’s geld kosten Benoemt de kenmerken van verschillende culturen en de invloed op de omgeving (feesten, kleding, inrichting) Geeft zijn mening of kiest voor een optie bij beslissingen in de klas (waar gaan we heen, waar komt iets te staan) Kraaienest arrangementen mei 2013 4/5 extra MN&T Geeft het verschil aan tussen gezonde en ongezonde voeding. Benoemt verschillende schoonmaakmiddelen en het doel waarvoor ze gebruikt worden (afwas en schuurmiddel, allesreiniger, wc-eend). Vertelt het verschil tussen het tafeldekken voor het ontbijt, de lunch en het avondeten (wat staat wanneer op tafel) Kan de tafel netjes afruimen Hangt het vaatdoekje en de theedoek na gebruik uit Benoemt de basisregels voor een goede persoonlijke verzorging (wassen, tandenpoetsen, kammen) Benoemt hoe beesten zich aanpassen aan de winter (winterslaap, in de modder, vogeltrek, eten verstoppen) Vertelt wat planten nodig hebben om te groeien (aarde, voedsel, licht, water en warmte) Kleedt zich om voor het werken in de tuin (laarzen, handschoenen.) Benoemt de verschillen tussen de verzorging van diverse soorten huisdieren (hond-uitlatenwaterbak, kat-haren kammen-kattenluik, vogel-laten vliegen-stokken in de kooi, visplantjes-pompje) Geeft vier voorbeelden van goed omgaan met het milieu Vult de wasmachine met poeder Benoemt en gebruikt veel gebruikte gereedschappen (centimeter, rolmaat, duimstok, schroevendraaier, zaag, tang, hamer) 9 M&M Weet dat hij geld terugkrijgt Loopt een lange route in een bekende omgeving aan de hand van genoemde oriëntatiepunten Maakt (in de klas) een plattegrond met de belangrijkste inrichtings-elementen van de klas (zonder verhoudingen) Steekt zelfstandig over bij een drukke straat Vertelt dat hobby’s geld kosten Benoemt de kenmerken van verschillende culturen en de invloed op de omgeving (feesten, kleding, inrichting) Geeft zijn mening of kiest voor een optie bij beslissingen in de klas (waar gaan we heen, waar komt iets te staan) 10 MN&T Vult de vaatwasser en ruimt hem leeg Ziet wanneer er ergens schoongemaakt moet worden. Weet met behulp van een rooster welke schoonmaaktaken er gedaan moeten worden en voert ze uit Brengt koffie en thee rond Kan uitgedeelde koffie voorzien van suiker en melk en een lepeltje Benoemt vier dingen uit een EHBO-doos (pleister, zwachtel, jodium, pincet, handschoenen, Kraaienest arrangementen mei 2013 steriele gaasjes) Benoemt de functie van een kleur bij dieren (schud- of afschrikkleur) Benoemt vier verschillende vormen van vermeerderen (zaad in vruchten, stek, bol, knol, stuifmeel) Voelt verantwoordelijkheid voor de spullen in de tuin (verzamelen van gereedschap en opruimen) Benoemt de kenmerken van goede en minder goede verzorging van dieren (veel ruimte, genoeg eten, schone hokken-vuile hokken) Legt het begrip recycling uit Vervangt een batterij van een apparaat in de kamer Zaagt met een handzaag een plank langs een lijn door midden M&M Beseft dat hij geld opzij moet zetten voor een duurdere uitgave Wijst op de plattegrond aan hoe je moet lopen Wijst veelkomende picto’s op een plattegrond van een openbaar gebouw aan (uitgang, wc, receptie) Kan de OV-chipkaart zelfstandig gebruiken Weet dat het gezond is om regel-matig te bewegen in de vrije tijd Benoemt in welke woonsituatie hij na school terecht komt Vertelt dat Nederland een regering heeft 11 MN&T Zorgt ervoor dat de vaatwasser vol zit, voordat hij gedraaid wordt Zeemt ramen en spiegels Maakt samen met een ander een ruimte schoon en houdt zich aan de taakverdeling Vertelt over het verschil tussen rijk en arm en de gevolgen voor de directe omgeving van mensen (grootte van de auto en het huis, (merk)kleren, vakanties) Deelt opgeschepte borden (ook soep) uit aan mensen aan tafel Schenkt drinken in voor mensen aan tafel (rechts van de persoon uitserveren) Benoemt de functie van verschillende zintuigen (proeven, ruiken, zien, horen, voelen) Maakt een schaafwond zelf netjes schoon met water en een schoon doekje (steriel gaasje) Weet het alarmnummer 112 bellen en doet melding van naam, plaats en gebeurtenis Benoemt vier verschillende diersoorten (zoogdieren, vissen, vogels, insecten) Benoemt waarom bomen in de winter hun blad verliezen Ziet wanneer een plant water nodig heeft (harde droge grond, slap hangende blaadjes) Geeft aan dat een dier naar de dierenarts moet als dat nodig is Legt het principe van winter- en zomertijd voor het milieu uit (langer licht, dus het licht mag later aan) Kraaienest arrangementen mei 2013 Leest en begrijpt een eenvoudige gebruiksaanwijzing voor een bekend apparaat Laat een bootje varen in de waterbak (door tegen het zeil te blazen, door het water te laten stromen, schoepenrad) M&M Spaart zijn geld voor iets dat hij graag wil kopen Geeft aan welke route hij het fijnst vindt om te nemen naar een bepaalde plek Vindt op een plattegrond (alle) ruimtes in een gebouw Reist zelfstandig met openbaar vervoer Surft gericht over het internet naar een onderwerp van zijn of haar interesse Vertelt over het verschil tussen rijk en arm en de gevolgen voor de directe omgeving van mensen (grootte van de auto en het huis, (merk)kleren, vakanties) Gaat een discussie aan met een ander en respecteert de mening van de ander Kraaienest arrangementen mei 2013 Kraaienest arrangementen mei 2013 Kraaienest arrangementen mei 2013