THEOLOGISCHE VORMING GEMEENTELEDEN en geïnteresseerden ROTTERDAM 2016-2017 Deze gids biedt u informatie over de basiscursus Theologische Vorming Gemeenteleden en geïnteresseerden, kortweg TVG. De gids is gedurende de gehele cursusduur te gebruiken. Elk jaar ontvangt u aanvullend een nieuw lesrooster. De basiscursus wordt georganiseerd onder auspiciën van de landelijke dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland, Protestants Centrum voor Toerusting en Educatie, Postbus 8504, 3503 RM Utrecht. Secretariaat mw. R. Boers, tel. 030-8801560, e-mail: [email protected] . Er zijn nog zo’n 20 andere cursusplaatsen in Nederland, waarvan informatie is te vinden op de website: www.protestantsekerk.nl/tvg . Theologie Theologie is met behulp van moderne wetenschappelijke methoden bezig zijn met geloof en zingeving. Een studie theologie is o.a. mogelijk aan theologische faculteiten van universiteiten en aan hogere beroepsopleidingen. Ook in de cursus TVG kunt u kennismaken met deze inspirerende manier van omgaan met geloof en zingeving, zij het dat de methodiek wat eenvoudiger is. Theologie bestaat uit een groot aantal vakken, elk met hun eigen inhoud en methoden. Deze grote verscheidenheid maakt theologie verrassend en boeiend. In de basiscursus TVG komen de vakken aan bod die onder Leerplan zijn vermeld. Vorming Vorming is leren vanuit eigen interesse samen met anderen. De belangstelling voor theologie kan voortkomen uit bijvoorbeeld: - Meer willen weten van de Bijbel - Zoeken naar verruiming en verdieping van het eigen geloof - Het geloof weer op een nieuwe wijze oppakken - Vinden van een nieuwe zingeving - Andere geloofsdimensies willen ontdekken - Oriëntatie op ontwikkelingen in kerk en samenleving - Toegerust willen worden voor activiteiten in de kerk - ……. (vult u zelf maar in) Leerplan Het leerplan bestaat uit de volgende vakken: Eerste jaar: Tweede jaar: Oude Testament Oude Testament Nieuwe Testament Nieuwe Testament Kerkgeschiedenis Kerkgeschiedenis Dogmatiek Dogmatiek Ethiek Ethiek Liturgiek Liturgiek Pastoraat Pastoraat Diaconaat Wereldgodsdiensten Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 Derde jaar: Oude Testament Nieuwe Testament Kerkgeschiedenis Wereldgodsdiensten Rabbinica Spiritualiteit Gemeente-opbouw Filosofie 1 Cursisten De basiscursus bestaat ca dertig jaar en zo’n zevenduizend deelnemers hebben de basiscursus inmiddels voltooid. De cursisten waren veelal leden van verschillende kerken; sommigen hadden geen kerkelijke binding. De basiscursus staat open voor iedereen die belangstelling heeft voor theologie; er zijn géén toelatingsvoorwaarden, noch wat betreft het lidmaatschap van een kerk, noch wat betreft de genoten vooropleiding. Aan het einde van de driejarige basiscursus ontvangen de deelnemers het "Certificaat Theologische Vorming Gemeenteleden", uitgegeven door de landelijke dienstenorganisatie van de PKN, afdeling binnenland. Aan dit certificaat kan geen bevoegdheid worden ontleend. Cursusplaats De basiscursus wordt gegeven in de lokalen van kerkgebouw "De Hoeksteen" , Rivierweg 15 te Capelle aan den IJssel, telefoon 010-4505141. Het kerkgebouw ’’De Hoeksteen’’ is te bereiken: Openbaar vervoer: goed bereikbaar met de Calandlijn van de METRO richting Capelle aan den IJssel, station Centrum. Eenmaal beneden, teruglopen naar de Rivierweg, daarna linksaf en na 300 meter ligt rechts ’’De Hoeksteen”. Totaal ongeveer 5 minuten lopen. Eigen vervoer: Uit richting Dordrecht: A16, afslag 25, richting Capelle aan den IJssel, de Abraham van Rijckevorselweg (N210) oprijden en bij rotonde (na 2 km) rechtdoor; vervolgens bij tweede stoplicht rechtsaf, de Rivierweg, oprijden. Na passage van het metroviaduct/-station ligt op 300 meter aan de rechterkant ’’De Hoeksteen”. In de straat rechts van de kerk is beperkte parkeerruimte; achter de snackbar links tegenover de kerk ligt een groot parkeerterrein. Uit richting Gouda resp. Rotterdam/Schiedam, A20, afslag 16 , linksaf resp. rechtsaf de Capelseweg opdraaien en deze rechtdoor geheel uitrijden, evenals de opvolgende Kanaalweg, totaal 3 km. Bij kruispunt met de Abraham van Rijckevorselweg (N210) rechtdoor de Rivierweg inrijden. Na passage van het metroviaduct/-station ligt op 300 meter aan de rechterkant ’’De Hoeksteen”. Voor parkeren zie tekst onder richting Dordrecht. Duur basiscursus De basiscursus duurt in totaal drie jaar. Elk cursusjaar omvat 31 wekelijkse bijeenkomsten van twee lessen; elke les duurt 75 minuten. Men dient wekelijks enige tijd te besteden aan zelfstudie. Aan het eind van het derde jaar wordt de cursisten gevraagd een terugblik te schrijven waarin wordt aangegeven wat de cursus voor hen heeft betekend. Elk cursusjaar wordt afgesloten met een gezamenlijke slotavond, waarvan het programma grotendeels wordt ingevuld door de derdejaars cursisten, die hun certificaat ontvangen en afscheid nemen. De derdejaars verzorgen een vesper als verplicht onderdeel; daarnaast kunnen zij facultatief en op creatieve wijze uiting geven aan hun beleving van drie jaar basiscursus TVG. Dit facultatieve deel mag ook ingevuld worden door derden, met een passend thema. Avond - en ochtendcursus De basiscursus wordt gegeven op maandagavond en op dinsdagochtend. Er zijn dus twee groepen. Bij onvoldoende belangstelling (minimaal 10 cursisten per groep) kan het bestuur besluiten tot de vorming van één groep. Vandaar de vraag op het aanmeldingsformulier om naast uw voorkeursgroep aan te geven of u eventueel aan de andere groep kunt deelnemen. CURSUSSEN VINDEN PLAATS ONDER VOORBEHOUD VAN VOLDOENDE DEELNAME Avondcursus De avond is als volgt ingedeeld: eerste les 19.00 uur - 20.15 uur pauze 20.15 uur - 20.35 uur tweede les 20.35 uur - 21.50 uur Tijdens de pauze kunt u, tegen betaling, een kopje koffie, een kopje thee of een frisdrank drinken. De avondcursus begint op maandag 5 september 2016 om 19.00 uur met een gezamenlijke opening van het cursusjaar in de kerkzaal van ’’De Hoeksteen”. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 2 Ochtendcursus De ochtend is als volgt ingedeeld: eerste les 10.10 uur - 11.25 uur pauze 11.25 uur - 11.45 uur tweede les 11.45 uur - 13.00 uur Tijdens de pauze kunt u, tegen betaling, een kopje koffie, een kopje thee of een frisdrank drinken. De ochtendcursus begint op dinsdag 6 september 2016 om 10.10 uur met een gezamenlijke opening van het cursusjaar in de kerkzaal van ’’De Hoeksteen”. Lesopening/-inhoud De opening van de eerste les wordt bij toerbeurt door een cursist verzorgd. Iedere docent geeft aan het begin van zijn serie lessen een overzicht van de te behandelen stof en de te gebruiken hulpmiddelen (boeken, kopieën lesmateriaal enz.). De docent geeft binnen de lessen voldoende ruimte voor dialoog. Groepsvertegenwoordiger Iedere jaargroep heeft een groepsvertegenwoordiger die de communicatie verzorgt met de docenten, het bestuur en de medecursisten. De groepsvertegenwoordiger geeft zaken door als het vervallen van lessen, het lesmateriaal dat werd gemist door absentie, eventueel gerezen problemen binnen de groep en vraagt naar de reden van langduriger absentie van een medecursist. De groepsvertegenwoordiger houdt een presentielijst bij en stelt een naamlijst op voor de opening van de eerste les, per tourbeurt. De groepsvertegenwoordiger is aanwezig op de vergaderingen van de begeleidingscommissie en doet er verslag van het reilen en zeilen binnen de groep. Groepsvorming Het bestuur van TVG Rotterdam streeft naar een groepsgrootte van 18-20 cursisten. Het minimum aantal wordt bepaald door de kostprijs van de cursus, het maximum door de grootte van het leslokaal. Het bestuur kan besluiten een groep te starten als minder geïnteresseerden zich hebben aangemeld. De cursisten hebben de garantie dat er voldoende financiële middelen zijn om de gehele cursus af te maken. Als een cursus niet kan aanvangen wegens onvoldoende belangstelling dan kan het bestuur cursisten de gelegenheid bieden om in te stromen in het tweede cursusjaar. Deze cursisten kunnen later het eerste cursusjaar inhalen, indien mogelijk. Cursisten die door overmacht (bijv. ziekte, e.d.) lessen missen, krijgen van het bestuur de gelegenheid om in een later jaar in te stromen om de gemiste lessen als nog te volgen. De cursus TVG is met name gericht op kennisoverdracht. Oorspronkelijk waren cursisten TVG meestal aangesloten bij kerkelijke gemeenten; de cursus werd jarenlang gegeven onder de noemer: Theologische Vorming voor Gemeenteleden. Hun afkomst was divers: hervormd, gereformeerd, luthers (nu samen PKN), rooms-katholiek, vrijzinnig, evangelisch, enz.; van orthodox tot vrijzinnig. Tegenwoordig komen er ook cursisten met weinig of geen binding aan kerk of gemeente, maar wel met belangstelling voor theologie. De cursus wordt de laatste jaren onder andere noemer gegeven: Theologische Vorming voor Gemeenteleden en geïnteresseerden. Hoewel kennisoverdracht voorop staat is het tijdens de lessen geen éénrichting verkeer. Er is voldoende ruimte om vragen te stellen en discussies aan te gaan. Niet alleen feiten maar ook geloofservaringen worden uitgewisseld. Respect voor elkaars mening is van essentieel belang voor het vormen van een stabiele groep en het creëren van een vertrouwd klimaat. Mensen willen en moeten zich binnen de groep veilig kunnen voelen! Boeken en studiemateriaal U moet rekening houden met de aanschaf van boeken, lesmateriaal, syllabi enz. tot een bedrag van € 25,=, dat per acceptgiro of incasso-afboeking geïnd zal worden aan het begin van het cursusjaar. Veel lesmateriaal wordt via de docent aangeleverd; het boekje kerkgeschiedenis ontvangt u via de TVG. Schaf echter nooit iets aan zonder overleg met de docent. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 3 Kosten De kosten van de basiscursus bedragen € 220,= per cursusjaar, welk bedrag gedurende de cursusduur verhoogd kan worden als kostenstijgingen daartoe nopen. Desgewenst kan in twee termijnen worden voldaan: € 110,= in september en € 110,= in januari daaropvolgend. Op uw aanmeldingsformulier kunt u de TVG machtigen deze bedragen af te schrijven. Zijn deze kosten onoverkomelijk, dan zijn er verschillende mogelijkheden. Bent u lid van een kerk, dan kunt u de diaconie vragen om ondersteuning. Wij zijn bereid hierbij onze medewerking te verlenen. Daarnaast zijn er gemeentelijke regelingen waarvan u gebruik kunt maken. Regeling incasso Deze regeling geldt voor het innen van de verschuldigde bedragen voor deelname aan de driejarige basiscursus Theologische Vorming van Gemeenteleden en geïnteresseerden. Gaat u met een incasso-afboeking niet akkoord, dan kunt u het bedrag laten terugboeken. U moet daarvoor binnen een maand na de afschrijving telefonisch een verzoek indienen bij het kantoor van de bank waar uw rekening wordt geadministreerd. Het bedrag zal zonder verdere navraag worden gerestitueerd. Mededelingen over wijzigingen e.d. met betrekking tot de machtiging dient u te richten aan de penningmeester van TVG Rotterdam, uiterlijk een maand voor de ingang van de wijziging e.d. Nadere informatie en aanmelding Informatie kunt u aanvragen bij: schriftelijk bij mw. M. Bezemer-Rietveld, Constantijn Huygenslaan 209, 3351 XB Papendrecht. e-mail: [email protected] en mondeling bij mw. M. Koole-Godeschalk, tel. 0167-536671. U kunt zich opgeven door het aanmeldingsformulier te zenden aan dhr. A. Offereins, Beukmolen 56, 3352 AD Papendrecht. BESTUUR TVG Rotterdam Het bestuur bestaat uit: -voorzitter/cursusleider: drs. A.S.J. Smilde, Adriaan van Bleyenburgstraat 30, 3311 LB Dordrecht. Tel. 078-6315883, e-mail: [email protected] De voorzitter/cursusleider treedt tevens als mentor van de cursisten op. Geregeld is hij aanwezig op de cursusochtend/-avond om in gesprek te gaan met cursisten over persoonlijke zaken in relatie tot de inhoud van de basiscursus. -secretaris: W.J. van Zoest, Loes van Marlestraat 18, 1382 ML Weesp. Tel. 0294-769066, e-mail: [email protected] -penningmeester: A. Offereins, Beukmolen 56, 3352 AD Papendrecht. Tel. 078-6154701, e-mail: [email protected] Bankrekening NL78FVLB0635808587 t.n.v. Classis Rotterdam I en II inzake TVG. -lid: H. van Eersel, Populierenlaan 8, 2925 CT Krimpen aan den IJssel. Tel. 0180-520376, e-mail: [email protected] BEGELEIDINGSCOMMISSIE Deze commissie bestaat uit het Dagelijks Bestuur, vertegenwoordigers van de diverse jaargroepen, een docentenvertegenwoordiger en een lid voor werving. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 4 Korte inhoud afzonderlijke vakken Aanbevolen wordt om in ieder geval voor de lessen in de specifieke bijbelvakken een Bijbel mee te nemen! OUDE TESTAMENT. 1e, 2e en 3e jaar: docent drs. A.J.O. van der Wal, Oranjestraat 17, 2131 XN Hoofddorp. Tel. 023-5630997, e-mail: [email protected] Waarom moeten we eigenlijk het Oude Testament hebben, we hebben het Nieuwe toch? In de lessen Oude Testament binnen de drie jaren van deze cursus ontdekken we het eigen recht van het Oude Testament binnen de Bijbel. Ondanks pogingen die in de geschiedenis van de kerk zijn gedaan om het Oude Testament uit de Bijbel te schrappen, heeft de kerk dit Bijbeldeel bewaard. Het Nieuwe Testament vooronderstelt het Oude en grijpt er voortdurend op terug. Het Oude Testament blijkt “uit het leven gegrepen”. Het tekent ons het mens-zijn in al zijn hoogteen dieptepunten, in al zijn emoties. In de lessen ontdekken we dat het Oude Testament draait om Gods betrokkenheid op mensen en bewogenheid met mensen. We ontdekken dat het meest gebruikte woord in het Oude Testament de Godsnaam is die wij met “HEER” vertalen, JHWH, de naam die letterlijk betekent: “Hij zal er zijn”. We ontdekken dat het Oude Testament thema’s heeft die zo niet in het Nieuwe Testament aanwezig zijn: de politiek, de oorlog, de erotiek, de scepsis. 1e jaar (10 lessen); In de lessen in het eerste jaar besteden we aandacht aan een aantal algemene aspecten van het Oude Testament: de naam Oude Testament, de talen (Hebreeuws en Aramees) van het Oude Testament, de overlevering van de tekst. We kijken daarnaast naar de tijdbalk van het Oude Testament. Het is van betekenis personen en Bijbelse boeken in hun tijd en context te zien. We zien hoe Israël voluit deel uitmaakte van de oudoosterse wereld. Ook zien we hoe Israël in de loop der tijden in politiek en sociaal opzicht veranderde. We ontdekken hoe er in de Bijbel voortdurend in tweetallen gesproken wordt. Het gaat om hemel en aarde (Genesis 1:1), schepping en bevrijding, spreken over God en met God, enzovoort. Dit lijkt op de ellips met twee brandpunten. We zien dat dat ook voor de Bijbel als geheel geldt. Jeremia 27 attendeert ons op de grote menselijke inbreng daarin. Daarnaast zien we dat de boeken die deel uitmaken van het Oude Testament, ons overgeleverd zijn in verschillende rangschikking. Waar komen deze verschillen vandaan? 2e jaar (10 lessen); Het Oude Testament zelf laat ons zien dat de geschriften die ons in het Oude Testament zijn overgeleverd, een selectie vormen uit een groter aantal religieuze geschriften die er ooit in Israël hebben bestaan. Verder ontdekken we dat oudtestamentische boeken een proces van groei hebben meegemaakt. Onder meer is dat duidelijk in de boeken Genesis tot en met Deuteronomium. We nemen kennis van een aantal theorieën die het ontstaan van deze boeken trachten te beschrijven. Ook in de boeken Jesaja en Daniël zijn sporen van het groeiproces goed zichtbaar. Mensen hebben in zeer verschillende tijden en omstandigheden deze teksten gebruikt. Zij hebben teksten aangevuld en geactualiseerd. Eindredacties vormden ze tot mooie composities. 3e jaar (10 lessen): Lezen wij Bijbelse teksten en Bijbelboeken veelal als losse eenheden, binnen het Oude Testament zijn echter een aantal boeken geclusterd. De boeken Genesis tot en met 2 Koningen vormen samen het Deuteronomistisch Geschiedwerk, Kronieken in combinatie met Ezra en Nehemia vormen het Kronistische Geschiedwerk. We besteden speciale aandacht aan de boeken Deuteronomium en Kronieken. De Psalmen komen aan de orde, evenals de profetie en Israëls wijsheidsliteratuur (met name Prediker). Veelvuldig zullen tijdens deze lessen Bijbelse teksten worden opgeslagen. Om ze na te kunnen lezen is het wenselijk dat cursisten een Bijbel meenemen. Regelmatig worden thema’s met beeldmateriaal geïllustreerd. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 5 NIEUWE TESTAMENT. 1e , 2e en 3e jaar: docent dr. G. den Hartogh, De Vroedschap 30, 2922 VC Krimpen aan den IJssel. Tel. 0180-721130, e-mail: [email protected] 1e jaar (10 lessen): De geschriften van het Nieuwe Testament zijn ontstaan aan het begin van onze jaartelling en in de wereld van het Nabije Oosten. Ter voorbereiding op de uitleg van de teksten zelf besteden we het eerste jaar aandacht aan allerlei inleidingsvragen: - de geschiedenis van het joodse volk in de wisselwerking met de omringende landen en culturen; - de leefwereld ten tijde van het leven en optreden van Jezus, en met name in de diverse belangrijke religieuze/politieke stromingen die een stempel drukken op de toenmalige joodse gedachtewereld; - het proces van wording van de verschillende nieuwtestamentische boeken, van mondelinge traditie tot en met redactie, verschillende handschriften en het principe van de tekstkritiek; - het begrip canon tegenover buitencanonieke (apocriefe) geschriften en de gevolgen van deze beslissing; - Bovengenoemde aspecten worden aan de hand van het evangelie volgens Marcus, Matteüs, Lucas en de apocriefe geschriften (Jacobus) toegepast. De belangrijke -en omstreden- persoon en werken van Paulus, zoals deze naar voren komen in het boek Handelingen. 2e jaar (12 lessen): Met de inleidende kennis van het eerste jaar gaan we aan de slag met de exegese van een tekst uit de synoptische evangeliën. Er wordt een methode aangereikt, waarmee we stap voor stap op onderzoek leren gaan: - we bespreken de visie op de bijbel vanuit het Jodendom, Rooms Katholicisme, Protestantisme. - tekstanalyse (afbakening en eenheid, context, redactie, genre) m.b.v. verschillende vertalingen - inleidingsvragen, 'Sitz im Leben' - synoptische vergelijkingen - sleutelwoorden en het verschil tussen godsdiensthistorische, literaire en dogmatische vragen - zelfstandige uitwerking van de exegese en verwerking d.m.v. open en zelfstandig denken en argumenteren. 3e jaar (8 lessen): In het derde jaar komen de inleiding en de theologie van het evangelie volgens Johannes aan de orde. Het derde jaar rest voor het genre en de inhoud van de ‘Brieven’ en de Apocalyps. We bekijken één van de brieven met meer aandacht. Tenslotte verdiepen we ons in het verschijnsel van sterk eschatologisch gerichte literatuur en de kenmerken en motieven die hier spelen. Ter illustratie lezen we zowel enige eschatologische tekstfragmenten alsook uit de Openbaring van Johannes. Het kan niet anders dan een keuze uit de veelheid worden, maar hopelijk geeft dit de richting en stimulans tot verdere verkenning! PASTORAAT 1e en 2e jaar: docent mw. drs. C.H.A. Bartelink-van den Dool, Rosmolen 180, 2986 EM Ridderkerk. Tel. 0180-427039, email: [email protected] 1e jaar (8 lessen): Pastoraat behoort tot de “praktische” vakken van onze theologische vorming. In het pastoraat gaat het om de levens- en geloofsvragen die mensen bezig houden, vaak naar aanleiding van concrete gebeurtenissen in het leven. In deze inleiding in de pastorale theologie en pastorale psychologie geven we ons rekenschap van waaruit welke achtergrond pastoraat gestalte krijgt, welke vragen we tegen kunnen komen en hoe daar op verantwoorde wijze in de praktijk van kerk en geloof mee kan worden omgegaan. In het eerste jaar maken we een vogelvlucht door de geschiedenis van het pastoraat. Vervolgens krijgen drie belangrijke modellen die in de twintigste eeuw zijn ontwikkeld de aandacht. We behandelen een beknopte pastorale psychologie van de volwassen levensloop, het narratief pastoraat met het levensverhaal en de levensvragen en we besluiten met de organisatie van het pastoraat in de geloofsgemeenschappen. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 6 2e jaar (8 lessen): In dit cursusjaar ontdekken we welke gesprekstechnische vaardigheden van belang zijn. We besteden aandacht aan een belangrijke grondhouding, die we benoemen als ‘actief pastoraat”. Op speelse wijze oefenen we ook wat van deze vaardigheden. De tweede helft van dit tweede jaar besteden we aan thema’s in het pastoraat, zoals verlieservaringen, omgaan met scheidingen, ziekte, dood en rouw of rituelen bij levensthema’s en gaan we in de laatste les “de balans van geven en nemen” in familieverbanden onder de loep nemen. KERKGESCHIEDENIS 1e, 2e en 3e jaar: docent drs. J. Robbers, Vossenkamp 27, 3972 VG Driebergen. Tel. 034-3769139, e-mail: [email protected] "Wie wil weten hoe het gedachtegoed van de kerk zich ontwikkeld heeft en waar het kerkelijke leven zoals wij dat kennen, vandaan komt, moet het vak kerkgeschiedenis volgen. In drie jaar tijd worden de hoofdzaken uit de geschiedenis van de kerk besproken." 1e jaar (8 lessen): De vroege kerk. In het eerste jaar wordt nagegaan, hoe de jonge kerk zich na de nieuwtestamentische tijd verder ontwikkeld heeft en gaandeweg de gezaghebbende kerk in West-Europa geworden is. Dat is met de nodige spanningen en strijd gepaard gegaan, zowel intern als naar buiten toe. De kerk groeide en kwam voor nieuwe organisatorische problemen te staan. Tegelijk werd de vraag naar de inhoud en betekenis van het geloof steeds urgenter. Binnen de kerk zelf kwamen verschillende opvattingen voor. Bovendien stelde de hellenistische (Grieks denkende) wereld kritische vragen aan het christendom waar een antwoord op gevonden moest worden. Intussen had de kerk telkens weer met vervolgingen te maken. In deze confrontaties is de kerk als ‘instituut’ gegroeid. Het ambt ontwikkelde zich, de liturgie en de geloofsbelijdenis. Globaal gesproken zal de meeste aandacht uitgaan naar de eerste vier eeuwen met een uitloper naar de middeleeuwen. 2e jaar (8 lessen): De kerk vanaf 1300 tot 1800, vooral de periode van de reformatie. In het tweede jaar ligt de meeste nadruk op het ontstaan en de betekenis van de reformatie met Luther en Calvijn als hoofdpersonen. Omdat de reformatie niet zomaar ontstaan is, worden eerst de ontwikkelingen binnen de kerk in de middeleeuwen, vooral na 1300, besproken. Ook toen was er een weerkerende roep om reformatie. Na de reformatie is de geschiedenis van de kerk verder gegaan. De rooms-katholieke kerk reageerde met de contrareformatie. Tegelijk begon de moderne tijd zich te melden. Met name in de reformatorische kerken zijn daardoor nieuwe discussies op gang gekomen. Denk in de Nederlanden aan de spanningen tussen rekkelijken en preciezen. 3e jaar (6 lessen): De kerk in de 19e en 20e eeuw. Gedurende de negentiende en twintigste eeuw komen vragen op binnen kerk en samenleving die nog steeds een belangrijke rol spelen. Er ontstaan nieuwe wetenschappelijke inzichten, zowel binnen de theologie als elders. De industriële revolutie breekt door. De ontkerkelijking komt op gang. Hoe vinden de kerken binnen deze brede maatschappelijke en culturele processen hun weg? Hoe vergaat het de Nederlandse Hervormde Kerk? Waardoor ontstaan de Christelijk Gereformeerde kerken en de Gereformeerde kerken in Nederland? Hoe is de hereniging tot de Protestantse Kerk in Nederland verlopen? DOGMATIEK. 1e en 2e jaar: docent drs. A.S.J. Smilde, Adriaan van Bleyenburgstraat 30, 3311 LB Dordrecht. Tel. 078-6315883, e-mail: [email protected] 1e jaar (6 lessen): Vanaf het allereerste begin hebben christenen, daartoe uitgedaagd door hun omgeving, geprobeerd rekenschap af te leggen van dat, wat zij geloofden. Zij probeerden onder woorden te brengen wat het betekende te geloven in God, Jezus Christus, de Heilige Geest. Zij probeerden de eeuwen door te omschrijven wat het wil zeggen dat God de Schepper van de wereld is, dat Hij ons in Christus met zich verzoent, dat Hij alles voleindigt. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 7 Naast kleinere werken ontstonden de grote dogmatieken, geschreven zelfs door één persoon (bijvoorbeeld Thomas van Aquino, Calvijn). Tot in onze tijd is dat het geval geweest, denkt u maar aan de monumentale "Kirchliche Dogmatik" van Karl Barth. De laatste tijd verschijnen dogmatische werken van bescheidener omvang maar zij doen vaak veel stof opwaaien. Een voorbeeld daarvan zijn de boeken van H.M. Kuitert. Maar ook daarin gaat het om de aloude vragen en wordt gepoogd het geloof nieuw te verwoorden. In onze cursus gaan wij in het eerste jaar het vak dogmatiek nader verkennen. Wat is een dogma? Wat zijn de bronnen van de dogmatiek? Hoe zijn de meeste dogmatieken opgebouwd? Vervolgens gaan wij aan de hand van de godsleer proberen zelf wat systematischer na te denken. Om de moeilijke vragen gaan wij niet heen, bijvoorbeeld de vraag naar de (al)macht van God. Ook de vraag naar de mens, de mens als evenbeeld van God, de mens als zondaar zullen daarbij behandeld worden. Wat moet je eigenlijk onder "zonde" verstaan. 2e jaar (8 lessen): In dit cursusjaar gaan wij verder met dat, wat in de dogmatiek met moeilijke begrippen Christologie, Pneumatologie en Eschatologie wordt aangeduid. In gewone woorden: de vraag naar de persoon en het werk van Jezus Christus, Zijn betekenis voor ons in onze wereld; wat moeten wij onder de Heilige Geest verstaan?, is de kerk noodzakelijk? En tenslotte: hoe mag je denken over het einde van ons leven en de geschiedenis? Kun je nog spreken van een voleinding? Hoewel het woord dogmatiek eerst velen afschrikt, blijkt het een spannend vak te zijn. Het heeft iets van een tocht door de Biesbosch. Regelmatig zit je vast en kun je niet verder. Toch hopen wij via allerlei stroompjes op de hoofdstroom uit te komen en verder te kunnen met ons geloof. Het kan ons alleen wel eens natte voeten opleveren. . . ! ETHIEK 1e en 2e jaar: docent mw. drs. R. Oldenboom, van Miereveltlaan 1C, 2612 XE Delft. Tel. 015-2563556, e-mail: [email protected] 1e jaar (6 lessen): In de bijeenkomsten wordt gezocht naar een evenwicht tussen theorievorming enerzijds en gezamenlijk discussiëren en nadenken over praktische morele problemen anderzijds. Voor de opbouw van de theorie van de ethiek maken we gebruik van het basismateriaal, dat verschijnt bij het Centrum voor Educatie te Utrecht. Voor de praktische morele problemen kijken we naar verschillende artikelen in kranten en tijdschriften. Van de cursisten wordt gevraagd krantenknipsels mee te nemen over morele kwesties. Elke les wordt een 'casus' aan de orde gesteld, waarover in grotere en kleine groepen wordt gediscussieerd aan de hand van vragen. Wat betreft de onderwerpen is er ruimte voor inbreng. In de eerste drie lessen wordt de theorie in de grondverf gezet en geïllustreerd aan de hand van de onderwerpen 'in vitro fertilisatie', 'huwelijksethiek' en 'orgaandonatie'. In het eerste jaar wordt van tijd tot tijd gekeken naar wat in de bijbel staat, hoe je dat moet uitleggen en hoe je daarmee omgaat. 2e jaar (8 lessen): In dit cursusjaar worden de ethische theorieën verder uitgebouwd en komt sociale ethiek en christelijk ethiek aan de orde. We beginnen bij de ethiek van Marx en vergelijken die met de huidige visie op ethiek waarin de privé- en de publieke sfeer sterk van elkaar gescheiden zijn en onze individuele vrijheid erg belangrijk is. Mag en kun je het oneens zijn met de moraal van een ander? Of moet ieder het maar voor zichzelf weten? Wat houdt ethiek in een pluralistische multiculturele samenleving in? We gaan in op het probleem van de euthanasie en een methode om de ethische kant van een maatschappelijk probleem aan de orde te stellen. Twee lessen worden besteed aan de plaats van de kerk, geloof en bijbel in de ethiek. Geven de Bergrede en het bijbelse concept van het Koninkrijk van God concrete handelingsaanwijzingen of reiken zij ons slechts een moraalvriendelijke instelling aan? Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 8 LITURGIEK 1e en 2e jaar: docent drs. E.B. Kok, Ravellaan 6, 2671 VT Naaldwijk. Tel. 0174-610421, e-mail: [email protected] 1e jaar (6 lessen) en 2e jaar (4 lessen): Het gaat in dit vak om het vieren van de gemeente. Liturgiek behoort tot de praktische theologische vakken. Dat wil zeggen, dat de bezinning op de liturgie in dienst staat van de dagelijkse of wekelijkse praktijk van de eredienst. Naast historische en theologische informatie over liturgie vormen de eigen ervaringen van de cursisten een wezenlijk onderdeel van de lessen. De volgende onderwerpen zullen ter sprake komen: * Wat is liturgie, waarom wordt er in de kerk gevierd? * Liturgiegeschiedenis. * Het kerkelijk jaar. * De zondagmorgendienst. * Getijden, het avondgebed. * Kerkmuziek. Literatuur in overleg met de docent. DIACONAAT 1e jaar: docent drs. J.C. Blankers, Tel. 010-4748611, e-mail: [email protected] 1e jaar (6 lessen): Het Griekse woord "diakonia" betekent "dienst(baarheid)”. We treffen het alleen in het Nieuwe Testament aan, maar de grondslag ervoor wordt gevormd door de sociale ethiek van het Oude Testament. In de kerkelijke traditie geldt het diakonaat als één van de pijlers van de kerk. Het krijgt gestalte in de kerkelijke praktijk van hulp aan mensen in nood, dichtbij en ver weg, en in het streven naar gerechtigheid in de maatschappelijke orde en in het maatschappelijk handelen. In het vak Diaconaat komen in drie dagdelen aan de orde: * het bijbels denken over diaconaat; * het diaconaat in het denken en de praktijk van het kerk-zijn en gemeente-zijn; * aandachtsgebieden in het diaconaat; * de methodiek van het diaconale werk; * diaconaal beleid. Werkwijze: * "Close reading" van relevante bijbelgedeelten; * bespreking van relevante gedeelten uit Kerkorde en ordinanties van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), alsmede van artikelen over diaconale thema's; * bespreking van een of meer casussen over beleid en methodiek in het diaconaat. RABBINICA. 3e jaar: docent mw. drs. E. Schorer, S. van Hagenstraat 32, 3062 XJ Rotterdam. Tel. 010-4525016, e-mail: [email protected] 3e jaar (8 lessen): Bij jodendom denken nog steeds de meeste christenen aan het gedachtegoed zoals ze dat kennen uit het Oude Testament. Dat het jodendom zich echter na het vastleggen van de schriftelijke traditie (Tora) verder ontwikkelde in de zg. mondelinge traditie (interpretatie van Tenach en - onderbouwing van - nieuwe regels) tot een enorme rijkdom aan rabbijnse literatuur (de Midrasj, en de Misjna > Talmoedim, e.v) is dan nauwelijks bekend. Wanneer we ons echter nader verdiepen in dit gedachtegoed, is dat uiterst zinvol voor een beter inzicht in de wortels van ons Nieuwe Testament, voor het opruimen van vele hardnekkige misverstanden aangaande ‘het’ jodendom en het beter begrijpen en hanteren van de zo geschonden relatie jodendom – christendom. Maar bovendien zullen we vaak verrast en geraakt worden door de levende, creatieve manier waarop het rabbijnse denken met zijn geloofsgoed omgaat, discussieert en actualiseert. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 9 In de lessen zullen we kennismaken met enkele van de belangrijkste facetten van het joodse geloofsleven, zoals: - ‘lernen’ en opdracht tot interpretatie (kennismaking met enkele rabbijnse teksten) - bidden (bijv. het achttiengebed) - vieren van feestdagen (bijv. sabbat). WERELDGODSDIENSTEN 2e en 3e jaar: docent dr. J. Haafkens, Rossinistraat 108, 2901 GJ Capelle aan den IJssel. Tel. 010-4471649, e-mail: [email protected] 2e jaar (4 lessen) en 3e jaar (8 lessen): Kennis van de wereldgodsdiensten is van belang om de context te begrijpen waarin de Kerk geroepen is het Evangelie te verkondigen. Sinds ongeveer 1875 maakt de geschiedenis van de godsdiensten deel uit van de theologische studie aan Nederlandse universiteiten. De wereldgodsdiensten zijn ontstaan in de grote oude cultuurcentra van de mensheid: het Midden Oosten (Jodendom, Christendom en Islam), de dalen van de Indus en de Ganges (Hindoeïsme en Boeddhisme) en China (Taoïsme en Confucianisme).Op de achtergrond van de wereldgodsdiensten spelen de primaire religies van de mensheid, die dateren van voor de uitvinding van het schrift, nog steeds een rol. Het Jodendom heeft relatief weinig aanhangers, maar het heeft met name via het Christendom en de Islam een enorme uitstraling in de wereld: Meer dan de helft van de mensheid wordt sterk beïnvloed door deze uit het Midden Oosten afkomstige familie van religies. We beschrijven de geschiedenis van het Jodendom met Hans Küng in zes fasen of paradigma's: De fasen van de stammen voor de vestiging van de staat, van het koningschap, van de theocratie na de Babylonische ballingschap, van de rabbijnen en de synagoge na de verwoesting van Jeruzalem in 70 na Chr. , van de assimilatie aan de moderne tijd sinds de Amerikaanse (1776) en franse (1789) revoluties en van de postmoderniteit na de Holocaust (1933-1945) en de stichting van de staat Israël (1947). Wat betreft de Islam, na een korte beschrijving van de wereld waarin deze godsdienst vorm kreeg besteden we speciale aandacht aan de ontwikkeling van de prediking van de Koran (610-632 na Chr.).Deze Schrift vormt, samen met de Tradities betreffende de Profeet Mohammed en de principes van redenering bij analogie en van consensus de grondslag van de Islam zoals wij die nu kennen. Evenals het Christendom heeft de Islam een hoogst belangrijke rol gespeeld als godsdienstige basis van een multinationaal imperium. Wij geven een overzicht van de centrale godsdienstige praktijken van de Islam (onder meer de vijf zuilen), van de geloofsartikelen en van de voornaamste academische disciplines van de Islam, waaronder die van de studie van de Wet een belangrijke plaats inneemt. Tenslotte bespreken we enkele reformistische stromingen binnen de Islam, met name sinds het midden van de 18de eeuw. Hindoeïsme is de naam die Europeanen hebben gebruikt om de permanente stroom van religieuze en sociale traditie in India te beschrijven. In deze traditie gaat het om de eeuwige norm, de kosmische orde, en het daarmee corresponderende gedrag, dat zowel sociale als rituele dimensies heeft, en is gebaseerd op oeroude mythen. De Indiase samenleving bestaat uit meer dan 3000 kasten of endogame bevolkingsgroepen, die gekenmerkt worden door bepaalde gebruiken en riten, vooral betreffende reinheid, voedsel, huwelijk en levenseinde. Zij hangen samen met de middeleeuwse maatschappij met zijn 4 standen: Brahmanen (priesters, geleerden, kluizenaars),ridders en vorsten, handelaren en boeren en tenslotte dienstbaren. Een aantal lang gemarginaliseerde groepen valt buiten dit systeem. De Brahmanen, een soort Levieten, hebben een centrale en unificerende rol gespeeld in de godsdienstige geschiedenis van India. Er zijn twee grote "godsdiensten" binnen het Hindoeïsme, één waarin Sjiva en zijn incarnaties centraal staan en een andere waarin Visjnoe en zijn incarnaties deze plaats innemen. Beide goden hebben vaak een vrouwelijke metgezellin. Tempels- als woonplaats van de god en microkosmos en bedevaarten spelen een belangrijke rol. Veel Indiase families hebben ook een huisaltaar waar een godheid dagelijks vereerd wordt. Belangrijke feesten zijn het Holi feest, bij volle maan in Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 10 februari/maart en Diwali, het feest van de lichten, in het najaar. Van belang zijn ook riten bij volwassenwording, huwelijk en levenseinde. Goeroes spelen een grote rol. Sommigen van hen hebben nu een internationale uitstraling. Wat betreft het geloof, centraal is het dharma besef: ieder moet op zijn of haar plaats in de samenleving aan bepaalde plichten en normen gehoorzamen om heil in deze wereld en bevrijding in het hiernamaals te verwerven. De Veda's,teksten verbonden met zeer oude priesterlijke offerrituelen, en de Oepanisjads, commentaren op de Veda's uit de kring van kluizenaars, zijn normatief. Het Hindoeïsme is zeer pluriform en kent vele stromingen, maar algemeen verbreid is het geloof in Brahman (het goddelijke), sansara (zielsverhuizing), karma (schuld) en moksja (verlossing). Het Boeddhisme is ontstaan in India, maar heeft vooral invloed in andere Zuid-Oost Aziatische landen. Een boeddhist belijdt: Ik neem mijn toevlucht tot de Boeddha, tot de dharma (de heilsweg)en tot de sanga (de monnikengemeenschap). De Boeddha (de Verlichte) werd in 566 voor Christus als kroonprins Siddharta Gautama geboren in een vorstendom aan de voet van de Himalaya en maakte dus deel uit van de stand van de ridders en vorsten. Hij leefde ogenschijnlijk gelukkig in zijn familie, maar als hij geconfronteerd wordt met oude man, een zieke, een dode en een asceet trekt hij zich terug uit de wereld. Na zich tevergeefs te hebben overgegeven aan strenge vormen van ascese zoekt hij een andere weg. Mediterend onder een vijgenboom bereikt hij in maart/april 533 de verlichting. Hij gaat na enige tijd zijn heilsweg verkondigen die 4 edele waarheden omvat: 1-Het menselijk leven is lijden; 2-De oorsprong van het lijden is de begeerte; 3-Bevrijding uit het lijden is mogelijk; 4-Daarvoor moet men het achtvoudige pad volgen. Dit pad wordt samengevat in 3 punten. Het eerste , ascetisch-moreel gedrag (juist geloof, juist handelen, juist spreken) geldt voor allen. Een bepaalde vorm van medelijden speelt hier een belangrijke rol. Het tweede en het derde punt, de juiste meditatie en het juiste inzicht, gelden met name voor monniken en nonnen. Dit pad volgend kan men het Nirwana bereiken. Dit wordt vergeleken met het uitwaaien van een vlam omdat de brandstof, de begeerte, op is. Van veel belang is het ontstaan van een gemeenschap van monniken die deze heilsleer doorgeeft. De Boeddha lijkt op andere goeroes van zijn tijd, want evenals zij ontdekt hij een heilsweg niet door riten maar door meditatie. Evenwel, hij neemt afstand van de suprematie van de Brahmanen, het kastenstelsel , het ritualisme en het gezag van de Veda's. Zo komt hij buiten het Hindoeïsme te staan. Na zijn dood wordt de Boeddha door zijn volgelingen vereerd. In koepelvormige Stupa's worden relieken van hem bewaard. Boeddhistische concilies worden georganiseerd, en een Canon, de Tripitaka, een uit drie delen bestaand heilig Boek, wordt samengesteld. Ongeveer 250 voor Christus aanvaardt een machtige koning, Asika, de leer van de Boeddha en verbreidt die in zijn rijk. Het Boeddhisme heeft drie hoofdvormen: 1- De Theravada, de leer der ouden. Deze is in het bijzonder bestemd voor monniken, die door de leken ondersteund worden. Deze vorm van Boeddhisme is staatsgodsdienst in Birma, Sri Lanka enThailand. 2- De Mahayana, het "Grote Vaartuig", is meer een religie voor leken. Hier vereert men verschijningen van de Boeddha, die levende wezens op weg helpen naar het heil, bijvoorbeeld Avalokiteshvara, die de vorm heeft van een godin vol medelijden, en Amida, de Heer van het Paradijs. Deze leer komt tot uitdrukking in speciale geschriften, soetra's. 3- Het Diamanten Vaartuig,gekenmerkt door een sterk ritualisme, en door speciale inwijdingen onder leiding van een meester. In Tibet bestaat het Lamaïsme. De Dalai Lama wordt gezien als een incarnatie van Avalokiteshvara. In China combineert men het Mahayana Boeddhisme met taoïstische praktijken en het Confucianisme, in Japan met de traditioneel Japanse Shinto religie. In de loop van de tijd hebben zich verschillende syntheses tussen deze godsdienstige tradities ontwikkeld. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 11 SPIRITUALITEIT 3e jaar: docent mw. drs. H.P. Hummel, Dijkje 116, 3077 CM Rotterdam. Tel. 010-4835632, e-mail: [email protected] 3e jaar (8 lessen): Het woord spiritualiteit is de laatste jaren steeds bekender geworden, ook binnen het protestantisme; het vakgebied van de spiritualiteit is binnen het geheel van de theologie meer in beeld gekomen. Bij ’spiritualiteit’ doelen we op de ervaringskant van het geloven. Termen die we in dit kader tegenkomen zijn ‘geestelijk leven’ of ‘innerlijk leven’, en ook worden er meer expliciete aanduidingen gebruikt, zoals ‘mystiek’ of ‘bevinding’. In de eerste les wordt begonnen met een uitleg over en de ontwikkeling van het woord ‘spiritualiteit’, waarbij we op zoek gaan naar kenmerkende elementen. Van daaruit komen er in de volgende lessen diverse uitingen van (christelijke) spiritualiteit aan de orde, zowel uit de geschiedenis als uit het heden. Verder staan we tijdens de lessen stil bij de beleving en de oefening van spiritualiteit en doen we zelf een enkele meditatieve oefening in groepsverband. Bij de lessen horen ook enkele persoonlijke huiswerkopdrachten. Er wordt gewerkt met ondersteunende stencils, die per les worden uitgereikt. FILOSOFIE 3e jaar: docent dr. J.C. de Bas, Statenweg 96a, 3039 JJ Rotterdam. Tel. 010-4655300, e-mail: [email protected] 3e jaar (6 lessen): Filosofie is een enorm breed terrein. In deze zeer korte inleiding wil ik u laten ontdekken hoe enkele grondvragen in de geschiedenis van de filosofie voortdurend terug komen. We doen dat aan de hand van twee oude denkers en twee denkstromingen van vandaag. De twee eerste lessen besteden we aan Plato, de grondlegger van de filosofie als zelfstandige denkwijze. Hij buigt zich over de vraag, hoe wij in het leven zekerheid kunnen verwerven en orde kunnen scheppen in de chaotische veelheid van het bestaan. Daarbij zoekt hij vastheid in een werkelijkheid die achter (boven) onze aardse werkelijkheid ligt. De richting die hij wijst heeft alle eeuwen door ons denken en geloven bepaald. Ze begeleidt onze zoektocht naar antwoord op vragen als: “Wat is identiteit, wat is traditie, wat is de ziel?” Plato is nog altijd onder ons. Het tweede lessenpaar houden we ons bezig met Friedrich Nietzsche. Hij constateert, dat in zijn tijd, waarin het menselijk verstand alle autoriteit heeft afgewezen en zelfstandig denkt en kiest, “God dood is.” Daarmee keert hij zich niet tegen religie, maar wel tegen de alomtegenwoordigheid van Plato in het denken en geloven. Hij is juist pleitbezorger van de aardse werkelijkheid, met alle chaos, veelheid en onzekerheid: “Blijf de aarde trouw!” Nietzsche is een zeer bewogen, hartstochtelijke filosoof die hardhandig vele heilige huisjes vernielt. Hij staat bekend als “de filosoof met de hamer.” Zijn geschriften hebben een onuitwisbare invloed gehad op alle denkers na hem. In het derde lessenduo proberen we te ontdekken hoe in onze tijd de twee stromen, vanuit Plato en vanuit Nietzsche, met elkaar in gesprek en in strijd zijn, in de vorm van modernisme en postmodernisme. Het modernisme van de industriële, geglobaliseerde tijd – met zijn grote verhalen van communisme, fascisme, socialisme, kapitalisme, liberalisme. En het postmodernisme, dat die grote verhalen in twijfel trekt en pleitbezorger is van alles wat anders is, de veelheid die fascineert en beangst, maar wel onze werkelijkheid is. Bij modernisme en postmodernisme gaat het om twee visies op identiteit, kennis, traditie, geloof die bij elkaar horen. Met die twee visies (die hun wortels hebben in het denken van Plato en Nietzsche) hebben we dagelijks in de praktijk te maken, zo zullen we ontdekken. Aan het eind hebt u vooral iets meer inzicht in een aantal fundamentele vragen van vandaag en zal het ook duidelijk zijn dat theologische vragen en antwoorden altijd opkomen uit een filosofisch kader. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 12 GEMEENTE-OPBOUW 3e jaar: docent drs. J.E. Schelling, Merwestraat 60, 3361 HM Sliedrecht. Tel. 0184 -771195, e-mail: [email protected] 3e jaar (8 lessen): Je kunt in 4 bijeenkomsten(8 lessen) natuurlijk alleen maar proeven aan dit zeer actuele en veranderende vakgebied. Belangrijke ontwikkelingen die in het vak voorbij komen zijn: secularisatie, missionaire presentie en pionieren, het probleem van de aansluiting tussen de huidige (traditionele) kerken met de jongere doelgroepen (tot 50 jaar). Gemeente-opbouw betekent nadenken over hoe je op een zo goed mogelijke manier: a. gemeente kunt zijn b. in deze tijd, met deze mensen c. in deze kerk(gemeenschap) d. in de plaatselijke situatie. A. Welke factoren spelen hier een rol? Jan Hendriks geeft in zijn boek "De vitale en aantrekkelijke gemeente" een vijftal factoren aan: identiteit, doelen en taken, leiding, klimaat en structuur. B. Hoe ziet onze tijd eruit, wat speelt daarin, welke effecten heeft dat op mensen als het gaat om betrokkenheid bij kerk en gemeente? Hoe ontwikkelen mensen zich persoonlijk en collectief? C. We kijken in de cursus ook naar de levensloop van de kerk en van lokale gemeenten. Want er zijn kerken, die pasgeboren zijn (vinex- of migrantenkerken) of in zekere zin aan het eind van hun leven zijn (kerkfusies en kerksluiting). Bij deze momenten past een andere wijze van kerk-zijn en van leiding geven. Ook zien we hoe op deze ontwikkeling landelijk wordt ingespeeld. Om het geheel goed te begrijpen zullen we eerst beginnen met het schetsen van de belangrijkste kerkmodellen in Nederland. D. Allerlei plaatselijke situaties worden "aangeraakt" doordat cursisten ieder voor zich reageren op de geboden informatie en dat herkenning of vervreemding met de eigen situatie oproept. Dus daar staan we in de lessen uitgebreid bij stil. Ook vindt er een afsluitende opdracht (tijdens de vierde bijeenkomst) plaats zodat er zelf met de belangrijkste facetten van gemeente-opbouw wordt gewerkt. Aan de hand van deze opbouw worden de lessen vormgegeven. De lessen kennen een hoge mate van meedoen (participatie) door middel van werkvormen en gesprek. Hoewel veel cursisten vooraf zeggen tegen dit vak op te zien (saai en zakelijk), nemen velen ‘bekeerd afscheid na de 4 bijeenkomsten. Gids basiscursis TVG Rotterdam 2016-2017 13