Cursus Theologische Vorming voor Gemeenteleden

advertisement
Cursus Theologische Vorming voor Gemeenteleden
Cursusjaar 2010
Welkom op de cursus Theologische Vorming Gemeente leden in Rijssen
Doel van de cursus:
-Vorming van de kennis van de bijbel.
-Geschiedenis van kerk en zending.
-Vragen met betrekking tot het belijden van de kerk.
-Verwerking van persoonlijke geloofsvragen.
-Bezinning en doordenking van de vragen, die in deze tijd op ons afkomen.
-Toerusting voor het vervullen van taken in de gemeente
Inhoud van de vakken
In deze brochure vertelt ieder van de docenten welke inhoud zij aan hun vak geven. U leest wat
hen als doel voor ogen staat en welke betekenis hun vak heeft voor deze tijd.
Opzet van de cursus
Vanuit een samenwerkingsverband worden er cursussen georganiseerd in: Gouda, Harderwijk,
Middelharnis, Rijssen en Zeist.
Het is een driejarige cursus, die op zaterdagmorgen meestal om de 14 dagen vanaf september
tot juni wordt gegeven.
Totaal ongeveer 20 zaterdagen. We beginnen om 9.00 uur en eindigen om 12.15 uur.
Een cursusochtend bestaat uit drie lesuren, die onderbroken worden door een korte pauze.
De cursus wordt gegeven in het Hervormd Kerkelijk Centrum Sion, Joh. Vermeerstraat 2,
Rijssen.
Certificaat
Iedereen, die drie jaar aan alle activiteiten van de cursus heeft deelgenomen, ontvangt aan het
einde van de cursus een certificaat. Daarna is er voor belangstellenden nog een vervolgcursus,
het ‘Studium Generale’. Deze cursus bestaat uit een beperkt aantal zaterdagmorgens (2 morgens
in cursusjaar 2009-2010).
Toelatingsvoorwaarden
Iedereen is welkom, ongeacht vooropleiding, kerklidmaatschap of leeftijd. Er zijn o.a. cursisten
van goed 20 jaar, maar er zijn ook AOW-genieters.
Studiebelasting en studiemateriaal
Voor elk vak worden door de docenten opdrachten voor zelfstudie aan de cursisten gegeven. Dat
behoeft niet gezien te worden als een absolute verplichting.
Het is de bedoeling van de cursusleiding, dat de prijs van de noodzakelijk aan te schaffen boeken
binnen redelijke perken blijft.
Heel vaak zorgt de docent, dat er stencils zijn van de behandelde stof.
Open dag
Om een indruk te geven van de lessen en de sfeer te proeven, bent u van harte welkom op de
open dag. Deze worden dit jaar gehouden op 10 en 24 april, aanvang 9.00 uur in Sion.
Secretariaat
Mevr. A. Kppers, Esstraat
[email protected]
48,
7462
EH
Rijssen,
tel.
0548-512131,
Penningmeester:
Dhr. G.J. van Putten, Dannenberg 9, 7461TH Rijssen, tel. 0548-514174,
[email protected]
Bankrekeningnummer 679962212
Belangstelling voor de uitgebreide info-gids? Een telefoontje of mailtje is voldoende.
e-mail
e-mail:
Docenten van de cursus
Drs. L.A.Burger, Tasveldweg 22, 7462 DR Rijssen ,tel. 513391,
e-mail: [email protected]
Dhr. W.C.Groenewegen, G.A.zn.Brederodestraat 12, 7461 ZT Rijssen, tel. 0548-516293,
e-mail: [email protected]
Ds K.A. Hazeleger, Gozem Gritterstraat 35, 7687 BZ Daarlerveen, tel. 0546-642562,
e-mail [email protected]
Ds. G. de Lang, Hoofdweg 68, 7676AK Westerhaar-Vriezenv. Wijk, tel 0546-659160,
e-mail: [email protected]
Ds. H. Markus, J.W. Frisostraat 38, 7462 GX Rijssen, tel. 0548-519549,
e-mail: [email protected]
Ds. H.A.v.d.Pol, Valeriaanstraat 4, 7641 CZ Wierden, tel. 0546-575432, (cursusleider)
e-mail: [email protected]
Ds. B. E. Weerd, Plansoenenlaan 5, 7642 EC Wierden, tel. 0546-571576,
e-mail: [email protected]
Ds. R. F. de Wit, Verzetstraat 122, 7671 GN Vriezenveen, tel. 0546-561254,
e-mail: [email protected]
Ds M.B. Plette, Platanenplein 1, 7671 HJ Vriezenveen, tel 0546-561527,
e-mail: [email protected]
Cursusleider:
Ds. H. A. van de Pol, Valeriaanstraat 4, 7641 CZ Wierden, tel. 0546-575432,
e-mail: [email protected]
Aanmelding, inschrijving en cursusgeld
Mevr. A. Kippers, Esstraat 48, 7462 EH Rijssen, tel. 0548-512131
e-mail: [email protected]
Het cursusgeld bedraagt voor één jaar € 165-. Echtparen betalen slechts € 250,--.
Dit bedrag is voor 20 morgens van elk drie lesuren. De cursus 2009-2010 is inmiddels begonnen
op 29 augustus en eindigt op 8 mei
Vragen?
Mocht u nog meer informatie willen, belt u gerust naar het secretariaat, penningmeester of naar
de cursusleider.
Per vak bekeken:
Nieuwe Testament
We gaan bij dit onderdeel van de cursus letten op het bijzondere, het karakteristieke van elk
Bijbelboek van het Nieuwe Testament. Hierbij stellen we dan de volgende vragen:
a.
b.
c.
Wie was de schrijver en voor wie schreef hij?
Waar, wanneer en onder welke omstandigheden werd het geschrift geschreven?
Met welk doel werd het geschreven?
In het eerste cursusjaar richten we onze aandacht in het bijzonder op de evangeliën en het boek
Handelingen.. Bij de evangeliën letten we op hun onderlinge samenhang.
In dit jaar besteden we ook enige aandacht aan de ontstaansgeschiedenis van het Nieuwe
Testament.
In de andere twee cursusjaren bespreken we met elkaar de brieven en de Openbaring van
Johannes.
Hierbij komen dezelfde vragen terug als bij de evangeliën en het boek Handelingen. We zoeken
een antwoord op de vraag: Wat wil de schrijver vooral benadrukken? Elke les sluiten we af met
het bespreken van een aantal karakteristieke teksten van het bijbelboek, waarmee we ons bezig
hebben gehouden. Hierbij vragen we ons af: Waarom staat een bepaalde tekst er zo en wat
bedoelt de schrijver er mee te zeggen?
L.A. Burger
Oude Testament
In de christelijke kerk staat Jezus Christus centraal. Hij wordt met name in het Nieuwe
Testament aan ons voorgesteld. Toch heeft de kerk – terecht – altijd volgehouden dat het Oude
Testament nog steeds volop actueel is. Tijdens de cursus gaan we op zoek naar een dieper
verstaan van dit deel van de bijbel.
In jaar 1 kijken we met name naar de vorm van het Oude Testament, zeg maar het uiterlijk. Het
Oude Testament is voor ons het eerste deel van de bijbel, maar dat is niet altijd zo geweest. Het
Oude Testament is allereerst het boek van Israël. En: oorspronkelijk was het helemaal geen
eenheid; de boeken die later het Oude Testament gingen vormen, bestonden eerst los van elkaar.
We vragen ons af: hoe is die ontwikkeling gegaan? Waarom ging men op een gegeven moment
bepaalde boeken anders bekijken dan andere boeken? Hoe bepaalde men welke boeken wel bij het
Oude Testament moesten horen en welke niet?
In jaar 2 gaan we meer aan de slag met de inhoud van het Oude Testament, zeg maar het
innerlijk. We volgen de geschiedenis van Israël zoals het Oude Testament die beschrijft. We
gaan daarbij ook op zoek naar de ‘prediking’ zoals die door de geschiedenis van Israël heen uit
het Oude Testament naar voren komt. Wat is de boodschap van het Oude Testament? In jaar 3
tenslotte houden we ons bezig met de uitleg van bepaalde teksten van het Oude Testament. We
nemen de tijd om een aantal gedeeltes grondig met elkaar te lezen en gaan op zoek naar de
betekenis ervan.
K.A. Hazeleger
Kerkgeschiedenis
. Hoe was het leven van de eerste christenen? Welke plaats namen zij in in de samenleving?
Waarom werden ze vervolgd?
Ik heb wel eens gehoord, dat de zondag oorspronkelijk een gewone werkdag was. Wanneer is dat
veranderd?
Kluizenaars. De grondleggers voor de latere kloosters. Wat waren dat voor mensen? Wat bewoog
hen zich terug te trekken uit de samenleving?
Augustinus. Ik heb zijn naam wel eens horen vallen, maar wat is het voor man geweest?
Erasmus was bijna uitgeroepen tot de grootste Nederlander aller tijden. De universiteit van
Rotterdam is naar hem genoemd. Maar wat weet ik eigenlijk van hem?
Datzelfde geldt voor Luther, Zwingli en Calvijn.
Onze kerk kent belijdenisgeschriften: De apostolische geloofsbelijdenis, de geloofsbelijdenis
van Nicea, de geloofsbelijdenis van Athanasius, de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de
Heidelbergse Catechismus, de Dordtse Leerregels. Het zou best nuttig zijn daar wat meer van te
weten. De catechismus van Genève en de Augsburgse Confessie, ook belijdenisgeschriften van
onze kerk, ken ik zelfs helemaal niet.
In oude bijbeltjes staat, dat deze vertaling tot stand is gekomen op last van de Hoogmogende
Heren Staten-Generaal der verenigde Nederlanden en volgens het besluit van de Synode
Nationaal gehouden te Dordrecht, in de jaren 1618-1619. Maar wat wil dit alles zeggen.
Ik heb wel eens gehoord van de Nadere Reformatie, het Piëtisme, de Puriteinen. Wat voor
stromingen zijn dat geweest? Evenals de Verlichting, het Reveil, de Afscheiding en Doleantie.
Wat moet ik me voorstellen bij figuren als Kohlbrugge, Abraham Kuyper, Bonhoeffer, Karl Barth?
Hoe is de PKN tot stand gekomen?
Tenslotte: Hoe heeft de kerk de eeuwen door ernst gemaakt met de zendingsopdracht?
Dit en nog veel meer komt bij het vak kerkgeschiedenis aan de orde. Saai, muf? Wel neen. Door
ons in het verleden te verdiepen, gaat dat veel meer voor ons leven en gaan we allerlei dingen in
het heden veel beter begrijpen.
H.A.v.d.Pol
Dogmatiek
Begripsbepaling.
Dogmatiek is geloofsleer. Hoe denkt de kerk over een bepaald geloofsstuk, bijvoorbeeld, de
maagdelijke geboorte van Christus? En hoe is in de geschiedenis van de kerk daarover gedacht?
Daarop geeft de dogmatiek antwoord. Het is dus een vak dat nauw verbonden is met de
geschiedenis der kerk. In de dogmatiek vatten we dus schriftgegevens samen. Daarmee wordt
duidelijk dat wij niet de eerste christenen zijn, maar dat we staan in de traditie van de kerk der
reformatie en van alle eeuwen. Als het gaat om de kernpunten van het christelijk geloof, beleden
christenen in vroeger tijden hetzelfde als wij. En als zij soms bepaalde leerstukken anders
beleden of beleefden was dat omdat zij in een andere tijd leefden dan wij. Het spreekt vanzelf
dat de dogmatiek in de Rooms Katholieke Kerk anders wordt gefundeerd dan in de
gereformeerde traditie. Dit verschil hangt samen met het feit dat in de gereformeerde traditie
de Schrift alleen beslist over het dogma en het desnoods corrigeert, terwijl in de R.K-kerk de
kerk beslist over het dogma. Dat is een totaal andere benadering.
Wat doe je vandaag met dogmatiek?
Dogmatiek is van groot belang om:
te beseffen dat je niet de eerste belijder en verdediger bent van de waarheid van God en Zijn
Zoon Jezus Christus. We staan dus op de schouders van ons voorgeslacht. Dat maakt ons
bescheiden en ootmoedig. Zij hebben dwalingen onderkend en afgewezen. Ze hebben door
dieptepunten heen zicht gehad en gekregen op de hoogtepunten in de Schrift en dat ook opnieuw
verwoord. Dat maakt ons vrijmoedig om de klassieke dogma’s der kerk eigentijds te belijden en
te verwoorden.
ons geloof te belijden en naar de wereld te verdedigen. Zo dragen we uit wat de Schrift ons
voorzegt en wat altijd beleden is. Zonder dogmatistisch te worden houden we aan het christelijk
en schriftuurlijk dogma vast en komen we daarvoor op omdat het hart van de kerk daarin klopt.
de lijnen en kaders van de Schrift helder te hebben. Dogmatische bezinning geeft een scherpe
belijning aan de kerkelijke arbeid zoals bijv. prediking, catechese en theologie. Zonder
dogmatische bezinning blijft dit alles wat vaag en wazig
verwoord. Dat maakt ons vrijmoedig om de klassieke dogma’s der kerk eigentijds te belijden en
te verwoorden.
G. de Lang
Pastoraat en diaconaat
Met het beeld dat Paulus gebruikt voor de gemeente als lichaam dat één is, wil ik het vak
pastoraat en diaconaat bij u inleiden.
Als Paulus zegt dat het lichaam één is, dan verbindt hij daar een prachtige vanzelfsprekende
consequentie aan, als hij zegt: “als één lid lijdt, lijden alle leden.”
Maar klopt dat ook voor de gemeente? Het lijkt erop dat we ons lange tijd voornamelijk bezig
houden en hebben gehouden met de voeding: prediking, bijbelstudie. Natuurlijk is goede en
gezonde voeding voor de gemeente van groot belang. Speciaal wanneer de leer in het geding is
want dan dreigen ‘voedselvergiftiging’ en ‘óndervoeding’. En toch bestaat een lichaam niet geheel
uit spijsvertering. Ook ademhaling (pastoraat), de bloedsomloop (diaconaat) en uitscheiding
(tuchthandhaving) zijn van levensbelang.
Naast rust (zondagsheiliging) en hygiëne (schuldbelijdenis) zijn beweging (goede werken) en
voortbeweging (evangelisatie) nodig.
Raakt één van deze gebieden geschonden of verwaarloosd, dan gaat de conditie van het hele
lichaam (de gemeente) achteruit.
Het lichaam gaat naar compensatie zoeken; b.v oprichten van eigen organisaties of dit te
beschouwen als versteviging van het hart/longgebied; met als gevolg dat de gemeente eigen
organisaties kan negeren; zit daar niet de kleine bloedsomloop ?
Ze hebben toch hun eigen circuit? Een biologisch lichaam zou hieraan ten gronde gaan. Mogelijk
weldoorvoed, goed gekleed en netjes gekapt. Het oog zegt tegen de hand: ik heb u niet nodig.
Volgens Paulus kan dat niet.
Er gebeuren natuurlijk goede en mooie dingen in de gemeente.
Dankbaarheid hiervoor heft echter geen tekorten op.
Leden in de knel geven nogal eens aan dat ze eigenlijk niets aan de gemeente hebben (b.v de
jongeren en gehandicapten en wat dacht U van onze doven)
Zijn zij onze “Griekssprekende weduwen”.
Het lichaam, de gemeente heeft vaak niet in de gaten hoeveel mogelijkheden tot vitaliteit het
zichzelf ontneemt door de belangen van deze gemeenteleden te verwaarlozen.
Hoeveel vreugde ze misloopt door hen onvoldoende eer te geven.
Ons Hoofd (met een hoofdletter) zit in de hemel aan de rechterhand van God. Hoofd-pijn ? Zijn
Geest woont in ons.
Veel gemeenteleden verlangen naar meer van de Geest.
Paulus beschrijft de gemeente als lichaam in het hoofdstuk over de gaven van de Geest.
Is Paulus een idealist? De realiteit is dat ogen vaak niet weten dat handen bestaan of waar hun
voeten zitten. Dat enkele spiergroepen overbelast en uitgeput raken, terwijl andere in de groei
achterblijven.
Wat hebben die achterblijvers nodig om hun functie in Christus’lichaam te gaan uitoefenen ?
Met deze vraag zitten we midden in het pastoraat en diaconaat. We zien pastoraat en diaconaat
als het verhaal van God met de mensen, geconcentreerd in de persoon en het werk van Jezus
Christus.
Gods handelen (Zijn dienen ) is er voor en t.b.v. de mensen en daarom zien we beide vakken als
een vorm van dienstverlening, (hulpverlening) die niet de kerk maar de samenleving als horizon
heeft, waarbij het ten diepste gaat om een ontmoeting met niemand minder dan de opgestane
Here en Heiland. Meer weten over pastoraat en diaconaat, over het verhaal van God met mensen
zoals u, jij en ik? Voeg de daad bij het woord…
H. Markus
Ethiek
Om er in te komen
Hoe zou de samenleving eruit zien, als niemand zou stelen?
Niet stelen
Je mag je niet iets toe-eigenen, dat van een ander is. Het accent ligt in dit gebod op het
heimelijk stelen. Denk aan de valse weegschaal (Hos. 12: 8). Roven mag ook niet, ook niet van de
vrijheid (denk aan de verkoop van Jozef, Gen. 40: 15). ………………
Alles is van God
De onderliggende gedachte onder dit gebod is, dat alles van God is (Ps. 24: 1). Ook wat wij
hebben, hebben we gekregen van God. Het recht op eigendom (dat er Bijbels gezien is) mogen we
nooit verabsoluteren. ………………………………
Bezit en geld
Het Nieuwe Testament noemt geld een grote macht. In 1 Tim. 6: 10 heeft Paulus het over de
geldgierigheid als de wortel van alle kwaad. Jakobus wijst ook duidelijk op dit gevaar. En in het
Lukasevangelie komt het thema ook verschillende keren aan de orde (in de andere evangeliën ook,
maar bij Lukas opvallend vaak). ……………………………….
Stellingen
Eens een dief, altijd een dief
Niet geven is ook stelen.
Als je in de handel zit, kun je niet eerlijk zijn
Zwartwerk moet een thema worden voor het `censura morum’
Wij dienen de Mammon door niet meer over te hebben voor de 3e wereld.
De secularisatie heeft alles te maken met de Mammon.
Een arme mag een brood stelen
Wat kunnen we leren over de omgang met geld van Lukas 16: 1-18.
De macht van het geld is in onze tijd een veel bedreigender macht dan die van de seksualiteit.
B.E. Weerd. ( vanaf cursusjaar 2010/2011 M.B. Plette)
Gemeenteopbouw
Het vak gemeenteopbouw is een nieuw vak binnen de cursus. We staan stil bij tal van vragen die
zich aandienen bij het gemeente zijn in de 21e eeuw. Verschillende gemeenten bezinnen zich op
hun rol en roeping in deze tijd. Visies op zaken die lange tijd gemeengoed waren, worden opnieuw
doordacht. Elke tijd brengt immers eigen vragen met zich mee.
Welke invloed heeft de samenleving op de kerk? Wat is het eigene van de gereformeerde
traditie? En wat is daarin onopgeefbaar? En hoe kun je als kerk tegelijkertijd midden in deze
tijd en cultuur staan? Dat zijn zo een aantal vragen waar we bij stilstaan. We gaan daarbij ook in
op missionair gemeente zijn, waar vandaag de dag veel over gesproken wordt. Tevens willen we
enige helderheid verschaffen in het almaar groeiende veld van gemeenteopbouw, door
verschillede modellen te bestuderen, waarbij we ook ingaan op de achtergronden en de theologie
die erachter zit. We kijken welke trends en veranderingen zich afspelen, en hoe je daar vanuit
onze traditie tegenaan kunt kijken. We begeven ons, anders gezegd, in het spanningsveld van
traditie en vernieuwing.
Binnen het vak gemeenteopbouw is ook aandacht voor een aantal andere deelgebieden. Zo staan
we ook een aantal uren stil bij liturgie, is er aandacht voor homiletiek en de kerkorde.
R.F. de Wit
Catechetiek
Juist, dat gaat over catechisatie. In onze gemeenten is dringend behoefte aan mensen die
catechese kunnen geven (en dat kun je leren!!!), maar ook aan kennis over de inhoud van de
catecheselessen en de wijze waarop het werd en wordt gegeven.
De cursus TVG heeft daarom bewust dit vak in het programma opgenomen.
We denken samen na over visies op catechese, de wijze waarop catechese door de eeuwen heen
gegeven is en natuurlijk ook over de catechisant van nu. Wat zegt de Bijbel over de catechisant?
In welke cultuur groeit deze catechisant op? Welke zit in zijn hoofd en hart als hij/zij het
catecheselokaal binnenstapt? Zijn er leeftijdsgebonden kenmerken bij de catechisant?
We kijken ook naar de opbouw van een les. We bereiden delen van een les voor en presenteren
dat in eigen groep. Allerlei mogelijke vormen van bezig zijn met de bijbelse boodschap komen
aan de orde, naast soorten van Bijbelstudies ook vormen van kennisoverdracht via een verhaal of
via andere vorm.
Allerlei activerende werkvormen en andere didactische mogelijkheden worden besproken en
getraind.
Er worden voorbereide lessen echt gegeven en via een video-opname weer besproken in de groep
(uiteraard op vrijwillige basis).
In het laatste jaar vergelijken we o.a. diverse catechesemethodes en ook diverse manieren van
catecheselessen in diverse kerken en groepen.
Zo draagt dit onderdeel bij aan gedegen catechetisch onderwijs binnen onze gemeenten. Dit is
nodig voor elke gemeente, die gelooft in het belang en het welzijn van de jeugd.
W.C.Groenewegen
Download