Het huidige bestaan van de staat Israël onterecht betwist?! In een recente toespraak spreekt de Britse Eerste minister Theresa May vol lof over de staat Israël, als "een geweldige land" en "een baken van tolerantie". De United Kingdom banden met Israël waren "cruciaal", zo memoreerde zij. Ze beloofde de bilaterale handelsrelatie naar nieuwe hoogten te brengen en beschreef de Balfourverklaring uit 1917 (nu 100 jaar geleden) als "een van de belangrijkste letters in de geschiedenis." In onze Westerse wereld is door de berichtgeving en commentaren van bepaalde Midden-Oostendeskundigen helaas een heel ander beeld ontstaan over de staat Israël, ook onder christenen. Weinig mensen, helaas ook christenen, kennen de geschiedenis van de staat Israël en geloven de leugens die via de media ons worden aangereikt. De Arabische propaganda doet zijn werk goed, gesteund door de linkse media. En wat moet je denken van de recent aangenomen Unesco- en VN- resoluties? Direct daarna volgt in Parijs op 14 en 15 januari een internationale bijeenkomst waarin 70 landen willen komen tot een twee- statenoplossing met Oost- Jeruzalem als hoofdstad van de Palestijnse staat. De druk op Israël wordt opgevoerd en heel de wereld bemoeit zich er mee. Wat speelt er allemaal op de achtergrond in deze complexe situatie? Een woord vooraf: De kern van het hedendaagse conflict draait m.n. om de landsbelofte. In Genesis 17:7-8 staat: Ik zal mijn verbond oprichten tussen Mij en u en uw nageslacht in hun geslachten, tot een eeuwig verbond, om u en uw nageslacht tot een God te zijn. Ik zal aan u en uw nageslacht het land, waarin gij als vreemdeling vertoeft, het ganse land Kanaän, tot een altoosdurende bezitting geven, en Ik zal hun tot een God zijn. God geeft deze belofte aan Abraham. Het land heet dan nog Kanaän. Nu claimen Arabieren het land ook als afstammeling van Ismaël. Omdat Ismaël de eerstgeborene is, vinden moslims dat Arabieren ook recht op dit land hebben. Maar de Bijbel is duidelijk dat het land toekomt aan de zoon van de belofte. ....dit betreft Isaak en zijn nakomelingen. In Genesis 28:4 staat: Hij geve u de zegen van Abraham, u en uw nageslacht met u, zodat gij het land uwer vreemdelingschap, dat God aan Abraham gegeven heeft, in bezit krijgt. Hier geeft Izaäk zijn zoon Jakob instructie aangaande het land dat beloofd is aan Abraham. De landsbelofte is dan ook niet los te zien van de bijzondere verkiezing van het volk Israël in de lijn van de aartsvaders Abraham, Izaäk en Jacob. Een dergelijke overlevering kennen moslims niet aangaande Ismaël. U zult zeggen maar er is ook een ballingschap geweest..... is juist, maar..... In de tijd van Jozua werden de Israëlieten (de nakomelingen van Izaäk) eigenaar van het land, het werd toen voor het eerst Israël genoemd. Zo werd de belofte van God definitief vervuld. Maar door ongehoorzaamheid van het volk leidde dit tot splitsing van het land. Eerst in twee koninkrijken, later werd het land definitief veroverd door de Babyloniërs. Vanaf dat moment hadden de Israëlieten eigenlijk nooit geen zeggenschap meer over het land m.u.v. een korte periode ten tijde van de Makkabeeën. Het land werd geregeerd door o.a. Babyloniërs, Grieken, Romeinen, Arabieren en Britten. De Israëlieten raakten ongeveer 600 jaar voor Christus de zeggenschap over het land kwijt,maar….... De profeten van Israël kondigden echter herhaaldelijk aan dat God naar de Israëlieten zou omzien en hen terug zou brengen naar hun land. Dit laatste wordt dikwijls vergeten! Hij zou hen verzamelen uit alle uithoeken van de wereld en ze het land dat Hij beloofd had 1 teruggeven. Lees b.v. Jesaja 11 :12, Ezechiël 34:11-13, Ezechiël 37, enz. Dit is wat door God in vervulling is gebracht en nog nader vervuld zal worden. De Palestijnse bevolking: Palestina als een vrije, welvarende staat heeft nooit bestaan. Tot ca. 1965 bestonden er geen Palestijnen. Het land was tot ver in de 19e eeuw zeer dun bevolkt, verwaarloosd, verlaten en verwoest. Er kwam pas enige bloei toen eind 19e eeuw/ begin 20e eeuw, de eerste Joodse zionistische pioniers naar hun oude land van belofte kwamen (maakten alija). De eerste grote alijagolf vond plaats in 1882. De eerste Joodse nederzetting was Risjon-leTsion, waar 40 Joodse families gingen wonen. Met ongelooflijke kracht, inzet en idealisme lukte het hun het verwaarloosde woestijnachtige land tot nieuw leven te brengen. Dat succes trok anderen uit de hele Arabische islamitische wereld aan, zelfs Europeanen. In 1889 hadden zich meer dan 400 Arabische families bij de Joodse pioniers gevoegd vanwege het succes van de Zionisten. Meer dan 90% van diegene die zich nu Palestijnen noemen stamt uit families die zich pas na de eerste pioniers vestigden in Israël. Bij een volkstelling in 1931 telde de moslimbevolking van Palestina 24 verschillende landen van herkomst. We moeten ons dus niets wijs laten maken over een historisch Palestina en zijn verdrukte en verdreven oorspronkelijke bevolking. Tot 70 na Chr. werd Palestina algemeen beschouwd als "het land der Joden". De naam Palestina dateert overigens uit de tijd van Hadrianus (117-138 ) die Jeruzalem de naam geeft van Aelia Capitolina. Hadrianus probeerde alle Joden uit Palestina te verdrijven. Dit is hem echter nooit helemaal gelukt. Er is altijd een Joodse bevolking in dit gebied gebleven. Daarnaast was er in wisselende omvang sprake van een christelijke en islamitische bevolking en rondtrekkende bedoeïenen stammen. Het verlangen om terug te keren naar Sion (Zionisten) heeft altijd centraal gestaan in het Joodse denken en is ook te lezen in het Oude Testament. Dat heeft het Joodse volk ook helpen overleven in de diaspora, ondanks de vele pogroms. De seder- maaltijd met Pesach eindigt nog altijd met: "volgend jaar in Jeruzalem". Joden konden en wilden zich niet assimileren met de bevolking waar zij woonden waar ook ter wereld, zij bleven Jood en hielden vast aan hun tradities. Het Zionisme: In ca. 1860 schreef rabbijn Zvi Hirsch Kalischer reeds een boek waarin hij op grond van de Bijbel bewees dat er een Joodse staat moest komen. Een belangrijk pleiter en latere leider van het Zionisme was de journalist Theodor Herzl. Hij was geschokt door het antisemitisme dat ook hij in zijn tijd waarnam en schreef in 1896 een pamflet "der Judenstaat" waarin hij de oprichting van een Joodse staat voorstelde. In 1897 riep hij op eigen kosten in Bazel een Zionistisch wereldcongres (ZWC) bijeen. Er namen 204 gedelegeerden aan deel en het programma was erop gericht een Joods thuisland in Palestina te stichten. Herzl nam na het congres contact op met de Duitse keizer Wilhelm II. Deze zag er wel brood in om zo van de Joden af te komen en zijn invloed te vermeerderen in Palestina. In 1898 kwam de keizer naar Jeruzalem voor een gesprek. Ook nam Herzl contact op met de sultan van Turkije, die in die periode heerste over Palestina, om toestemming te vragen om Palestina te mogen koloniseren. Hij kreeg geen toestemming en vroeg daarom in 1903 Groot Brittannië (Chamberlain) om hulp. Chamberlain bood Herzl het land Oeganda 2 aan als Joodse staat. Intussen waren er reeds 40.000 Joden uit Rusland naar Palestina gekomen ten gevolge van de pogroms aldaar. Het aanbod van Oeganda werd door het Zionistisch Wereld Congres geweigerd met name door de Oost- Europese Joden met hun grootste Bijbel-geleerden en Talmoed- academies. Zij wilden terugkeren naar het land van de Bijbelse beloften. Toen trok keizer Wilhelm II ook zijn steun in. De Joden hielden vast dat Israël het enige land kon zijn op grond van de Bijbelse beloften. Vanaf 1903-1914 kwamen nog eens 50.000 Joden uit Oost Europa naar Palestina. In 1914 brak de eerste wereldoorlog uit. Tijdens deze oorlog had Groot Brittannië een groot gebrek aan buskruit. Churchill - toen nog lid van het Lagerhuis- benaderde Chaim Weizmann, een briljant Joodse chemicus. Weizmann bleek in staat in korte tijd nieuw oorlogsmateriaal te ontwikkelen. Toen hem door de Britse regering werd gevraagd wat hij als beloning wilde hebben, antwoordde hij: Ik wil maar één ding..............een Vaderland ( Nationaal Tehuis) voor mijn volk. Het Joodse volk dat ca. 18 eeuwen lang van zijn oorspronkelijke vaderland was gescheiden maakte aanspraak op teruggave. Het antwoord hierop was de Balfour-verklaring in 1917. Eigenlijk is dus 1917 (NU 100 JAAR GELEDEN) en niet 1948 het grote keerpunt in de Joodse geschiedenis, waarin met name Weizmann een heel belangrijke rol heeft gespeeld. In deze verklaring stond dat er door de Britten een maximale inspanning gedaan zou worden tot de oprichting van een Nationaal Tehuis voor de Joden. Een maand later kon deze resolutie in praktijk worden gebracht omdat op 11 november 1917 de Britten de sleutels van Jeruzalem ontvingen uit handen van de Turkse autoriteiten. In het jaar daarop werd de rest van het land door de Britten veroverd op de Turken. Dit was ook eigen belang van de Britten in verband met de vaarroute via het Suezkanaal, de vitale Britse verbinding met India. Hierna namen de Britten de verantwoordelijkheid van het mandaatgebied (het huidige Jordanie +Israël + Westbank + Gaza) op zich. Na de WO I maakten de Arabische landen overigens geen aanspraak op Palestina en waren zij niet afgunstig. De Arabische belangen werden behartigd door Emir Feisal. Weizmann had na 1918 contact met hem en kwam tot goede afspraken over de landverdeling. Dit was tijdens de periode van de vredesconferentie van Parijs ( 1919): "Arabië voor de Arabieren en Judea voor de Joden". Het zojuist genoemde mandaatgebied werd in 1922 als het "Palestijnse Mandaat" officieel aan Engeland toevertrouwd door de Volkerenbond, de voorloper van de Verenigde Naties. Helaas draaide de Britse overheid de Verklaring van Balfour na korte tijd de rug toe, onder druk van de Arabieren. Dit beperkte de Joodse immigratie, terwijl merkwaardig genoeg de immigratie van Arabieren door de Engelsen werd aangemoedigd. In 1920 moedigde de Britse gouverneur van Jeruzalem, Sr. Ronald Storrs, in valse samenwerking met de Arabische Moeftie, Haj-al-Hoesseini heimelijk aan tot rellen om de Britse regering te doordringen van de impopulariteit van het Zionistische beleid. Hoesseini wilde opheffing van het Joods Nationaal Tehuis en intrekking van de Balfour-verklaring en in plaats daarvan een onafhankelijke Arabische staat in het gehele mandaatgebied. Hij ging ook tekeer tegen de verkoop van grond aan de Joden. Hiermee was het begin van het Arabisch-Joodse conflict een feit. In 1921 stoot Groot Brittannië, tegen alle eerdere afspraken in, 77% van het aan de Joden toegezegde mandaatgebied/ thuisland af en geeft dit aan Emir Abdullah. Dit land kennen wij nu als het huidige Jordanië. Eigenlijk werd hiermee de twee-statenoplossing waar afgelopen 14 en 15 januari In Parijs over werd gediscussieerd toen al een feit en nog wel met 77%, een onevenredig groot voordeel voor de Arabieren. Minister Churchill schreef in zijn "Witboek" dat Joden zich niet meer in Jordanië mochten vestigen. Er ontstond voor het eerst een conflict tussen het Britse bestuur en de Joden, die in het mandaatgebied 3 Palestina woonden. Toch aanvaarden de Zionisten het Witboek, ondanks de tegenstand en het geweld tegen hen. Maar ondanks opgelegde beperkingen ging de Joodse immigratie tussen 19241928 door wat resulteerde in 67.000 immigranten. Op 23 augustus 1929 vielen honderden moslims Joden aan en in het zelfde jaar werden er 133 Joden vermoord. De Britten verboden de Joden echter de wapens op te nemen om zichzelf te verdedigen en leverden in het geheim zelfs wapens aan de Arabieren. In de jaren '30 bleef het redelijk rustig. De bewaking en verdediging van gekochte akkers en landbouwnederzettingen maar ook van de steden, tegen Arabische geweld was echter wel nodig. In 1937 stuurde de Britse regering een Koninklijke Commissie naar Palestina, de Commissie Peel, met een plan voor verdere verdeling van het land (de overgebleven 23%). Dit gebeurde in dezelfde periode dat in Duitsland en Europa het nazisme al heel sterk opkwam en er reeds deportaties van Joden plaatsvonden. Veel Joden probeerden te vluchten, in 1935 waren er ca. 62.000 immigranten. Het plan Peel betekende dat de Joden een heel klein stuk land zouden krijgen, aanzienlijk minder dan wat ze in 1948 zouden innemen. De Joden zagen heel goed wat er in Duitsland aan de hand was en besloten het toegewezen deel volgens plan Peel te accepteren. Het plan werd echter verworpen door de Arabieren, die verklaarden dat ze een Joodse staat in Palestina nooit zullen accepteren. Er was bij de Arabieren een filosofie "alles of niets" ontwikkeld. De Arabische opstanden en aanslagen gingen door. In juli 1938 werd een conferentie samengeroepen in Evian te Zwitserland, om te bespreken hoe de Joden uit de handen van de nazi's gered konden worden. Vertegenwoordigers van meer dan 30 landen waren aanwezig, maar er werd geen thuis gevonden voor de vervolgde Joden in Europa. Groot Brittannië had daarbij een heimelijke overeenkomst gesloten met Duitsland dat het idee om Palestina te gebruiken als thuisland voor de Joden niet ter sprake zou worden gebracht in Evian. Voor de nazi's was de stemming op de conferentie HET BEWIJS DAT NIEMAND OM DE JODEN GAF.......de nazi's konden gerust "hun gang" gaan. Dit was een opmaat voor de Kristallnacht in Duitsland. De opstelling van de ruim 30 landen, maar vooral van de Britten, blijft onbegrijpelijk. Begin 1939 kwamen de Britten opnieuw met een bizar voorstel. In dit voorstel zou een door de Arabieren gedomineerde staat worden opgericht in Palestina. In deze staat zouden tot 1944 slechts 75.000 Joden worden toegelaten, waarvan de Arabieren daarna zouden mogen bepalen hoeveel Joden zij zouden toelaten. De Britten zouden zich terugtrekken, waardoor de Arabieren ongehinderd over Palestina (en de Joden) konden heersen. De Zionistenbeweging zag dit voorstel van de Britten als een vertrouwensbreuk en een knieval voor de Arabische terreur. Maar ook dit voorstel werd door de Arabieren afgewezen. Zij wilden dat alle Joden die sinds 1881 waren geëmigreerd gedeporteerd zouden worden en dat er helemaal geen Joden meer zouden worden toegelaten. Er waren toen inmiddels al 600.000 Joden in mandaatgebied Palestina gevestigd en de Hebreeuwse taal werd zelfs weer ontwikkeld. Het resultaat hiervan was dat Palestina aan het begin van WOII feitelijk gesloten was voor Joodse immigratie met alle tragische gevolgen van dien, zoals we weten: de sjoa. De Britse autoriteiten weigerden tijdens WO II om meer Joodse immigranten toe te laten in Palestina dan met de Arabieren was afgesproken. Het Witboek werd strikt gehanteerd. In 1942 wilde het schip "de Struma" 769 Joodse vluchtelingen in Haifa afzetten. Het schip werd gedwongen terug te keren en zonk in de Zwarte zee. Er was slechts één overlevende. Dit voorbeeld is helaas niet uniek. Uit heel de wereld kwam protest en Groot Britannië bood zijn verontschuldigingen aan, maar er veranderde 4 niets. Veel landen sloten hun grenzen voor de Joodse vluchtelingen en zetten hen zelfs gevangen bij illegale grensoverschrijding. In Palestina waren echter tijdens WO II de Joodse aanmeldingen voor het Britse leger zo groot dat de Britse autoriteiten hierover in verlegenheid raakten. De Joodse eenheden (in 1943 reeds 22.000) leverden een eervolle bijdrage tot de overwinning in het Midden-Oosten op nazi-Duitsland. Ben Goerion zei in die tijd: "wij zullen in de oorlog strijden alsof er geen Witboek is, en wij zullen het Witboek bestrijden alsof er geen oorlog is". Ondanks de hulp van de Joden, wijzigden de Britten hun politieke standpunt over het Joods Nationaal Tehuis niet. De situatie na de 2e Wereldoorlog: Na WO II was Europa een grote chaos. De positie van de Joden was onzeker en uiterst kwetsbaar. Verbijsterend was dat het antisemitisme na WO II opnieuw opleefde in Europa. De mogelijkheden tot immigratie voor de Joden bleven schaars. Alle slachtoffers van de tirannie zouden soeverein worden, behalve het volk dat van alle gevolgen het eerst en hevigst was geteisterd. De positie van de Joden in vele bevrijde gebieden was wanhopig en de situatie in Palestina werd langzamerhand onhoudbaar. Ook een beroep van Weizmann op Churchill was ontmoedigend. Het Joodse volk stond op het dieptepunt van haar geschiedenis. Een eigen staat voor het Joodse volk leek verder dan ooit. De spanningen en conflicten tussen de Zionisten en de Britten namen toe en dreigden te escaleren. Half 1946 begonnen de Britten een offensief tegen de Zionisten. Er volgden arrestaties van de opstandelingen die opkwamen tegen het mandaatbestuur. De arrestanten werden in Palestina in kampen overgebracht. Ook werd er door de Britten jacht gemaakt op wapenbezit onder de Joden. De Zionisten beschouwden de Britse regering als wreed. April 1947 legden de Britten ten einde raad de kwestie- Palestina aan de VN voor, niet wetende van hoe verder. De Joodse "zaak" was echter een wettige, gebaseerd op de Balfour- verklaring en op het mandaat voor Palestina. De Arabieren deden in de VN vergadering hun uiterste best om de juridische grondslagen van de Joodse zaak te ondermijnen, terwijl zij op dat moment al zeven soevereine staten hadden die weldra naar 13 stuks zouden stijgen. Het door de Engelsen onderscheppen van schepen met immigranten bij de kust van Palestina ging gewoon door. De vluchtende Joden werden teruggestuurd en werden in gevangenkampen op Cyprus ondergebracht. U kent ongetwijfeld het verhaal met het schip "Exodus". ( lees boek "Operatie Exodus") Dit schip met 4500 vluchtelingen werd met militair geweld teruggestuurd. Er vielen veel doden en gewonden. De overigen moesten naar Cyprus en uiteindelijk zelfs terug naar de nog aanwezige concentratiekampen in Duitsland. 5 In mei 1947 (DIT JAAR 70 JAAR GELEDEN) stelde de VN een verdere verdeling van het land voor. Dit betrof een verdeling van de 23% van het gebied wat over was van wat eerder was toegezegd in 1917. Voor de Joden zou slechts ca. 12% van het oorspronkelijke beloofde land in de Balfourverklaring overblijven ( mandaatgebied = toegezegde gebied in 1917 binnen dikke blauwe lijn - groene deel is de 12 % = grootte is ca. de helft van het oppervlak van Nederland ). In november 1947 werd hierover gestemd in de VN. Van het toenmalige Europa stemde alleen Griekenland tegen. N.B. Groot Brittannië en het toenmalige Joegoslavië onthielden zich van stemming en waren dus eigenlijk ook tegen. De overige landen stemden voor. Vanaf november '47 pleegden bijna dagelijks Arabieren aanvallen op Joden. Deze Arabieren accepteerden de resolutie van de VN niet en meenden door vernietiging hun doelstellingen alsnog te kunnen bereiken, dit duurde zelfs tot in april 1948 . De Britse troepen deden weinig of niets om dit tegen te gaan, wat overigens wel hun plicht was. Ze begunstigden zelfs in zijn algemeenheid de Arabieren. Het was de Joden niet toegestaan om zich te wapenen, terwijl de Arabieren wel bewapend waren. Door Joden werden dan ook illegaal wapens het land binnengesmokkeld (van alles wat) of werd zelf oorlogsmaterieel geïmproviseerd. Eind april 1948 verliep de evacuatie van het mandaatbestuur van Palestina in ras tempo. Duizenden Arabische burgers vluchtten naar omliggende landen, hetgeen het begin was van het zogenaamde Palestijnse vluchtelingen-probleem. Tot het laatste toe bemoeide Engeland zich niet met het stichten van een Joodse staat. De Joodse leiders bereidden hun zelfstandig bestuur echter zorgvuldig voor. De staat Israël in 1948 opgericht.: Op 14 mei 1948 kondigde David Ben Goerion de oprichting van de staat Israël aan, die vervolgens met een overtuigende meerderheid door de VN werd erkend. De staat Israël sprak uit in een verklaring dat zij hun aandeel zouden leveren in de gezamenlijke inspanning voor de ontwikkeling van het Midden Oosten. Tevens deden zij een beroep op de Arabische inwoners van de staat Israël de vrede te handhaven en deel te nemen aan de opbouw van de staat, op basis van volledig gelijk burgerrecht en van de hun toekomende vertegenwoordiging in al zijn instellingen. Ook spraken zij uit dat zij de hand uitstaken naar alle omliggende buurlanden en hun bevolking en boden vrede en goed nabuurschap aan. De Arabische wereld erkende de staat Israël echter helaas niet. Binnen acht uur waren de 650.000 Joden in Israël omsingeld door 40 miljoen Arabieren ,waarvan 1,5 miljoen met het modernste materieel gewapend, een invasie begonnen. Daarbij nog te bedenken dat de luchtmacht van de Arabische landen 150 keer sterker was dan de Joodse. De Arabische wereld riep het Arabische volk in Israël op, hun huizen te verlaten totdat Israël verslagen was, terwijl Golda Meir e.a. hen smeekten te blijven en samen te werken in de nieuwe staat. De Joden vochten in deze ongelijke strijd qua wapens en mensen zo fel dat de Arabieren bebloed afdropen. De wereld keek tijdens deze ongelijke strijd toe en deed niets. Wellicht stilletjes hopend dat met een overwinning van de Arabieren de discussie over een eigen staat voor het Joodse volk zou zijn opgelost. God waakte echter over Zijn oogappel, Israël. Het is een groot Gods- wonder dat Israël tegen zo'n grote gewapende overmacht de overwinning behaalde. Deze onafhankelijkheidsoorlog eindigde in een definitieve wapenstilstand in juli 1949. Judea, Samaria en Oost-Jeruzalem werden geannexeerd door Jordanië. 6 Enkele belangrijke oorlogen na 1948: Na de Onafhankelijkheidsoorlog nam de immigratie met sprongen toe. Eind 1951 was de bevolking verdubbeld. In 1956-57 was er nog de Sinaï- oorlog, die ging om de afsluiting van het Suezkanaal voor Israëlische schepen. In 1967 vond de zesdaagse oorlog plaats. De legers van Egypte, Syrië, Irak, Jordanië en Libanon verzamelden zich bij de Israëlische grens. President Nasser van Egypte, als spreekbuis van de vijand, zei: deze legermacht heeft maar één doel en dat is de vernietiging van Israël. Israël besloot dat aanval de beste verdediging was en begon 5 juni met luchtaanvallen. Israël vocht op alle fronten. Binnen 6 dagen had Israël het Sinaï Schiereiland, de Golanhoogten en de Westoever van de Jordaan, inclusief de Oude Stad van Jeruzalem in bezit. Jeruzalem met de laatste restanten van de Tempel was sinds 1897 weer in Joodse handen. Joodse soldaten zeiden bij de inname van Jeruzalem , na ca 2000 jaar, huilend in gebedskleed hun gebeden bij HaKotel (de Klaagmuur) terwijl de kogels nog om hun oren floten. Op Grote Verzoendag (Jom Kipoer) in oktober 1973, een van de belangrijkste godsdienstige dagen in de Joodse kalender, openden Egypte en Syrië een verrassingsaanval op Israël om de door Israël in 1967 veroverde gebieden te heroveren. Israël weet echter de status quo grotendeels te behouden. In beide oorlogen hebben wonderlijke dingen plaats gevonden waarbij we kunnen zien dat de God van Israël de regie in handen had en nog heeft. Concluderend samengevat: Voor uitgebreide informatie van de geschiedenis van het Joodse volk en het ontstaan van de staat Israël raad ik u het boek "Mijn Volk" van Abba Eban aan. Bovenstaande summiere overzicht maakt m.i. voldoende duidelijk dat er nooit sprake is geweest van een Palestijnse staat en dat er nogal gesjoemeld is met toegezegd gebied voor het Joodse volk. Ook mag duidelijk zijn dat er van een historisch volk van Palestijnen geen sprake is. Daarbij dat de Joden veel geaccepteerd hebben en van goede wille waren. Pas in de jaren '60 ging Yasser Arafat de term Palestina en Palestijnen claimen en richtte hij een bevrijdingsorganisatie, de PLO, op. Ook is sinds de jaren '60 de Arabische propaganda ijverig bezig geweest om de identiteit van Israël te stelen en die naar de Palestijnen te schuiven. Dit stelen van de identiteit gebeurt helaas ook onder een deel van de Palestijnse christenen met de zgn. bevrijdingstheologie. Uit bovenstaande blijkt ook duidelijk dat de huidige aanwezigheid van de Joden in het vroegere mandaatgebied op allerlei internationale afspraken en besluiten berust en dat er geen sprake is "bezet gebied" maar hooguit van "betwist gebied" en misschien moeten we zelfs wel zeggen van "bevrijd gebied". Let wel, Israël heeft in '67 op dit gebied beslag gelegd in een oorlog waarin ze zich moesten verdedigen tegen een Arabische overmacht. Dat Israël zich weinig aantrekt van de recent aangenomen VN resolutie over de nederzettingen vlak voor de afgelopen Kerstdagen, is niet verwonderlijk gezien de grondgedachte van de Arabieren. Mede ook daar de grenzen tussen Israël en de buurlanden sinds de wapenstilstand in 1949 nog nooit officieel zijn vastgesteld. Dit moet nog officieel uit onderhandeld worden. (groene -lijn = de wapenstilstandslijn ). Dit nog alles los van het Bijbels recht en de opdracht van God aan de Joden om in het land van hun vaderen te wonen. Het land Israël is van de God van Israël en Hij heeft het aan het Joodse volk, onze oudste broeder, gegeven. 7 De omringende Arabische wereld wil nog steeds een "Judenrein" Midden-Oosten. Sinds 1948 zijn er ca. 800.000 Joden verdreven uit de omringende Arabische landen en zijn hun soms eeuwenoude bezittingen geconfisqueerd. De tweestaten oplossing is in de ogen van de Arabieren slechts een ongewenste tussenoplossing (tussenstap), Israël moet in zijn totaal verdwijnen. Hoe kunnen we dan spreken over vrede? Daarbij heeft Israël geleerd van het teruggeven van de Gaza. Israël zou niet-Joden onderdrukken, zo zegt men. Men beschuldigt Israël o.a. van de Gaza een getto te maken en een apartheidsstaat te creëren. Sommigen gaan nog verder en stellen dat Gaza gelijk is aan een concentratiekamp. Toen na jarenlange dagelijkse raketbeschietingen (perioden van 200 raketten per maand ) vanuit de Gaza Israëls geduld opraakte en ingreep, handelden zij met de uiterste zorgvuldigheid. Burgerdoelen werden zoveel mogelijk vermeden, uit vrees voor burgerslachtoffers. Bij Israëlische acties werd vooraf gewaarschuwd met pamfletten en via de media. Zelfs huizen van burgers die zouden worden beschoten of gebombardeerd, werden van tevoren gebeld. Hamas plaatste echter zijn militaire stellingen in scholen en ziekenhuizen. Netanyahu zei terecht: Wij gebruiken wapens om onze kinderen te beschermen, zij gebruiken kinderen om hun wapens te beschermen. Wie pleegt er dan genocide? En dan nog te bedenken dat de Palestijnen met het geweld beginnen! De Palestijnse bevolking is helaas het slachtoffer van de denkwijze van haar politieke en geestelijke leiders, dat is zeer triest! De huidige media speelt veelal Israël de "zwarte piet" toe en lijkt een objectieve kritische houding niet mogelijk. Met de leugen- propaganda's krijgt Israël heel de wereld "over zich heen". Het Westen (het merendeel van de politiek en van de kerk) is helaas verblind en ziet niet wat er werkelijk aan de hand is in het Midden-Oosten. Sinds 1949 zijn er ca 35.000 Arabieren gesneuveld en 16.000 Joden t.g.v. de onderlinge conflicten. Maar in dezelfde periode zijn in de moslimlanden nog 11 miljoen Arabieren omgekomen waarvan 90% door toedoen van medemoslims. Over dit laatste horen we merkwaardig genoeg niet veel. Ook over de 850.000 joodse vluchtelingen in het Midden-Oosten hoor je weinig . Zij werden verdreven tussen 1920 en 1972 uit Moslimlanden, waar ze al vele eeuwen waren ingeburgerd. Nooit kregen zij compensatie voor de vele bezittingen die ze moesten achterlaten. De meesten van hen werden opgevangen in Israël. Waar konden ze anders nog naar toe gaan? Naar Europa waar de Joodse bevolking al bijna was uitgemoord? Het is nu nauwelijks voorstelbaar, maar 350.000 Joden hebben eeuwenlang gewoond in Irak. Bagdad bestond voor 50% uit Joodse inwoners! Deze Joodse vluchtelingen zijn nooit erkend, laat staan dat zij restitutie kregen voor hun achtergelaten bezittingen. Dit in antwoord op de ongeveer 500.000 Arabische vluchtelingen die tijdens de Onafhankelijkheidsoorlog van 1947-1949 zijn gevlucht. In tegenstelling tot veel Arabische vluchtelingen hebben de Joodse vluchtelingen hun leven weer opgepakt en hebben een nieuw bestaan opgebouwd in het land waar zij naartoe zijn gevlucht. "De Arabische wereld staat in brand. Media in het Westen wijzen al gauw naar het conflict tussen Israël en de Palestijnen als bron van al deze ellende. Dit is echter een obsessie. Er is iets heel anders aan de hand. Wat schuilgaat achter die neiging om Israël de schuld te geven, is een soort zelfhaat van de Arabische wereld en dit heeft alles te maken met een identiteitscrisis onder hen. Mohammed heeft met de islam als het ware de interne stammenstructuur van de diverse Arabieren willen opheffen. Dit is niet gelukt. Er is en blijft onderlinge "stammenstrijd" en haat.”; aldus heel kort samengevat 8 recentelijk enkele uitspraken van professor Afshin Ellian. (lees hierover uitvoerig bij: https://christenenvoorIsraël.nl/2016/11/identiteitscrisis-arabische-wereld/) Ondanks alle kritiek op Israël investeert Israël nog steeds in verbeterde levensomstandigheden van de mensen in de Gaza en de Westbank. Ook hebben de Arabische bewoners in Israël normale rechten als burgers in de democratische staat Israël. Zeker, er worden ook fouten gemaakt door de Joodse overheid, maar er is geen enkele groep Arabieren die zoveel rechten heeft binnen een democratie in het Midden-Oosten, als de Arabieren binnen de staat Israël. Er zijn nogal wat christenen die bovenstaande slechts zien als een politiek verhaal en een politiek probleem. Niets is echter minder waar. Als we de geschiedenis van het Joodse volk en de Bijbel goed bestuderen, zien we dat er veel meer aan de hand is. Alle eeuwen door is het Joodse volk/ Gods volk vervolgd, getergd en heeft men geprobeerd om het uit te roeien. En wat gaat er nog gebeuren? Alle volken (symbolisch getal voor alle volken is het getal 70 - 70/72 landen in Parijs toeval?) zullen zich in de eindtijd tegen Israël keren, zo is in Zach.12 en 14 geprofeteerd. De recente Unesco/ VN resoluties en de afgelopen bijeenkomst in Parijs zijn m.i. hier voortekenen van. Beseft men wel dat de houding als natie tegenover Israël niet vrijblijvend is, dit geldt ook ons land. (te lezen in Joël 4 vers 1 + 2) De kerken laten over bovenstaande feiten nauwelijks een Bijbels geluid horen en men lijkt niet in te zien dat er een geestelijke strijd tegen Israël woedt, beter gezegd tegen de God van Israël. Een strijd die toe zal nemen naarmate we de wederkomst van onze Heer en Heiland dichter naderen. Hoe de tegenstander ook woedt, de Heer zegt in Jes. 61 vers 11: Want zoals de aarde haar gewassen voortbrengt, zoals een tuin het gezaaide laat ontkiemen, zo laat God, de Heer, gerechtigheid ontkiemen en glorie voor het oog van alle volken. Israël, Gods oogappel, is het grote teken van hoop voor de hele wereld, omdat we bijzonder bij haar Gods beloften en profetieën ondanks alle dreiging en strijd in vervulling zien gaan! De ommekeer zien we reeds, maar het plan van God is nog niet voltooid. Daar kan geen Kerry, Obama, Trump, Koenders of Unesco ook maar iets aan veranderen. Ik wil daarom van harte pleiten voor een open, objectieve, kritische houding ten aanzien van Israël waarin meer oog is voor de historie en de huidige werkelijkheid maar ook voor de geestelijke strijd die er woedt. De situatie in Israël is heel complex, zij weet zich voortdurend omringd door vijandig gezinde staten. Laten we vooral vurig bidden om de Vrede van Sion, dan zal het Vrede zijn voor Jood en Arabier. Shalom, namens de commissie CKIA, Johan de Korte. 9