Leerlijn Rekenen Groep 1 en 2 Domein Subdoelen Onderdelen Activiteit Wat geoefend wordt Hele getallen Leren tellen Akoestisch tellen Telspelletjes tot 10 Zangspelletjes tot 10 Bewegingsspelletjes tot 10 Verstoppertje Aftelversjes Rijmpjes met telrij tot 10 Leren tellen tot 10 Resultatief tellen (tellen van aantallen) Basisschool De Bongerd Context gebonden tellen-en-rekenen Gezelschapsspelen Winkelhoek met prijzen in stippenpatroon Hoe laat (nabootsen klokslagen) Object gebonden tellenen-rekenen Stippenkaart wordt model Staan 7 kaarsjes, worden er 3 uitgeblazen. Hoeveel branden er nog? Onzichtbaar maken van voorwerpen Puur tellen-en- rekenen Gebruik stippen-/cijferkaart Aangeven van oplossing in representaties (cijfer, streepjes, vingers) Bepalen van aantal Tellen tot 10 Ordenen Redelijk schatten Vergelijken meer/minder/evenveel Tellen Samenvoegen Wegnemen Ordenen Koppelen Vergelijken Redelijke schattingen. Dit bij getallen tot 10. Het tellen wordt van zijn specifieke objectbinding ontdaan. Oplossingen worden weergegeven in representaties (streepjes/vingers, cijfer) Dit in toepassingsvaardigheden van erbij en eraf tot 10. Herkennen cijfers Schrijven cijfers Overgang naar rekenhandeling stimuleren door vragen m.b.t. schatten, ordenen, vergelijken, erbij en eraf zonder zichtbare voorwerpen te laten beantwoorden 2 Domein Subdoelen Onderdelen Activiteit Wat geoefend wordt Meten lengte Vergelijken en ordenen Wie is het grootste Werken met een natuurlijke maateenheid Wat is het dichtste bij? Hoe lang is …? Vergelijken ordenen Schatten Afpassen met voet, hand, enz. Verwoorden en beschrijven meetresultaat Werken met meterlat Werken met vijfmeterlint Begrippen, hoger, dikker … Vergelijken m.b.v. maateenheid Gebruik van natuurlijke maateenheden als kopje, lepel, beker. Gebruik maatbeker Vergelijken op hand Gebruik van balans Ochtend, middag, avond, nacht Weekend, doordeweekse dag Opstaan, aankleden, ontbijt, naar school enz. Wat gaan we vandaag doen en wanneer. inhoud Vergelijken en ordenen Werken met natuurlijke maateenheid Basisschool De Bongerd Gewicht Vergelijken en ordenen Welke pop is zwaarste Tijd Cyclische processen van dag/ schooldag Gebruik pictogrammen Andere grootheden: oppervlakte, temperatuur en snelheid Vergelijken en ordenen Begrippen snelste, langzaamste Afpassen van een stuk gordijn op een raam om te weten te komen hoe groot een nieuw gordijn moet zijn. Begrip ziek, koorts 3 Domein Subdoelen Onderdelen Activiteit Wat geoefend wordt Meetkunde Oriënteren (fase: ervaren) lokaliseren Tekening maken van je slaapkamer. Waar slaap jij? Fotowandeling Blindemannetje (plaats terug vinden op aanwijzing medelln) Waar woon je? Weg beschrijven of tekenen. Briefje naar andere klas brengen. Routebeschrijving maken om Zwarte Piet te helpen de klas te vinden. Schat zoeken Maken schatkaart Voorwerp op tafel. Aan vier zijden zit een kind en tekent het voorwerp. Van wie is de tekening? Foto’s bovenaanzichten voorwerpen. Zoek het goede voorwerp. Kind verstopt zich achter een schot. Van af welke plaats kun je het kind zien? Lucifersdoosje is camera. Waar moet je staan om bijv. de boom en de glijbaan op de foto te krijgen. Bootjes maken Partyhapjes boetseren Bouwsels met lucifersdoosjes Bouwsels met wc-rolletjes Vrij bouwen Gegeven bouwsel nabouwen Begrippen als ‘staat tussen’; ‘zit tegenover’; rechtdoor; ‘voor’; ‘achter’; ‘naast’; ‘onder’ … Kunnen aangeven waar iemand of iets zich bevindt Kaart maken Verband leggen tussen oriëntatiepunten en symbolen op de kaart. Innemen van een standpunt Construeren (fase: ervaren) = maken van een figuur Construeren met vrij materiaal Construeren met blokken Basisschool De Bongerd Wat is vanuit een bepaalde plaats te zien? Overbruggen openingen Hoe wordt iets sterker Mogelijkheden van stapelen 4 Construeren met papier Opereren met vormen en figuren = iets doen met het figuur Basisschool De Bongerd Grondvormen vouwen (rechte vouw, schuine vouw, rechte kruis, schuin kruis, 16 vierkantjes)Knippen Buigen Scheuren Plakken Aan de hand van een vouwselstrook zien hoe je iets moet maken Lezen van de verschillende stappen op een vouwtekening spiegelen Wat zie je in de waterplas? Zelfportret (in spiegel kijken en jezelf natekenen) Bewegingen van anderen nadoen Bekijk jezelf in de lepel (bolle en holle kant) Met een spiegel onder de kast kijken. Wat zie je? Vlinder maken (blad dubbelvouwen) Rood wit versiering (half rood blad..knippen bloem uit.. rood wordt op wit geplakt) ontdekken en gebruiken van symmetrieën Mozaïek: maken van vormen Mozaïeken met steentjes, schelpen, schoolmozaïek, kralenplank, insteekmozaïek; hamertje tik; prismo, formogram; vormenset; magneet figurenspel; figurovorm, tangram; plakmozaïek; strijkmozaïek opdelen, aanschuiven, wegnemen, aanvullen, draaien en omklappen. ontdekken hier vormen als cirkel, driehoek, vierkant, rechthoek; zien dat een vierkant is opgebouwd uit 2 driehoeken 5 Mozaïek: maken van patronen Schaduwen (alleen de schaduw van de zon) Basisschool De Bongerd Mozaïeken met steentjes, schelpen, schoolmozaïek, kralenplank, insteekmozaïek; hamertje tik; prismo, formogram; vormenset; magneet figurenspel; figurovorm, tangram; plakmozaïek; strijkmozaïek Schaduw van iemand omtrekken Hoe moet je gaan staan om je eigen schaduw niet te zien? Je schaduw laten groeien of krimpen. Kun je je schaduw kwijtraken? Schaduwen van voorwerpen laten veranderen door ze in de zon te draaien. Ra, ra wat is het? (kind houdt voorwerp omhoog en de andere kinderen zien alleen de schaduw) patronen en symmetrie te ontdekken ontdekken hier vormen als cirkel, driehoek, vierkant, rechthoek; zien dat een vierkant is opgebouwd uit 2 driehoeken 6 Hoe sluit deze leerlijn aan bij de kerndoelen? Kerndoel Getallen en bewerkingen Wat komt voor in onze leerlijn groep 1-2 26 De leerlingen leren structuur en samenhang van aantallen, gehele getallen, kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen op hoofdlijnen te doorzien en er in praktische situaties mee te rekenen. 27 De leerlingen leren de basisbewerkingen met gehele getallen in elk geval tot 100 snel uit het hoofd uitvoeren, waarbij optellen en aftrekken tot 20 en de tafels van buiten gekend zijn. 28 De leerlingen leren schattend tellen en rekenen. Meten en meetkunde 29 De leerlingen leren handig optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. 30 De leerlingen leren schriftelijk optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen volgens meer of minder verkorte standaardprocedures. 31 De leerlingen leren de rekenmachine met inzicht te gebruiken 32 De leerlingen leren eenvoudige meetkundige problemen op te lossen. 33 De leerlingen leren meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur. Wiskundig inzicht en handelen 23 De leerlingen leren wiskundetaal gebruiken. 24 De leerlingen leren praktische en formele reken-wiskundige problemen op te lossen en redeneringen helder weer te geven. 25 De leerlingen leren aanpakken bij het oplossen van reken-wiskunde problemen te onderbouwen en leren oplossingen te beoordelen. Basisschool De Bongerd Telrij; aantallen t/m 10; erbij en eraf t/m 10 in objectgebonden telenrekensitauties; erbij en eraf in puur tel-en-rekensituaties Basisbewerkingen erbij en eraf in objectgebonden tel-en rekensituaties en in pure tel-enrekensituaties Bij contextgebonden tel-enrekensituaties; bij objectgebonden telen –rekensituaties en bij puur tellenen-rekenen x x x Lokaliseren, schaduwen, construeren, mozaïeken Afpassen van lengte, inhoud, Oppervlakte d.m.v. bedekken Dagritme; avond, nacht, ochtend, middag; langzaam, snel; koorts Alle onderdelen en zeker bij beschrijvingen tijdens meetkundeactiviteiten Alle onderdelen en zeker bij beschrijvingen tijdens meetkundeactiviteiten Alle onderdelen en zeker bij beschrijvingen tijdens meetkundeactiviteiten 7