WWZ – de eerste oogst Lezing Praktizijns Sociëteit 21 januari 2016 P.Th. Sick Programma “De WWZ kwam, zag en … overwon?” 1. Inleiding WWZ: • Overzicht van de veranderingen per 1 januari/1 juli 2015; en • Wat waren onze verwachtingen/vragen vóór de WWZ ook alweer? 2. Eerste oogst WWZ: • Overzicht van de stand van zaken; en • Zijn onze verwachtingen uitgekomen en hebben we (al) antwoord gekregen op onze vragen? Deel 1: Inleiding WWZ 1. Algemeen: doelstellingen WWZ 2. Varia: aanzegplicht, proeftijd, bedenktermijn, concurrentiebeding, ketenregeling 3. Ontslag: systematiek, beëindigingsmogelijkheden, UWV en kantonrechter 4. Vergoedingen: transitievergoeding en billijke vergoeding 5. Procedures: hoger beroep, vervaltermijnen en bewijsrecht Algemeen: doelstellingen WWZ Doelstellingen: - Een eerlijker, sneller, eenvoudiger en goedkoper ontslagrecht - Werkzekerheid in plaats van baanzekerheid - Vast minder vast, flexibel minder flexibel - Verhogen employability Wat waren onze verwachtingen/vragen vóór de WWZ: - Niet erg hoopvol: oordeel zelf na deel 1 en na deel 2 presentatie Varia– aanzegplicht (1) Aanzegplicht (art. 7:668): - De werkgever is verplicht een maand voor het einde arbeidsovereenkomst de werknemer schriftelijk te informeren over: (a) wel of niet verlengen en (b) voorwaarden waaronder de arbeidsovereenkomst wordt verlengd. - Aanzegplicht geldt niet bij: (i) arbeidsovereenkomst van korter dan 6 maanden of (ii) als de einddatum van de arbeidsovereenkomst niet op een kalenderdatum is gesteld. - Sanctie: bij schending van (a): (naar rato) één maandsalaris; bij schending van (b): behoud van dezelfde arbeidsvoorwaarden bij voortzetting arbeidsovereenkomst. - In werking sinds 1 januari 2015 Varia– aanzegplicht (2) Verwachtingen/vragen vóór 1 januari 2015: - Mag bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst het einde ervan al worden aangezegd? - En zo ja, mag de werkgever hier nog op terugkomen? - Wat is schriftelijk? - Zouden werknemers het maandsalaris gaan vorderen bij niet-tijdige aanzegging terwijl de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet? Varia– proeftijd Proeftijd (art. 7:652) - Alleen proeftijd in arbeidsovereenkomsten van 6 maanden + 1 dag - Voor proeftijdontslag is geen redelijke grond nodig - Nietigheid van het proeftijdbeding als sprake is van opvolgende arbeidsovereenkomsten tussen: (1) dezelfde partijen of (2) de werknemer en een opvolgende werkgever tenzij sprake is van andere vaardigheden/verantwoordelijkheden Verwachtingen/vragen vóór 1 januari 2015: - Misbruik van werkgevers? Door aanbod van arbeidsovereenkomst voor 7 maanden? Varia– bedenktermijn (1) Bedenktermijn (art. 7:670a en 7:670b): - Van toepassing in geval van opzegging met instemming werknemer en beëindigingsovereenkomst - Werkgever moet werknemer informeren over bedenktermijn: (i) binnen 2 werkdagen i.g.v. opzegging met instemming of (ii) schriftelijk in de overeenkomst i.g.v. de beëindigingsovereenkomst. - Bedenktermijn: 14 dagen of – in geval van niet informeren – 3 weken. - Antistapelingsbeding: werknemer kan niet binnen 6 maanden na inroepen bedenktermijn, nog een keer de bedenktermijn inroepen. Varia– bedenktermijn (2) Verwachtingen/vragen vóór 1 januari 2015: - Werknemers(advocaten) gaan misbruik maken van dit recht: “ik overweeg de bedenktermijn in te roepen, maar zal dit niet doen als werkgever nog een X bedrag toekent” - Noodzaak van een “losse eindjes overeenkomst” - Praktijk van vaststellingsovereenkomst na gegeven ontslag op staande voet op losse schroeven Varia– concurrentiebeding Concurrentiebeding (art. 7:653 BW): - Uitgangspunt: geen concurrentiebeding bij arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd - Uitzondering: werkgever geeft in de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gemotiveerd aan welke zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen hij heeft bij een concurrentiebeding. Verwachtingen/vragen vóór 1 januari 2015: - Rechters zullen een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd streng(er) gaan toetsen. - Een generieke motivering van het zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelang is onvoldoende. - De rechter zal aansluiting zoeken bij de werkgeversbelangen die reeds voor 1 januari 2015 in de rechtspraak zijn erkend. Varia– ketenregeling (1) Ketenregeling (7:668a BW): - Maximaal aantal tijdelijke contracten: 3 (was 3) - Maximale duur keten: 24 maanden (was 36 maanden) - Onderbrekingen van 6 maanden of korter tellen mee in de keten (was 3 maanden) - Uitzonderingen: (beperkte) afwijkingsmogelijkheid bij CAO (48 i.p.v. 24 maanden en 6 contracten i.p.v. 3 contracten), bestuurders (alleen t.a.v. 24 maanden), leertrajecten, jongeren (jonger dan 18 jaar die max 12 uur per week werken) - Let op: opvolgend werkgeverschap Varia– ketenregeling (2) Verwachtingen/vragen vóór 1 juli 2015: - De beperkte ketenregeling gaat niet leiden tot meer (of een eerdere) arbeidsovereenkomst(en) voor onbepaalde tijd - Er worden kortere arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd aangegaan, bijvoorbeeld: Arbeidsovereenkomst 1: 7 maanden (want wel mogelijkheid tot proeftijd) Arbeidsovereenkomst 2: 8 maanden Arbeidsovereenkomst 3: 8 maanden Totaal 23 maanden: geen arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, wel proeftijd, geen transitievergoeding (volgt hierna) Ontslag– systematiek (1) Systematiek: - Eén ontslagstelsel (art.7:669 e.v. BW) - Geen vrije keuze ontslagroute - Limitatief aantal ontslaggronden (“redelijke gronden”) (art.7:669 BW) - Kantonrechter moet elke grond op zich beoordelen - Er moet aan een grond volledig zijn voldaan (risico: afwijzing): geen stapeling van gronden mogelijk - Instellen rechtsmiddelen (hoger beroep en cassatie) mogelijk Ontslag– systematiek (2) Verwachtingen/vragen vóór 1 juli 2015: - WWZ gaat niet leiden tot een flexibeler ontslagrecht, sterker nog: het ontslagstelsel wordt meer rigide - Het wordt moeilijker een arbeidsovereenkomst beëindigd te krijgen - Meer vaststellingsovereenkomsten met (hogere) vergoedingen - Ondoorgrondelijke/onbetaalbare (ontslag)procedures Ontslagrecht – beëindigingsmogelijkheden (1) Beëindigingsmogelijkheden: - Beëindiging met wederzijds goedvinden (art. 7:670b BW) - Opzegging door werkgever met instemming werknemer - Anders: o Opzegging met toestemming UWV (a- & b-grond) o Ontbinding kantonrechter (c t/m h-grond) - Opzegging door wg zonder instemming/toets (ontslag op staande voet/proeftijd/statutair bestuurder) Ontslagrecht – beëindigingsmogelijkheden (2) Verwachtingen/vragen vóór 1 juli 2015: - Beëindiging met wederzijds goedvinden neemt vogelvlucht - Opzegging door werkgever met instemming werknemer zal in de praktijk niet veel gebruikt gaan worden - Kan het UWV de hem toebedeelde taken wel aan? - Ontslag op staande voet wordt een “gevaarlijk spel” Ontslagrecht – UWV en kantonrechter (1) Voorwaarden: - Redelijke grond (ontslaggronden) (art. 7:669 BW) o Bedrijfseconomisch (a-grond) o Langdurige arbeidsongeschiktheid (b-grond) o Regelmatige, kortdurende arbeidsongeschiktheid (c-grond) o Disfunctioneren (d-grond) o Verwijtbaar handelen werknemer (e-grond) o Werkweigering wegens gewetensbezwaar (f-grond) o Verstoorde arbeidsrelatie (g-grond) o Andere omstandigheden dan a t/m g (h-grond of ‘rest-grond’) Ontslagrecht – UWV en kantonrechter (2) - Binnen “redelijke termijn” geen herplaatsingsmogelijkheden o Met behulp van scholing o Passende functie (opleiding, ervaring en capaciteiten) o Uitzondering: e-grond (verwijtbaar handelen of nalaten werknemer) Verwachtingen/vragen vóór 1 juli 2015: - Voorwaardelijke ontbinding nog mogelijk? - Pro forma ontbinding nog mogelijk? - Wat houdt deze herplaatsingsplicht nu eigenlijk in? - Grote gevolgen voor grote werkgevers Vergoedingen – transitievergoeding - Wettelijk recht (art. 7:673 BW) - Verschuldigd als aovk ten minste 24 maanden heeft geduurd en: (1) eindigt of niet wordt voortgezet op initiatief van werkgever of (2) eindigt op initiatief van werknemer wegens ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkgever. - Géén transitievergoeding bij een einde met wederzijds goedvinden, maar wel reflexwerking. - Niet verschuldigd bij o.a.: (1) ernstig verwijtbaar handelen of nalaten werknemer, (2) einde arbeidsovereenkomst vanwege bereiken AOW-gerechtigde leeftijd, (3) faillissement en surseance van betaling en (4) overgangsrecht (tot 1 juli 2016): als in voor 1 juli 2015 geldende CAO een gelijkwaardige voorziening is opgenomen. - Hoogte is afhankelijk van arbeidsverleden: o Eerste 10 jaar: 1/6 maandsalaris voor iedere 6 maanden o Daarna: ¼ maandsalaris voor iedere 6 maanden - Max (per 1 januari 2016): EUR 76.000,= of bruto jaarsalaris (als dat hoger is) - Tot 1 januari 2020 overgangsregeling voor 50-plussers met aaovk > 10 jaar Vergoedingen – billijke vergoeding Billijke vergoeding (art. 7:671b BW (wg-verzoek) of art. 6:671c BW (wn-verzoek)): - Komt bovenop de transitievergoeding. - Het “muizengaatje”: alleen in geval van ernstig verwijtbaar handelen werkgever. - De kantonrechter bepaalt de hoogte op een wijze die hij billijk vindt en op het niveau dat aansluit bij de uitzonderlijke omstandigheden van het geval. - Het gevolgencriterium wordt niet meegenomen: komt tot uitdrukking in de transitievergoeding. Vergoedingen – transitievergoeding en billijke vergoeding Verwachtingen/vragen vóór 1 juli 2015: - Vanwege het meer rigide ontslagstelsel zal in de praktijk bij een beëindiging met wederzijds goedvinden meer worden betaald dan de transitievergoeding (à la kantonrechtersformule?) - Gaat er een formule ontstaan voor de billijke vergoeding? - Is de billijke vergoeding daadwerkelijk een “muizengaatje”? - Welke varianten vallen onder de billijke vergoeding? Alleen een bedrag in geld? Of ook een langere opzegtermijn, outplacement, vergoeding advocaatkosten? - Is een rechter bereid voor recht te verklaren dat een werknemer recht heeft op een transitievergoeding? Procedures– hoger beroep en cassatie (1) Beslissing UWV: - Tegen beslissing UWV kan ‘beroep’ worden ingesteld bij de kantonrechter (art. 7:682 BW) Introductie hoger beroep en cassatie tegen kantonrechtersbeslissing (art. 7:683 BW): - Geen schorsende werking - Belang van uniformiteit en rechtszekerheid - Mogelijke uitkomsten van hoger beroep/cassatie zijn beperkt: o Toegewezen ontbindingsverzoek werknemer: hoger beroep/cassatie alleen m.b.t. al dan niet toegekende billijke vergoeding. o Ten onrechte toegewezen einde aovk?: keuze: billijke vergoeding of bevel tot herstel aovk (mag ook per datum in verleden; rechter treft ‘voorzieningen’) o Ten onrechte geen einde aovk?: alsnog bepalen datum einde aovk (moet datum in de toekomst zijn) - Procedures– hoger beroep en cassatie (2) Verwachtingen/vragen vóór 1 juli 2015: - Hoger beroep/cassatie leidt niet tot een eerlijker, sneller, eenvoudiger en goedkoper ontslagrecht - Hoger beroep/cassatie leidt tot ondoorgrondelijke procedures, denk bijvoorbeeld aan situatie van ontslag op staande voet in combinatie met een voorwaardelijk ontbindingsverzoek Procedures– vervaltermijnen Introductie (korte) vervaltermijnen: - 2 of 3 maanden na het einde van de arbeidsovereenkomst - Verzoekschriftprocedure in plaats van dagvaardingsprocedure - Met name van belang dat buitengerechtelijke vernietiging van een ontslag op staande voet niet langer mogelijk is: binnen 2 maanden moet een verzoekschrift worden ingediend bij de bevoegde rechter. Verwachtingen/vragen vóór 1 juli 2015: - Is een procedure op nader aan te voeren gronden mogelijk? Procedures– bewijsrecht Wetgever: bewijsrecht is in de regel niet (onverkort) van toepassing (net zoals dat voor 1 juli 2015 niet van toepassing was o.g.v. artikel 284 Rv: de aard van de zaak verzet zich ertegen) Maar : moet aan de rechter worden overgelaten Aandachtspunten: - Consequenties van ontslag voor werknemer - Nu ook hoger beroep/cassatie mogelijk - Instellen van nevenvorderingen mogelijk - Grotere kans op definitieve geschilbeslechting? Vragen?