tijdZAKEN - De Zaken van Zwijsen

advertisement
WERKBOEK JAARGROEP 5
tijdZAKEN
Digibordmethode voor geschiedenis
n
e
n
ei
n
e
n
m
o
R
e
k
ie
a2
Gr
m
e
h
t
T
A
K
N
R
E
D
L
E
E
B
R
O
O
V
naam:
.........................................
WERKBOEK JAARGROEP 5
tijdZAKEN
Digibordmethode voor geschiedenis
Miranda van de Mor tel
M a r c e l v a n d e n O e ve r
H a n s Ve r m e e r
L i n d a Vo g e le s a n g
jagers en
boeren
Grieken en
Romeinen
5000 jaar
geleden
2
monniken en
ridders
1500 jaar
geleden
steden en
staten
1000 jaar
geleden
INHOUD
Thema 1
les 1
Jagers en boeren .................................................
les 2
J a g e r s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
les 3
B o e r e n . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Thema 2
4
Grieken en Romeinen
les 1
De Grieken ......................................................... 22
les 2
De Romeinen ...................................................... 28
les 3
Romeinen in ons land ........................................... 34
Thema 3
Monniken en ridders
les 1
Heren en ridder s .................................................. 4 0
les 2
Monniken ........................................................... 4 6
les 3
Horigen .............................................................. 52
Thema 4
Steden en staten
les 1
Leven in een s t ad ................................................ 5 8
les 2
Leven in een ka s teel ............................................ 6 4
les 3
Honderd jaar bouwen aan een kerk ........................ 70
Thema 5
Ontdekkers en hervormers
les 1
O n t d e k k i n g e n . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
les 2
Her vormingen ..................................................... 82
les 3
W i e i s h i e r d e b a a s? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8
ontdekkers en
her vormers
500 jaar
geleden
Jagers en boeren
regenten en
vorsten
400 jaar
geleden
pruiken en
revoluties
300 jaar
geleden
burgers en
stoommachines
200 jaar
geleden
wereldoorlogen
en Holocaust
100 jaar
geleden
televisie en
computer
50 jaar
geleden
nu
3
.
Grieken en Romeinen
5000 jaar
geleden
1500 jaar
geleden
LES 1
Ou’le!* Ik ben Dion. Ik woon in het
Romeinse Rijk. Maar mijn familie komt
uit Griekenland. Ik ben dus ook Grieks.
Ik zal je vertellen over mijn land.
DE GRIEKEN
* = Hallo in het oud-Grieks.
JE LEERT
• hoe de Olympische Spelen
ontstonden en waarom ze zo
heten;
• de belangrijkste Griekse goden
kennen;
• een Griekse mythe over
schikgodinnen kennen.
BEGRIPPEN
Griekenland.
• de Olympische Spelen
• de tempel
• de amfoor
• Zeus
• de schikgodinnen
• de mythe
Griekenland
Dit is Griekenland. Athene is de hoofdstad.
Op de berg Olympus wonen onze goden.
En in Olympia worden eens in de vier jaar
de Olympische Spelen gehouden.
WEET JE HET NOG?
C
In de prehistorie
leven mensen als
jagers en boeren.
In Olympia worden de Olympische Spelen gehouden.
Maak opdracht 1
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
opdracht 1
Wat weet je al over het oude Griekenland? Maak een woordweb.
GRIEKENLAND
22
Les 1 • De Grieken
JE LE E RT hoe de Olympische Spelen ontstonden en waarom ze zo heten.
B EG RIPPE N Olympische Spelen • tempel
WAT V E R A N D E R T E R ?
X
In Griekenland en
het Romeinse Rijk leven
mensen veel luxer. De
Romeinen komen ook
naar ons land.
Even geen oorlog
In de tijd van Dion zijn de Olympische Spelen de belangrijkste
sportwedstrijden van Griekenland. Zó belangrijk dat de Grieken
tijdens de Spelen zelfs stoppen met hun oorlogen. Na de Spelen
gaan de oorlogen weer verder.
Sporten voor Zeus
De Olympische Spelen zijn zo belangrijk,
omdat ze voor Zeus (je zegt: Zuis) worden
gehouden. Zeus is de belangrijkste god van
de Grieken. De Olympische Spelen zijn een
cadeau voor hem. Daarom worden de
wedstrijden rond zijn tempel gehouden.
Een tempel lijkt op een kerk of moskee: het
is een gebouw waar gelovigen naartoe
komen om hun god te eren.
Kleren zijn verboden.
opdracht 2
Wat hoort bij de Olympische Spelen van vroeger? En wat hoort bij de Spelen van nu?
Kleur vroeger: geel. Kleur nu: blauw.
De Spelen zijn steeds in een ander land.
De Spelen worden bij een tempel gehouden.
Tijdens de Spelen is er geen oorlog.
De Spelen zijn een cadeau voor een god.
De Spelen kun je op televisie zien.
De sporters hebben kleren aan.
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Maak opdracht 2
23
Grieken en Romeinen
5000 jaar
geleden
Wij Grieken hebben
een heleboel goden.
De Griekse goden
kunnen niet sterven.
Al onze goden wonen
op de Olympus. De
belangrijkste god is
Zeus. Hij is de baas van
alle goden en de baas over de
hemel. Zeus heeft vaak ruzie met zijn
jaloerse vrouw Hera. Wat dat betreft
zijn goden net gewone mensen.
1500 jaar
geleden
Poseidon is de god van de zee.
Daarom zie je hem vaak in
fonteinen. Hij heeft altijd een
vork met drie tanden vast.
Hera.
Deze ruïne was vroeger de tempel voor de godin Athene.
De mooie Aphrodite is de godin van de liefde.
Het verhaal gaat dat ze geboren is uit het schuim
van de zee. Daarom staat ze vaak in een schelp.
Grieken die een offer brengen.
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
opdracht 3
Aan welke god moeten deze mensen een offer brengen? Trek lijnen.
Ik ben visser. Ik
hoop op een
goede vangst.
Zeus
24
Maak opdracht 3
Ik hoop dat ik
een leuke man
vind.
Poseidon
Als het
’s nachts
onweert, kan ik
niet slapen.
Aphrodite
Les 1 • De Grieken
JE LE E RT de belangrijkste Griekse goden kennen.
Zeus herken je aan
zijn grote baard en
de bliksemschicht
in zijn hand.
B EG RIPPE N amfoor • Zeus
Wij Grieken houden van mooie dingen.
Water en olijfolie doen we in mooi
versierde kruiken. Zo’n kruik noemen
we een amfoor. Een amfoor heeft bijna
altijd twee oren. Er staan vaak
afbeeldingen van goden op.
Athene is een van de vele dochters van Zeus.
Zij is de godin van de wijsheid, de kunst, maar
ook van de vrede. De stad Athene is naar haar
genoemd. Daar staat ook een grote tempel
voor haar. De mensen in Athene geloven dat
de godin hun stad beschermt.
Onze goden zijn niet altijd vrolijk. Als het bliksemt, is
Zeus boos. En als er hoge golven zijn, is Poseidon met
zijn verkeerde been uit bed gestapt. Wij Grieken doen
daarom erg ons best om de goden te plezieren. Wie gaat
varen, bidt tot Poseidon. Wie verliefd wil worden, brengt
een offer aan Aphrodite. Offers bestaan uit lekker eten
en drinken. Want daar houden onze goden van.
Een wedstrijdbeker is van een
amfoor afgekeken.
opdracht 4
Welke god zie je hier? Waar herken je hem aan?
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Maak opdracht 4
25
Grieken en Romeinen
5000 jaar
geleden
1500 jaar
geleden
Wij Grieken vertellen elkaar
graag verhalen. Vaak gaan die
over onze goden en helden.
Deze verhalen noem je mythen
(je zegt: mieten). Veel mythen zijn
ook opgeschreven.
De Griekse mythen naverteld voor kinderen.
Griekse verhalen
Ook nu nog, ruim 2000 jaar later, worden de Griekse mythen
gelezen. Veel schrijvers van onze tijd hebben de verhalen op hun
eigen manier naverteld. Ook voor kinderen.
De drie schikgodinnen
Hier zie je de schikgodinnen. Het zijn drie zussen, die samen
beslissen hoe lang het leven van ieder mens zal zijn. De ene zus
spint een draad, de tweede meet de draad af en de derde zus knipt
hem door. Hoe langer de draad, hoe langer je zult leven.
De geboorte van Meleager
Als Meleager wordt geboren, komen de drie
schikgodinnen langs. Twee voorspellen dat
hij een held zal worden, maar de godin met
de schaar wijst naar een blok hout in het
vuur. Tegen Meleagers moeder zegt ze: “Als
dit blok opgebrand is, zal je zoon sterven.”
Meleagers moeder haalt het hout meteen
uit het vuur en verstopt het in een kist.
Maak opdracht 5
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
opdracht 5
26
Ken je het sprookje van Doornroosje? Dat lijkt een beetje
op het begin van deze mythe. Wat is hetzelfde?
Les 1 • De Grieken
JE LE E RT een Griekse mythe over schikgodinnen kennen.
B EG RIPPE N schikgodinnen • mythe
Een held!
Meleager wordt een held. Hij voert oorlog, beleeft spannende
avonturen en gaat graag jagen. Tijdens de jacht op een zwijn leert
hij Atalante kennen. Hij wordt meteen verliefd. Hij doodt het zwijn
en geeft de huid aan haar. Zijn ooms zijn daar niet blij mee. Ze
krijgen ruzie met Meleager. Meleager is zo verliefd, dat hij zijn
ooms doodmaakt.
Het kistje
Als zijn moeder hoort dat
Meleager zijn ooms (dus haar
broers) heeft vermoord, wordt
ze heel boos. Ze pakt het kistje,
maakt het open en gooit het
blok hout in het vuur. Meleager
sterft meteen.
opdracht 6
Dit is de levensdraad van Meleager. Verbind de gebeurtenissen op de goede plek aan de draad.
1
6
2
Zijn dood.
5
3
Zijn moeder doet
het blok hout in
een kistje.
4
Meleager
wordt een
held.
Zijn geboorte.
Zijn moeder gooit
het blok hout in
het vuur.
Hij leert
Atalante
kennen.
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Maak opdracht 6
27
Grieken en Romeinen
5000 jaar
geleden
LES 2
DE ROMEINEN
* = Hallo in het Latijn (de taal
JE LEERT
1500 jaar
geleden
Ave! (je zegt: Avee)* Eerst is Griekenland
een heel groot en sterk rijk. Maar dat
blijft niet zo. Het wordt steeds zwakker.
In 58 voor Christus worden de
Romeinen de baas in Griekenland. Zij
voeren met veel landen oorlog en
winnen vaak. Zo wordt hun rijk steeds
groter. Mijn familie moet als slaaf mee
naar Rome, de hoofdstad van hun rijk.
van de Romeinen).
• hoe het Romeinse leger werkt;
• dat wegen belangrijk zijn voor de
Romeinen;
• hoe Romeinen wonen.
Zo groot is het
Romeinse Rijk.
BEGRIPPEN
• het legioen
• de voetsoldaat
• de heerweg
• de mijlpaal
• de villa
• het mozaïek
58 voor Christus
0
100
De Romeinen veroveren
Griekenland.
Het Romeinse Rijk
Het Romeinse leger
Dit is het Romeinse Rijk. De Romeinen
komen uit Italië. De hoofdstad is
Rome. Herken je Griekenland? Dat is
ook deel van het Romeinse Rijk.
Het Romeinse leger is heel sterk.
Het bestaat uit grote groepen
soldaten. Zo’n groep noem je een
legioen. Elk legioen bestaat uit
duizenden soldaten.
Maak opdracht 1
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
opdracht 1
In onze tijd noemen we een groep voetbalsupporters
ook een legioen. Waarom?
Het Nederlandse voetballegioen.
28
Les 2 • De Romeinen
JE LE E RT hoe het Romeinse leger werkt.
B EG RIPPE N legioen • voetsoldaat
De Romeinse soldaten
De Romeinse soldaat is soldaat van beroep. Hij blijft twintig jaar of
langer in het leger. Hij is een voetsoldaat. Dat betekent dat hij te
voet strijdt. Elke dag oefent de soldaat met dezelfde groep. Door al
dat oefenen wint het Romeinse leger veel oorlogen.
De belangrijkste wapens van een Romeinse voetsoldaat zijn een
speer, een zwaard en een schild. Ook draagt hij een harnas van
ijzer. Op zijn sandalen moet hij vaak heel ver lopen.
Een Romeinse
voetsoldaat.
Schildpad
Romeinen houden hun schild soms ook
boven hun hoofd en gaan heel dicht bij
elkaar staan. Dit noemen ze een testudo
(schildpad). De vijand kan zo’n Romeinse
schildpad bijna niet verslaan.
opdracht 2
1. helm
2. schild
3. speer
4. sandaal
5. harnas
6. zwaard
Wat draagt deze voetsoldaat? Zet de
woorden op de goede plaats bij de foto.
Maak opdracht 2
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
De opstelling van Romeinse soldaten.
29
Grieken en Romeinen
5000 jaar
geleden
Reizen door het rijk
1500 jaar
geleden
Een mijlpaal.
Het Romeinse Rijk is groot. Toch moeten legioenen snel lange
afstanden af kunnen leggen. En kooplieden moeten hun
spullen makkelijk kunnen vervoeren. Soms doen ze dit met
schepen. Maar meestal reizen ze over de weg. Een Romeinse
weg noem je een heerweg. De Romeinen zijn goede
wegenbouwers.
Een mijlpaal
Een heerweg.
Langs de heerwegen staan mijlpalen. Daarop kun je lezen
hoeveel mijl je nog moet lopen naar een bepaalde plaats. Een
mijl is ongeveer 1500 meter.
Maak opdracht 3
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
opdracht 3
30
‘Alle wegen leiden naar Rome’ is een spreekwoord
dat wij nu nog gebruiken. Weet jij wat het betekent?
Les 2 • De Romeinen
JE LE E RT dat wegen belangrijk zijn voor de Romeinen.
B EG RIPPE N heerweg • mijlpaal
4
1
3
2
Zo wordt een heerweg opgebouwd.
Een rechte weg
De Romeinen kunnen goed meten. Ze maken rechte wegen. Ook
zorgen ze dat de wegen heel stevig zijn. Daarom graven ze eerst een
kuil waar de weg zal komen.
Langs de randen van de kuil leggen ze eerst een rand van stenen.
2
Onderin de kuil leggen ze een laag losse stenen.
3
Daar boven komt een laag met een soort cement.
4
Bovenop komen platte, grote stenen.
De wegen van de Romeinen zijn zo sterk, dat ze er nu op sommige
plekken nog liggen.
opdracht 4
Een Romeinse
heerweg nu.
Maak opdracht 4
Hoe maken de Romeinen hun wegen? Wat deden ze eerst? Zet met cijfers de foto’s in de goede
volgorde.
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
1
31
Grieken en Romeinen
5000 jaar
geleden
Dit is een villa. Hier wonen de rijke
Romeinen. Villa’s staan vaak buiten de
stad. Vaak zijn het grote boerderijen.
Het woonhuis van een villa is groot en
mooi. Er zijn veel kamers, zoals een
woonkamer en een badkamer.
Ik woon met mijn familie in een veel
kleiner huis in de stad. Het is een soort
flat. Er wonen heel veel mensen dicht op
elkaar. Het is erg gehorig en het ruikt ook
niet altijd even lekker.
1500 jaar
geleden
K
J
I
B
A
C
De Romeinen hebben al
vloerverwarming en
verwarmde zwembaden.
Maak opdracht 5
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
opdracht 5
Wat gebeurt er in welke kamer?
Zet de letters van de kamers bij de juiste zin.
1. Spullen die bewaard worden, liggen hier.
5. Bij de voordeur is een fontein.
2. Zo kun je naar de tuin.
6. Het bezoek zit in de mooiste kamer.
3. Wie wil er zwemmen?
7. In de middelste kamer breng je een offer aan de goden.
4. Eten doe je liggend.
8. Moet je plassen? Dan moet je hier zijn.
32
Les 2 • De Romeinen
JE LE E RT hoe Romeinen wonen.
De Romeinen houden van gezelschap.
Ze gaan met z’n allen naar de wc.
B EG RIPPE N villa • mozaïek
J
L
H
G
F
E
D
De vloeren en muren van de
mooiste kamers zijn versierd met
mozaïek. Mozaïek is een versiering
die gemaakt wordt van kleine
stukjes steen in verschillende
kleuren. Vaak zijn het tekeningen
van goden, schelpen of dieren.
C
opdracht 6
Romeinen gebruiken andere cijfers dan wij. Gebruik de Romeinse cijfers om het mozaïek te maken.
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Maak opdracht 6
33
Grieken en Romeinen
5000 jaar
geleden
1500 jaar
geleden
LES 3
Het Romeinse Rijk werd nóg groter. Toen
de Romeinen naar het noorden trokken,
moest mijn familie als slaaf met hen mee.
Nu woon ik in Noviomagus.
ROMEINEN IN
ONS LAND
JE LEERT
• waar de limes door ons land
loopt;
• hoe de Romeinen en Bataven
samenwerken;
• welke Romeinse en Germaanse
goden er zijn.
BEGRIPPEN
• de limes
• Noviomagus
• de Bataven
• de Germanen
• Nehalennia
• Jupiter
De Rijn is de grens
Het Romeinse Rijk is erg groot en heeft dus
lange grenzen. De grens van het Romeinse
Rijk noemen we de limes.
De limes loopt vaak langs bergen of langs een
rivier. In ons land loopt de limes langs de Rijn.
De Germanen
Langs de limes staan legerkampen en wachttorens.
Die beschermen het Romeinse Rijk tegen vijanden
die aan de andere kant van de rivier wonen: het
volk van de Germanen.
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
opdracht 1
34
Waarom denk je dat de limes vaak langs een berg of
een rivier loopt?
De grens van het Romeinse
Rijk loopt langs de Rijn.
Een legerkamp en wachttorens
langs de rivier.
Maak opdracht 1
Les 3 • Romeinen in ons land
JE LE E RT waar de limes door ons land loopt.
B EG RIPPE N limes • Noviomagus
Noviomagus: nieuwe markt
Noviomagus is de Romeinse naam voor de Nederlandse stad
Nijmegen. Het is een belangrijke stad voor de Romeinen. Die stad
ligt langs de limes. Er is een groot legerkamp waar een heel legioen
soldaten woont. Zij moet de grens beschermen.
De naam Noviomagus betekent: nieuwe markt. Want waar veel
soldaten zijn, is ook veel handel. Daarom komen er veel mensen
naar Noviomagus. Zij kunnen geld verdienen aan de soldaten.
Museum Het Valkhof
in Nijmegen.
Een markt.
KIJK EENS OM JE HEEN
Nijmegen is de oudste stad van ons
land. Op verschillende plekken
hebben de Romeinen sporen
nagelaten. Speur ook naar de
Romeinen door een stadswandeling
te maken. Of maak het jezelf
makkelijk door naar Museum het
Valkhof te gaan. Daar vind je de
mooiste Romeinse vondsten bij
elkaar.
Romeins geld
Geld is iets nieuws in ons land. Voor die tijd
ruilen mensen alles met elkaar. De
Romeinen hebben munten. Die gaan de
mensen hier nu ook gebruiken.
Pot met geld.
opdracht 2
Waar is deze munt van gemaakt?
Wat staat erop denk je?
van papier
het hoofd van een kind
van klei
het hoofd van een soldaat
van een metaal
het hoofd van de keizer
iets anders, namelijk
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Maak opdracht 2
35
Grieken en Romeinen
5000 jaar
geleden
1500 jaar
geleden
Romeinen en Bataven
De Romeinen hebben veel soldaten. Maar niet genoeg om de
hele limes te bewaken. In ons land wonen verschillende
Germaanse stammen. De Bataven zijn zo’n stam. De Romeinen
vragen of de Bataven hen willen helpen om de limes te
bewaken. Als beloning mogen de Bataven in het Romeinse Rijk
blijven wonen. Ze hoeven geen belasting te betalen. Andere
Germaanse stammen moeten buiten de limes blijven.
Een Bataaf is een goede
soldaat te paard.
Maak opdracht 3
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
opdracht 3
36
Waarom is betalen makkelijker dan ruilen?
Les 3 • Romeinen in ons land
JE LE E RT hoe de Romeinen en Bataven samenwerken.
B EG RIPPE N Bataven • Germanen
Bataafse boeren
Veel Bataven zijn boeren. Ze wonen in kleine
dorpjes. Elk dorp bestaat uit een paar boerderijen.
Daarop verbouwen ze groenten en graan. Die
ruilen ze met elkaar op de markt. Overal waar de
Romeinen komen, gaan de Bataven elkaar ook
met munten betalen. Ook leren ze nieuw voedsel
kennen, zoals wijn, kip en olijfolie.
De Romeinen en Bataven
kunnen elkaar helpen.
Daarom zijn ze vrienden.
opdracht 4
Welk eten en drinken leerden de Bataven door de Romeinen kennen?
Kleur de nieuwe producten.
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Maak opdracht 4
37
Grieken en Romeinen
5000 jaar
geleden
1500 jaar
geleden
Zeus = Jupiter
Hera = Juno
Athene = Minerva
Poseidon = Neptunus
Aphrodite = Venus
Ik geloof in de Griekse goden. De
Romeinse goden lijken erg op onze
goden. Ze hebben alleen andere
namen. Onze belangrijkste god is Zeus.
De Romeinen noemen hem Jupiter.
Germaanse goden
De Bataven en de andere Germaanse stammen hebben andere goden
dan de Romeinen. Hun belangrijkste god is Wodan. Hij is de baas van
het dodenrijk. Hij rijdt door de lucht op zijn paard en heeft vaak twee
raven bij zich. De woensdag is naar Wodan genoemd.
Nehalennia is de belangrijkste Germaanse godin. Zij is belangrijk
voor de boeren en iedereen die reist of op zee vaart.
Wodan.
Maak opdracht 5
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
opdracht 5
Nehalennia wordt vaak afgebeeld met een mand eten, een hond of een schip.
Waarom? Trek lijnen.
hond
boot
mand
zij zorgt voor een
goede oogst
zij beschermt
mensen
zij beschermt
schippers
38
Les 3 • Romeinen in ons land
JE LE E RT welke Romeinse en Germaanse goden er zijn.
B EG RIPPE N Nehalennia • Jupiter
Binnen of buiten
Net als de Grieken bouwen de Romeinen
tempels. Daar vereren ze hun goden. Thuis
hebben ze ook vaak een plek waar ze offers
brengen aan hun goden.
De Germanen gaan juist naar buiten om
hun goden te vereren. Vaak doen ze dat
midden in het bos. Freya, de godin van de
liefde, vereren de Germanen meestal onder
een lindeboom. Het blad van de linde doet
namelijk aan de liefde denken.
Een blad van
de lindeboom.
Ieder zijn eigen geloof
De Romeinen vinden het niet erg dat de
Germanen in andere goden geloven. Van
hen mag iedereen geloven wat hij wil.
Sommige Romeinen passen hun geloof ook
aan. In ons land vereren ze soms ook de
Germaanse goden. Ze denken: je kunt beter
aardig zijn tegen alle goden. Stel je voor dat
er één boos wordt, omdat je hem bent
vergeten!
opdracht 6
Bij wie hoort het? Zet de woorden in het juiste vak.
Kies uit: boerderij, heerweg, limes, mythen, Nehalennia, Olympus, ruilen, villa, Zeus.
GRIEKEN
ROMEINEN
GERMANEN
geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
Maak opdracht 6
39
94
COLOFON
Catharijneconvent, Utrecht (85 bmr); Museum
Het Prinsenhof, Delft (bruikleen Stichting voor
hulp aan Delftse Jongeren vanouds genaamd
Auteurs
Het Meisjeshuis) (93 ml); Museum Het Valkhof,
Nijmegen (35 m); Museum Plantin-Moretus/
Miranda van de Mortel
Prentenkabinet, Antwerpen (78 o); Uitgeverij
Marcel van den Oever
Querido (26 bl, 26 bm); Renate Reitler Fotografi
Hans Vermeer
e (15, 19 bl, 19 m, 19 o); Reuters/Stephanie
Linda Vogelesang
Hancock (54 o); Rijksmuseum Amsterdam/
Realisatie
Adriaen Thomas Key (91); Shutterstock (omslag,
4, 5, 7, 10, 11, 13, 14, 17, 19 br, 20, 22, 24, 25,
Imago Mediabuilders
26 r, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35 o, 37, 38,
Projectgroep Zwijsen
39, 40, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51,
Illustraties
53, 54 m, 55, 56, 57, 58, 59 m, 59 o, 60, 61, 62,
63, 64, 65, 66 b, 66 bl, 66 o, 67 b, 67 o, 68 bm,
Hilbert Bolland (76, 79, 80, 82, 85, 88); Jan
68 r, 68 lb, 68 o, 69 b, 69 m, 70 bl, 70 o 2-5, 71
Braamhorst (35); Bob Brobbel (omslag, 2, 10-
l, 72, 73 o, 73 m, 74 o 1-2-4-5, 75 bl, 75 br, 76
11, 31, 32-33, 38-39, 48-49, 59, 72-73, 90);
b, 77 o, 78 b, 82 b, 83 o, 84 m, 85 m, 85 ml, 86,
Ruud Bruijn (75, 84); Wim Euverman (omslag,
89, 90, 92); Stedelijk Museum, Zwolle (64-65);
4, 5, 16-17, 18, 22-23, 24-25, 26-27, 29, 38, 53,
Studio Zwijsen (70 o, 68 ml); Studio Zwijsen,
60, 63, 82, 92); Fred de Heij (80-81, 82, 86-87,
Creative Collection (9 o); Vereniging Vrienden
92-93); Eric Heuvel – RedHill Illustrations (4,
van Amsterdamse Gevelstenen (62 o)
9, 10, 14, 15, 19, 36, 41, 49, 75, 82); ivanilia
(omslag, 4, 8, 9, 15, 19, 20, 21, 28, 34, 36-37,
41, 42, 43, 44, 46, 47, 52, 54, 55, 57, 58, 62,
68, 89, 90); Paul Maas (53, 56, 80, 88, 91, 93);
Tom Pick (6, 7, 12, 13, 14, 16, 17, 34, 67, 69);
John Rabou (30); Ingrid Schubert (58, 61, 6263, 64-65); Gerard Vroon (4, 8, 19, 41, 42, 43,
47, 51, 57, 64, 78, 79, 82)
Foto’s
ANP/Guus Schoonewille (93 mr); ANP/Robin
Utrecht (23); ANP/Koen Suyk (70); ANP (76 o);
Belga News Agency/Imagebroker/Jevgenija Pigozne (76 m); Bridgeman Art Library (66 m, 67
ml, 71 r, 74 m, 74 mr, 75 o , 80, 81, 83 mr, 84 b,
85 bl); Charles Best (29 o, 52); Corbis (70 m, 79
m); Mirjam Faessen (74 ml); Getty Images/Visuals Unlimited (54 b); Ton Hendriks Photography
(82 mr); Historisch OpenluchtMuseum Eindhoven (21); Hollandse Hoogte/Joost van de Broek
(73 b); Hollandse Hoogte/Sabine Joosten (69
ml); Hollandse Hoogte/Sander Nieuwenhuys
(35 b); Hollandse Hoogte/Erik-Jan Ouwerkerk
(omslag, 62); Hollandse Hoogte/Goos van der
Veen (87 b); Hollandse Hoogte/Roel Visser (93
or); Hollandse Hoogte/Michiel Wijnbergh (59
b); iStockphoto/Zmeel Photography (87 o);
Lineair/David Cavagnaro (11 b); Noordbrabants
Museum, Den Bosch (60 b); Koninklijke Bibliotheek, Den Haag/Autun Psalter (77 b); Museum
95
1e druk
ISBN 978-90-487-1306-6
© Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg
www.zwijsen.nl
www.dezakenvanzwijsen.nl
Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een
geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen
of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit
deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de
Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen,
readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro).
De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Indien iemand meent als rechthebbende in aanmerking te komen, kan hij of zij zich tot
de uitgever richten.
DEZAKENVANZWIJSEN
dezakenvanzwijsen.nl
Digibordmethode
voor geschiedenis
Tijdzaken is onderdeel van de
uitgaven voor kennisgebieden
van Zwijsen. Verwante uitgaven
binnen De Zaken van Zwijsen zijn:
Digibordmethode
voor aardrijkskunde
Digibordmethode
voor natuur & techniek
Digibordlessen
36x per jaar een kant-en-klare
digibordles gebaseerd op de
actualiteit, voor een complete
en altijd actuele methode
Download