WERKBOEK JAARGROEP 5 tijdZAKEN Digibordmethode voor geschiedenis n e n ei n e n m o R e k ie a2 Gr m e h t T A K N R E D L E E B R O O V naam: ......................................... WERKBOEK JAARGROEP 5 tijdZAKEN Digibordmethode voor geschiedenis Miranda van de Mor tel M a r c e l v a n d e n O e ve r H a n s Ve r m e e r L i n d a Vo g e le s a n g jagers en boeren Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden 2 monniken en ridders 1500 jaar geleden steden en staten 1000 jaar geleden INHOUD Thema 1 les 1 Jagers en boeren ................................................. les 2 J a g e r s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 les 3 B o e r e n . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Thema 2 4 Grieken en Romeinen les 1 De Grieken ......................................................... 22 les 2 De Romeinen ...................................................... 28 les 3 Romeinen in ons land ........................................... 34 Thema 3 Monniken en ridders les 1 Heren en ridder s .................................................. 4 0 les 2 Monniken ........................................................... 4 6 les 3 Horigen .............................................................. 52 Thema 4 Steden en staten les 1 Leven in een s t ad ................................................ 5 8 les 2 Leven in een ka s teel ............................................ 6 4 les 3 Honderd jaar bouwen aan een kerk ........................ 70 Thema 5 Ontdekkers en hervormers les 1 O n t d e k k i n g e n . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76 les 2 Her vormingen ..................................................... 82 les 3 W i e i s h i e r d e b a a s? . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 8 ontdekkers en her vormers 500 jaar geleden Jagers en boeren regenten en vorsten 400 jaar geleden pruiken en revoluties 300 jaar geleden burgers en stoommachines 200 jaar geleden wereldoorlogen en Holocaust 100 jaar geleden televisie en computer 50 jaar geleden nu 3 . Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden 1500 jaar geleden LES 1 Ou’le!* Ik ben Dion. Ik woon in het Romeinse Rijk. Maar mijn familie komt uit Griekenland. Ik ben dus ook Grieks. Ik zal je vertellen over mijn land. DE GRIEKEN * = Hallo in het oud-Grieks. JE LEERT • hoe de Olympische Spelen ontstonden en waarom ze zo heten; • de belangrijkste Griekse goden kennen; • een Griekse mythe over schikgodinnen kennen. BEGRIPPEN Griekenland. • de Olympische Spelen • de tempel • de amfoor • Zeus • de schikgodinnen • de mythe Griekenland Dit is Griekenland. Athene is de hoofdstad. Op de berg Olympus wonen onze goden. En in Olympia worden eens in de vier jaar de Olympische Spelen gehouden. WEET JE HET NOG? C In de prehistorie leven mensen als jagers en boeren. In Olympia worden de Olympische Spelen gehouden. Maak opdracht 1 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 1 Wat weet je al over het oude Griekenland? Maak een woordweb. GRIEKENLAND 22 Les 1 • De Grieken JE LE E RT hoe de Olympische Spelen ontstonden en waarom ze zo heten. B EG RIPPE N Olympische Spelen • tempel WAT V E R A N D E R T E R ? X In Griekenland en het Romeinse Rijk leven mensen veel luxer. De Romeinen komen ook naar ons land. Even geen oorlog In de tijd van Dion zijn de Olympische Spelen de belangrijkste sportwedstrijden van Griekenland. Zó belangrijk dat de Grieken tijdens de Spelen zelfs stoppen met hun oorlogen. Na de Spelen gaan de oorlogen weer verder. Sporten voor Zeus De Olympische Spelen zijn zo belangrijk, omdat ze voor Zeus (je zegt: Zuis) worden gehouden. Zeus is de belangrijkste god van de Grieken. De Olympische Spelen zijn een cadeau voor hem. Daarom worden de wedstrijden rond zijn tempel gehouden. Een tempel lijkt op een kerk of moskee: het is een gebouw waar gelovigen naartoe komen om hun god te eren. Kleren zijn verboden. opdracht 2 Wat hoort bij de Olympische Spelen van vroeger? En wat hoort bij de Spelen van nu? Kleur vroeger: geel. Kleur nu: blauw. De Spelen zijn steeds in een ander land. De Spelen worden bij een tempel gehouden. Tijdens de Spelen is er geen oorlog. De Spelen zijn een cadeau voor een god. De Spelen kun je op televisie zien. De sporters hebben kleren aan. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Maak opdracht 2 23 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden Wij Grieken hebben een heleboel goden. De Griekse goden kunnen niet sterven. Al onze goden wonen op de Olympus. De belangrijkste god is Zeus. Hij is de baas van alle goden en de baas over de hemel. Zeus heeft vaak ruzie met zijn jaloerse vrouw Hera. Wat dat betreft zijn goden net gewone mensen. 1500 jaar geleden Poseidon is de god van de zee. Daarom zie je hem vaak in fonteinen. Hij heeft altijd een vork met drie tanden vast. Hera. Deze ruïne was vroeger de tempel voor de godin Athene. De mooie Aphrodite is de godin van de liefde. Het verhaal gaat dat ze geboren is uit het schuim van de zee. Daarom staat ze vaak in een schelp. Grieken die een offer brengen. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 3 Aan welke god moeten deze mensen een offer brengen? Trek lijnen. Ik ben visser. Ik hoop op een goede vangst. Zeus 24 Maak opdracht 3 Ik hoop dat ik een leuke man vind. Poseidon Als het ’s nachts onweert, kan ik niet slapen. Aphrodite Les 1 • De Grieken JE LE E RT de belangrijkste Griekse goden kennen. Zeus herken je aan zijn grote baard en de bliksemschicht in zijn hand. B EG RIPPE N amfoor • Zeus Wij Grieken houden van mooie dingen. Water en olijfolie doen we in mooi versierde kruiken. Zo’n kruik noemen we een amfoor. Een amfoor heeft bijna altijd twee oren. Er staan vaak afbeeldingen van goden op. Athene is een van de vele dochters van Zeus. Zij is de godin van de wijsheid, de kunst, maar ook van de vrede. De stad Athene is naar haar genoemd. Daar staat ook een grote tempel voor haar. De mensen in Athene geloven dat de godin hun stad beschermt. Onze goden zijn niet altijd vrolijk. Als het bliksemt, is Zeus boos. En als er hoge golven zijn, is Poseidon met zijn verkeerde been uit bed gestapt. Wij Grieken doen daarom erg ons best om de goden te plezieren. Wie gaat varen, bidt tot Poseidon. Wie verliefd wil worden, brengt een offer aan Aphrodite. Offers bestaan uit lekker eten en drinken. Want daar houden onze goden van. Een wedstrijdbeker is van een amfoor afgekeken. opdracht 4 Welke god zie je hier? Waar herken je hem aan? geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Maak opdracht 4 25 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden 1500 jaar geleden Wij Grieken vertellen elkaar graag verhalen. Vaak gaan die over onze goden en helden. Deze verhalen noem je mythen (je zegt: mieten). Veel mythen zijn ook opgeschreven. De Griekse mythen naverteld voor kinderen. Griekse verhalen Ook nu nog, ruim 2000 jaar later, worden de Griekse mythen gelezen. Veel schrijvers van onze tijd hebben de verhalen op hun eigen manier naverteld. Ook voor kinderen. De drie schikgodinnen Hier zie je de schikgodinnen. Het zijn drie zussen, die samen beslissen hoe lang het leven van ieder mens zal zijn. De ene zus spint een draad, de tweede meet de draad af en de derde zus knipt hem door. Hoe langer de draad, hoe langer je zult leven. De geboorte van Meleager Als Meleager wordt geboren, komen de drie schikgodinnen langs. Twee voorspellen dat hij een held zal worden, maar de godin met de schaar wijst naar een blok hout in het vuur. Tegen Meleagers moeder zegt ze: “Als dit blok opgebrand is, zal je zoon sterven.” Meleagers moeder haalt het hout meteen uit het vuur en verstopt het in een kist. Maak opdracht 5 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 5 26 Ken je het sprookje van Doornroosje? Dat lijkt een beetje op het begin van deze mythe. Wat is hetzelfde? Les 1 • De Grieken JE LE E RT een Griekse mythe over schikgodinnen kennen. B EG RIPPE N schikgodinnen • mythe Een held! Meleager wordt een held. Hij voert oorlog, beleeft spannende avonturen en gaat graag jagen. Tijdens de jacht op een zwijn leert hij Atalante kennen. Hij wordt meteen verliefd. Hij doodt het zwijn en geeft de huid aan haar. Zijn ooms zijn daar niet blij mee. Ze krijgen ruzie met Meleager. Meleager is zo verliefd, dat hij zijn ooms doodmaakt. Het kistje Als zijn moeder hoort dat Meleager zijn ooms (dus haar broers) heeft vermoord, wordt ze heel boos. Ze pakt het kistje, maakt het open en gooit het blok hout in het vuur. Meleager sterft meteen. opdracht 6 Dit is de levensdraad van Meleager. Verbind de gebeurtenissen op de goede plek aan de draad. 1 6 2 Zijn dood. 5 3 Zijn moeder doet het blok hout in een kistje. 4 Meleager wordt een held. Zijn geboorte. Zijn moeder gooit het blok hout in het vuur. Hij leert Atalante kennen. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Maak opdracht 6 27 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden LES 2 DE ROMEINEN * = Hallo in het Latijn (de taal JE LEERT 1500 jaar geleden Ave! (je zegt: Avee)* Eerst is Griekenland een heel groot en sterk rijk. Maar dat blijft niet zo. Het wordt steeds zwakker. In 58 voor Christus worden de Romeinen de baas in Griekenland. Zij voeren met veel landen oorlog en winnen vaak. Zo wordt hun rijk steeds groter. Mijn familie moet als slaaf mee naar Rome, de hoofdstad van hun rijk. van de Romeinen). • hoe het Romeinse leger werkt; • dat wegen belangrijk zijn voor de Romeinen; • hoe Romeinen wonen. Zo groot is het Romeinse Rijk. BEGRIPPEN • het legioen • de voetsoldaat • de heerweg • de mijlpaal • de villa • het mozaïek 58 voor Christus 0 100 De Romeinen veroveren Griekenland. Het Romeinse Rijk Het Romeinse leger Dit is het Romeinse Rijk. De Romeinen komen uit Italië. De hoofdstad is Rome. Herken je Griekenland? Dat is ook deel van het Romeinse Rijk. Het Romeinse leger is heel sterk. Het bestaat uit grote groepen soldaten. Zo’n groep noem je een legioen. Elk legioen bestaat uit duizenden soldaten. Maak opdracht 1 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 1 In onze tijd noemen we een groep voetbalsupporters ook een legioen. Waarom? Het Nederlandse voetballegioen. 28 Les 2 • De Romeinen JE LE E RT hoe het Romeinse leger werkt. B EG RIPPE N legioen • voetsoldaat De Romeinse soldaten De Romeinse soldaat is soldaat van beroep. Hij blijft twintig jaar of langer in het leger. Hij is een voetsoldaat. Dat betekent dat hij te voet strijdt. Elke dag oefent de soldaat met dezelfde groep. Door al dat oefenen wint het Romeinse leger veel oorlogen. De belangrijkste wapens van een Romeinse voetsoldaat zijn een speer, een zwaard en een schild. Ook draagt hij een harnas van ijzer. Op zijn sandalen moet hij vaak heel ver lopen. Een Romeinse voetsoldaat. Schildpad Romeinen houden hun schild soms ook boven hun hoofd en gaan heel dicht bij elkaar staan. Dit noemen ze een testudo (schildpad). De vijand kan zo’n Romeinse schildpad bijna niet verslaan. opdracht 2 1. helm 2. schild 3. speer 4. sandaal 5. harnas 6. zwaard Wat draagt deze voetsoldaat? Zet de woorden op de goede plaats bij de foto. Maak opdracht 2 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg De opstelling van Romeinse soldaten. 29 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden Reizen door het rijk 1500 jaar geleden Een mijlpaal. Het Romeinse Rijk is groot. Toch moeten legioenen snel lange afstanden af kunnen leggen. En kooplieden moeten hun spullen makkelijk kunnen vervoeren. Soms doen ze dit met schepen. Maar meestal reizen ze over de weg. Een Romeinse weg noem je een heerweg. De Romeinen zijn goede wegenbouwers. Een mijlpaal Een heerweg. Langs de heerwegen staan mijlpalen. Daarop kun je lezen hoeveel mijl je nog moet lopen naar een bepaalde plaats. Een mijl is ongeveer 1500 meter. Maak opdracht 3 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 3 30 ‘Alle wegen leiden naar Rome’ is een spreekwoord dat wij nu nog gebruiken. Weet jij wat het betekent? Les 2 • De Romeinen JE LE E RT dat wegen belangrijk zijn voor de Romeinen. B EG RIPPE N heerweg • mijlpaal 4 1 3 2 Zo wordt een heerweg opgebouwd. Een rechte weg De Romeinen kunnen goed meten. Ze maken rechte wegen. Ook zorgen ze dat de wegen heel stevig zijn. Daarom graven ze eerst een kuil waar de weg zal komen. Langs de randen van de kuil leggen ze eerst een rand van stenen. 2 Onderin de kuil leggen ze een laag losse stenen. 3 Daar boven komt een laag met een soort cement. 4 Bovenop komen platte, grote stenen. De wegen van de Romeinen zijn zo sterk, dat ze er nu op sommige plekken nog liggen. opdracht 4 Een Romeinse heerweg nu. Maak opdracht 4 Hoe maken de Romeinen hun wegen? Wat deden ze eerst? Zet met cijfers de foto’s in de goede volgorde. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg 1 31 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden Dit is een villa. Hier wonen de rijke Romeinen. Villa’s staan vaak buiten de stad. Vaak zijn het grote boerderijen. Het woonhuis van een villa is groot en mooi. Er zijn veel kamers, zoals een woonkamer en een badkamer. Ik woon met mijn familie in een veel kleiner huis in de stad. Het is een soort flat. Er wonen heel veel mensen dicht op elkaar. Het is erg gehorig en het ruikt ook niet altijd even lekker. 1500 jaar geleden K J I B A C De Romeinen hebben al vloerverwarming en verwarmde zwembaden. Maak opdracht 5 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 5 Wat gebeurt er in welke kamer? Zet de letters van de kamers bij de juiste zin. 1. Spullen die bewaard worden, liggen hier. 5. Bij de voordeur is een fontein. 2. Zo kun je naar de tuin. 6. Het bezoek zit in de mooiste kamer. 3. Wie wil er zwemmen? 7. In de middelste kamer breng je een offer aan de goden. 4. Eten doe je liggend. 8. Moet je plassen? Dan moet je hier zijn. 32 Les 2 • De Romeinen JE LE E RT hoe Romeinen wonen. De Romeinen houden van gezelschap. Ze gaan met z’n allen naar de wc. B EG RIPPE N villa • mozaïek J L H G F E D De vloeren en muren van de mooiste kamers zijn versierd met mozaïek. Mozaïek is een versiering die gemaakt wordt van kleine stukjes steen in verschillende kleuren. Vaak zijn het tekeningen van goden, schelpen of dieren. C opdracht 6 Romeinen gebruiken andere cijfers dan wij. Gebruik de Romeinse cijfers om het mozaïek te maken. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Maak opdracht 6 33 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden 1500 jaar geleden LES 3 Het Romeinse Rijk werd nóg groter. Toen de Romeinen naar het noorden trokken, moest mijn familie als slaaf met hen mee. Nu woon ik in Noviomagus. ROMEINEN IN ONS LAND JE LEERT • waar de limes door ons land loopt; • hoe de Romeinen en Bataven samenwerken; • welke Romeinse en Germaanse goden er zijn. BEGRIPPEN • de limes • Noviomagus • de Bataven • de Germanen • Nehalennia • Jupiter De Rijn is de grens Het Romeinse Rijk is erg groot en heeft dus lange grenzen. De grens van het Romeinse Rijk noemen we de limes. De limes loopt vaak langs bergen of langs een rivier. In ons land loopt de limes langs de Rijn. De Germanen Langs de limes staan legerkampen en wachttorens. Die beschermen het Romeinse Rijk tegen vijanden die aan de andere kant van de rivier wonen: het volk van de Germanen. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 1 34 Waarom denk je dat de limes vaak langs een berg of een rivier loopt? De grens van het Romeinse Rijk loopt langs de Rijn. Een legerkamp en wachttorens langs de rivier. Maak opdracht 1 Les 3 • Romeinen in ons land JE LE E RT waar de limes door ons land loopt. B EG RIPPE N limes • Noviomagus Noviomagus: nieuwe markt Noviomagus is de Romeinse naam voor de Nederlandse stad Nijmegen. Het is een belangrijke stad voor de Romeinen. Die stad ligt langs de limes. Er is een groot legerkamp waar een heel legioen soldaten woont. Zij moet de grens beschermen. De naam Noviomagus betekent: nieuwe markt. Want waar veel soldaten zijn, is ook veel handel. Daarom komen er veel mensen naar Noviomagus. Zij kunnen geld verdienen aan de soldaten. Museum Het Valkhof in Nijmegen. Een markt. KIJK EENS OM JE HEEN Nijmegen is de oudste stad van ons land. Op verschillende plekken hebben de Romeinen sporen nagelaten. Speur ook naar de Romeinen door een stadswandeling te maken. Of maak het jezelf makkelijk door naar Museum het Valkhof te gaan. Daar vind je de mooiste Romeinse vondsten bij elkaar. Romeins geld Geld is iets nieuws in ons land. Voor die tijd ruilen mensen alles met elkaar. De Romeinen hebben munten. Die gaan de mensen hier nu ook gebruiken. Pot met geld. opdracht 2 Waar is deze munt van gemaakt? Wat staat erop denk je? van papier het hoofd van een kind van klei het hoofd van een soldaat van een metaal het hoofd van de keizer iets anders, namelijk geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Maak opdracht 2 35 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden 1500 jaar geleden Romeinen en Bataven De Romeinen hebben veel soldaten. Maar niet genoeg om de hele limes te bewaken. In ons land wonen verschillende Germaanse stammen. De Bataven zijn zo’n stam. De Romeinen vragen of de Bataven hen willen helpen om de limes te bewaken. Als beloning mogen de Bataven in het Romeinse Rijk blijven wonen. Ze hoeven geen belasting te betalen. Andere Germaanse stammen moeten buiten de limes blijven. Een Bataaf is een goede soldaat te paard. Maak opdracht 3 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 3 36 Waarom is betalen makkelijker dan ruilen? Les 3 • Romeinen in ons land JE LE E RT hoe de Romeinen en Bataven samenwerken. B EG RIPPE N Bataven • Germanen Bataafse boeren Veel Bataven zijn boeren. Ze wonen in kleine dorpjes. Elk dorp bestaat uit een paar boerderijen. Daarop verbouwen ze groenten en graan. Die ruilen ze met elkaar op de markt. Overal waar de Romeinen komen, gaan de Bataven elkaar ook met munten betalen. Ook leren ze nieuw voedsel kennen, zoals wijn, kip en olijfolie. De Romeinen en Bataven kunnen elkaar helpen. Daarom zijn ze vrienden. opdracht 4 Welk eten en drinken leerden de Bataven door de Romeinen kennen? Kleur de nieuwe producten. geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Maak opdracht 4 37 Grieken en Romeinen 5000 jaar geleden 1500 jaar geleden Zeus = Jupiter Hera = Juno Athene = Minerva Poseidon = Neptunus Aphrodite = Venus Ik geloof in de Griekse goden. De Romeinse goden lijken erg op onze goden. Ze hebben alleen andere namen. Onze belangrijkste god is Zeus. De Romeinen noemen hem Jupiter. Germaanse goden De Bataven en de andere Germaanse stammen hebben andere goden dan de Romeinen. Hun belangrijkste god is Wodan. Hij is de baas van het dodenrijk. Hij rijdt door de lucht op zijn paard en heeft vaak twee raven bij zich. De woensdag is naar Wodan genoemd. Nehalennia is de belangrijkste Germaanse godin. Zij is belangrijk voor de boeren en iedereen die reist of op zee vaart. Wodan. Maak opdracht 5 geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg opdracht 5 Nehalennia wordt vaak afgebeeld met een mand eten, een hond of een schip. Waarom? Trek lijnen. hond boot mand zij zorgt voor een goede oogst zij beschermt mensen zij beschermt schippers 38 Les 3 • Romeinen in ons land JE LE E RT welke Romeinse en Germaanse goden er zijn. B EG RIPPE N Nehalennia • Jupiter Binnen of buiten Net als de Grieken bouwen de Romeinen tempels. Daar vereren ze hun goden. Thuis hebben ze ook vaak een plek waar ze offers brengen aan hun goden. De Germanen gaan juist naar buiten om hun goden te vereren. Vaak doen ze dat midden in het bos. Freya, de godin van de liefde, vereren de Germanen meestal onder een lindeboom. Het blad van de linde doet namelijk aan de liefde denken. Een blad van de lindeboom. Ieder zijn eigen geloof De Romeinen vinden het niet erg dat de Germanen in andere goden geloven. Van hen mag iedereen geloven wat hij wil. Sommige Romeinen passen hun geloof ook aan. In ons land vereren ze soms ook de Germaanse goden. Ze denken: je kunt beter aardig zijn tegen alle goden. Stel je voor dat er één boos wordt, omdat je hem bent vergeten! opdracht 6 Bij wie hoort het? Zet de woorden in het juiste vak. Kies uit: boerderij, heerweg, limes, mythen, Nehalennia, Olympus, ruilen, villa, Zeus. GRIEKEN ROMEINEN GERMANEN geen kopieermateriaal © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg Maak opdracht 6 39 94 COLOFON Catharijneconvent, Utrecht (85 bmr); Museum Het Prinsenhof, Delft (bruikleen Stichting voor hulp aan Delftse Jongeren vanouds genaamd Auteurs Het Meisjeshuis) (93 ml); Museum Het Valkhof, Nijmegen (35 m); Museum Plantin-Moretus/ Miranda van de Mortel Prentenkabinet, Antwerpen (78 o); Uitgeverij Marcel van den Oever Querido (26 bl, 26 bm); Renate Reitler Fotografi Hans Vermeer e (15, 19 bl, 19 m, 19 o); Reuters/Stephanie Linda Vogelesang Hancock (54 o); Rijksmuseum Amsterdam/ Realisatie Adriaen Thomas Key (91); Shutterstock (omslag, 4, 5, 7, 10, 11, 13, 14, 17, 19 br, 20, 22, 24, 25, Imago Mediabuilders 26 r, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35 o, 37, 38, Projectgroep Zwijsen 39, 40, 42, 43, 44, 45, 46, 47, 48, 49, 50, 51, Illustraties 53, 54 m, 55, 56, 57, 58, 59 m, 59 o, 60, 61, 62, 63, 64, 65, 66 b, 66 bl, 66 o, 67 b, 67 o, 68 bm, Hilbert Bolland (76, 79, 80, 82, 85, 88); Jan 68 r, 68 lb, 68 o, 69 b, 69 m, 70 bl, 70 o 2-5, 71 Braamhorst (35); Bob Brobbel (omslag, 2, 10- l, 72, 73 o, 73 m, 74 o 1-2-4-5, 75 bl, 75 br, 76 11, 31, 32-33, 38-39, 48-49, 59, 72-73, 90); b, 77 o, 78 b, 82 b, 83 o, 84 m, 85 m, 85 ml, 86, Ruud Bruijn (75, 84); Wim Euverman (omslag, 89, 90, 92); Stedelijk Museum, Zwolle (64-65); 4, 5, 16-17, 18, 22-23, 24-25, 26-27, 29, 38, 53, Studio Zwijsen (70 o, 68 ml); Studio Zwijsen, 60, 63, 82, 92); Fred de Heij (80-81, 82, 86-87, Creative Collection (9 o); Vereniging Vrienden 92-93); Eric Heuvel – RedHill Illustrations (4, van Amsterdamse Gevelstenen (62 o) 9, 10, 14, 15, 19, 36, 41, 49, 75, 82); ivanilia (omslag, 4, 8, 9, 15, 19, 20, 21, 28, 34, 36-37, 41, 42, 43, 44, 46, 47, 52, 54, 55, 57, 58, 62, 68, 89, 90); Paul Maas (53, 56, 80, 88, 91, 93); Tom Pick (6, 7, 12, 13, 14, 16, 17, 34, 67, 69); John Rabou (30); Ingrid Schubert (58, 61, 6263, 64-65); Gerard Vroon (4, 8, 19, 41, 42, 43, 47, 51, 57, 64, 78, 79, 82) Foto’s ANP/Guus Schoonewille (93 mr); ANP/Robin Utrecht (23); ANP/Koen Suyk (70); ANP (76 o); Belga News Agency/Imagebroker/Jevgenija Pigozne (76 m); Bridgeman Art Library (66 m, 67 ml, 71 r, 74 m, 74 mr, 75 o , 80, 81, 83 mr, 84 b, 85 bl); Charles Best (29 o, 52); Corbis (70 m, 79 m); Mirjam Faessen (74 ml); Getty Images/Visuals Unlimited (54 b); Ton Hendriks Photography (82 mr); Historisch OpenluchtMuseum Eindhoven (21); Hollandse Hoogte/Joost van de Broek (73 b); Hollandse Hoogte/Sabine Joosten (69 ml); Hollandse Hoogte/Sander Nieuwenhuys (35 b); Hollandse Hoogte/Erik-Jan Ouwerkerk (omslag, 62); Hollandse Hoogte/Goos van der Veen (87 b); Hollandse Hoogte/Roel Visser (93 or); Hollandse Hoogte/Michiel Wijnbergh (59 b); iStockphoto/Zmeel Photography (87 o); Lineair/David Cavagnaro (11 b); Noordbrabants Museum, Den Bosch (60 b); Koninklijke Bibliotheek, Den Haag/Autun Psalter (77 b); Museum 95 1e druk ISBN 978-90-487-1306-6 © Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg www.zwijsen.nl www.dezakenvanzwijsen.nl Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie, Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro). De uitgever heeft getracht alle rechthebbenden te achterhalen. Indien iemand meent als rechthebbende in aanmerking te komen, kan hij of zij zich tot de uitgever richten. DEZAKENVANZWIJSEN dezakenvanzwijsen.nl Digibordmethode voor geschiedenis Tijdzaken is onderdeel van de uitgaven voor kennisgebieden van Zwijsen. Verwante uitgaven binnen De Zaken van Zwijsen zijn: Digibordmethode voor aardrijkskunde Digibordmethode voor natuur & techniek Digibordlessen 36x per jaar een kant-en-klare digibordles gebaseerd op de actualiteit, voor een complete en altijd actuele methode