Commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd Datum commissievergadering: 22 augustus 2001 DIS-stuknummer Secretaris Doorkiesnummer Behandelend ambtenaar Dienst/afdeling Nummer commissiestuk Status Datum Bijlagen : : : : : : : : : : : : 759784 mw. J.M.C. de Kort 073 6812289 mw. M. Olthof REW/Zorg VOJ-233a ter advisering ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling 5 juni 2001 2 Onderwerp: Rapport steunpunten voor ouderen in de provincie Noord-Brabant. Voorstel aan commissie: Ter bespreking. Eventuele nadere opmerkingen: Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, mw. J.M.C. de Kort, secretaris Commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd Bijlage: 1. Notitie (digitaal beschikbaar) 2. Rapport met bijlagen (niet digitaal beschikbaar) 317559902 Notitie ten behoeve van de commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd inzake opplussen van steunpunten draagt bij aan verkorting van wachtlijsten in de zorg Aanleiding De provincie Noord-Brabant kent nog steeds een grote wachtlijstproblematiek op het terrein van verzorging en verpleging. De wachtlijstmeter verpleging en verzorging (januari 2001), begin dit jaar aangeboden aan de commissie VOJ, gaf de prognose dat eind 2001 in Noord-Brabant nog 6500 personen wachten op verpleeg- of verzorgingshuiszorg (1500 verpleeghuiszorg, 5000 verzorgingshuiszorg). Vooral voor ouderen, die meer intensieve vormen van zorg nodig hebben, bestaan dus flinke wachtlijsten. Het vermoeden bestond dat veel van deze ouderen momenteel in een steunpunt voor ouderen wonen en in hun huidige woning onvoldoende zorg kunnen ontvangen. Zij zijn dan ook genoodzaakt zich in te schrijven voor een verzorgings- of verpleeghuis terwijl zij soms liever blijven wonen in hun huidige woning. Het opplussen van steunpunten wat betreft woningbouwtechnische aanpassingen en meer mogelijkheden voor zorg- en dienstverlening, zou een flinke bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van de wachtlijsten. Het zou ook meer aansluiten bij wensen van grote groepen ouderen. Om meer zicht te krijgen op de opplusmogelijkheden van de steunpunten heeft het college Favor verzocht een inventariserend onderzoek te verrichten onder de steunpunten voor ouderen in Noord-Brabant. Beleidscontext Al jaren houdt ons college zich bezig met de wachtlijstproblematiek in de zorg. In het verleden is vooral geijverd voor een verevening van de geldmiddelen, zodat de provincie Noord-Brabant zou beschikken over meer geld voor zorg. Opgelopen achterstanden zouden dan kunnen worden ingehaald. Op dit moment loopt de financiering van de AWBZ zorg via de vier zorgkantoren in Noord-Brabant. Zij beschikken in principe over extra geldmiddelen, de zogenaamde AWBZ volumemiddelen, als er voldoende effectieve projectplannen worden ingediend door het veld. Het college volgt de wachtlijstproblematiek en wil vernieuwing en uitbreiding van verpleging en verzorging stimuleren zodat ouderen zolang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen, ook als ze meer zorg nodig krijgen (Zorg in actie, programma VOJ 2001). In aansluiting op een Noodplan voor 40 steunpunten, in 2000 opgesteld door de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid en Maatschappelijke Zorg (PRVMZ), hebben wij het woonzorgplan ‘Zo thuis mogelijk’ ontwikkeld met een daarbij behorende subsidieregeling voor onder meer het opplussen van bestaande steunpunten voor ouderen. Vele van deze Brabantse steunpunten zijn in het verleden met subsidie van het college tot stand gekomen in veelal de kleinere kernen in Noord-Brabant. Uitkomsten inventariserend onderzoek In het onderzoek ‘De steunpunten voor ouderen in de provincie Noord-Brabant, Favor, april 2001, zijn 59 steunpunten verspreid over de hele provincie onderzocht door middel van een schriftelijke of telefonische enquête De respons bedroeg 67%. Het onderzoek laat zien dat 75% van de onderzochte steunpunten bewoners heeft met een intensieve zorgvraag (zorgzwaarte Ebis III, IV of V). In totaal gaat het naar schatting om 400 bewoners. In bijna alle steunpunten staat een deel van de bewoners op een wachtlijst voor een verzorgings- of verpleeghuis. Naar schatting gaat het om 429 bewoners op een dergelijke wachtlijst. Dit is ruim 6% van de Brabantse mensen op een wachtlijst voor een verpleeg- of verzorgingshuis. 317559902 - 2 - Het blijkt goed mogelijk de steunpunten op te plussen, zodat ze ook bewoners kunnen huisvesten en verzorgen die zijn geïndiceerd voor een verzorgingshuis als enkele praktische problemen worden opgelost. a. Er moeten extra ruimten worden gebouwd voor dagverzorging of dagopvang bij de steunpunten. b. Een oplossing moet worden gevonden voor de 24 uur beschikbare zorg c. Zorgkantoren dienen medewerking te verlenen aan het opzetten van kleinschalige projecten voor extramurale verzorgingshuiszorg De woningen in de steunpunten zijn grotendeels geschikt of gemakkelijk geschikt te maken voor het verlenen van intensievere zorg. Als er extramurale verzorgingshuiszorg wordt geleverd aan bewoners van steunpunten, zal de doorstroming in deze woningen sterk verminderen (omdat de uitstroom naar de verzorgingshuizen sterk vermindert). Dit zal door de huidige bewoners doorgaans als positief worden ervaren, omdat ze bij intensivering van hun zorgvraag niet meer hoeven te verhuizen (vanuit hun dorp) naar een verzorgingshuis in een andere plaats. Maar de wachtlijsten voor steunpunten zullen toenemen. Wil men dit effect vermijden dan d. zal het aantal woningen bij steunpunten uitgebreid moeten worden. Standpunt Gedeputeerde Staten Uit het onderzoek blijkt dat minimaal 429 steunpuntbewoners op de wachtlijst staan voor een verzorgings- of verpleeghuis. Ook blijkt dat het merendeel van de steunpunten in principe kan worden opgeplust zodat bewoners met een verzorgingshuisindicatie, als ze dat wensen, kunnen blijven wonen in het steunpunt. Zo kan een bijdrage worden geleverd aan het oplossen van de wachtlijsten voor met name verzorgingshuizen. Wij stellen vast dat de uitkomsten van het onderzoek en de aanbevelingen uit het onderzoeksrapport passen in ons vigerend beleid dat de totstandkoming van kleinschalige woon/zorgvoorzieningen stimuleert. Wij hebben de uitvoering van het woonzorgplan ‘Zo thuis mogelijk’ ter hand genomen. Wij zullen verder stimuleren dat steunpunten voor ouderen worden opgeplust door overleg te voeren met de vier Brabantse zorgkantoren over zorgverlening in steunpunten en het actief verspreiden van het onderzoeksrapport onder gemeenten, steunpunten en regioteams Verzorging en Verpleging Wij leggen het rapport ter bespreking voor aan de commissie VOJ op 22 augustus aanstaande. 's-Hertogenbosch, 5 juni 2001 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant.