diabetologie okt 08:diabetologie okt 08 17-10-2008 12:38 Pagina 33 Dieeteducatie bij allochtonen met diabetes in de praktijk: aandachtspunten VOEDINGSEDUCATIE Els Boeynaems, dr. Ann Verhaegen* Ziekenhuis Netwerk Antwerpen, Dienst Endocrinologie, Campus Jan Palfijn, Merksem. E. Boeynaems & A. Verhaegen * Corresponderend auteur Adres voor correspondentie: Dienst Endocrinologie ZNA Jan Palfijnziekenhuis Lange Bremstraat 70, B-2170 Merksem, België. Tel: + 32-(0)2/640.28.17 E-mail: [email protected] Referentie: Boeynaems E, Verhaegen A. Vlaams tijdschrift voor Diabetologie 2008 nr. 2, 33-36. Inleiding Meer en meer worden we geconfronteerd met toenemende verscheidenheid in ons patiëntenbestand. De hoge prevalentie van type 2 diabetes die vastgesteld wordt bij Noord-Afrikaanse allochtone bevolking alsook bij de Aziatische populatie, uit zich al enige tijd in een flinke toename van deze patiënten op de verschillende dieet- en diabetesraadplegingen. De laatste jaren zien we daar bovenop nog een sterke stijging van immigranten uit de oude Oost-Europese, de Balkanstaten, Aziatische landen, en de oude Sovjetstaten. Zo veel landen, zo veel talen en zo veel verschillende gewoonten … De toename aan al deze patiënten met verschillende culturele, religieuze en taalachtergrond, biedt dan ook een flinke uitdaging bij de educatie tot zelfzorg in diabetes. Geconfronteerd met een toenemend aantal allochtone patiënten, initieel voornamelijk van Noord-Afrikaanse origine, hebben we geprobeerd om de dieeteducatie voor deze doelpopulatie aan te passen met visuele instrumenten. Specifieke barrières in de zorg voor allochtone patiënten Taalbarrière Zeker bij de oudere generaties maar eveneens bij nieuwe (al dan niet illegale) inwijkelingen worden we met een taalbarrière geconfronteerd. Ook bij jongere allochtonen kan het nuttig zijn naar de taalvaardigheid te peilen. Indien mogelijk is het best beroep te doen op een professionele tolk voor de educatie van de patiënt. Familieleden die tolken kunnen voor problemen zorgen met de machtsverhoudingen binnen het gezin. Zeker tussen verschillende geslachten en/of generaties worden boodschappen uit respect vaak onvolledig overgebracht. Hiërarchische regels De man-vrouw relatie en de relatie tot de kinderen is geheel anders. Een patiënt is veel minder dan bij de autochtone bevolking een individu. Hij of zij maakt integraal deel uit van een familie en deze familieband met zijn verhoudingen is zeer belangrijk. Vrouwen en mannen tezamen educeren in groep kan bijvoorbeeld in de Marokkaanse gemeenschap niet, bij de Turken daarentegen is er minder een probleem. Mannen houden zich meestal niet met het huishouden bezig. Een aanpassing van het voedingsschema wordt dan ook best met de echtgenote van een mannelijke patiënt besproken. Iemand iets weigeren of “neen” zeggen is in de moslimgemeenschap ongebruikelijk. Ja/neen vragen zullen dan ook meestal met een “ja” beantwoord worden. Beter is het dan ook om open vragen te stellen. Analfabetisme Daar waar we bij autochtone bevolking slechts zelden (maar toch nog steeds!) met echt analfabetisme worden geconfronteerd, is dit bij allochtonen nog vaak het geval. Etiketten lezen, glycemiewaarden aflezen of noteren, zijn in deze situaties erg moeilijk. Patiënten komen daar meestal niet zelf voor uit, actief navragen naar hun kennis van schrijftaal is dan ook noodzakelijk. Gebrekkige kennis van het menselijk lichaam Slechte kennis van het menselijk lichaam: anderstaligen of migranten hebben vaak een (nog) slechtere kennis van het menselijke lichaam dan dat bij autochtonen het geval is. Het is belangrijk rekening te houden met het cultuurverschil (en eventueel analfabetisme) bij het geven van voorlichting. Ziektebeleving Ziekte en gezondheid worden bij moslims gezien als gaven van Allah. Allah maakt ziek, maar heeft er ook voor gezorgd dat het medicijn voorhanden is. Daar waar de meeste Westerlingen hun lot in eigen handen nemen, zijn moslims eerder fatalistisch. De houding “Allah zal me beschermen” leeft nog vaak. Actieve preventie wordt daarom minder belangrijk geacht. Hier ligt zeker een reden tot de lagere therapietrouw in het kader van chronische aandoeningen. Alternatieve geneeskunst Zeker in de thuislanden wordt nog vaak beroep gedaan op alternatieve geneeskunst (hakim = moslimgenezers). Zeker bij ouderen speelt het volksgeloof nog een rol in de gezondheids- en ziektevisie: magie, het boze oog, geesten of djinns en de Baraka of zegenbrengende kracht zijn de centrale begrippen die hierin een rol spelen. Om de compliantie te verbeteren, kan men best polsen naar de overtuiging van de patiënt hierrond. Soms kan het beter zijn beperkt gebruik toe te laten om te voorkomen dat patiënten in België de “Westerse” middelen innemen, om tijdens hun zomerverblijf over te stappen naar de alternatieve of natuurgeneeswijzen en hun behandeling te onderbreken. Karela poeder (Momordica charantia) is zo’n product met vermeende hypoglycemiërend effect. Onderzoek heeft echter nooit een duidelijk effect op glycemie kunnen aantonen. Ander lichaamsbeeld Overgewicht wordt meer gezien als een teken van welzijn. Sporten behoort niet tot de gewoonten, zeker niet bij allochtone vrouwen. Daar Vlaams tijdschrift voor Diabetologie 33 diabetologie okt 08:diabetologie okt 08 17-10-2008 12:38 waar zij in de thuislanden veel lichaamsbeweging doen door lange afstanden te voet, zijn zeker de vrouwen hier vaak erg sedentair. Educatie tot voldoende beweging is dus zeker een must. Andere misvattingen Momenteel is het bij ons niet meer te verkrijgen, maar varkensinsuline is taboe bij moslims. Wanneer wij spreken van menselijke insuline, wordt dit eveneens soms verkeerdelijk geïnterpreteerd als “afkomstig van de mens”, waardoor potentieel verminderde therapietrouw. Voedingseducatie: enkele specifieke aandachtspunten • Allochtonen hebben vaak andere etenstijden. Daarom is het beter om de maaltijden niet te benoemen maar de inname aan de hand van de tijden na te gaan. Bijvoorbeeld: Waar begint u ’s morgens mee? Hoe laat is dat dan?... • Het is voor de voedingseducatie essentieel om producten en gerechten van andere culturen te leren kennen. Dit kan bijvoorbeeld via kookboeken, door op restaurant te gaan, kooklessen te volgen, enz. • Anderzijds eten allochtonen vaak eveneens “westerse” voeding. Zo is bijvoorbeeld spaghetti een vaak klaargemaakt gerecht. • De sociale functie van eten is of lijkt bij mensen met allochtone achtergrond nog belangrijker dan bij autochtonen. Een gast geen eten aanbieden, ook al komt die onaangekondigd op bezoek, is in de meeste buitenlandse culturen zeer onbeleefd. Hetzelfde geldt voor het weigeren van een aangeboden maaltijd. Bovendien krijgt de gast vaak ook nog het grootste of het beste deel van het gerecht. Over een feest waarop onvoldoende te eten was, wordt in sommige culturen nog lang nagepraat. Voedingsmiddelen in de moslimcultuur Hieronder volgt een overzicht van de islamitische verboden en toegestane producten, en de maaltijden met de belangrijkste voedingsmiddelen. “Verboden” producten • Onreine dieren (“haram”) (Varkens, insecten, wormen, slakken, roofdieren en roofvogels) • Vlees en vrijgekomen bloed van door ziekte gestorven dieren • Wilde dieren: indien met slagtanden, giftanden of klauwen • Dieren zonder oren • Gifproducerende dieren • Edele dieren: paard en ezel • Alcohol en andere verslavende / toxische stoffen Opmerking: onreine producten kunnen enkel in nood Toegestane producten • Water en voedsel zijn geschenken van Allah • Suiker is een bron van wijsheid en kracht • Groenten, melkproducten, eieren en alle zeedieren • Ritueel geslachte dieren • Reine dieren (“halal”): schaap, geit, rund en pluimvee Overzicht van de maaltijden en hun belangrijkste voedingsmiddelen Veel “allochtone” gerechten zijn vrij vetrijk, maar gelukkig wordt bij de bereiding voornamelijk gebruik gemaakt van plantaardige olie, zoals olijfolie. Ten onrechte wordt vaak gedacht dat allochtonen flinke vleeseters zijn. Wel houden de meeste allochtonen van goed gekruid vlees, waarbij het vlees in kleine stukken gesneden wordt om de kruiden beter te laten trekken. Ook wordt meestal vlees met bot gebruikt, omdat dit smaakvoller gevonden wordt. De ervaring is dat adviezen met betrekking tot het soort vlees (vet of mager) wel noodzakelijk zijn. Een goed hulp- 34 Vlaams tijdschrift voor Diabetologie Pagina 34 middel in de dieeteducatie voor de Marokkaanse en Turkse gemeenschap is de voedingsdriehoek voor deze gemeenschappen die besteld kan worden bij het VIG (www.vig.be). Hier volgt een overzicht van de maaltijden bij Turkse (T) en Marokkaanse (M) allochtonen. De eerste maaltijd • Vaak laat of geen ‘ontbijt’ • Brood, pannenkoeken • Gevuld met suiker en/of amandelen • Olijfolie, boter, smen is een soort ‘ranzige boter’ • Groenten, olijven • Karnemelk (M), ayran een soort verdunde yoghurt (T) • Eieren (T) • Honing (met lepeltje), kaas, gezouten vlees • Thee en koffie met heel veel suiker Warme maaltijd(en) • Brood als bijgerecht • Olie ,boter, smen • Maaltijdsoepen, harira (M) • Stoofpotten, opgevulde gerechten • Frieten, aardappelen, peulvruchten, bieten (beschouwd als groenten) • Couscous (M), bulgur (T) • Karnemelk (M), ayran (T) • Rauwkostsalade, olijven • Vaak vers fruit als dessert Tussendoortjes • 16u: als het ware een 2de ontbijt • Karnemelk (M), ayran (T) • Thee, koffie, suiker • Vers, gedroogd fruit • Koekjes, gebak, gevulde pannenkoeken • Nootjes, zonnebloempitten Symbolische waarde van enkele voedingsmiddelen • Melk = welkom • Noten en eieren = vruchtbaarheid • Suiker = bron van wijsheid en kracht • Brood – delen = vriendschap en samenhorigheid • Dadels = ‘Baraka’, goddelijke genade die voorspoed en genezing brengt • Vlees = mannelijkheid en kracht Voorstelling van de visuele bundel als educatieinstrument Om de communicatie tijdens de voedingseducatie van allochtonen te bevorderen heeft de werkgroep diabetesdiëtisten Ziekenhuis Netwerk Antwerpen een visuele bundel samengesteld. We zijn gekomen tot een basiseducatiepakket met als specifieke thema’s de nadruk op het verschil tussen snelle en trage koolhydraten, regelmaat, gezonde tussendoortjes, gezonde en ongezonde vetten. Uitbreiding met een schema, met koolhydraatruilwaarden… kan en moet, afhankelijk en op maat van de allochtone patiënt. Op die manier verloopt ons educatiemoment vlotter en aangenamer. De patiënt voelt zich meer betrokken en we moeten niet telkens beroep doen op een tolk. Het blijft belangrijk telkens te toetsen of de patiënt het begrepen heeft door hem/haar te vragen of hij/zij wil navertellen wat hij/zij nu juist geleerd heeft. Volgende figuren illustreren de verschillende thema’s in de bundel. diabetologie okt 08:diabetologie okt 08 17-10-2008 12:38 Pagina 35 Figuur 1: Visuele voorstellingen gebruikt in de educatie rond koolhydraten. A: Trage suikers, B: Fructose, C: Lactose, D: Snelle suikers, E: Gezonde koolhydraatrijke tussendoortjes, F: Voorbeelden van voedingsmiddelen met (te mijden) snelle suikers., G: Schema met mogelijkheid tot aanduiding van uren, maaltijden/tussendoortjes en eventueel koolhydraatruilwaarden. A B C D E F G Vlaams tijdschrift voor Diabetologie 35 diabetologie okt 08:diabetologie okt 08 17-10-2008 12:38 Figuur 2: Visuele voorstelling van het thema “vetten”. A: Voedingsmiddelen met “goede” en “slechte” vetten, B: Illustratie van het belang van een gezond gewicht. Pagina 36 Figuur 3: Voorbeeld uit de lijst van een “goede keuze” en een “minder goede keuze van voedingsmiddelen. A REFERENTIES: 1. Mulder H. Handboek Diabetesvoorlichting aan allochtonen (Leven met diabetes), Leusden: Diabetesvereniging Nederland, 2003. B 2. DiabeteSpecialist, themanummer oktober 2003. 3. Aandacht voor Voeding van Turkse, Marokkaanse en Nederlandse kinderen en moeders, Voeding Nu, januari 2000, nummer 1. 4. Malki FS, Nieuwelink JJC, Traa, MJ.A, Waterval LA. Voeding bij diabetes mellitus. Dieetbegeleiding van Turkse, Marokkaanse en Hindostaanse bevolkingsgroepen. Houten: Bohn Stafleu van Loghum, 2005. 5. Noelmans S, Smit M, Spileers K, Wouters C, Vanderstraeten R, Vanhauwaert E. De actieve Voedingsdriehoek voor de Turkse gemeenschap, VIG 2005. 6. Noelmans S, Smit M, Spileers K, Wouters C, Vanhauwaert E. De actieve Voedingsdriehoek voor de Marokkaanse Gemeenschap, VIG 2005. Verder werd er nog een lijst ontwikkeld die een visueel overzicht geeft van de ‘goede keuze’ en ‘minder goede keuze’ van de voedingsmiddelen. Aan de hand van deze lijst (voorbeeld zie Figuur 3) kan de allochtone patiënt of de minder begaafde autochtone patiënt de kwaliteit van zijn/haar voeding op een voor hem/haar eenvoudig te verstane manier aanpassen. 36 Vlaams tijdschrift voor Diabetologie